Stand, etniciteit en schoolprestaties

“Ouders met een hoog inkomen zijn doorgaans hoogopgeleid en aanleg voor goede prestaties op school is deels erfelijk bepaald. Daarom ligt het voor de hand dat kinderen met rijke ouders het op school beter doen. Daar kan onderwijs, hoe goed ook, weinig aan veranderen”, aldus TROUW op 1 juni 2011 in het artikel “Dubbeltjes worden nog steeds niet kwartjes” van Hanne Obbink. Het is goed dat steeds meer mensen bereid zijn dat te aanvaarden en er een einde gekomen is aan kostbare, maar uitzichtloze projecten om zonder niveauverlaging het percentage universitaire studenten milieu-onafhankelijk te maken. Het enige gevolg van die pogingen is geweest het ontstaan van een hoger onderwijs van gemiddeld laag niveau. Maar merkwaardig is de volgende uitspraak van een groep wetenschappers: “dat allochtonen sterk oververtegenwoordigd zijn op de lagere [onderwijs]niveaus heeft niets met hun etnische komaf temaken; allochtone kinderen hebben vaak arme ouders en scoren dáárom niet hoog. Dit lijkt wat kort door de bocht omdat eerder gesteld is dat goede prestaties op school deels erfelijk bepaald zijn. Goede schoolprestaties van kinderen correleert dan zowel met hoogopgeleidheid als intelligentie bij hun ouders, Omdat hoogopgeleid correleert met (relatief) rijk correleert (relatieve) rijkdom weer via intelligentie van de kinderen met hun schoolprestaties. De conclusie zou moeten zijn dat allochtone ouders gemiddeld dom zijn en dáárom hun kinderen op het VWO ondervertegenwoordigd zijn en dat de ouders dáárom arm zijn gebleven. De vaststelling dat “autochtone kinderen van ouders uit de middeninkomens groepen duidelijk vaker het vwo halen dan allochtone kinderen van dat oudertype en laatstgenoemde kinderen vaker op basisniveau in het vmbo terecht komen” ondersteunt die conclusie. Als de IQ-verdeling bij de allochtonen niet anders is dan bij de autochtonen moeten er voor allochtonen hindernissen zijn die bij de autochtonen ontbreken.

19 Reacties

  1. Hindernissen,
    Seger,

    En wat dacht je dat die hindernissen kunnen zijn?

    Woordenspelletjes over verschillen in intelligentie helpen niemand verder.

    Overigens is het inderdaad een streven van vooral sociologen (geweest?) dat bijvoorbeeld de samenstelling van de groep van universitaire studenten een afspiegeling is van die in de samenleving, qua sociale niveaus. Dat is een stellingname die berust op de stilzwijgende aanname dat verschillen in intellectuele capaciteiten volledig milieu-bepaald zijn (de tabula rasa veronderstelling), en in beginsel door adequaat onderwijs weer recht te breien zijn. Een merkwaardig soort meritocratisch denken.

    Een voorbeeld is het proefschrift van Jan Karel Koppen over democratisering van het hoger onderwijs (J. K. Koppen (1991). Een kwestie van discipline : over de externe democratisering van het wetenschappelijk onderwijs. Amsterdam: Athena.). Tijdens de verdediging van zijn proefschrift heeft Koppen, op dringende vragen van Sies Wiegersma, erkend dat in de mate waarin verschillen in intellectuele capaciteiten erfelijk bepaald zijn — en dat is in zekere mate het geval — er een bovengrens is aan de mate waarin studenten naar maatschappelijke afkomst evenredig verdeeld kunnen zijn.

