ICT, weg ermee?

 
Maandagavond: Presley Bergen legt prima uit dat ICT vooral een high-tech potlood is, geen doel van onderwijs, op zijn best een hulpmiddel.

Dinsdag brengt de post ongevraagd, voor abonnees van Didaktief, het boekje

  • Kennisnet (2011). Vier in balans monitor 2011. Ict in het onderwijs: de stand van zaken. Stichting Kennisnet. hier als pdf

De tekst is geschreven door Alfons ten Brummelhuis en Melissa van Amerongen, werkzaam bij de Stichting Kennisnet. Zij staan dus niet als auteurs op de omslag, wat doet vermoeden dat dit boekje een bureauproduct van de Stichting is.

En dat blijkt: het boekje gaat over de mogelijkheden van ICT, die breed worden uitgemeten. Het is dus een reclamefolder. Ik heb er geen woord van kritiek op Ict-gebruik in kunnen vinden, zelfs geen kritiek die de Stichting Kennisnet hautain zou kunnen weerleggen.

En ja, dit is natuurlijk precies het probleem met Ict, en ook met voorgaande technologische nieuwe mogelijkheden: radio, film, tv, video, teaching machines, de zakjapanner, computer-gestuurd onderwijs, computer-ondersteund onderwijs, internet, games, what have you: de spullen worden vlot de school binnengehaald, of over de scholen uitgestort (zoals met computers is gebeurd), zonder dat er ook maar enige aandacht is geweest voor het onderwijskundig ontwerp van de lessituaties waarin al dit moois gebruikt wordt.

Zo ook dit PR-boekje van de Stichting Kennisnet: er is inderdaad veel mogelijk, maar de hamvraag is telkens: is het verstandig om het dan ook te doen? Die vraag, laat staan een zinvolle beantwoording, ontbreekt stelselmatig in dit boekje. Ik zal het demonstreren door de laatste paragraaf 9.5 in zijn geheel te citeren.

Hoe moet het wel: het ontwerpen van onderwijs komt op de eerste plaats; er zijn tal van randvoorwaarden waarbinnen dat ontwerp moet blijven, en tal van hulpmiddelen en andere assets die inzetbaar zijn. Eén van die assets is wat Ict aan mogelijkheden biedt, om een gegeven ontwerpprobleem te helpen oplossen. Niet omgekeerd: Ict zoekt onderwijsprobleem dat ermee is op te lossen.

  • 9.5 Kennis ontwikkelen over wat werkt
    Kennis over wat wel en niet werkt met ict omvat drie activiteiten: kennis- ontwikkeling, kennisverspreiding en kennisbenutting. Over benutten en verspreiden is in het voorgaande al het nodige gezegd. In deze paragraaf gaat het vooral over kennisontwikkeling.

    De kennis over effectief ict-gebruik groeit gestaag, maar er zijn nog veel vragen onbeantwoord. Dit komt allereerst doordat het ict-domein in het onderwijs veel verschijningsvormen kent en dus breed en ingewikkeld is. Tegelijkertijd brengen nieuwe technologische mogelijkheden nieuwe vraagstukken met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan de augmented reality en het gebruik van een mobieltje of een iPad om te leren.

    Het is daarom van belang de evidentie over beter onderwijs met ict voortdurend uit te breiden en te onderhouden, zodat managers en docenten – op basis van actuele inzichten – verantwoorde keuzes kunnen maken. Het gaat hierbij om kennisontwikkeling gedreven door professionele nieuwsgierigheid van leraren voor het oplossen van praktijkproblemen. Uitgangspunt zijn de praktijkvragen van scholen, vragen over de bijdrage van ict in een didactische context. Kernwoorden voor de toekomstige kennisontwikkeling zijn: vraaggericht, bewijskrachtig en gefocust op rendement.

    Door kennis over wat wel en niet werkt met ict te ontwikkelen en te verspreiden draagt Kennisnet bij aan een krachtige voedingsbodem voor innovatie en kwaliteitsverbetering van het onderwijs.

