Kladblaadje

Zoon (VSO 3 VMBO-TL) mikt een kladblaadje uit zijn tas. Erop de berekening van 361x 64. De uitwerking neemt 13 regels in beslag, hij moest er 64 cijfers voor opschrijven, 6 x-tekens, 6 =-tekens en 2 strepen (een tussen de vermenigvuldigingen en de optellingen en een in verband met het totaliseren). Zoon heeft met ingang van het vorige schooljaar rekenles met het oog op het VMBO-TL-examen dat hij waarschijnlijk in 2014 zal afronden. Zoon heeft heel veel moeite met schrijven. Moet zoon nu voor altijd op deze manier blijven rekenen?

9 Reacties

  1. En niemand begrijpt waarom kinderen niet meer kunnen rekenen ;-(
    U geeft een perfect voorbeeld van waar we met de Stichting Goed Rekenonderwijs tegen vechten: de idiote consequenties van de opgelegde didactiek van het zogenaamde realistisch rekenen.
    De manier waarop kinderen volgens die didactiek het rekenen krijgen aangeleerd heet om onnavolgbare redenen nog “kolomsgewijs rekenen” ook, en dat terwijl juist de visie er achter is dat het rekenen niet kolomsgewijs gebeurt, maar dat de kinderen zich realiseren dat de 3 in de door u genoemde voorbeeldsom geen 3 is, maar 300. Kinderen rekenen dus niet met cijfers, niet met de symbolen, maar juist met de waarde van de getallen. Dat zou meer begrip moeten aanleren in tegenstelling tot het zogenaamd stom aanleren van een trucje waarvan men meent dat kinderen dat gewoon vergeten, misschien zelfs wel zouden behoren te vergeten, want het getuigt van dommigheid om zulke rekensommen te willen maken: verstandige mensen gebruiken daarvoor een rekenmachine is de impliciete en soms expliciete gedachte.

    Het gvolg is dat geen kind meer een rekensom kan maken en dat in het VO zelfs voor 7+5 een rekenmachine wordt gepakt. Soms niet eens omdat ze die simpele sommen niet kunnen, maar uit onzekerheid. In het verleden maakten die kinderen in elke rekensom wel een fout en dan kun je maar beter de machine pakken, ook voor belachelijk makkelijke sommetjes.

    Bij de laatste constatering met ik, na een boze omweg, weer terug op uw bericht: als je voor een eenvoudige vermenigvuldiging zoveel deelsommen moet maken, die dan ook nog eens onhandig worden opgeschreven, dan zal zelfs de beste rekenaar daar regelmatig fouten mee maken.

    Maar ja… het is allemaal bedoeld om dat moeilijke rekenen voor de kinderen begrijpelijk te maken. Wie dat begrijpt mag het zeggen.

    Voor meer informatie kan ik Waarom Daan en Sanne niet kunnen rekenen van Prof. Jan van de Craats aanraden. Hij analyseert feilloos wat er mis is met het huidige rekenonderwijs. Gelukkig begint de groep rondom Jan van de Craats sterk aan invloed te winnen en is er nu zelfs een rekenmethode (Reken zeker van Noordhoff) met steun van de Stichting Goed Rekenonderwijs uitgebracht die kinderen wel leert rekenen. Zo moeilijk is dat niet namelijk.

  2. @1-1-2010 Daan, Sanne en vele anderen
    Ik zal het boek aanschaffen. Mijn handen jeuken om mijn zoon thuis het verkorte algoritme aan te leren waar ik zelf zoveel profijt van heb gehad en nog steeds heb (ik ben boekhouder), maar ik ben bang om verwarring te stichten bij mijn zoon en hij heeft bovendien geen enkel enthousiasme voor instructie mijnerzijds. Ik had gehoopt dat die gekkigheid met die kolommen in de derde klas van het vo wel eens over zou zijn; kennelijk dus niet. Over enkele weken zijn de rapportavonden, dan kan ik hierover met de docente spreken. Het is moeilijk om de autoriteit van de docente ter discussie te stellen, maar het slechte schrijven van mijn zoon is op zich al een argument om de meest efficiënte reken-aanpak te kiezen.

    • “Daan en Sanne” is een gratis pdf
      Via Jan van de Craats hoor ik regelmatig over de ervaringen van ouders die in hetzelfde schuitje zitten als u. In het algemeen adviseert hij om wel degelijk de efficiënte methode aan te leren en wekt dat geen verwarring op, maar geeft zelfvertrouwen.

      “Daan en Sanne” is overigens geen fysiek boek, maar een vrij te downloaden en verder te verspreiden pdf.

      Ter verdediging van de leraren: het realistisch rekenen is tientallen jaren door veel didactici gezien als de beste methode. Mensen die twijfelden werden om de oren geslagen met internationaal onderzoek waaruit dat allemaal zou blijken en er waren lange tijd ook alleen maar realistisch rekenen methoden op de markt. Daar komt bij dat het adagium “beter begrijpen, dan zonder begrip uitvoeren” begrijpelijkerwijze veel mensen, ook ouders en leraren aansprak. Zo zijn er wel meer serieuze overwegingen te bedenken die het begrijpelijk maken dat individuele leraren voor de realistische methode hebben gekozen. Vaak uit overtuiging, soms uit pragmatische overwegingen.