    • De mens als primaat
      Toen de turken en Marokkanen geselecteerd waren was het beslist niet zo dat de slimste er uit gehaald werden zodat ze tijdens hun contract gemakkelijk Nederlands konden leren en na hun contract zouden integreren. Het leren van Nederlands werd in het begin zelfs ontmoedigd. En ze mochten vooral niet ontevreden worden over hun werk en promotie willen maken. Welke invloed de selectiemethode op het IQ van de toegelaten gastarbeiders heeft gehad weet ik niet. Laten wij naar andere mogelijke oorzaken kijken. Ik denk dat het ontbreken van voorbeelden en rolmodellen uit eigen kring een belangrijke reden is voor de ondervertegenwoordiging van de allochtonen op de hoogste schooltypen. En dat komt weer voort uit isolering. Autochtone gezinnen kennen wel persoonlijk sociale stijgers. Het idee dat vrijwel alle arbeiders en hun kinderen in opleiding en smaak naar het niveau van de bovenlaag getild kunnen worden heeft lang stand gehouden. Max Pam heeft in zijn kolom geschreven over een lustrum van de diamandwerkersbond. Het programma bevatte behalve toespraken alleen maar uitvoeringen van klassieke muziek en serieuze toneelvoorstellingen.
      In communistische landen waren, geheel in de geest van Lysenko, kinderen van hoogopgeleide ouders, vooral als die in de kapitalistische tijd een belangrijke functie hadden bekleed, uitgesloten van hoger onderwijs. Maar dat hier in het westen de mens niet gezien wordt als een wezen waarvoor ook de wetten van Darwin gelden verbaast mij, hoewel ik goed op de hoogte ben van wat er allemaal vóór en na de tweede wereldoorlog mis is gegaan, keer op keer.
      Seger Weehuizen

      • Primaat
        Seger,

        Ik begrijp dit verhaal niet. En ga het me alsjeblieft niet uitleggen.

        Ben.

  2. Het 4e gymnasium in Amsterdam….
    De belangrijkste verklaring is volgens de rector, “dat er simpelweg te weinig allochtone leerlingen een vwo-advies hebben.

    • Het waarom van daarom
      Daamee is voor de rector de kous af. Maar voor de maatschappij en de allochtonen is het belangrijk om te weten WAAROM zo weinig allochtonen een VWO-advies hebben. Als de reden gevonden en geloofwaardig bevonden wordt en onaangenaam zou zijn kan het wenselijk lijken om haar geheim te houden. Daarmee zouden ethnische spanningen voorkomen kunnen worden. Nadeel is dan wel dat daardoor de oplossing geblokkerd zou kunnen worden.
      Seger Weehuizen

  3. Dat milieu-stokpaardje eindelijk eens verlaten!
    Ik heb ‘milieu’ altijd een vreemd uitgangspunt gevonden om onderwijsprestaties aan af te meten . Uiteraard hebben intelligente ouders vaak intelligente kinderen en hebben intelligente ouders goede opleidingen waarna zij in functies terecht komen die goed betaald worden.
    Maar daarmee is ‘rijk’ milieu allesbehalve allesbepalend. Ik heb rijke ouders gekend met ‘domme’ kinderen. Ik heb ‘arme’ milieus gekend met kinderen die heel goed konden leren. Ik ken ouders van bescheiden milieu met veel kinderen, waarvan sommigen goed konden leren maar anderen juist weer niet.
    We moeten gewoon met open ogen en oren kijken naar de leerling: wat kan die leerling? Daarbij moeten we alle vooroordelen over ‘milieu’ helemaal verlaten. Zowel in ‘rijke’ als in ‘arme’ milieus ontmoeten we grote talenten, matige talenten en zwakke talenten; dat is de werkelijkheid.
    Ik heb buitenlandse kinderen gehad die in een mum van tijd de stof beheersten, maar ook buitenlandse kinderen ‘zwak’ bleven. Laat de school gewoon traditioneel zich inspannen; dat geeft de beste garanties. Kwesties als ‘milieu’ zijn er met de haren bijgesleept, maar niet relevant voor de lessen van meester en juf. Als een leerling moeite blijft houden houden met de stof, ga ik niet naar ‘milieu’ kijken, dat vind ik zinloos.
    Ik vind dus al die theorie-en over een samenhang tussen ‘milieu’ en ‘leren’ absoluut niet interessant. Ik kan er namelijk niets mee en ontmoet veel te veel uitzonderings’gevallen’.

