PO-raad wil geen zekerheid in werk

In de volkskrant staat een artikel van de voorzitter en de vice-voorzitter van de PO-raad (de club van bestuurders in het basisonderwijs). Zij willen voor het basisonderwijs een uitzondering op de nieuwe Wet werk en zekerheid. Deze wet beoogt de werknemer meer zekerheid te geven: "Geef je een medewerker verschillende tijdelijke contracten die elkaar binnen zes maanden opvolgen, dan ontstaat na een periode van twee jaar een vast contract". De reden die de PO-raad geeft om het basisonderwijs uit te zonderen is vervanging wegens ziekte.

 

Een invalleerkracht heeft natuurlijk niet altijd werk. De vraag is dan wie het "werkeloosheidsrisico" moet dragen. Moet de invalkracht in vaste dienst zijn en draait de werkgever op voor de dagen dat er geen ziektevervanging is (en er dus eigenlijk geen behoefte is aan de invalleerkracht), of wordt de invalleerkracht alleen betaald wanneer er ziektevervanging is. In het eerste geval ligt het risico bij de werkgever, in het tweede geval bij de werknemer. Voor beiden valt wel iets te zeggen. Maar het in het geval dat het risico bij de werknemer ligt is het redelijk dat deze werknemer hier extra voor betaald krijgt. Maar dat lijkt de PO-raad niet te willen.