‘Je moet wel gek zijn om als leraar in het voortgezet onderwijs te werken’

In de Volkskrant een opinieartikel van Anneke Wijma met een duidelijk BON geluid (zonder dat BON ter sprake komt overigens).

UPDATE: Na de reactie van Aleid Truijens is er nu ook een reactie van leraar economie bij Amarantis Rob Muijs met de titel: ‘Hou op met klagen en stop energie gewoon weer in lesgeven’.

32 Reacties

  1. Alleen de kneusjes worden schoolmeester…
    Daarom worden ook alleen maar de kneusjes schoolmeester of leraar.
    Want wie gaat er voor de helft van het salaris dat je in het bedrijfsleven kunt verdienen je laten pijnigen voor een klas.

    Destijds was dat heel wat anders: je had een goede, intellectuele opleiding en het leraarschap was nog wat.
    Maar vooral de laatste twintig jaar is het niveau en het publiek gekelderd.

    Als ik nu nog zou moeten beginnen, zou geen haar op mijn hoofd eraan denken om nog weer leraar te worden….!

    Niet voor die fooi.

  2. Gek
    Ik geniet van de toon en de inhoud. Uitstekend gedaan!
    Er valt natuurlijk nog veel meer over te zeggen, maar de grote lijn zet deze mevrouw Wijma wat mij betreft zeer goed neer!!

  3. reconstuissez l”education; marchons, marchons
    Iedereen die zich om het onderwijs bekommert moet nu weten dat het daarmee niet goed zit en dat de problemen niet verholpen worden omdat er een grote groep van belanghebbenden is die zich niet terzijde wil laten schuiven. Tijd voor een opstand. In de eerste plaats natuurlijk van de ouders en leraren maar ook van de overige burgers wier welvaart immers afhankelijk is van de kwaliteit van het onderwijs. Ouders zouden moeten beginnen. Als 50% van de ouders hun kinderen thuishoudt en zegt te zullen thuishouden totdat de overheid met de uitvoering van een geloofwaardig saneringsplan komt kan de overheid daar met haar leerplichtbeambten en hoge boetes niet tegenop. Daarvoor is dan het aantal ouders veel te groot en ons kleine leger kan moeilijk on gunpoint kinderen dwingen om naar school te gaan. Voor leraren is een opstand moeilijker want ze komen vaak in problemen als hun toch al lage salaris helemaal wordt ingehouden. Maar als de leerlingen thuisgehouden worden geven de leraren schuldloos geen les meer. Ouders zouden moeten staken voor het recht op een “kale”of “sobere” middelbare en lagere school waarin de hoogste en ver uitstekende prioriteit ligt op efficiënte overdracht van kennis en inzicht op een langbeproefde en goedbevonden wijze, namelijk klassikaal en hoofdzakelijk frontaal. “BONS” zouden wij het noemen. Ik spreek over het “recht op” want ook voor anders lerende kinderen dissidente ouders moet er ruimte zijn. Waarom komt die opstand niet?
    Is er geen filmer zoals Moore die het Nederlandse onderwijs aan de kaak kan stellen? Dat zou vast helpen bij het opwekken van opstandige gevoelens!
    Seger Weehuizen

  4. Fantastisch
    artikel van Anneke Wijma in de Volkskrant!!!! Complimenten!

    Wel ben ik enorm geschrokken van sommige commentaren, die je kunt lezen op de site van de Volkskrant. Veel “gewone mensen” hebben onterecht het idee dat docenten vooral negatieve zeurkousen zijn met veel te lange vakanties.

    Jammer, deze “gewone mensen” hebben niet in de gaten dat alle misstanden in het huidige onderwijs ertoe leiden dat hun eigen kinderen/kleinkinderen op dit moment veel minder (basis)kennis bijgebracht krijgen dan dat zij zelf “vroeger” gekregen hebben.

