Current Concerns/Zeitfragen

Op de Zwitserse website www.currentconcerns.ch  – in feite een Zwitsers online opinieblad  – staan heel vaak bijzonder interessante artikelen over het onderwijs. Onderstaande inleiding van een artikel over Curriculum  21 is een voorbeeld. Voor de Duitse versie klik op Zeitfragen rechts. I.v.m. copyright durf ik niet het hele artikel bij te voegen.

“This self-organized learning consists of endless trial and error procedures”

What students think about self-organized learning

by Susanne Lienhard

The introduction of Curriculum 21, highly controversial even at its development stage, is now the responsibility of the German-speaking cantons. The curriculum meets with wide opposition. In various cantons citizens have launched initiatives demanding that the introduction of Curriculum 21 must be decided by Parliament rather than by the education authority. Citizens will thus be given the opportunity to call for a referendum opposing the decision, if necessary. Curriculum 21 follows the OECD model of a standardized education. Subject-specific goals regarding content that must be achieved at the end of the school year are no longer defined; instead learning contents are cut up into thousands of singular competences, which are to be checked by extensive testing. The competence orientation is associated with the dissolution of the previous subjects in favor of collective topics such as “Nature, Man and Society” and with the introduction of cycles instead of yearly grades, that way abolishing the previously fixed yearly learning objectives. Classroom teaching where the teacher together with all the children of his class strives at achieving the age-appropriate yearly learning targets, would definitely belong to the past, as the heterogeneity of the classes would increase significantly and individualized forms of learning, such as “self-organized learning” would become compulsive.

 

14 Reacties

  1. Zelfs Zwitserland moet aan

    Zelfs Zwitserland moet aan Het Nieuwe Leren, en dit wordt op dezelfde democratische wijze als in Nederland ingevoerd (not). De internationale onderwijsbeleidsmakers hebben lak aan legitieme vragen over de houdbaarheid. Leve de OESO. Hoezee.

     

    Uw (juiste) link werkt niet. Misschien deze wel: Current Concerns  >  2015  >  No 1, 14 January 2015  >  “This self-organized learning consists of endless trial and error procedures”

     

    Een ander citaat uit uw artikel: "An interesting detail: Counselling is provided to both schools by a private company from Germany which sells its ideas of self-organized learning as a trademark and is obviously able this way to finance itself on the advanced training market." [dit Duitse bedrijf heb ik niet kunnen vinden]

     

    Inleidend artikel: Current Concerns  >  2015  >  No 1, 14 January 2015  >  “Curriculum 21 – cementing unspeakable reforms”

     

    ***

    Gaat het om Lehrplan 21?

    Ik vind veel over Kompetenzen (via 'Überblick'; documentvia) van Franz Emanuel Weinert. 4700 stuks.

    Voert de (Zwitserse) stichting 'éducation 21' het uit?

    Neue Zürcher Zeitung, 'Lehrplan 21 – Bildungspolitisches Powerplay', 14.2.2014

    Voor de liefhebbers: het wiskunde/reken-onderwijs van Lehrplan 21.

    Het Zwitserse BON.

  2. Voordat je het jaarklassen

    Voordat je het jaarklassen systeem afschaft, moet je niet vergeten stil te staan bij het volgende. In een klas geeft een docent in een jaar 10 proefwerken. Welke puntentelling past hij toe? Met een enkele test ijkt hij de hele klas, zodat hij met een vast niveau het gemiddeld cijfer voor een groep van 30 meet. De eindcijfers voor de 10 proefwerken hernormeert hij, zodanig dat hij het juiste gemiddelde voor de klas krijgt. Met deze methode krijgt hij individuele cijfers met een onzekerheidsmarge van hoogstens een paar tienden van een punt. Op grond van 5 of 6 vakken wordt een bevordering toegepast. De onzekerheid over het niveau is dan ca. een tiende punt voor iedere leerling. Stel nu dat je niet meer klassikaal toetst maar louter individueel. Waar haal je dan een vaste norm vandaan? Of accepteer je dat een cijfer helemaal geen vaste norm meer heeft? Gooi- en smijtwerk kan ook zijn charme hebben, nietwaar?

