Gemeentelijke- en onderwijsfusies.

Gemeentelijke fusies en onderwijsfusies.

NRC-Next heeft onder de titel “next check”een dagelijkse fact-check rubriek. Vandaag, 9 november 2012, gaat het om de bewering dat gemeentelijke fusies geen geld opleveren. Aanleiding is de bewering in het regeerakkoord dat een vermindering van het aantal gemeenten een bezuiniging van 180 miljoen aan “apparaatskosten” oplevert. Maar de NOS berichtte dat die aanname volgens Maarten Allers en Bieuwe Geertsema van de Rijksuniversiteit Groningen onjuist is: gemeentelijke fusies kosten juist 10 tot 20% méér.

Allerts en Geertsema zeggen dat de schatting in het regeerakkoord uiteindelijk afkomstig is uit het rapport “brede heroverwegingen” uit 2010. Dat rapport baseert zich op aannames en schattingen vanuit een basis van bestuurstheorie,  niet vanuit empirische data: die waren niet. De eerste volledige analyse op basis van data, verschijnt pas einde dit jaar in het onderzoek van Allers en Geertsema, maar uit de nog ongepubliceerde maar volledige analyse van Allers en Geertsema is wel al ingezien door NRC-Next. Hieruit blijkt de 10 tot 20% verhoging van de kosten. De oorzaken daarvoor kunnen volgens de onderzoekers tweeledig zijn: gemeenten zijn na de fusie mogelijk bureaucratische met meer managamentslagen, maar het kan ook zo zijn dat een fusiegemeente meer slagkracht heeft en meer wil doen voor zijn inwoners.

Het is interessant om dit eens te vergelijken met de situatie in het onderwijs. Ook daar zijn zoals we weten enorme fusies geweest op basis van aannames en theorieën. Ook daar waren vooraf geen data die de aannames ondersteunden. Voor zover ik weet is er op dit moment ook geen onderzoek van de financiele situatie voor en na de fusies, maar kennen we wel de voorbeelden van enorme besturen die feitelijk failliet zijn en we weten ook dat de onderwijsbegroting enorm verhoogd is terwijl de lerarensalarissen daarvan niet of nauwelijks hebben geprofiteerd.

De oorzaken die Allers en Geertsemna noemen zouden ook van toepassing kunnen zijn in de onderwijssituatie. Meer bureaucratie is natuurlijk al heel vaak genoemd, maar ook ”meer doen voor inwoners respectievelijk leerlingen is relevant. Juist dat laatste was namelijk een van de redenen voor fusies destijds.havo/vwo scholen moesten met mavo’s en lts fuseren tot brede scholengemeenschappen zodat de leerlingen gemakkelijk van de ene naar de andere school konden overstappen. Bij de latere fusies van grote scholengemeenschappen tot enorme besturen werd dat argument minder gebruikt, maar ging het om iets anders: de invoerng van  lumpsum en daarbij behorende professionalisering van de bestuurslaag. Het “meer dingen doen” voor de leerlingen werd vertaald naar nieuw onderwijs met ICT en leerpleinen. Ook hier dringt de parallel zich op. Grote gemeenten willen meer doen voor hun inwoners, maar de inwoners willen geen fusie, ondanks de beloften van prachtige mogelijkheden en betalen naderhand meer belasting, hebben minder invloed en krijgen minder faciliteiten. De leerlingen, ouders en zelfs veel scholen willen ook geen fusie, maar de scholen dragen meer geld af naar de besturen, de leerlingen krijgen slechter onderwijs en docenten en ouders zijn ontevreden. In beide gevallen zijn de besturen echter trots op hun nieuwe gemeentehuis of kantoor aan de Zuid-as danwel op het moderne onderwijs is die prachtige gebouwen. Alleen de weinigen zijn happy.