Beoogd voorzitter PO-Raad kritisch over art. 23

Op haar website meldt de besturenraad

"Rinda den Besten, sinds 2006 wethouder (PvdA) in Utrecht, is door de Raad van Toezicht van de PO-Raad voorgedragen als beoogd nieuwe voorzitter. Zij gaat nu over de portefeuille werk en inkomen, jeugd en sport. In haar eerste wethoudersperiode had zij ook de onderwijsportefeuille. Daarvoor was zij werkzaam als hoofd voorlichting, communicatieadviseur en organisatieadviseur."

 en

Rinda den Besten is onder andere bekend door haar ongezouten kritiek op het, in haar woorden, 'vermaledijde' artikel 23 van de Grondwet. Zo betoogde ze dat ‘artikel 23 is verworden tot een onverantwoord experiment met onze kinderen’ en ‘de grote deal van 1917 moet worden opgeblazen’. 

 

5 Reacties

  1. En daarmee wordt volstrekt

    En daarmee wordt volstrekt duidelijk dat deze beoogde voorzitter (voorzitster?) NIET AL het basisonderwijs vertegenwoordigt. Want het grootste deel van het basisonderwijs (het meest succesvolle deel ook nog) bestaat uit bijzondere scholen met een christelijke signatuur.

    Helaas vindt de pers zulke nuances al veel te ingewikkeld (de overheid trouwens ook) en belt deze direct de PO-raad als het om kwesties betreffende het basisonderwijs gaat.

    Deze mevrouw vertegenwoordigt dus niet alleen het basisonderwijs, maar tevenbs vertegnwoordigt zij NIET de besturen van het basisonderwijs, want het gros van die besturen is voorstander van artikel 23.

    Al met al lijkt zo'n benoeming dus op een politieke benoeming: een gewenste bemoeming in een politiek gewenste richting. Hoe triest is het toch weer dat meerderheden niet erkend worden, vanwege zulke gewenste richtingen!

    (Intussen ben ik benieuwd naar de weergave van deze reactie, want het lijkt erop dat 'regel overslaan' niet wordt aanvaard door het gehanteerde programma.)

  2. ( Modus cynisme aan) Ja, en

    ( Modus cynisme aan) Ja, en ik ben ook tegen artikel 1 van de grondwet. Die 'deal van 1826' moet ook maar eesn opgeblazen worden. En ook ben ik tegen dat artikel in de grondwet dat de vrijheid van meningsuiting regelt, dat is zooooooo hopeloos verouderd, het wordt eens tijd dat iedereen met een eigen mening die niet meer mag uiten, behalve als het mijn mening is. En dat artikel over de vrijheid van organisatie moet ook maar eens afgelopen zijn, en dat van persvrijheid is méér dan een onding, ook weg er mee. Weet je wat, schaf die hele grondwet maar af. Alle macht aan de malloten die zichzelf tot 'bestuurder' hebben gebombardeerd. Dan pas zijn we verzekerd van een toekomst zonder zorgen waarbij we allemaal in hetzelfde grijze uniformpje ons mogen vermaken ten dienste van de bestuurdersklasse, ook op zondag. Leve de edelslavernij, weg met de grondwet. ( modus cynisme uit) 

  3. PvdA Utrecht, jaja, dan zeg

    PvdA Utrecht, jaja, dan zeg je ook APS. Kortom, de rekenproblemen worden voorlopig niet opgelost Hinke.