    • Waar staan de media? Zijn ze competent?
      Afgezien van wat er met Karin Hamme mis zou kunnen zijn is het duidelijk dat de ook de schoolleidingen niet in staat is om de zaken in de hand te houden. De vraag die je vervolgens moet stellen is “Komt dat door hun eigen incompetentie of door incompetentie hogerop?”. Die vraag kun je op elk niveau stellen en zo belandt je bij de parlementariërs en de politiek. Want ook van Bijsterveldt kan niet doen en laten wat ze wil. We kunnen ook nog verder gaan: Zijn het de kortzichtige kiezers die in het geweer komen tegen pensioenleeftijdverhoging maar die niet inzien dat de pensioenen betaalbaar moeten blijven en dat daarom goed onderwijs een hogere prioriteit moet hebben? Zijn onze media nalatig? Je ziet dat in de VS laagbetaalden stemmen voor een partij die de rijken ontziet en hen bij tegenslag medische zorg onthoudt dus er is reden om die vraag te stellen. Op de frontpagina van TROUW vond ik vandaag de kop “Gevolg lerarentekort valt mee” met tussenkop “vacatures nog wel vaak opgevuld met onbevoegden” en in de tekst staat ook nog eens “Vraag en aanbod van leraren komen steeds meer in evenwicht”. Wat moet de lezer met deze hutspot? Waar moeten we aan denken als leraren “onbevoegd”worden genoemd? Te meer daar scholen bij het toekennen van hun eigen bio-bevoegdheid met de vakkennis de hand lichten. We weten ookvanuit Italië hoe belangrijk TV-zenders zijn bij de beínvloeding van de massa. We hebben geen Amerikaanse of Italiaanse toestanden maar een deel van de bevolking loopt blijkbaar nog steeds met het idee rond dat leraren een bevoorrechte groep in de samenleving is en het onderwijs nog wel gaat.
      Seger Weehuizen

      • Beste Seger
        “Vraag en aanbod van leraren komen steeds meer in evenwicht”. Wat moet de lezer met deze hutspot? Waar moeten we aan denken als leraren “onbevoegd”worden genoemd? Te meer daar scholen bij het toekennen van hun eigen bio-bevoegdheid met de vakkennis de hand lichten. Schrijf je.
        Ik hoop dat al diegen die betrokken zijn bij het lerarenregister goed beseffen dat als de zaak niet goed dichtgetimmerd wordt ( want zoals het er nu naar uitziet komt zo een lerarenregister er) het ’tekort aan leraren’ binnen een paar dagen opgelost zal zijn. Immers dan hebben we het niet meer over de ‘bevoegde leraar’ maar over de ‘geregistreerde leraar’ en dat kunnen er dan uiteindelijk een 8 miljoen zijn in dit land. Denk bijvoorbeeld maar aan al die adviesbureautjes, trainingsbureautjes, onderwijszweefteefgoeroe’s enz…. die denken met zijn allen dat ze het veel beter kunnen en kennen dan de doorsnee bevoegde docent de dag van vandaag, is de vraag wie zal hun weigeren om zich te laten registreren, nu er een duidelijk tekort is van bevoegde docenten?

        • Geen probleem
          Dat die onderwijszweefteefgoeroe’s voor de klas gaan staan zie ik niet gebeuren. Wel dat zij het lerarenregister geen beheren en ervoor zullen zorgen dat BONners niet meer voor de klas mogen (omdat ze geen ‘geregistreerde docent’ zijn) maar analfabeten wel voor de klas mogen.

          • ϑ-mere bevoegdheid
            BON is unaniem van mening dat een goede leraar zijn leervak (het vak waarin hij les geeft) uitstekend beheerst en er veel meer kennis over heeft dan hij geacht wordt aan zijn leerlingen over te dragen. Hij moet “boven” hun leerstof staan. Alle BON-leden zullen ook wel van mening zijn dat de docenten over een minimale didaktische kennis en vaardigheid moeten beschikken maar of de BON-leden het eens zijn over de omvang van dat minimum is nooit goed uit de verf gekomen. Wel dat in de meeste gevallen en bij de meeste gelegenheden klassikaal frontaal lesgeven in een homogene rustige klas de beste resultaten oplevert. Maar dat hangt ook af van de persoonlijkheid van de docent, de samenstelling van de klas het soort leerstof en de situatie. De vraag is nu: Moet een pas benoemde docent die goed les geeft, dwz bij zijn leerlingen efficient kennis en inzicht overbrengt, maar nauwelijks didaktisch, psychologisch of pedagogisch geschoold is, voor het verkrijgen van een bevoegdheid of vaste aanstelling zich op die 3 gebieden laten bijscholen? Ik denk van niet. Laat hem maar lekker zo doorgaan als de lessen goed lopen. De schoolleiding en de schoolbesturen met een liefde voor onderwijsvernieuwing zullen daar vast anders over denken want zij willen het onderwijs vernieuwen en de docenten met extra taken belasten. BON moet er naar streven dat ϑ-mere scholing in combinatie met gebleken geschiktheid om conservatief les te geven een registreerbare onderwijsbevoegdheid oplevert.
            Seger Weehuizen