  3. Het eerste wat je je afvraagt

    Het eerste wat je je afvraagt is WAAROM die Bildungsziele der Deutschschweiz vereinheitlicht werden sollten; waarom is er ook in duitstalig Zwitserland zo’n behoefte aan grootschaligheid en uniformiteit? En waarom krijgen die hun zin in een land dat er trots op is sedert de middeleeuwen een vrij land te zijn? Bovendien zou je het uniform chaotisch willen noemen. De ene leerling legt een proefwerk af waarmee zo nauwkeurig mogelijk gemeten wordt of hij een bepaald stuk van de wiskunde onder de knie heeft en de andere steekt een verhaaltje af over ongeveer dezelfde leerstof en daarmee kan hij mooi lacunes in kennis en inzicht kan verbergen. Het alternatief voor de proefvertaling Latijn is nog absurder maar illustreert wel de integratie van vakken door het combineren van leergebieden, een nagestreefde simplificatie bij het uniformeren. En de leraar ploegde voort.
  4. @neker en laat

    @neker en laat

    De "oplossing" voor dit is natuurlijk een toets op de computer. Zoiets als de rekentoets. Er is een grote collectie opgaven en iedere leerling krijgt daaruit een selectie. Net als bij de rekentoets is inzage natuurlijk niet mogelijk, want voor je het weet staan dan alle opgaven met antwoorden op het internet. En natuurlijk perst dit de leraar en de leerling in het keurslijf ontworpen door de toetsmakers.

     

    Een hele slechte oplossing, maar dit zal vast de "oplossing" zijn van het ministerie voor het probleem dat jij beschrijft.

  5. “Wo Kompetenzen vermittelt,

    "Wo Kompetenzen vermittelt, Tests ausgefüllt, im Team geteacht, international verglichen und modular studiert wird – dort ist die Praxis der Unbildung am effizientesten." (via; uit: Konrad Paul Liessmann: Geisterstunde. Die Praxis der Unbildung. Eine Streitschrift. September 2014; filosoof, universiteit Wenen, Oostenrijk; zie ook)

     

    "Niemand weiß mehr, was Bildung bedeutet, aber alle fordern ihre Reform. Ein Markt hat sich etabliert, auf dem Bildungsforscher und -experten, Agenturen, Testinstitute, Lobbys und nicht zuletzt Bildungspolitiker ihr Unwesen treiben. Nach der "Theorie der Unbildung" nun also ihre Praxis: Das, was sich aktuell in Klassenzimmern und Hörsälen, in Seminarräumen und Redaktionsstuben, in der virtuellen Welt und in der realen Politik abzeichnet, unterzieht Konrad Paul Liessmann einer scharfen Kritik. Hinter der Polemik steht ein ernstes Anliegen: der Bildung und dem Wissen wieder eine Chance zu geben." (comment bij boek)

     

    Het zou me niets verbazen, als het onderwijs als economische kracht bij het World Economic Forum (nu in Davos) en de Bilderbergconferenties ter sprake komt. De 'we moeten hervormen'- propagisten zingen duidelijk hetzelfde lied. De lobby en uitvoering komen van ambtenaren van internationale organisaties als de OESO, EU, UNESCO, en Wereldbank. Hierachter zit veelal een lobby van invloedrijke wereldbedrijven, die zich jaarlijks vinden bij het WE Forum en Bilderberg. Zo is de cirkel rond. De TTIP maakt er onderdeel van uit. De democratie staat buitenspel.

  6. # mark79 – Een toets op de

    # mark79 – Een toets op de computer vereist een zeer groot aantal leerlingen, voordat je een betrouwbare normering hebt. Zelf werkte ik ooit op een school, waar de rector bevorderde met vaste percentages. Dat is een heel ruwe methode, statistisch gezien. De ene klas t.o.v. de andere kan een niveauverschil van een half punt hebben. Maar je kunt door de jaren heen ook nog eens een afdrijvend niveau hebben. Denk tijdig na voordat je met je school het moeras in gaat. 