  4. Ik ben geschokt bij het lezen

    Ik ben geschokt bij het lezen dat mevrouw Rinda den Besten artikel 23 van onze grondwet wil opblazen. Als dit artikel nu nog serieus zou worden genomen en tegenstanders van de voor alle leerlingen verplichte onderwijsvernieuwingen de vernieuwlers voor de rechter hadden kunnen slepen om hun dadendrang en regelgeving aan de grondwet te toetsen zou ons op het gebied van onderwijs veel ellende bespaard zijn gebleven. De vrijheid van onderwijs beperkt zich immers niet tot het recht om een levensbeschouwing in het onderwijs te laten doorwerken maar bood mensen met van de overheid afwijkende onderwijsopvattingen de mogelijkheid om af te wijken van wat de staat voor stond. De wensen van BON komen op veel gebieden overeen met wat de staat vroeger als goed onderwijs beschouwde maar tegenwoordig bepalen de machtige schoolbesturen, georganiseerd in onderijsraden, rechtstreeks of via de banden met de politiek langs parlementaire weg hoe het onderwijs er uit moet zien en zit BON in een dissidente positie, zoals vroeger voorstanders van b.v. Dalton- en Montessori-onderwijs. Wij moeten artikel 23 daarom koesteren en de kiezer ervan doordringen dat artikel 23 meer kan bewerkstelligen dan scholen op Islamitische grondslag. Steun die scholen zou ik zeggen vanuit het adagium “de vijand van onze vijand is onze vriend”.  Twee keer min is plus. En wat een zelfingenomenheid te denken dat toehoorders onder de indruk zijn als de voorzitster van een onderwijsraad gaat vechten voor beter onderwijs. Vooafgaand aan het probleem van het sluiten van slecht presterende scholen komt het probleem van het vaststellen wanneer een school slecht presteert. De voorgangster van mevrouw den Besten heeft het als inspectrice van onderwijs gepresteerd om een school die met ouderwets onderwijs goede cognitieve resultaten bij allochtonen behaalde te kapittelen omdat deze school door haar lesmethode de leerlingen niet goed voorbereidde op het losgeslagen vervolgonderwijs.

    Dat ouders vrijwel nooit scholen oprichten komt niet omdat daarvoor te weinig belangstelling is maar omdat de overheid het zo moeilijk heeft gemaakt. Det laat zien dat politici dat artikel het liefste negeren. In zo verre is een opheffing van artikel 23 misschien nog wel te verdedigen: waarom zou je een grondwetsartikel laten staan als de politici er zich niet aan willen houden?

    “De bevoegdheden van die besturen zijn gigantisch. Dat is bijna nooit erg, sterker nog, de meeste onderwijsbestuurders zijn geweldig goede mensen met hart voor  het onderwijs” Ik weet niet of u, mevrouw den Besten, met “goed”  ‘goed van harte’ of ‘goed in hun professie’ bedoelt maar het is wel uw persoonlijke mening die in beide interpretaties niet door veel BON-leden gedeeld wordt. Die vinden het dan ook heel erg dat de bevoegdheden van die besturen  “gigantisch” zijn.

    Mevrouw den Besten is ook tegen artikel 23 omdat bijzondere scholen zich mogelijk kunnen onttrekken aan wat euphemistisch “passend onderwijs” genoemd wordt, namelijk het openstellen van normale schoolklassen voor kinderen die extra zorg nodig hebben en daarom niet willen doen waar deze mevrouw zo enthousiast over is. En natuurlijk moet een bijzondere school kinderen kunnen weigeren als die een bedreiging voor het nagestreefde bijzondere vormen. Overigens blijkt dat laatste een schijnprobleem te zijn want b.v. Roomsche scholen weigeren geen islamitische kinderen.  Overigens is een op levensovertuiging gebaseerde school met een tolerant toelatingsbeleid een tandeloze oudergeleding in de medezeggenschapsraad moeten hebben.

    Waarom moet trouwens een basisschool een afspiegeling moeten zijn van de buurt waarin zij staat. Als in de buurt bijna alleen maar domkoppen wonen en ik zou toevallig in de buurt wonen, zou ik dan mijn kind moeten laten opleiden tot domkop? Op de basisschool waar ik mijn kinderen naartoe wil sturen moet kennis en inzicht hoog in aanzien staan.

    Voor mensen met een levensovertuiging staat de ene levensovertuiging niet gelijk met de andere. Daarom zou een algemene school waar verschillende levensovertuigingen op basis van gelijkheid onderwezen worden voor zo’n mens best eens inacceptabel kunnen zijn.

    Ik geloof er niets van dat het alleen maar door het opblazen van artikel 23 slecht presterende scholen gesloten kunnen worden. maar voor het onderwijs zou het wel goed zijn dat mevrouw den Besten zelf opgeblazen wordt. Niet letterlijk natuurlijk maar dat is ook met artikel 23 niet het geval.

Reacties zijn gesloten.