        • Beste Jeronimoon
          Als dat lerarenregister er komt (en dat komt er natuurlijk), dan moet duidelijk worden dat een leraar vakkennis in huis moet hebben (en nog wel wat meer).
          Dat register moet beheerd worden door vakkundige leraren, en zij zullen ervoor moeten zorgen dat onbevoegde beunhazen zo’n stevig (na)scholingsprogramma moeten krijgen dat ze werkelijke leraren kunnen worden. Dat opleidingsprogramma voor onbevoegden moet gecertificeerd worden door die bekwame leraren die dat dagregister in handen hebben. Dan krijgen onzincursussen natuurlijk geen certificaat en worden cursussen opgezet die werkelijk nodig zijn om alle onbevoegden het nodige bij te leren.
          Competentiecursussen (die nu toekomstige bevoegde leraren op de opleidingen verhinderen dat ze werkelijke zinvolle zaken leren) zijn daarbij uit den boze.
          Als er leraren zijn (en die zijn er) die constateren dat de aangeboden cursussen niet de nodige kwaliteit hebben, dan moeten ook leraren die zichzelf ontwikkelen, alle ruimte krijgen.
          Het is dus van groot belang dat BON en verwanten beheerders levert die de zaak goed in de gaten houden.

          • Fundamenteel probleem
            Bij het ondescheid tussen waardevolle en onzincursussen lopen we natuurlijk steeds tegen hetzelfde probleem aan. Wat onderscheidt de cursus: samen hart-brein leren, onder auspiciën van Prof dr huppelepup van een cursus over de nieuwste inzichten op het gebied van snaartheorie door Icke. Het ene vak is het andere niet en de ene professor is de andere niet, maar dat mag niet hardop gezegd worden natuurlijk.

          • Het lijkt mij logisch om een
            Het lijkt mij logisch om een brede groep hoogleraren wiskunde te laten bepalen welke wiskundecursussen er opgericht worden, een brede groep geologen en geografen (beiden even sterk vertegenwoordigd!) te laten bepalen welke aardrijkskundecursussen er opgericht moeten worden enz.
            Zoals een schoenmaker geen vlees kan keuren en een slager geen verstand heeft van leesten (beiden zijn ambachtslieden) zo is het ook dat een hoogleraar enkel autoriteit heeft over zijn eigen vakgebied, een hoogleraar onderwijskunde of psychologie kan misschien beoordelen hoe het meest efficiënt kennis kan worden overgedragen of hoe het meest efficiënt een handeling wordt geleerd (in het beste geval!) maar zijn woord moet bijv. per definitie minder zwaar wegen dan dat van een hoogleraar wiskunde wanneer het gaat om de cursussen die zo’n leraar wiskunde in het kader van bijscholing moet volgen. Onderwijskundigen en psychologen moeten zich onderdanig opstellen als adviseur, de vakdeskundigen moeten bepalen wat zij met dat advies doen.
            Het lijkt mij raadzaam om zowel algemene (hoe houd je een klas in de hand) als specifieke vakgebonden cursussen aan te bieden en de leraren zelf te laten kiezen welke cursussen ze volgen al naargelang hun behoefte.