Commentaar: Ict staat hier voortdurend voorop, niet het onderwijs. Trek uw conclusies. Bij twijfel, zie ook HIER. Daaruit o.a.:

  • Henk Frencken, Jan Nedermeijer, Albert Pilot, Ineke ten Dam (Red.) (2002). ICT in het hoger onderwijs. Stand van zaken. IVLOS/ICLON.

De twee laatste paragrafen van dit boek zijn behoorlijk ontnuchterend: de auteurs vermoeden dat de kosten de baten overtreffen (par. 12,8), en dat het veel inspanning gaat kosten om meerwaarde te realiseren, een formulering die ook al wijst in de richting van ondoelmatigheid. Gebruik als werkhypothese maar dat, wat in het hoger onderwijs misgaat, waarschijnlijk ook in basis- en voortgezet onderwijs misgaat. Beroepsonderwijs: daar kan het tot de doelen behoren om met bepaalde programmatuur te leren werken, dat is uiteraard oké.

  • Alfons ten Brummelhuis (2002). Gedroomde ambitie of haalbare realiteit. Een essay over de betekenis van ICT voor het leren in de toekomst. In Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid: Schoolagenda 2010, Deel 2 – Essays. (101-140).
    p. 132: Bij de invoering van ICT ligt teveel de nadruk op technology push en er is te weinig aandacht voor onderwijskundig verantwoorde ontwikkelingen. Er wordt gemaakt wat mogelijk is vanuit de technologische stand van zaken en er is te weinig aandacht voor de vraag wat onderwijskundig nodig is. Door middel van ICT wordt nog te vaak een slechte kopie gemaakt van het bestaande onderwijs. Het bestaande onderwijs c.q. kennisoverdracht, wordt ingeblikt in de computer

17 Reacties

  1. niet het medium, maar de inhoud
    Ik heb audiovisuele hulpmiddelen niet verworpen omdat het audiovisuele hulpmiddelen waren, maar zette hen aan de kant als ik de inhoud ongeschikt vond. Er was soms goede inhoud beschikbaar en daar selecteer je dan op.
    Dit geldt m.i. ook voor het hulpmiddel computer. Het schoolbord was ook geen doel op zichzelf, het digitale equivalent dus ook niet.

    • en dan hebben ze het over duurzaam
      Intussen maken scholen zich steeds afhankelijker van grote hoeveelheden electrische apparaten en gaan er tonnen papier doorheen want de kopieermachines draaien overuren.
      En dan in zo’n omgeving met de klas gaan praten over ‘duurzaam’. Lachwekkend.

      • Toevallig
        Toevallig vandaag een collega met zijn klas op zoek naar een computerlokaal. In zijn normale lokaal was een examen en andere klaslokalen met voldoende computers niet te vinden. Tamelijk bitter als je bedenkt dat hij verplicht was de digitale methode te gebruiken. Uiteindelijk zijn de leerlingen dit blokuur vrij geweest. AAARGHHHH zouden de jongens roepen.

  2. ICT maakt meer kapot dan je lief is:
    Al een tijd verborgen, maar via google:

    www.math.vu.nl/~jhulshof/schoolonderwijs.html

    Old hits. A blast from the past. Natuurkunde kapot gemaakt. E=mc?

    Een gesprek met de verantwoordelijken kon alleen onder voorwaarde vooraf van geheimhouding gemaakt worden. Zo gaan die dingen.

    Joost Hulshof

    • e=mc?
      Joost,

      Je spreekt in raadselen.

      Waar is het kwadraat, en wat is de link mat Ict, weg ermee?

      • Gevangen in software:
        ten behoeve van PowerSim is in de module van Savelsbergh de wet van Bernoulli aangepast. In deze PowerSim gevangenis gelden andere regels, gecertificeerd voor NLT. Van E=mc^2 laat je toch ook het kwadraat niet weg als je editor geen superscript heeft?