  7. @neker en laat

    @neker en laat

    Die toets zal natuurlijk landelijk zijn (zoals de rekentoets). Dan heb je dus een zeer groot aantal leerlingen.

  8. Zwitsers die burger van een

    Zwitsers die burger van een duitstalig kanton zijn kunnen het voorstel nog in een Volksabstimmung verwerpen. Maar beter zou een Volksbegehren zijn dat ouders het recht geeft om kinderen naar eigen goeddunken voor te bereiden op een toelatingsprocedure voor tertiair onderwijs. De vrijheid van onderwijs in Nederland waar men niet eens de grondwettelijkheid van een parlementsbesluit door een Verfassungsgericht kan laten testen steekt daar wel kaal bij af. Bovendien, niet alle voorstanders van onderwijsvernieuwlingen willen hun opvattingen dwingend aan hun medeburgers opleggen en dat zou kunnen helpen om van verplichte onderwijsvernieuwling af te komen.

  9. Het is wel interessant om te

    Het is wel interessant om te zien hoe de Zwitsers zich tegen deze vernieuwing wilklen verzetten; het is conform hun politieke stelsel. Ze wille de macht van de 'onderwijsautoriteit' overhevelen naar het parlement, waarna zij middels hun unieke intemmingspocessen (het referendum, de echtere democratie) alsnog hun voor- of afkeur zouden kunnen uitspreken. Met een algemeen geldend effect, vermoedelijk.

    Dan verdient  het Nederlandse model toch de voorkeur: de vrijheid van onderwijs wordt grondwettelijk bepaald voor elke stroming die voldoende volgelingen blijkt te hebben. Het model is grondwettelijk vastgelegd en toch slaagt de Nederlandse overheid er in alle scholen gelijk te schakelen als het gaat om didactiek.

    Hoe is het mogelijk dat op papier de vrijheid van onderwijs wordt gegarandeerd terwijl in de praktijk een enorme gelijkschakeling dwingend wordt opgelegd door een overheid?

    En hoe is het mogelijk dat er geen grote protestbeweging tegen bestaat?

    Bestaat er geen eigen identiteit meer?

    De Zwitsers vertrouwen op hun referendum, maar je zou, theoretisch,  nog beter moeten kunnen vertrouwen op de grondwettelijk vastgelegde vrijheid van onderwijs zoals in Nederland. Maar als die betere optie zelfs een wassen neus blijkt te zijn….

    Dan zijn er machten in het spel waarop de kleine zelfstandige school geen invloed meer  heeft.

    Dan is er sprake van een grote kam die alles wil gelijkschakelen.

    Ondanks onze grondwet! NB!

     

  10. Aan die nationale discussie

    Aan die nationale discussie merk je toch hoezeer niemand kennelijk jaren voor de klas heeft gestaan. Niemand hoor je zeggen: eerst komt het kale rekenen, dan pas het toegepaste rekenen.

    Het kale rekenen leent zich uistekend voor het basionderwijs.  Het blijkt in de praktijk dat een groot segment onder de kinderen in staat is het kale rekenen aan te leren; middels foefjes en eindeloze herhalingsoefeningen. Aldus is het grootste segment onder de kinderen in staat zich de basisvaardigheden eigen te maken.

    Slechts een klein segment kan een verband leggen tussen kale sommen en het toegepaste rekenen. Richten we ons direct op het 'toegepaste' rekenen, laten we het grootste segment onder de kinderen kennelijk bewust buiten de boot vallen! 

    Dat is als leerkracht niet te verteren.

    Het blijkt keer op keer: er bestaat een norme kloof tussen al die praktijkvoorbeelden en de kale sommen. Voor de meeste kinderen blijft die kloof een kloof, ondanks alle materiaal dat je de klas in sleept.

    De praktijkvoorbeelden dichten die kloof niet, maar maken deze juist groter. Een iets groter segment ontdekt pas later een verband tussen de kale sommen en de paktijk en sommigen ontdekken die nooit.  Die 'sommigen' zijn niet geholpen door hen , in een vroeg stadium,  de kale sommen te onthouden!!