          • Ideeën
            Eerst moet er een omschrijving komen van wat een leraar vooral inhoudelijk in huis moet hebben.
            Dat moet vastgesteld worden wat er bij leraren ontbreekt. Dat wordt uitgedrukt in studiepunten die ingehaald moeten worden.
            Er moet dan een “Bloedraad” komen die aan de hand van wat een leraar in huis moet hebben, vaststelt welke cursussen op de eerste plaats onontbeerlijk zijn. Dat zijn inhoudelijke cursussen waarmee ontbrekende kennis ingelopen kan worden. Dat zijn cursussen uit de A-categorie. Onbevoegden moeten daarmee hun basis-achterstand inhalen. Daar horen ook lessen bij waarmee leraren kennismaken met verdere ontwikkelingen van de wetenschappelijke of wetenschappelijk gefundeerde kennis. Ook de didactiek, de vertaling van die kennis in leerstof en bijbehorende methoden, hoort tot deze categorie. De stand van zaken in de leerpsychologie, conceptuele kaders, analyses van de leermiddelen zullen hieronder vallen.
            Ook kan op basis van orthopedagogisch georiënteerd onderzoek nagegaan worden, wat er aan leerproblemen gedaan kan worden. Deskundigen moeten uitgenodigd worden om hier cursussen voor te ontwikkelen.
            Als leraren grote leemtes vertonen in hun kennis en inzichten moeten ze hieruit putten.
            Als we voor een puntensysteem kiezen, zullen die cursussen uit de A-categorie zwaar meetellen.
            Leraren die zichzelf ontwikkelen, moeten kunnen aangeven wat ze gedaan hebben.

            Dan zal er een brede B-categorie zijn, die erbij gedaan mag worden, maar niet zo zwaar meetelt en veel minder punten zal krijgen.

            Tenslotte zijn er cursussen die niet gecertificeerd zullen worden.

            Deze huppeldepup-categorie zal als ze al gecertificeerd wordt, nauwelijks punten opleveren.

            De vraag is natuurlijk of die Bloedraad niet gekaapt wordt door beunhazen.

          • Lerarenopleiding
            Je beschrijft hier gewoon een klassieke lerarenopleiding Philippens….

            Ik weet zeker dat zo een Bloedraad gekaapt zal worden door onderwijszweefteefgoeroe’s. Net als de (meeste) lerarenopleidingen en PABOs. Het is voor hen gewoon veel te aantrekkelijk om op zo een manier hun ‘visie’ op te kunnen leggen aan anderen. De beroepsgroep van leraren heeft keer op keer aangetoond veel te zwak te zijn om goed weerstand te bieden. Ik ben cynisch vandaag….

          • Vanzelfsprekend
            Een klassieke lerarenopleiding die nog niet gekaapt was door de onderwijskundigen en die het gelukt is hun exote theorieën in het extreme door te voeren.

            Op basis van een stevige beschrijving van wat een leraar moet kennen en kunnen, moet het mogelijk zijn te selecteren tussen werkelijk belangrijke bekwaamheden en de ideologisch gekleurde.
            En als we dat ondubbelzinnige lerarenstatuut hebben, dan is het natuurlijk een hele toer om zwevers en ongeleide projectielen buiten de deur te houden. Enige garantie hebben we als echte bevoegde (vak)leraren de beslissingen nemen over wat in de verschillende categorieën thuis hoort. Het is dus zaak dat de komende lerarencoöperatie daar nauwgezet en onverbiddelijk op toeziet en in die geest te werk gaat.

            We moeten wel ons hoofd hierover buigen omdat het register, zoals Jeronimoon al schrijft, er wel degelijk aankomt en BON een historische kans niet aangrijpt. Nu dit staat te gebeuren wordt de kritiek van BON breed gedeeld (zowel door politici, de pers, door leerlingen en studenten en last but not least de leraren) en gaat de deur open om ook in de lerarenopleidingen de vakken weer de ruimte te geven. Veel vakdidactici wachten op dit moment.

