Hoe passend is het passend onderwijs?

 

Hoe passend is het passend onderwijs?

 

Een basisschool in Amsterdam vond het nodig om bij een zesjarig jochie een ‘intake test’ af te nemen. Wat de test inhield wisten de ouders niet, de uitslag wel. De nieuwe leerling bleek zowel een leerachterstand als een taalachterstand als leerproblemen en een ontwikkelingsstoornis onder de leden te hebben. Een second opinion van een onafhankelijke kinderpsycholoog wees het tegenovergestelde uit. Een naar alle maatstaven genomen normaal kind zonder ontwikkelingsstoornis, normale intelligentie en een taalachterstand die niet onderdeed voor de gemiddelde leerling op een gemiddelde basisschool. De directeur van de basisschool legde het onafhankelijke rapport naast zich neer en besloot om zonder medeweten van de ouders een rugzakje aan te vragen en het kind een 1 op 1 begeleiding te geven. De ouders werden gesommeerd zonder al te veel moeilijkheden te maken om mee te werken aan de aanvraag van het rugzakje. De ouders niet gediend van zoveel bemoeienis en arrogantie dienden een klacht in bij de geschillencommissie primair onderwijs. Dit wekte de woede op van de directeur die prompt de ouders zag als een groot probleem. Begeleiders en leraren van het kind werd een zwijgplicht opgelegd en de ouders werd gedreigd met de inschakeling van jeugdzorg, die zoals we allen weten er geen been in zien om een uithuisplaatsing procedure wegens ‘verwaarlozing van het kind’ in te zetten.

 

Straks wordt de wet op het passend onderwijs van kracht. Deze wet vervangt het ‘weer samen naar school’ en moet er voor zorgen dat kinderen met een klein ‘vlekje’ zoals licht autistisch, klein beetje ADHD, of aanverwante ontwikkelingsstoornissen binnen het reguliere basisonderwijs naar school kunnen gaan en niet meer onmiddellijk worden doorverwezen naar het speciaal basisonderwijs. Los van het gegeven dat onze Nederlandse Juffen en Meesters volstrekt niet zijn opgeleid om leerlingen ook maar met het kleinste ‘vlekje’ kwalitatief goed onderwijs te geven rijst de vraag wie zal oordelen welk kind wel en welk kind niet in aanmerking komt voor doorverwijzing naar het speciaal onderwijs. Welk kind heeft zoveel ADHD of is zo autistisch dat het toch naar het speciaal onderwijs mag en welk kind voldoet niet aan de criteria en wie stelt die criteria vast en houdt daar toezicht op? Kortom wie zijn de uitvoerders van het passend onderwijs?

 

Daar heeft onze vorige minister van onderwijs en tweede kamer voor gezorgd. De uitvoerders zijn de al bestaande samenwerkingsverbanden van ‘weer samen naar school’ aangevuld met de samenwerkingsverbanden voor het voortgezet onderwijs want ook die vallen onder de nieuwe wet van het passend onderwijs. Over de samenwerkingsverbanden valt heel wat te zeggen maar vooral niet dat ze tot nu toe hun werk goed hebben gedaan, anders was een nieuwe wet niet nodig geweest, immers ‘weer samen naar school’ beoogde dezelfde doelen als de nieuwe wet met dit verschil dat WSNS zich alleen uitstrekte over het basisonderwijs. Hoe een en ander in zijn werk ging kon u lezen in de inleidende waargebeurde case. De directeur van een school vraagt het samenwerkingsverband een onderzoekje te doen, daar komt uit dat het kind een achterstand, probleem of stoornis heeft en daarvoor wordt dan een ( meestal duur)  behandelingsplan opgesteld. Het samenwerkingsverband vraagt voor de leerling een rugzakje aan om het behandelingsplan te financieren. Alles bij elkaar gaat het in Nederland om honderden miljoenen aan rugzakjesgeld op jaarbasis. Honderden miljoenen onder andere beheerd door de samenwerkingsverbanden. In onderzoek, diagnose, behandeling en rugzakje worden de ouders niet gekend en bij enige tegenstand gekenmerkt als ‘moeilijke ouders’ die hun kind niet dat geven waar het recht op heeft. U begrijpt dat de weg van overdiagnosticering, gesjoemel, overbehandeling en neponderzoeken geplaveid is met euro’s en maar al te graag bewandeld wordt door de samenwerkingsverbanden.