        Zie ook, via

        www.math.vu.nl/~jhulshof/schoolonderwijs.html

        deze uitgebreide reactie

        www.math.vu.nl/~jhulshof/ferdinand/nawbrief.pdf

        op een eerdere versie van de module. Savelsbergh betoogde in het NAW artikel dat mechanica minder voor de hand ligt als invoeringscontext. Wat hij daar eigenlijk bedoelde was: het is nog niet gelukt om mechanica in de PowerSim gevangenis te plaatsen. Wie de geaccrediteerde versie van de module leest weet dat ook dat inmiddels gelukt is:

        betavak-nlt.nl/downloads/v102/v102_dynmod_v1.2_lln_240908.pdf/

        (Opgave 74 op pagina 68 bevat in de formule de wortel uit de hoeveelheid water, dat moet de wortel uit de hoogte van de waterkolom zijn, maar ja dat lukt niet in PowerSim.)

        Er valt terugkijkend nog een opmerking te maken. Tot op de dag van vandaag weigert de NLT-commissie om opening van zaken te geven hoe en door wie deze module geaccrediteerd is. Het antwoord dat je krijgt is

        “Sonna cosa nostra”,

        elke keer weer. Men beroept zich op anonieme peer review, alsof het om wetenschappelijk onderzoek zou gaan. NLT op school begint achter het PC scherm. Haal deze rotzooi van dat scherm, hoe mooi het er ook uitziet. Op het FI lopen nog wel een paar verstandige mensen rond die dit ook vinden.

        Joost Hulshof

  3. ICT interesseert me geen
    ICT interesseert me geen ruk. Bordkrijt interesseert me ook geen ruk. Whiteboards? Interesseren me geen ruk.

    Hulpmiddeltjes zijn het, om je verhaal te ondersteunen. Om een begrip in de juiste spelling bij je leerlingen op het netvlies te krijgen. Deze hulpmiddeltjes zijn lege hulzen en ICT is misschien wel de leeghulzigste.

    Maar wat een gedoe wordt er omheen gemaakt, zeg. Iedere sectie dient een ICT-coördinator te hebben, er is een ICT-kennisbasis en er zijn ICT-onderwijsadviseurs. Terwijl ICT zonder inhoud werkelijk nergens over gaat.

    • Baz reageerde op
      een poging van de kennisnetters ook op dit forum (gratis) reclameruimte te krijgen. Inmiddels is de betreffende post verwijderd. Welk schoolbestuur voert als eerste een “NEE GEEN KENNISNET” sticker in?

      Joost Hulshof

  4. ICT niet weg ermee…
    Zoals Presley op de stoorzender zei: ICT is een gebruiksartikel.

    De digitale encyclopedie begint wereldwijd de papieren encyclopedie te overtreffen.
    Het bespaart veel mensen de moeizame tocht naar de oude, muffe biblotheek.
    Die laten we over voor gepensioneerden.

    • inderdaad Hals
      Vroeger ging ik naar de bibliotheek om pltanboeken te zoeken die ik als illustratie kon gebruiken bij sommige lessen.
      Nu kun je met het digibord zomaar zo’n illustratie van het web plukken; dat vind ik echt handiger.
      Van het web zijn ook bewegende beelden te plukken, waar ik vroeger de 16mm projector moest installeren en tijdig films moest huren bij een onderwijsfilmverhuurinstantie.
      Maar gezien de enorme keuze die het web biedt, moet er geselecteerd worden: van te voren dus op zoek gaan naar de beste films/illustraties. En ook dat vergt weer de nodige voorbereidingstijd. Het is dus al met al de vraag of je werkelijk tijd wint. Desalniettemin blijft het web toch handiger dan speciale apparaten steeds installeren, bibliotheken doorsnuffelen en programma’s huren.

      En als er domweg feiten gestampt moeten worden, denk ik dat daar goede computerprogramma’s voor te maken zijn; ik denk aan topografie b.v.
      Maar het is als met de oude schoolplaten van Jetses en Isings: kwaliteit kost vakmanschap, tijd en geld. Dat geldt dus ook voor echt goede programma’s. Ik denk niet dat je die programma’s zomaar gratis van het web kunt halen.