          • το Συμμα ἐστι το Παν των Μερων
            De politici en hun Komplizen, de onderwijskundigen, hebben in het secundair onderwijs niet alleen de Klassieke Talen gemarginaliseerd maar ook de parel van de klassieke β-wetenschappen, de Euklidische Meetkunde, weggegooid. De meeste Linksen hebben hun ideaal van culturelisatie van de arbeider opgegeven en met de Rechtsen zien zij ons Middelbaar Onderwijs slechts als een productiemiddel om onze welvaart in stand te houden. De utilarisatie van het onderwijs in combinatie met de linkse drive om alles eerlijk te verdelen en het liberale geloof dat op elk terrein uiteindelijk iedereen maximaal voordeel trekt van marktwerking heeft geleid tot uniformering en merkwaardigerwijze reglementering van het secundair onderwijs met didaktische methoden waarmee je de leerlingen met verschillende capaciteiten zo lang mogelijk bij elkaar in één klas kunt houden. En de machtige schoolbesturen met hun hogere hulpkrachten (niet de leraren) willen leraren die zij voor hun plannen kunnen gebruiken. Dat betekent dat BON op zijn best mag hopen dat bevoegdheids- en bekwaamheids-eisen voor leraren zoals die vermeld moeten worden in een register een “onmogelijk” compromis zullen zijn van wat zij wil en van wat het politiek-educatieve complex wil. Een goed voorbeeld daarvan is de basisvorming die een compromis van een compromis van de vóór en tegenstanders van de middenschool genoemd werd en die na veel schade veroorzaakt te hebben in de vuilnisbak van de educatieve oorlogsvoering verdween. Moeten wij wel meewerken aan een compromi(s)/(t))terend educatief register? Kunnen wij ons niet beter inzetten voor het recht op sobere scholen die naast de huidige “opgesmukte” scholen bestaan en voor wie alleen maar “ouderwetse” bevoegdheden gelden?
            Seger Weehuizen

          • Toon Meroon?
            Deze discussie moeten we voeren, bij voorkeur in een apart blog.
            Het is overigens van het grootste belang dat een toekomstig register in handen is van vakbekwame leraren waarin deze bepalen wat een vakbekwaam leraar hoort te kennen en kunnen.
            Daar mogen anderen naar kijken, maar niet aan komen.
            Dus besturen die sjoemelen met bevoegdheden blijven met een school zitten vol ongeregistreerden. Onbevoegden zullen moeten zorgen dat ze hun bevoegdheid halen. De vakbonden weten waar ze warm voor moeten lopen en ze kunnen zich concentreren op de materiële belangen van hun leden.
            Het ministerie wordt duidelijk dat de leraren hun onderwijs en methoden bepalen en dat geen Raad daar tussen mag komen.
            De vakbonden en het ministerie hebben die conclusies al getrokken.
            De Raden zullen waarschijnlijk radeloos worden.

          • aanloop: Erger dan Echternach
            In de Echternachprocessie gaat men vooruit door telkens 1 stap achteruit en 2 stappen vooruit te doen. Onderwijshervormers maken het liefst een slingerbeweging. Zo kunnen ze in beweging blijven zonder een stap vooruit te komen. Rust gunnen ze BON niet.
            Nog niet zo lang geleden is de Basisvorming afgeschaft. Er werd een einde gemaakt aan een verplicht onderwijs systeem ontworpen voor leerlingen die allemaal de gemiddelde intelligentie hebben en maar 1 methode waarop zij het beste leren. Ook schreven de hervormers aan iedere leerling voor wat wel en niet belangrijk was om te leren. En nu willen de onderwijshervormers het omgekeerde namelijk bij het onderwijs in de exacte vakken de jongens dwingen om een jongensmethode te volgen en de meisjes dwingen om een meisjesmethode te volgen. Het wordt tijd dat BON duidelijker maakt dat zij niet alleen eigen ideeën heeft over hoe het onderwijs voor de meeste leerlingen het beste is maar ook andere vormen van onderwijs wil toestaan. Alleen punt 6 van de BONdoelstellingen toont een opening naar alternatief onderwijs.
            Seger Weehuizen

          • doorloop: ideologie en Tolerantie
            Het tolerantiebeginsel, dat bij gescheiden lesgeven van jongens en meisjes zijn kop uit de modder steekt, raakt direct aan de strategie van BON en onze houding m.b.t. het lerarenregister. Willen wij dat er alleen maar bevoegdheden erkend worden die docenten van een BONschool bekwaam maken of willen wij een waaier van bevoegdheden waarin ook alle bekwaamheden terug te vinden zijn die wij voor een BON-school wenselijk vinden? Streven naar BONscholen NAAST ander onderwijs kan zowel uit strategische redenen gekozen worden als uit ideologische. Openlijk Kiezen voor parallelliteit kan zowel vóór- al na-delig zijn voor het mogelijk maken van BON-onderwijs. Het is een stapje voorwaarts in marktwerking die werkt in het voordeel van BON en waartegen verzet door onze tegenstanders moeilijker is zodat die daardoor feller zouden kunnen zijn. Hun mislukking komt dan snel helder aan het licht. Maar afbreken van de burchten van onze tegenstanders lijkt mij nog moeilijker. Dan zouden wij op grond van argumenten moeten overtuigen in plaats van op grond van geslaagde initiatieven die voor ouders altijd duidelijker zijn.
            Seger Weehuizen

