Een breeder front

Ik herinner mij het geval van een bejaardenhuis waarvan de directie besloot dat alle oudjes van dezelfde cateraar gebruik moesten maken. Sommige oudjes vonden de keuzemogelijkheden en de kwaliteit onvoldoende maar de directie vond dat zij vanwege de schaalvoordelen een goede keuze hadden gemaakt.
Consumenten en beslissers hadden tegenstrijdige belangen. Zo is het in het onderwijs ook. De overheid wil net als die directie van het bejaardenhuis voor hun cliënten besluiten wat in het onderwijs voor de leerlingen het aanbod zal zijn. Of moeten wij het volgen van onderwijs als een sociale dienstplicht zien en beslist de overheid hoe die plicht vervuld moet worden? Het onderwijs is beide maar de politici menen ook voor de individuele leerling te moeten bepalen wat voor hem of haar op onderwijsgebied het beste is. Deze pretentie moet de overheid laten varen want aan de ouders komt in de eerste plaats (natuurlijk binnen wat financieel aanvaardbaar is) het recht toe te bepalen wat goed onderwijs voor hun kind is. En daarop zou ook een oudervereniging zich moeten richten. En als de overheid niet goed met geld kan omgaan of geen fair play blijkt te kunnen of willen spelen moeten ouders zelf op overheidskosten het door hen gewenste onderwijs mogen organiseren.
Bovenstaand is een thema besproken dat op zich niet BON’s belangstelling trekt. Veel ouders die over het onderwijs ontevreden zijn willen echter BON-achtig onderwijs. Daarom zou het in belang van BON kunnen zijn het ontstaan van een oudervereniging te stimueleren die een vrierndin van BON zou kunnn worden

2 Reacties

  1. Informatie gebruikt uit “Leraren krijgen meer” in de NRC van 11 okt j.l.
    Enkele van de „voornaamste ambities van het dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid”.
    “Er komen meer ‘brede brugklassen’, voor kinderen die hun definitieve keuze voor een schooltype willen uitstellen”.
    mijn comment: Als leerlingen na de zomervakantie direct vanuit de n-de klas mogen overstappen naar de (n+1)de klas van een hoger schooltype legt dat onaanvaardnare beperkingen op voor het orgamiseren van de lessen in die hogere klasse. Vanuit een lafer leerjaar geldt dat dan ook voor het eerstgenoemde waarbij voor het hoogstgenoemde nog meer problemen ontstaan.
    En ‘tussenscholen’ voor kinderen tussen de 10 en 14 jaar, voor een geleidelijke overgang van basisschool naar middelbare school.
    mijn comment: alsnog een (eerst nog facultatieve) middenschool?
    “Ook komen er experimenten met het volgen van lessen op een hoger schoolniveau, het ‘maatwerkdiploma’”.
    mijn commemt: leidt tot verschraling bij de hogere schooltypen. Bij voorbeeld: Om goed natuurkunde-onderwijs te kunnen geven is het wenselijk dat de leerlingen een solide wiskundige basis hebben. Als leerlingen plotseling op hoger niveau aan natuurkunde willen werken ontbreekt het hen aan wiskundige voorkennis of moeten op het hogere niveau de doelstellingen voor wiskunde gematigd worden
    “Het kabinet wil meer doorstroming naar hoger onderwijs (4) en minder toelatingsdrempels (zoals de numerus fixus)”.
    mijn comment: eerst de (eind)eisen voor de betreffende HBO-opleiding formuleren. Dan de toegangseisen vaststellen. Dan eisen dat een candidaat student aan de toelatingseisen voor die HBO-opleiding voldoet.

  2. Die tussenscholen’ voor kinderen tussen de 10 en 14 jaar, voor een geleidelijke overgang van basisschool naar middelbare school zou ook gebruikt kunnen worden om goede, gemotiveerde leerlingen er op voor te bereiden om op 12-jarige leeftijd naar een “boven-vwo” over te stappen

Laat een reactie achter