Wet voor de onderwijstijd: dedain jegens de leraar

Onderwijsvakbond AOb roept leraren op om donderdag 26 januari massaal te staken tegen het wetsvoorstel voor de onderwijstijd. Onlangs heeft de Tweede Kamer deze rommelige en rammelende wet aangenomen. Binnenkort zal de Eerste Kamer zich over het wetsvoorstel uitspreken. Met het aannemen van deze wet getuigt de overheid van DEDAIN voor de leraar.

De wet voor de onderwijstijd zal niet bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Kwaliteit komt niet van een paar extra, onbetaalde lesuren of werkdagen, maar alleen van goed en hoog opgeleide docenten die een zinvol curriculum aanbieden. BON is geen vakbond en dus ook geen partner in onderhandelingen over zaken rondom de cao. De arbeidsvoorwaardelijke bezwaren tegen het wetsvoorstel kan BON daarom alleen maar voor zinvolle kennisgeving aannemen. Aan die bezwaren is wel een zwaarwegend argument tegen het wetsvoorstel toe te voegen. Zelfs met goed en hoog opgeleide docenten voor de klas blijft een noodzakelijke voorwaarde voor goed onderwijs nog altijd dat de maatschappelijke waardering voor docenten in overeenstemming is met hun belangrijke taak en capaciteiten.

De door de wegbereiders van OCW in het leven geroepen onderwijscoöperatie formuleert als nog te bereiken doel dat er “in de maatschappij een waarheidsgetrouw beeld is van wat het inhoudt om docent te zijn”. Moet dat niet juist bij OCW, kabinet en parlement beginnen? Het tegendeel is nu het geval. BON roept in haar Nieuwflits de leraren in het voortgezet onderwijs dan ook terecht op om op donderdag 26 januari het werk neer te leggen.