          • een verschil van pretentrie
            Het grote verschil tussen de verkondigers van het hart-brein leren en Icke met zijn 11 veertjes is de pretentie. De eerstgenoemden zijn er zo zeer van overtuigd dat zij gelijk hebben dat ze vinden dat iedereen er kennis van moet nemen en het moet gebruiken. Icke zal ook wel overtuigd zijn van de waarde en de waarheid van zijn theorie maar wel op een heel andere wijze. Hij verwacht waarschijnlijk er een heleboel problemen mee op te lossen en met elkaar in verband te brengen. Het gaat niet om een absolute waarheid maar om een begaanbare weg en hij staat open voor kritiek van vakgenoten. Hij verplicht niemand om van zijn theorie kennis te nemen of haar toe te passen. Zijn theorie heeft een plaats in het rijk van de academische vrijheid. Het hart-brein verhaal wordt gehouden in het steeds intolerantere onderwijsland en symboliseert de repressie. Verder voel ik een groot niveauverschil en sluit ik niet uit dat de hart-breiners helemaal niet in hun leer geloven maar haar verkondigen om den brode. Ik twijfel er niet aan of Icke werkelijk gelooft dat hij de goede weg heeft gevonden. Je kunt ook nog denken aan de creationisten tegenover Darwin. De creationisten probeerden een fysisch onhoudbare stelling uit een heel ander vakgebied met fysische middelen te ondersteunen.
            Seger Weehuizen

  5. Mooi
    Mooi en zeer herkenbaar stuk van die Anneke Wijma. Wat ik nog .mis is het beeld van een handelsreiziger die zijn (soms ongewenste) producten maar zelf aan de man moet brengen. Alleen van die handelsreiziger wordt de inspanning verwacht, alleen een koffertje kan mee, want een eigen ruimte heeft de handelsreiziger alleen thuis.

  6. Belachelijk stuk van Anneke Wijma!
    Verbluft las ik zojuist even al scannend de commentaren door die forumreageerders schrijven over het stuk van Anneke Wijma dat ook ik toevallig in de Volkskrant las. Wat een aanstootgevend stuk! Wat een behoefte zaken negatief en hopeloos voor te stellen! Ze spant zich in het vak docent op alle vlakken naar beneden te halen en verdraaid, ze vindt nog steun bij BON ook! Niks klopt volgens haar en velen die haar bijvallen in het onderwijs. Pure en zuivere onzin!

    Ik vind het raadselachtig dat iemand die zo over dit vak denkt door blijft gaan op een middelbare school. Het gaat kennelijk zo tegen heug en meug dat geen enkele leerling nog plezier zal beleven aan kennisverwerving. Waarom zoeken dergelijke zuurpruimen niet naar ander werk? Niemand is gediend bij iemand met een dergelijke taakopvatting.

    • Kritiek = zuur = wegwezen?
      Ik vind je reactie wel erg gemakkelijk. Als iemand kritiek heeft en uitschreeuwt dat er in zijn/haar ogen iets fundamenteel mis is met (in dit geval) het onderwijs, dan reageer jij met “zeurpiet, zuurpruim, dan vertrek te toch”. Het lijkt me dat een discussie dan volkomen onmogelijk wordt.
      Ik ken Anneke Wijma niet en weet dus niet in hoeverre haar verhaal evenwichtig en juist is, het zou zelfs een compleet verzonnen artikel kunnen zijn van een willekeurige auteur. Feit is wel dat haar verhaal bij een redelijk grote groep herkenbaar is. Een deel van de mensen hier op het forum die die herkenning kenbaar maken, ken ik persoonlijk en ik kan je verzekeren: het zijn niet de zeikerts en zuurpruimen die je denkt te zien. Juist mensen van BON niet, want zij zijn mensen die proberen de gang van zaken in het onderwijs te verbeteren. Vaak met een risico voor hun eigen positie op school.