    • Andere selectiemethoden ijn ook onbetrouwbaar
      Voor mij spelen 2 zaken.
      xxx Als de relatieve vruchtbaarheid van hoogopgeleide vrouwen laag is zal de bevolking gemiddeld minder intelligent worden. Daardoor zal de welvaart in Nederland afnemen.
      xxx Ik wil niet dat duidelijk intelligente kinderen gedwongen worden om onder te presteren en hun een passend programma onthouden wordt omdat er leeftijdgenoten zijn waarvan het niveau onduidelijk is of bij wie het inzicht zich mogelijk later sneller ontwikkelt. Herhaaldelijk lees ik over plannen voor een verlengde brugperiode in plaats van over het afschaffen ervan. Elke leerling moet na groep 8 een programma kunnen volgen waarvoor hij zijn hersens moet laten kraken en voor leerlingen die te laag getaxeerd zijn moeten opstroomwegen gebouwd worden. Wat mij betreft weten de onderwijzers niets van de herkomst van hun leerlingen en dragen alle leerlingen een schooluniform. maar ik moet er als ouder wel van op aan kunnen dat de onderwijzers de capaciteiten van de kinderen goed inschatten. Omdat ik daarin geen vertrouwen heb zal ik als ouder toch goed in de gaten willen houden wat een onderwijzer met mijn kind doet en de adviezen die hij voor het vervolgonderwijs geeft willen controleren. Een hoge CITO-score voorspelt mogelijk redelijk betrouwbaar dat een leerling een moeilijk schooltype aankan. Een matige of lage score lijkt mij minder goed in het vast stellen dat een leerling een moeilijk type niet aankan. De selectie moet wel plaats vinden maar anders en uitgebreider.
      Seger Weehuizen

      • De middelmaat regeert…
        Seger doet impliciet een aanklacht tgen het onderwijssysteem, dat intelligente kinderen in hun sop gaar laat koken, omdat in dit land de middelmaat regeert.
        Die aanklacht is terecht.
        Onderzoek doen naar de herkomst van intelligentie blijft een precaire opgave, omdat we dat wel willen weten, maar de ‘minder begaafde kinderen in het gezin’ niet willen kwetsen, vanuit de insteek: voor iedereen gelijke kansen.
        Bovendien zou het weten van de herkomst van intelligentie (we weten het overigens allang, en daar zijn in het verleden grote fouten mee gemaakt) wel eens een standen- en klassenmaatschappij in stand kunnen houden (die er overigens nog steeds is, al is het minder dan vroeger), en dat willen we ook niet. Want we zijn voor een meritocratie, waarin de best koning is.
        Jammer dus voor Alex.

  4. Hard bewijs of stemmingmakerij?
    Seger, Hals,

    Kom met hard bewijs (zoek het bv. om te beginnen bij Jan van Ravens en zijn uitgelekte OCW-rapport La Niña). Als je dat bewijs niet boven het maaiveld krijgt: stop met stemmingmakerij over verwaarloosd intellect en de norm van de middelmaat.

    Ben Wilbrink

      • Nuchter
        Hals,

        Psychologie is een nuchter vak. Aan het propageren van misvattingen heb ik een broertje dood.

        Over die differentiële vruchtbaarheid van vrouwen, bijvoorbeeld, is bij herhaling op dit forum gesproken; het gedram moet ook eens een keer klaar zijn. Zou ik niet reageren, dan kan ik te horen krijgen dat wie zwijgt, toestemt. Het blijft dus behelpen.

        Het achterliggende probleem is dat het in het algemeen lastig is om te weten wat je niet weet. De Paradox van Meno, en ander vermaak voor de huiskamer.

        Ben Wilbrink

        • @Ben: Stemmingmakerij…
          Door de opvattingen van een ander met negatieve kwalificaties te betitelen, sla je de discussie dood.
          Vermeende misvattingen zou je beter met argumenten en feiten kunnen bestrijden, en dat hoeven niet alleen maar ‘rapporten’ te zijn.
          Van ‘gedram’ is op dit forum bij voortduring sprake, maar daarbij kan ook het spreekwoord van ‘de druppel en en de steen’ gelden.

