Vierde iScholenDag in Amsterdam

Ik las op internet, dat morgen (donderdag) een iScholendag plaats vindt in het IJburgcollege te Amsterdam. Paul Rosenmöller zal er ook zijn. De dag staat in het teken van de inzet van ict in het onderwijs. Verschillende producten, methodes en ideeën zullen er worden gepresenteerd door onderwijsondernemers en uitgeverijen. Noordhoff uitgevers zullen een nieuw geïntegreerd en eigentijds toetsingssysteem presenteren (RTTI toetsen) en twee onderwijsondernemers,  Onderwijshelden en  Publiek Leiderschap van voormalig voorzitter van de V.O. Raad Hettema, komen samen met twee niet nader genoemde hogescholen met een plan voor een eigentijds driejarig opleidingstraject voor academische masters, die graag leraar willen worden. Centraal in deze opleiding staan de 21st century skills, bildung en metacognitieve inzichten en motivatie. De opleiding biedt een interessante mix van praktijkleren en terugkoppeling naar de theorie via intervisie en terugkomdagen. De a.s. docenten krijgen een contract van drie jaar bij de partnerscholen. Als je zou willen weten wat de genoemde centrale doelstellingen van deze opleiding nu precies inhouden zou je het curriculum moeten kunnen inzien, maar dat is er blijkbaar nog niet. Misschien komt daar morgen enige helderheid over. Vooral bildung lijkt er een beetje bij te hangen. Wat gaat dat inhouden? Bildung is  geen vak maar wat is het in dit verband eigenlijk wel?  Merkwaardig bij deze opleiding is dat de kandidaten worden geselecteerd op de vraag of ze over het juiste DNA beschikken om leraar te worden.  Wat moeten we daar nu weer onder verstaan. Het begrip lijkt me hier misplaatst en verder geheel afhankelijk van de invulling, die men eraan wenst te geven. Uit een onderzoek onder 500 leraren op de website Klasse kwam van alles en nog wat: empathie, respect, authenticiteit als eerste drie en verder nog een hele waslijst aan wenselijke eigenschappen als  geduld, zorg , energie, doorzettingsvermogen, humor. Dus vul zelf maar in. Mag vakkennis er ook bij? En is er één andere serieuze beroepsgroep te vinden die het DNA voor het beroep als criterium kent?

Het eigentijdse toetsingssysteem van “hoogwaardige” (altijd hoogwaardig)  RTTI toetsen van Noordhoff  is geheel gebaseerd op het gepersonaliseerde leren. Het beoogt het leerrendement van de individuele leerling te verbeteren. Met deze toetsen krijgt de school een beter inzicht in de schoolresultaten t.o.v. de landelijke cijfers. Welke leerling krijgt extra ondersteuning en hoe liggen de scores van de ene klas t.o.v. de andere? Een systeem dat in ieder geval de scoringsdrift erg zal aanwakkeren met die landelijke cijfers constant boven het hoofd. En de vraag is hoe betrouwbaar die cijfers zijn. Jaap Dronkers uitte onlangs zijn zorgen over het gebruik en vooral misbruik dat van allerlei cijfers gemaakt kan worden.  De toetsen kennen vier cognitieve niveaus en elke toets bevat vragen op alle vier de niveaus zodat een docent goed inzicht krijgt in de beheersing van de cognitieve niveaus per leerling. De niveaus zijn resp. reproductie, toepassing 1, toepassing 2 en inzicht. Ik vraag me af in hoeveel gevallen dit een betrouwbaar model is voor het voortgezet onderwijs? Daarin speelt bildung een belangrijke rol en kenmerkend voor bildungsvakken als literatuur en geschiedenis is nu juist dat deze kennis niet direct toepasbaar is maar slechts interpretabel. En dan lijkt me dit model vooral een keurslijf. En het kent toch hopelijk  niet ook weer een diarree aan multiple choice vragen

Het concept “gepersonaliseerd leren” wordt op deze dag klaarblijkelijk één dimensionaal gezien als het  leren van de toekomst . ThiemeMeulenhoff presenteert daarvoor een kant en klaar aanbod voor de verschillende fasen waarin de school op weg hierheen zich bevindt. Ik zou als school toch wel heel diep nadenken voor me aan een dergelijk programma te committeren. Voor je het weet zit je in een traject waarop je zelf nog maar weinig invloed hebt. En dat geldt voor meer van het gebodene. Allemaal slim, allemaal toekomstgericht, allemaal  hoogwaardig, allemaal verkooppraat. Essentieel lijkt me de instemming van de deskundigen bij uitstek, de leraren,  die hiermee moeten gaan werken. Dan moeten die leraren zich wel serieus in deze ontwikkelingen willen verdiepen en de medezeggenschap opeisen. Bijzonder hoogleraar Ict en Curriculum aan de Universiteit van Amsterdam Joke Voogt zegt op internet dat implementatie van een curriculum, dat gebaseerd is op 21st century skills gedoemd is te mislukken zonder de medewerking van de leraren. Zij vindt dat een “stukje” eigenaarschap bij de docenten hoort. Afgezien van het “stukje”, dat wel erg mager is, zit hier natuurlijk wel het probleem. Want de uitgeverijen, de onderwijsondernemers, ICT bedrijven en de beleidslieden pretenderen dat zij de juiste, toekomstgerichte visie bezitten, waarbij de docenten alleen maar mogen aanschuiven. Met ICT als doel en niet meer als middel. Het is daar één heerlijke nieuwe wereld van ICT toepassingen, die de methodiek en de didactiek van het onderwijs met het gepersonaliseerde leren als ideaal geleidelijk dreigen  over te nemen.  Dus Joke Voogt, wat doen we met dat stukje eigenaarschap? Hoe geven we dat vorm waar de beleidslieden in Den Haag systematisch alle invloed van de leraren afhouden?

 

2 Reacties

  1. Dat “juiste DNA” criterium is

    Dat “juiste DNA” criterium is om het “verkeerde soort mensen” buiten te houden. BONners bijvoorbeeld.

    Die “4 niveaus” doen me denken aan de Taxonomy van Bloom. De bedoeling van dit soort “niveaus” is meestal om kennis ondergeschikt te maken aan “zelfreflectie”: Als je een goed Persoonlijk Ontwikkel Plan schrijft dan kun je het echte leren gewoon overslaan.

     

     

  2. De commercie krijgt het

    De commercie krijgt het onderwijs in haar greep. Dat is pas echt opbrengstgericht werken.

     

Reacties zijn gesloten.