      Wat wil je dan vraag ik me af. Wil je dat Anneke Wijma niet kritisch is, wil je dat forumleden ondanks herkenning van de situatie geen bijval tonen, wil je dat de door Wijma ervaren werkelijkheid omfloerst en voorzien van allerlei positieve opmerkingen niet duidelijk maar voorzichtig wordt verwoord?

      We raken hier aan een algemeen thema. Kritiek hebben schijnt de laatste 15 jaar op een of andere manier als negatief ervaren te worden. Juichen over een idee wordt als positief ervaren. Uiterst scheef en een opmerkelijke omkering tov de jaren 60 en 70 bv. Het woord “krities” was equivalent met intellectueel, vernieuwend en op allerlei wijzen positief. De, voor een deel dezelfde groep mensen, vindt kritisch zijn nu uiterst onwenselijk. Ik ben al jaren verbijsterd over die ommekeer. Schoppen tegen bestaande structuren en heilige huisjes mag, moet zelfs, zolang je dat maar niet doet tegen de structuren en de heilige huisjes van de huidige bestuurders en ideologen in onderwijsland.

      Nogmaals: wellicht vind je Wijma’s verhaal onevenwichtig en ervaar je het zelf anders. Dat kan en niets weerhoud je er dan van om dat op te merken. Maar: “houd je mond of zoek een andere baan” is wel erg goedkoop.

    • Taakopvatting
      Beste Anneke de Vries,
      Ik ben het helemaal oneens met je reactie. Anneke Wijma heeft het over de omstandigheden waarin docenten hun werk moeten doen. Die zijn daadwerkelijk abonimabel. Als je (zoals ik) eerst een andere baan heb gehad, dan kun je erg goed vergelijken.
      In je laatste zin maak je gewag van een taakopvatting. Juist daarover heeft ze het in haar stuk nauwelijks. Het gaat over de omstandigheden en de waardering van het beroep. Wat mij betreft slaat ze de spijker geheel op zijn kop en is de kwalificatie zuurpruim uiterst misplaatst. Ik stel me zo voor dat ze een gemotiveerde lerares is die vindt dat haar beroep beter verdient. En gelijk heeft ze!

  7. ik lees het anders
    En wel zo:

    “”Krankzinnigheid vereist voor voettocht naar Santiago de Compostela.

    Dag na dag lopen in de stromende regen, om vijf uur gewekt worden door het geritsel van vroeg opstaande slaapzaalgenoten, nadat je de halve nacht wakker hebt gelegen van hun gesnurk, monotoon gezeul met overladen rugzak over kilometerslange asfaltwegen, om de haverklap bijna geschept worden door een wegpiraat of aangevallen door een al te waakzame hond, smakeloze paella, zure wijn…je moet wel behoorlijk van het padje af zijn om dit dag na dag te blijven doen.
    En in elke herberg waar je aankomt is weer die zweetlucht, die doordringende zweetlucht in die slaapzalen, waar je medepelgrims op je wachten met een biertje en waar jullie elkaar moed inspreken, steunen, de mooiste verhalen en de geweldigste grappen vertellen.”

    Ik vond het daarom een heel grappig stuk. Aan het eind geeft ze aan waar je het als leraar allemaal voor doet en dat het in de kern een prachtig beroep is. Met dit artikel wil ze -denk ik- aangeven hoe jammer het is dat we het in Nederland zo hebben gedegradeerd.

    • Humor
      Ik las het ook zo, de schrijfster maakt gebruik van een stijl die populair is in Engeland (of de UK?): overdrijven of juist iets overdreven klein uitdrukken (understatement) wat in feite ook een vorm van overdrijven is. Na heel wat uurtjes naar de BBC te hebben gekeken ben ik dat gaan waarderen en ik moest dan ook direct glimlachen terwijl ik dat stuk las. Dat overdrijven is een humoristische wijze om herkenbare problemen op een wat luchtige manier onder de aandacht te brengen, bij diegenen die deze vorm van humor herkennen en waarderen.

