verslag zitting 31 maart Hupkens vs SCOL

Gisteren 31 maart was er een zitting in de zaak Hupkens tegen SCOL.

Mijn advocaat dacht dat het alleen een inventarisatie van de feiten was, waar direct een vervolg zitting uit zou voortvloeien. Dat bleek niet helemaal te kloppen.

Het was wel degelijk de bedoeling geweest van te voren alles aan te leveren en niet, zoals we hadden voorbereid, de spullen bij ons te hebben.

De rechter was redelijk ontstemd.

Maar dat nam niet weg dat ze uiterst professioneel ter zake kwam. Ze had zich duidelijk voorbereid, iets wat erg prettig is. Daardoor heeft ze vragen kunnen stellen die de weg wijzen naar eventuele knelpunten voor mij.

Ik heb er, ongeacht wat er hier uit komt, veel aan gehad.

Zoals verwacht spitst de vraag zich toe op:

  • Is er opdracht gegeven
  • Is het werk feitelijk uitgevoerd.

Een aanvullende vraag was, waarom denkt u recht te hebben op uitbetaling. Dat sloeg niet alleen op de twee bovenstaande vragen, maar ook op de omschrijving in CAO etc. Er staat nergens apart omschreven welke rechten je hebt als je met je werk boven het aantal uur uitkomt dat er voor staat. Er zijn scholen die dat apart opschrijven.

SCOL hield stug vol aan de omschrijving dat al het werk paste in de gegeven tijd. Als een docent iets meer werk had van het ene, dan had je de vrijheid om de tijd weg te halen bij het andere.

Op die manier heeft SCOL en ik denk de commissie arbeidsvoorwaarden van de VO Raad, een prachtige beredenering om de opslagfactor een enorme vergaarbak te maken: je hebt de vrijheid om…

Daar is geen speld tussen te krijgen, maar wel wat vragen bij te stellen.

SCOL omschreef namelijk zelf, dat elke docent dezelfde hoeveelheid tijd kreeg. De vraag kan zijn: hoe zit dat voor docenten die van alles een beetje teveel hebben en dus helemaal geen mogelijkheid hebben om de tijd van een ander onderdeel los te weken?

Daar komt geen antwoord op. Ieder antwoord zou de school de kop kosten, dus dat laten ze open. Werkelijk precies de reden waarom de CAO onderhandelingen over dit punt spaak lopen.

Omdat elke docent, onderbouw, bovenbouw en elk soort vak, op een hoop is gegooid, werk je nu eenmaal met gemiddelden en afwijkingen. De hele verdediging van SCOL en in feite elke partij bij de CAO gaat erom, dat men vol wil houden dat er geen dusdanige afwijkingen zijn dat extra uitbetaling gerechtvaardigd is.

Ook hier kwam SCOL niet met een specificatie, al heb ik meer dan duidelijk gemaakt, dat ik daar werkelijk al jaren om vraag.

Het probleem zat in: hoe bewijs je de opdracht en de uitvoering van het werk.

De opdracht kan ik vrij makkelijk aantonen, al had dat dan al in bezit moeten zijn van de rechter. Ik heb aardig wat mails, van manager, coach en sectieleider, waar uit blijkt dat men er simpelweg van uit gaat, dat elk onderdeel van je taakomschrijving als opdracht uitgevoerd wordt.

De kwestie draait voornamelijk om de vorm waarin je aantoont, dat je het werk daadwerkelijk hebt uitgevoerd.

Nou is dat in mijn geval niet zo vreselijk moeilijk, ik werkte voornamelijk op school.  Maar hoe gaat dat, met de opdrachten die wel degelijk thuis zijn uitgevoerd en met de mensen die alleen maar thuis werken.

Het mag onrechtvaardig lijken, we hebben het hier over feitelijk bewijs. De spil waar ook het probleem met de CAO over gaat: ga je door duidelijke omschrijvingen, duidelijke al dan niet te overschrijden grenzen aangeven of niet.

Juist omdat het niet omschreven is, probeert de school te doen voorkomen alsof dat werk niet is verricht en als het wel is verricht, het veel sneller had gekund.

Aangezien ik de eiser ben, dien ik het tegendeel te bewijzen.

Op dit moment is er een pat stelling: het woord van school tegen dat van mij.

Wat ik kan opvoeren, is dat er geen enkel dossier is, waaruit blijkt dat ik in de jaren waarvan ik overuren eis, mijn werk NIET heb gedaan. Blijkbaar zijn alle werkzaamheden uitgevoerd, anders was school daar beslist mee komen zwaaien.

De rechtvaardige vraag was of mijn conditie er misschien debet aan was, dat ik meer tijd nodig had voor mijn werkzaamheden.  Ik weet zeker dat dat niet zo is. Mijn huidige conditie is pas begonnen toen het management mij ziek maakte en daarvoor was er een goed evenwicht, waarbinnen ik uitstekend functioneerde.

Ook hier kan de weg gekozen worden: laat maar zien dan. En dat is altijd lastig. Gelukkig heb ik altijd zoveel behandeling en begeleiding gehad, dat ook de goede dingen keurig in het journaal van de psycholoog staan. Daarnaast bevestigt het door SCOL aangevraagde assessment zonder meer dat er niets aan mijn inzicht en aanpak van mijn werk mankeert.

