1 voorbeeld van weggesmolten gefaciliteerde uren.

De reacties van aangeschreven scholen is mondjesmaat.

De bonden laten helemaal niks van zich horen. Op de vraag de financiële gegevens van SCOL te mogen krijgen, die de AoB vorig jaar immers verzameld heeft, hoor ik helemaal niets. Geen enkele tekst die ik schrijf is reden voor enige bond om ergens op in te willen gaan.

De aangeschreven politieke partijen “volgen de zaak met belangstelling”. De minister wenst niet betrokken te worden bij een individueel geval.

Inmiddels heb ik voldoende inzicht, om een uitspraak te doen over het taakbeleid zoals dat in de praktijk geldt.

Vrijwel elke school, heeft een vorm van steunlessen, die in de normjaartaak aanleiding geven tot een andere opslagfactor dan die van de reguliere lessen.

De regels zijn simpel: er is een opslagfactor en daar zijn een ( groot) aantal taken in ondergebracht.

Voor de steunlessen de opslagfactor op nul zetten, is niet toegestaan. De lijst taken die met de opslagfactor “betaald” wordt, is beduidend langer dan alleen voor en nawerk.

Behoorlijk wat scholen, hanteren voor dergelijke lessen een lagere opslagfactor. De schoolvariant van: Geen cent teveel.  Al is het maar 1 steunles, die opslagfactor gaat omlaag. We rekenen immers met minuten.

Zonder het te willen, geven de scholen met die verlaagde opslagfactor de gegevens om te gaan terugrekenen. Er is immers vastgesteld dat de verlaging alleen te maken heeft met het ontbreken van voor- en nawerk. Op die manier heb je geen verstrekte specificatie nodig om bepaalde conclusies te kunnen trekken.

De uitkomst: Bij SCOL, die er prat op gaat de normen te hanteren die gebruikelijk zijn in de sector, is de tijd die je per gegeven lesuur voor voor- en nawerk krijgt: 11,3 minuten. 36 weken per jaar. Dat was in 2012, wellicht is het nu minder.

Op de door de AoB gepubliceerde CAO kaart 2008, staat een zinnetje en een getallenvoorbeeld: uitleg over de opslagfactor. Men gaat er in dat schrijven van uit, dat de opslagfactor bedoeld is voor voor- en nawerk. Het voorbeeld geeft aan: 35 minuten per gegeven les van 50 minuten. 38 weken per jaar werd er toen gerekend.

Neem mijn vak: 2eklas VMBO wiskunde. 3 lessen per week. ( de boeken gaan uit van 4 lessen per week, maar ja).

Kreeg ik volgens de CAO kaart van 2008 :              38*35*3 minuten per jaar:           66,5 uur per jaar, voor het voor- en nawerk van deze klas.

In 2012:               36 * 11,3 * 3      is  20,34 uur.

 Voor hetzelfde werk. Waarbij de kans nog erg groot is, dat er in 2008 nog gewoon 4 uur per week werd gegeven(*) en er dus ook nog een bij een lesuur behorende opslagfactor per week meer bij zat.

Waarbij de lijst van taken die in de overige 24 minuten gedaan moet worden, al jaren lijkt op een deeg dat ligt te gisten: het zet voortdurend uit.

De vrij logische vraag:

Is dit nog steeds een kwestie van een individu dat een klacht heeft over haar normjaartaak?

Wat kan een reden zijn, om met dergelijke onomstotelijke bewijzen vol te blijven houden dat je niks hoeft te doen als politiek?

De politiek is niet alleen de opdrachtgever, ze heeft enorme maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Ga je dan wachten tot de rechter zegt dat iets waar is? Tot de rechter bevestigt dat het niet hoort? Vindt de politiek het prima, met de wetenschap van dit soort cijfers, dat er een VO Raad stug volhoudt dat “het niet uit te rekenen is, hoeveel tijd een docent nou precies waar aan besteedt”?

Is het prima, dat er geen actie wordt ondernomen vanuit de sector zelf, die immers overal en nergens verkondigt het zonder inmenging en dwang te kunnen?

Als, zoals de meerdere partijen opmerken, het onderwijs een zeer belangrijk deel van de economie is, mag je dan de andere kant op blijven kijken totdat er een rechter aan te pas is gekomen? Wil je als politicus ooit nog serieus genomen worden?

Ga je als vakbond compleet voorbij aan dit soort informatie? Heeft het zin om over allerlei bijkomende rotzooi te gaan onderhandelen als er in de basis 40 uur per klas is weggestreept?  Met het blote oog te zien. Heeft iemand hier weleens een discussie aan gewijd? Ooit een reden voor bezorgdheid geweest?

Wat mij betreft kan niemand straks meer zeggen: ik wist het niet.

 

(*) (Dat extra uur is verschoven naar science, nooit meer teruggekomen en wordt nu als rekenles teruggezet…..waar apart geld voor gegeven wordt. Je moet maar van goochelen houden.)

 

2 Reacties

  1. Als managers willen korten op

    Als managers willen korten op het OP zijn er verschillende 'knoppen' waar ze aan kunnen draaien:

    – de lesopslag verminderen of lessen introduceren waar zogenaamd geen voorbereiding voor nodig is

    – de deskundigheidsbevordering korten of allerlei dingen in de DBV stoppen (vb. uit de praktijk: het begeleiden van stagiaires is schijnbaar ter bevordering van je eigen deskundigheid).

    – een leuke rekentruc waardoor je meer lessen in een week kunt stoppen, bijvoorbeeld door te rekenen met 36 lesweken in plaats van 37.

    Daarnaast zijn er nog allerlei slimmigheidjes die behoorlijk wat kunnen opleveren, zoals het korten op allerlei taken: mentoraat, profielwerkstukken, sectieleider, commissie BSA, decanaat, enz. U ziet: het taakbeleid in de huidige vorm biedt tal van 'aansturingsmogelijkheden'. 

    Vrijwel alles dat hierboven staat is op een niet nader te noemen school geprobeerd, maar het meeste is tegen gehouden door een strijdvaardige (p)MR. Uiteraard moet dit alles gewoon langs de (p)MR en veel kan pas met instemming van 2/3 van het OP. Maar wie gaat de strijd aan? En je wilt toch niet op je geweten hebben dat de 'unique-selling-points' van de school  afgeschaft worden?!

  2. Hai,

    Hai,

     

    Helaas blijkt uit de stukken die her en der gepubliceerd worden, dat de standaard de laatste jaren is: kleine wijzigingen hoeven niet aan de MR te worden voorgelegd.

    Daar wordt gretig gebruik van gemaakt. Als diekleine dingetjes, zorgen er op de iets langere termijn voor dat je letterlijk honderden uren meer werk hebt.

    Het zal beslist per school verschillen. Het is al een paar keer duidelijk geworden dat "goed voorveeld doet volgen". EEn eenmaal op een school ingevoerd trucje verspreidt zich binnen twee jaar over het hele veld.

Reacties zijn gesloten.