  8. je moet wel gek zijn….
    @Anneke de Vries

    Door alle – zeer herkenbare – kritiek heen, lees je dat Anneke Wijma een betrokken lerares is, die juist wil bewerkstelligen dat er iets gedaan wordt aan al die redenen om het onderwijs maar de rug toe te keren.
    Heel veel leraren hebben het onderwijs verlaten, denken erover dat maar te doen, of beginnen er niet eens aan. Anneke Wijma wil dat leraren in plaats van weg te lopen vanwege de negatieve aspecten van ons prachtige beroep, zich niet langer stil houden, maar opkomen voor een betere positie en daarmee voor een betere onderwijskwaliteit.
    Daarbij durft zij haar nek uit te steken, wat hopelijk op haar eigen school niet tegen haar gaat werken. LIA kent geen ere-lidmaatschap, anders zou Anneke Wijma daar zeker voor in aanmerking komen.

  9. Klagen levert nooit wat op
    “C’est le ton qui fait la musique”, is bij mij de nasmaak n.a.v. het artikel. Het stuk kan ongetwijfeld op vele manieren gelezen worden, ook als een komische schets, geschreven door iemand die best geniet van het onderwijs en alle inns en outs ervan. Mij kwam het geheel over als zuur en uitgeblust en dat wordt niet gecompenseerd door dat ene zinnetje aan het eind, over die lieve pubers. Die klaagtoon, dat zal ons docenten en andere onderwijsgeïnteresseerden nooit wat opleveren. De vroeger-was-alles-beter-en-nu-is-alles-prut toon die ook BON graag aanslaat, irriteert me best vaak. Desalniettemin blijf ik lid en was ik vanaf het begin lid. Maar ik ga wel door met protesteren tegen tsunamis van negativiteit en ik hoop van harte dat het gros van de docenten met plezier het vak uitoefent.

    • Klagen
      Het grappige is dat jij in je commentaar nu de zure klager bent….

      Die uitgeluste negativiteit die jij ziet, die zie ik helemaal niet. Uitgebluste negativiteit zou er juist toe leiden jouw raad op te volgen en het onderwijs te verlaten.

  10. ambtenaar geworden
    De leraar is steeds meer een ambtenaar geworden. Al zijn doen en laten moet op formulieren worden ingevuld, zowel voordat hij/zij aan het handelen begint als achteraf ter evaluatie.
    Al dat toegenomen gebureaucratiseer blijkt geen, ik herhaal, geen opvallende onderwijsverbeteringen te hebben gebracht.
    Terecht krijgt men om te beginnen dus een grote afkeer van het vele nutteloze vergader- en papierwerk.
    Daarnaast is de leraar steeds meer uitvoerder geworden van zaken die ‘van ‘elders’ op zijn bord terecht komen; zaken die als vernieuwend werden beschouwd hoewel de betrokken leraar veelal met tegenzin tot verandering van werkzijze overging omdat hij/zij direct kon waarnemen dat de voorgestelde vernieuwingen kwaliteitsverlies betekenden. Wie eenmaal succesvol is geweest, vindt het erg moeilijk om gedwongen te worden minder succesvolle methoden te moeten gaan gebruiken.

    Daarover moet geklaagd worden.
    Neemt niet weg dat er soms met een te roze bril naar ‘het bedrijfsleven’ wordt gekeken; alsof het daar allemaal glitter en glamour is. En dat is het daar over het algemeen ook zeker niet.
    Ik benijd de leraar middelbaar onderwijs niet; ik zou het niet kunnen, dat werken met die leeftijdsgroep. Anderzijds zijn er natuurlijk zeker mensen die dit werk goed kunnen.
    Als De Telegraaf een verslag publiceert van een weggepeste juffrouw, dan denk ik: ‘Maar dat is echt van alle tijden’. Niet iedereen is geschikt en dat is altijd zo geweest.
    Maar wie wel erg geschikt is mag en moet aan de kaak stellen wat er niet deugt.
    De vakman/vrouw moet aan het licht brengen wat mindere goden zitten te bedenken. Moet door de holle leuzen heen prikken.

Reacties zijn gesloten.