Bashen?

Bashen?

We moeten met zijn allen beseffen dat het Nederlandse Onderwijs van basisschool tot universiteit een speelbal is in de handen van netwerkende bestuurderen. Niet de onderwijzer, niet de docent, niet de hoogleraar en al zeker niet de ouders zijn eigenaren of de moderne ‘steakholder’. Ook niet het ministerie of de minister of staatsecretaris, ook al zouden ze dat willen, hebben zeggenschap over het Onderwijs. Zij zijn niet meer of minder dan ‘volgers’. Hun beslissingen en wetsvoorstellen zijn voorgekauwd kamervoer , het is niets meer of minder dan het uitvoeren van de ‘wensen’ van het lobbyend bedrijfsleven, raden van Primair Onderwijs, Voortgezet onderwijs, Middelbaar beroepsonderwijs, Hoger onderwijs en Universiteiten. Raden die zich in de loop van de afgelopen vijf á tien jaren dank zij tientallen miljoenen subsidiegelden steeds een groter maatpak aan konden meten. Een maatpak met opportunisme in de voering genaaid, windvanengedrag in de revers en diepe zakken.

Volstrekt ongevoelig voor enige vorm van kritiek beweegt de onderwijsbestuurder zich door zijn netwerkwereld en pikt daar waar het kan de krenten uit de pap, vooral hijzelf wordt er beter van. Een mogelijk tegengeluid wordt met een smalende glimlach en hooghartig afgedaan met een kort twitterberichtje dat door hun secretaresse wereldkundig wordt gemaakt. Op het hebben van een visie, een grotere kijk op het geheel de blik op de toekomst gericht zijn deze bestuurderen niet te betrappen. Meestal komen ze niet verder dan holle frasen zoals de leugen‘de generatie Einstein’, het knotsgekke ‘Kennis heeft een halfwaardetijd van drie jaar’, het hilarische ‘de samenleving is polyvalent en vloeibaar’ en het bedroevende ‘de school bestaat niet meer’.

De onderwijsbestuurder heeft zich ontpopt tot de regenteske werkgever die rond de vorige eeuwwisseling de allesbehalve holle frase ‘wij houden ze arm, hou jij ze dom’ in het banier voerde. De politiek, het bedrijfsleven en het onderwijs waren ook toen als was in de handen van deze regenten, het was niet meer of minder dan een kwestie van boetseren, uitknijpen en indien nodig weggooien. Elke vorm van tegenstand werd onmiddellijk de kop ingedrukt, twee wereldoorlogen gingen er over heen alvorens een coöperatie van arbeiders, de vakbond, sterk en krachtig genoeg was om op hetzelfde niveau van de werkgever een tegenspeler te worden. Een vakbond die op heden ontaard is in een samenraapsel van napratende en polderende opportunisten dromend van een politieke loopbaan in de tweede of eerste kamer. Hangend aan het pluche zijn ze de verpersoonlijking van de teloorgang van de arbeidersvuist. De werkvloer is als vanouds overgeleverd aan de grillen en luimen van de regenteske bestuurder.

Soms heel soms komt er een barst in de betonnen muur van ongenaakbaarheid en wordt de sjoemelende, hebberige en graaizuchtige patjepeeër die zich onderwijsbestuurder noemt zichtbaar. Voor hun dagelijkse deeltijdbaantje in het onderwijs willen zij méér betaald worden dan de premier van dit land inclusief auto met chauffeur om zich van de ene bestuurdersstoel naar de andere te begeven en natuurlijk een jaarlijkse bonus zoals de vrindjes bankbestuurderen. Een bonus omdat dank zij hun de onderwijsinstelling meer winst maakt. Winst ontstaan door een reorganisatie, het aantrekken van onbevoegd onbekwaam en onderbetaald personeel, het uitdelen van waardeloze diploma’s die de exit-vergoeding garanderen en nog vele zaken meer die het daglicht schuwen en verborgen zullen blijven omdat de bestuurder zich wentelt in de zekerheid dat zijn stichting geen verantwoording dient af te leggen.

Elk negatief bericht, zoals dit er een is, omtrent de onderwijsbestuurder wordt afgedaan als ‘populisme’ of ‘bashen’ en dat mag niet meer van onze minister, waarom? Omdat waarheid kwetst.

J. Jeronimoon

3 Reacties

  1. Een Egyptenaar(?) zei gisteren op televisie…
    Wat in jullie land een bonus heet, noemen ze bij ons corruptie.

Reacties zijn gesloten.