Wat ik aangevoerd heb, is het feit dat als je de werkzaamheden van een tijd voorziet, het met geen mogelijkheid in de verstrekte tijd past. Ik kon ook goed duidelijk maken, dat ik overal het absolute minimum voor gebruikt had: bijvoorbeeld 5 minuten voorbereiding per les. Dat vond de rechter ook erg weinig, maar is doodgewoon het soort getal, waar ik de boel mee uitgerekend heb. Als je een fatsoenlijke 10 minuten of een kwartier per les neemt, kun je meteen wel ophouden, dan komen er getallen naar voren waarvan je in huilen uitbarst.

Deze rechter is echter strikt zakelijk: IK kom dus met normen die ik invul en niet met een naar het ogenblik ingevuld tijdschema. Dat klopt.

Let op: als er straks blijkt dat een dergelijk schema het enige geaccepteerde bewijs is, dan dienen de bonden daarop in te spelen. Het heeft geen enkele zin om afspraken te maken waarvan je weet dat ze niks waard zijn , zolang men niet met een van dag tot dag geschreven werkschema komt.

 

Ik zeg niet dat ik een dergelijke eis gerechtvaardigd vind. De zaak is nu juist om duidelijk te krijgen wanneer het genoeg bewijs is en wanneer niet. DAT is het belangrijkst wat hier uitgevochten wordt. Dat is de feitelijke inzet van elke CAO onderhandeling: hoe toets je of de werkdruk echt te hoog is of niet.

De rechter neemt 4 weken om na te denken. Dan hoor ik of ik alsnog de stukken in kan dienen die in feite van te voren ingediend hadden moeten zijn en dan met name de juiste cijfermatige onderbouwing van de geldeis.

Daar heeft de tegenpartij al meteen bezwaar tegen gemaakt.

Welk bezwaar weer op de conclusie stuitte dat ik, ingeval van afwijzing, toch meteen in hoger beroep zou gaan.

Ik weet ook niet wat wijsheid is voor de rechter. De boel moet een keer grondig worden uitgezocht. Zowel qua feitelijke invulling als qua eis welk bewijs voldoende of onvoldoende is. Immers, als het voor mij geldt, geldt het voor anderen…… Als zij daar de ruimte voor geeft, is de kans dat een van beide partijen in hoger beroep gaat eigenlijk net zo groot als wanneer ze de boel nu afwijst op grond van slordig en incompleet materiaal. ( mijn advocaat heeft excuses aangeboden, ik HAD hem geïnformeerd over de verkeerde cijfers)

In het laatste geval zou het hooguit een soort tijdbesparing zijn om meteen de volgende stap te kunnen maken.

Het is fijn om een rechter voor je te hebben, die zorgt dat je geest zich in de juiste stand zet. Het was uiterst leerzaam en ik wens haar alle wijsheid toe.

Opmerkingen dat mijn advocaat aansprakelijk is: Ik weet het. Maar daar hebben we niks aan. Het gaat hier niet om het bedrag, het gaat om de omschrijvingen die vastgesteld worden. Van fouten dien je te leren, dat zullen hij en ik doen. Er is geen advocaat geweest met wie ik zo op 1 lijn zat en op gelijke hoogte kon overleggen: dat is erg erg veel waard.

2 Reacties

  1. Ik heb jaren geleden als

    Ik heb jaren geleden als docent mijn gemaakte uren en werkzaamheden bijgehouden over een periode van anderhalf jaar. Ik kwam op 200 overuren per jaar uit. Grofweg toen 1859 uur ipv 1659 uur. Omgerekend een aantal werkweken van 40 uur is 1859 / 40 = 46,5 weken. Effectieve vakantie 52 – 46,5 = 5,5 weken. Een alternatief vor de toekomst zou kunnen zijn dat de docent alle werkzaamheden op school verricht. Met een prikklok die de aanwezigheid bijhoudt. Aanwezigheid zegt in principe nog niets of er gewerkt is, maar maakt het wel aannemelijk.

  2. Alle werkzaamheden op school

    Alle werkzaamheden op school moeten uitvoeren, gaat natuurlijk ook niet werken. Moet je dagen achter elkaar eindexamens nakijken, moet je in het weekend zeker naar school, die misschien ook nog eens op een uur reizen van je huis ligt. En juist zoveel mensen vinden het grote voordeel van een schoolbaan dat ze hun tijd wat beter zelf kunnen indelen, bijvoorbeeld omdat ze kinderen moeten ophalen van de kinderopvang.

     

    Wat in dit verband eigenlijk ook wel grappig is, is dat er de afgelopen jaren buiten het onderwijs juist een trend is geweest van het "nieuwe werken", dus steeds meer werk thuis doen in plaats van op kantoor, omdat je thuis ook minder afgeleid wordt door collega's. Weliswaar komt men daar nu weer wat van terug, maar in het onderwijs was het altijd al het geval dat je veel werk thuis deed als jou dat beter uitkwam. Het gaat natuurlijk pas mis als je veel te veel moet doen, en dat is gewoon waar het probleem zit.

     

    Alles op school moeten doen, nog even los van de ontoereikende werkomgeving aldaar, en een prikklok, zou alleen maar weer een vorm van georganiseerd wantrouwen zijn. Alles op school kúnnen doen, dat is wat anders, maar móeten, daar gaat natuurlijk niet werken.

Reacties zijn gesloten.