     

    Aangezien het grootste deel der kinderen in staat blijkt rekenen te leren door het aanbieden van kale sommen, moet daar de eerste voorkeur liggen. Alleen zo worden ook de zwaksten geholpen, maar eveneens de sterkeren.

     Het 'realistisch' rekenen wilde direct al laten rekenen zonder een beheersing van de basisvaardigheden; het bleek een totaal misconcept waar vooral de zwakkere leerling zeer de dupe van wordt. Die zwakkere werd 'bevrijd' van de eindeloze oefeningen, maar mocht zich vervolgens dagelijks vertwijfeld afvragen waar het bij de les in hemelsnaam eigenlijk over ging; vertwijfeld zoekend naar elk houvast als een ezelsbruggetje of een trucje, dat hem/haar echter bewust werd onthouden.

    Kale sommen aanleren en toetsen, daar begint het  en daar zou het ook moeten eindigen bij deze rekentoets.

     

     

  11. BRAVO! Moby, (19:08 en 19:52)

    BRAVO! Moby, (19:08 en 19:52); helder en waar.

    Heb je misschien het begin van een antwoord op jouw vraag En hoe is het mogelijk dat er geen grote protestbeweging tegen bestaat? Misschien zou een begin van het beantwoorden van die vraag tot een begin van een grote protestbeweging kunnen leiden.

  12. Je hebt er, Moby, op gewezen

    Je hebt er, Moby, op gewezen dat zowel intelligente als minder intelligente leerlingen baat hebben bij kaal rekenonderwijs en er voor gepleit dat de nationale rekentoets alleen maar die kale vaardigheid meet. Je hebt niet geschreven wanneer die toets zou moeten plaats vinden en mij lijkt het meest voor de hand liggen zodra de leerling er aan toe is. VWO-ers in spe zouden dat examen dan moeten afleggen op de basisschool en er in principe een voldoende voor moeten halen om tot het VWO te worden toegelaten. Op het VWO kan men dan direct met algebra beginnen en in andere vervolgopleidingen wordt de mogelijkheid geboden om zich op een herkansing voor te bereiden. Daarnaast zouden leerlingen met vermoede VWO-potentie nog aan een extra examen realistisch rekenen onderworpen kunnen worden om dat vermoeden te bevestigen.

    In de tijd dat het toelatingsexamen voor het VWO nog bestond werden daartoe geschikte leerlinden in de zesde klasse (in groep 8) daarop voorbereid. Het achterliggend idee is goed. Je geeft de VWO-ers in spe een stukje moeilijkere leerstof en controleert na afloop of ze dat onder de knie gekregen hebben. Maar het probleem daarbij is dat je VWO-geschiktheid meet bij kinderen waarvan je al VWO-geschiktheid verwacht en die je daarom toegelaten hebt tot een voorbereidingsklas. Mogelijk zijn dus bij de eerste selectie, de toelating tot de voorbereidingsklas voor het toelatingsexamen VWO, kinderen ten onrechte afgevallen. Een andere oplossing dan een cascade van toelatingsexamentjes, waarbij iedere leerling moet proberen de eerste trede te bestijgen, zie ik niet.

  13. Beste Malmaison,

    Beste Malmaison,

    Zulk een kale toets zou eind groep 8 of begin VO afgenomen moeten worden,  want dan is er niet die totale waanzin van het al of niet slagen voor een eindexamen in het geding.

    Totaal geschift als academici met die huidige 'alles of niets' toets komen aanzetten.

    Maar ja: het toetsen van kale sommen vereist slechts het bladeren in oude rekenboekjes. Tallozen die zich een onbereikbaar ingewikkeld jargon hadden eigengemaakt en die derhalve konden teren op subsidiepotten die een vernieuwing moesten stimuleren, hadden met zoveel eenvoud geen inkomsten meer (zie sassoc).

     

     

Reacties zijn gesloten.