    • rapportenmoe
      Het probleem dat wij met Ben hebben is dat hij ons altijd naar uitgebreide literatuur verwijst en als wij die werkelijk allemaal zouden doornemen blijft er geen tijd over voor actie. De gedachte is zelfs bij mij opgekomen dat hij een mol zou kunnen zijn die op deze wijze probeert om BON krachteloos te maken. Van deze verdenking is helemaal niets meer over. Maar ik heb bij voorbeeld wel besloten om niet (meer) aan de discussie over rekenen en de staartdeling mee te doen. Als ze de kinderen weer rekenen leren zoals dat gebeurde toen ik op de lagere school zat vind ik dat prima. Een staartdeling is ten slotte niets anders als het gebruik maken van a : b = (a[m]•10 ͫ + a[m-1]•10 ͫ ̄ ¹ ………. + a[0]•10°) : b = (c[m]•10 ͫ + c[m-1]•10 ͫ ̄ ¹ …. + c[0]•10°), waarbij c[i] een cijfer is en 0 ≤ c[i] < 10, en het opsporen van waarden voor de paren (a[i],c[i])X in afnemende waarden van i waarvan de startwaarde n aan het einde van de speurtocht vanzelf blijkt. Het elkaar verwijzen naar wetenschappelijke publicaties is terecht voor vakgenoten onder elkaar maar ouders en leraren hebben nog een heleboel andere dingen om handen. Ik lees (geheel in overeenstemming met mijn vermoedens of, zo je dat zo ziet, vooroordeel) in publicaties bestemd voor beleidsmakers, samenvattingen en conclusies dus, dat kinderen van hoogopgeleide moeders het beter op school doen dan kinderen van andere moeders maar dat die andere moeders vruchtbaarder zijn en dat de stijging in het aantal hoogopgeleide vrouwen daardoor wel eens tot stilstand zou kunnen komen en in een ander dat de aanwijzingen dat intelligentie erfelijk is toenemen. Het eerste is al voldoende reden om hoogopgeleide vrouwen te stimuleren veel kinderen te krijgen. (En dan moet je beslist niet de crêchekosten voor veelverdieners verhogen, zoals nu gebeurt !!). Daar komt nu dus bij dat we geen erfelijk materiaal voor talent verloren moeten laten gaan. Seger Weehuizen

  5. nuchter
    Ik ben het eens met Ben. Doordrammen over de (on)vruchtbaarheid van hoogopgeleide vrouwen heeft geen zin. Of moet er een premie op het aantal bevallingen worden gezet? Zorg voor goed onderwijs, waarbij getracht wordt uit iedere leerling het uiterste te halen. Zorg er tevens voor, dat de eisen niet verlaagd worden, als het rendement tegen valt. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Is onderwijs zoals in “De gelukkige klas”, waarbij strengheid en begrip samengingen, niet het mooiste onderwijs met de beste resultaten? Dat moet te vertalen zijn naar de huidige tijd, waar de problemen met bv . sommige allochtonen te vergelijken zijn met de toenmalige arbeidersklasse. Die vragen om structuur, structuur, structuur en dat is nu juist wat niet meer geboden wordt.

      • Ik wil bij deze mijn
        Ik wil bij deze mijn oprechte waardering uitspreken voor de grondigheid waarmee Ben het onderwijs tracht te analyseren. Zeer terecht heeft Joost Hulshof op zijn pagina een link geplaatst naar Ben zijn blogs over het realistische rekenen.
        Het is inderdaad lastig voor velen van ons, zo niet onmogelijk, om al die referenties te lezen. Ben levert hiermee echter wel een belangrijke bijdrage, hij onderbouwt datgeen wat ´wij` constateren en dit is wel precies wat nodig is om anderen te overtuigen.