      Toen ik zelf, vele jaren geleden, afstudeerde als wiskundige heb ik een tijd gewerkt met de mensen die het realistisch rekenen bedachten. Destijds nog zonder dat idiote kolomsgewijs rekenen, maar de andere generieke principes waren ook toen al redelijk uitgewerkt. En eerlijk gezegd was ik er ook enthousiast over. Pas jaren later toen ik moest ervaren dat de nieuwe eerstejaars studenten steeds slechter werden in rekenen en wiskunde ben ik tot de conclusie gekomen dat wat zo aardig lijkt: leerlingen die iets begrijpen in plaats van uit het hoofd leren, in werkelijkheid een enorme didactische blunder was.

      Wat ik maar probeer te zeggen is dat het geen dommigheid of onwil is van een deel van de leraren is om die didactiek te gebruiken: men volgde gewoon de goed klinkende en algemeen geaccepteerde adviezen. Wel vind ik dat een leraar nu, nu het duidelijk is dat er een rekenprobleem is en dat er in vakbladen en in kranten openbare discussies zijn over deze problemen, dat een docent zich nu bewust moet zijn van de verschilende inzichten en hierin een beargumenteerde keuze moet kunnen maken. Je mag inmiddels verwachten dat de leraren op de hoogte zijn van Daan en Sanne. Zoniet, dan kunt u ze er voorzichtig op wijzen.

      • Probleem met rekentoetsen
        Er is natuurlijk het probleem dat de verplichte rekentoetsen in het VO ook volgens de realistische zienswijze zijn vormgegeven. Zie hier op de BONsite. In die context kun je zelfs nu nog begrip hebben voor een leraar die nog steeds maar ‘gewoon’ de realistische didactiek volgt.

    • Jeukende handen,
      een gevoel dat goed te begrijpen is. Het is natuurlijk NIET de schuld van die docent. Die kan het ook niet helpen dat de theoretici in Utrecht nu pas teruggefloten worden, 40 jaar of zo na het begin van al deze ellende. Spreek dus niet deze leraar aan maar de professoren die het desastreuze rekenbeleid hebben bepaald.

      Zie

      beteronderwijsnederland.net/node/7948

      • Hanteer de roe
        Kennelijk zijn er allerlei professoren die onverholen de werkelijkheid naar hun hand zetten. Vooral de medische, sociale, pedagogische wetenschappen lijken zich daartoe goed te lenen. Gelukkig is de natuur meedogenloos en kunnen andere wetenschappen zich spiegelen aan de natuurwetenschappelijke methode en de bijbehorende mores.
        Afvoeren naar Spanje al die droevelingen; in de zak van Sinterklaas.

  3. Onhandige rekenmethodiek
    Gisteren was er op de VSO-school van mijn zoon een informatie-avond over de referentie-niveaus taal en rekenen. Ik heb een vraag gesteld over de nog steeds door mijn zoon (3VMBO TL) gehanteerde kolomsgewijze aanpak bij een vermenigvuldiging. Volgens de docente komen veel leerlingen in de loop van de tijd zelf tot een verkorte aanpak. Nu dat bij mijn zoon kennelijk niet is gebeurd moet (mag) hij alsnog het verkorte algoritme voor de vermenigvuldiging aanleren en moet hij zijn oude aanpak afleren. Ook de staartdeling komt nog langs. Ik ben blij toe.

    • Mooi!
      Fijn dat dat is opgelost. Ik kan het niet laten een extra stukje achtergrondinformatie te geven, dus excuseer me het misbruiken van uw concrete vraag voor mijn preken;-)

      Ik ben altijd wat verbaasd over de bewering dat kinderen vanzelf tot een verkorte aanpak zouden komen. De verkorte aanpak is het resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling die grootheden als Euclides en Plato nooit uit zichzelf hebben ontdekt. Kunnen we dat dan van de huidige kinderen verwachten? Wat men bij de realistische didactiek bedoelt is dat er (wel degelijk door de methode geleid!) een didactiosche lijn wordt afgelopen die begint bij concreet, echte appels om te tellen en mee te rekenen, via verdergaande schematisering: turven, abacus, onze arabische cijfers, herhaald optellen, schematisch herhaald optellen uiteindelijk tot de rekenbewerkingen te komen die we al jaren kennen). Die lijn van concreet naar abstract lijkt een beetje op de historische lijn en men probeert die euwenlange historische lijn door een kind te laten doorlopen in de acht jaar basisschool die we daarvoor hebben.
      Ik weet niet wat dat aan extra begrip oplevert eerlijk gezegd, maar weet wel dat het heel erg veel tijd kost. Ook blijkt dat veel kinderen niet tot de ultieme en handigste methode komen. Bij het delen kwamen zelfs zo weinig kinderen tot die uiteindelijke methode dat die methode (de staartdeling) niet eens meer in de boekjes werd behandeld. Het gevolg is dat kinderen die rekenen toch al moeilijk vinden nooit de gemakkelijkste methode te zien krijgen. Bepaald de omgekeerde wereld.

      Deze manier van denken over onderwijs en wiskunde komt vaker voor. In plaats van natuurkunde wordt iets als science ingevoerd: breder en minder diepgang en zonder wiskunde. Men denkt dat dat gemakkelijker is: met wiskunde is moeilijk en zonder wiskunde is dus makkelijk. Een enorme vergissing: de wiskunde is niet ontwikkeld om de natuurkunde moeilijk te maken, maar om het gemakkelijker te maken. Zonder wiskunde is het allemaal niet te begrijpen, de wiskunde maakt begrip juist mogelijk. Het is nooit bedoeld als manier om de kinderziel te kwetsen.

Reacties zijn gesloten.