      Kinderen zijn visueel ingesteld en ik ook, dus dat was een voordeel. Heb altijd met veel genoegen geschetst op dat schoolbord.
      Intussen gaat er niets boven een boek als men diepere kennis wil aanleren. Ik las onlangs ‘De fatale kust’ van Robert Hughes (een getalenteerd historicus EN schrijver!); daar kan geen webfilmpje tegenop.

      • Je kunt ook gemakkelijk sommetjes…
        ..en taallesjes automatiseren.
        Alleen als alle antwoorden goed zijn (automatische controle, net als bij het sommetje van BON) kan de leerling verder. Zo bepaalt ieder zijn eigen tempo.
        Jongetjes houden daarvan. Hoe sneller ze klaar zijn, des te eerder kunnen ze luieren.
        De leraar kan zich vervolgens met de grote lijn, algemene instructie en de moeilijke en uitzonderlijke gevallen bezighouden.

        • re. Hals
          Als het om spelling gaat geef ik de voorkeur aan zelf schrijven. Ook lezen zou ik niet willen zonder controle door de leraar.
          Maar er zijn aspecten van de taal die geschikt zijn voor computerprogramma’s; ik denk aan spreekwoorden en gezegden, tegenstellingen, en ook zinsontleden (in welke zin is ‘rood’ het onderwerp; of ‘kies het onderwerp in de volgende zinnen’).

          Maar de functie van de computer is dan vooral het oefenen, oefenen en herhalen. Hierdoor kan dus ook de speciale computerlol gaan verdwijnen, want juist dat oefenen was een reden het ouderwetse onderwijs te verfoeien. Nu komt het gewoon in een ander jasje weer terug waarbij de gewenning en de verveling weer net zo gemakkelijk kunnen toeslaan, ondanks het technisch hoogwaardige product. Het zij zo.

          Intussen kan een computer niet de persoonlijke instructie van de leraar en de interactie tussen leraar en leerling vervangen: dus die blijven voorop staan.
          Waardoor de computer een hulpmiddel blijft. De leraar bepaalt of en hoe hij deze ‘extra hulp’ wil inzetten.

      • De Fatale Kust, en google
        Typ je dit item in google, krijg je allereerst een hele serie sites die dit boek verkopen: internet als reclamefolder.
        Daarna wat meningen uit blogs: die en die vond het een mooi boek.
        Google maakt je hier dus helemaal niets wijzer.
        Hier zal het de schoolmeester zijn die zijn leerlingen enthousiasmeert en informeert over deze boeiende geschiedenis van Australie.

          • Mooi overzicht
            Je hebt handige overzichten gevonden over de beperkingen van goochelen.
            Wat ik in de opsomming mis, is het verfoeilijke ‘multitasking’-gedrag. Het medium nodigt uit, roept er zelfs om, om razendsnel en extreem oppervlakkig door teksten te scrollen. Terwijl steekwoorden voorbijflitsen, worden stukjes opgepikt. Ze worden nauwelijks gelezen en zeker niet geanalyseerd als een zorgvuldig opgebouwd betoog.
            De gemiddelde leerling probeert zo snel mogelijk veel bij elkaar te vinden, zodat hij zijn voorgeschreven aantal pagina’s kan vullen.
            Een ander punt is dat google veelgevraagde bestsellers bovenaan zet, en die ook naar de persoon kleurt (in de gaten houdt waar deze gebruiker interesse voor heeft) wat resulteert in eenzijdige selecties.
            Het veel gebruikte wikipedia is ook nog eens behoorlijk eenzijdig. Ik weet dat de ‘moderator’ van pagina’s die ik wel eens zie, een ideologisch gekleurde persoon is die op basis daarvan kiest wat hij laat neerzetten en wat niet.

            Van de andere kant kan een door de wol geverfde gebruiker veel nuttigs vinden. Maar leerlingen zijn per definitie niet door die wol geverfd.

Reacties zijn gesloten.