    • korte termijn denken
      In de reactie van Kafka is het aspect van erfelijkheid weggelaten. Als je dat doet ben je met minder efficiënte oplossingen bezig en zoek je in dit geval een oplossing die op lange termijn niet werkt.
      Seger Weehuizen

      • Ongelukkig met deze klas
        Seger,

        Ik ben bijzonder ongelukkig met jouw koppeling van een ongrijpbaar begrip als differentiële vruchtbaarheid van vrouwen aan directe actie voor beter onderwijs. Misschien zit daar mijn sjagrijn wel in. Je moet het me maar niet euvel duiden.

        Het is wel grappig dat mij wordt gevraagd met argumenten te reageren, in plaats van met algemeenheden. Mijn probleem met jouw genetisch gekleurd pleidooi is nu juist dat dat op zich zelf onbeargumenteerd is. Pseudo-logica is geen argument. Ik kan bij herhaling uitleggen dat het in de sociale wetenschappen gaat om de empirie, niet om de logica; dat is nu juist de verdienste van de wetenschappelijke revolutie. Waarmee niets ten nadele is gezegd van middeleeuwse logica, die is volgens insiders van ongelooflijk hoog niveau.

        Kortom, er is geen goed alternatief voor empirische data. Vandaar mijn vraag naar die data, dan hebben we een basis voor argumenten.

        Ik zou hier graag zeggen dat mijn dwarse opmerkingen gemoedelijk bedoeld zijn, maar helaas is het onderwerp van erfelijke bepaaldheid van menselijke eigenschappen zwaar beladen. Spreek er dus niet lichtvaardig over.

        Ik blijf natuurlijk doorgaan met waar nodig mijn uitspraken te onderbouwen met serieuze literatuur (zodat ik toetsbaar ben op mijn eigenwijzigheid, niet omdat iedereen zo nodig die bronnen moet opduikelen en lezen), of te verwijzen naar toegankelijke literatuur waar een en ander veel beter wordt uitgelegd dan ik dat kan.

        Ben Wilbrink

        • gamma’s en de waarheid
          Niet weinig BON-leden zijn van mening dat de empirische onderbouwing voor een groot aantal maatregelen die in het onderwijs doorgevoerd zijn onvoldoende was. Als ik zie hoeveel mislukkingen we bij veranderingen in het onderwijs achter de rug hebben ze gelijk. Er wordt ook wel beweerd dat het veel erger is en onderzoekers met een overheidsopdracht zich geen empirisch-wetenschappelijk onderzoeker voelen maar medewerker van een servicebureau dat argumenten bijeen moet zoeken waarmee politici hun plannen een schijnbare onderbouwing kunnen verlenen. Als bij discrepantie tussen waar en politiek wenselijk het bureau er voor kiest om naar buiten te brengen wat de opdrachtgever politiek wenselijk vindt beduvelt het de samenleving. Veel onderwijsempirici lijken onbetrouwbaar, dwz onbekwaam of corrupt. Dat stimuleert niet om de resultaten van nog meer empirisch onderzoek af te wachten. Te veel mensen, verzameld in de hier vaak genoemde “schil” hopen op afstel door uitstel.
          Γ-onderzoekers hebben jarenlang erfelijkheid van intelligentie verpönt. Je hebt zelf geschreven hoe een promovendus in moeilijkheden kwam vanwege zijn stelling dat van elke sociale laag eenzelfde percentage geschikt is om universitair onderwijs te volgen. De affaire Buyckhuizen staat ook nog helder in mijn herinnering gegrift. Zelf heb ik al eerder erkend dat het succes van kinderen met hoogopgeleide moeders misschien geheel verklaard zou kunnen worden uit de extra energie die ouders vaak in hun enig kind stoppen. Maar …. . De logica gebiedt dat.
          Overigens wil ik niet met de sanering van het onderwijs wachten totdat er paniek is over afnemende intelligentie.
          Als ik het goed begrepen heb was de middeleeuwse logica afgekeken van Aristotelès en niet verrijkt met nieuwe vondsten. de middeleeuwen zijn er berucht om dat ze altijd de natuurwetenschappelijke waarheid bij hem zochten.
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.