 

Typerend voor de invoering van het passend onderijs, de samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs en Voortgezet onderwijs zijn de onderhandelingen, convenanten en afspraken die op dit moment gemaakt worden. Een Directeur van een basisschool fluisterde mij laatst toe dat hij van zijn bestuur opdracht had gekregen om de bij de onderhandelingen aanwezig te zijn, ondanks zijn overvolle en drukke agenda, immers nu zou worden uitgemaakt hoe in de toekomst de geldstromen zouden worden verdeeld. U leest het goed, geen sprake van hoofdbrekens hoe kinderen met een vlekje het beste onderwijs zouden krijgen maar hoe de geldstromen gemoeid met het passend onderwijs zouden worden verdeeld.

 

De geschillencommissie primair onderwijs heeft al een noodkreet uitgezonden. Als geen ander weten de leden van de geschillencommissie dat bij de invoering van de wet op het passend onderwijs zoals die er nu ligt en waarin de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor de uitvoering zowel de ouders als het kind volstrekt machteloos en rechteloos worden gemaakt. Ook in het voortgezet onderwijs waar het passend onderwijs de achterdeur wordt waardoor probleemleerlingen net zoals meer dan 15 jaar geleden het praktijkonderwijs, dat heette toentertijd LOM-MLK, zullen binnen stromen. Een praktijkonderwijs dat al lang niet meer voorzien is voor de opvang van deze leerlingen.

 

Leraren in het basisonderwijs die met lede ogen hebben moeten aanzien hoe van de regeling ‘weer samen naar school’ schandalig misbruik is gemaakt houden hun hart vast voor de invoering van het passend onderwijs. Ouders moeten er niet versteld van staan dat vanaf volgend schooljaar hun kind in groep 4 ongevraagd getest zal worden op mogelijke afwijkingen, tekortkomingen en stoornissen. Ze moeten ook niet raar opkijken als er zonder hun medeweten een behandelingsplan is opgesteld en dit plan zonder hun toestemming wordt uitgevoerd. Het geld wordt opgehoest door de belastingbetaler en verdwijnt in de grote zakken van de samenwerkingsverbanden. Ouders moeten daar niet moeilijk over doen, en doen ze dat toch dan staat vroeg of laat een medewerker van het samenwerkingsverband met een pasje ‘jeugdzorg’ aan de deur om ook de ouders en de sociale toestand van het gezin te ‘visiteren’.

 

Ik wil geloven dat de wet op het passend onderwijs met de beste bedoelingen in elkaar is gebreid maar de minister en de tweede en eerste kamer hebben een paar steken laten vallen, en door die gaten zal het geld als water naar de samenwerkingsverbanden stromen. Of onze leerlingen daarmee geholpen zijn, dat blijft de vraag.

 

Jesse Jeronimoon

 

 

 

1 Reactie

  1. Wat een wonderlijke wil is

    Wat een wonderlijke wil is dat, om te geloven dat de wet op het passend onderwijs met de beste bedoelingen in elkaar is gebreid. Jouw willen is duidelijk willen tegen beter weten in. Te beginnen met de invoering van de Mammoetwet hebben de politici bijna alleen maar wetten ingevoerd waarvan het onderwijs meer schaad’ dan baat had. Na zo’n verleden van slechte wetten en regelgevingen zouden politici die met de beste bedoelingen rondlopen hebben  moeten besluiten om helemaal  geen wetten meer te maken. Maar ze besloten toch daartoe. Dit bewijs uit het ongerijmde maakt jouw geloofswil  tot een chimaerisch verschijnsel.

Reacties zijn gesloten.