Verzet tegen taalniveaus van Meijerink

Ik hoorde nu al meerdere malen dat de directies van de MBO’s stevige bezwaren aantekenen tegen de eisen die Meijerink stelt aan de taalniveaus. Ik vind dat echt zeer zorgelijk. De taaldocenten worden hier bovendien niet bij betrokken.

Waar hebben we het eigenlijk over? Een VMBO diploma levert al een garantie voor niveau 2F op. Datzelfde niveau geldt ook voor niveau 1,2 en 3 van het MBO. Alleen voor niveau 4 wordt 3F gevraagd; heel logisch als je bedenkt dat dit niveau ook toegang geeft tot het HBO. Logisch dat je daar dus een taalniveau voor eist dat gelijkt is aan het HAVO.

Van dichtbij ken ik natuurlijk ook vele gevallen van jongeren die ECHT niet kunnen (maar vaak ook geen zin hebben om energie en tijd te investeren) voldoen aan niveau 2F. Hoe dezen dan een VMBO-diploma hebben gekregen is wel de vraag.

Ik vind het schandalig dat er gemorreld wordt aan het eerste plan dat eindelijk weer eens streeft naar echte leerresultaten.

De meest elegante oplossing voor jongeren die het niveau écht niet kunnen halen, maar die wel een prima vakmens kunnen zijn is het openen van de mogelijkheid om diploma’s mét en zonder doorstroomkwalificatie af te geven. Zo voorkom je dat de niveaus constant onder druk komen te staan. Wat is erop tegen om aan jongeren te melden dat ze voor doorstroom naar een hoger niveau nog aanvullende kwalificaties bij de algemene vakken moeten halen. Niemand wil toch een HBO-gediplomeerde (of een MTS-er) die niet correct kan schrijven?

Ik ben benieuwd of mijn mening gedeeld wordt.

9 Reacties

  1. D
    Met het geven van cijfers waarbij een leerling het vak wel haalt, maar niet door mag stromen heb ik in Amerika ervaring opgedaan. Met een ‘D’ haal je het vak wel, maar voor inschrijving bij vervolgvakken is als minimum een ‘C’ nodig. Werkt goed.

  2. vakman zonder talent voor taal
    Het is een echt dilemma, dat Hinke Douma hier in de groep gooit. Ik ken mensen die goede vakmensen zijn, maar toch matig onderlegd als het om de Nederlandse Taal gaat.
    Daarom zouden secundaire opleidingen zich primair moeten richten op het vakmanschap: veel leerlingen willen niets liever dan een vak beheersen (DUS gaan wij hen ook echt leren dat vak te beheersen!) terwijl tevens vor hen het hele taalkundige landschap weinig interessants te bieden heeft.
    Maar aangezien wij opleiden, mogen wij nooit berusten en toegeven! Wij gaan dus ons uiterste best doen ook die leerlingen die ’taal’ minder interessant vinden dan hun technische bekwaamheden, toch nog het e.e.a. aan te leren op het gebied van het taalonderwijs: dit baat immers altijd!
    En dat is ons uitgangspunt: het baat altijd.

    De daarbij behorende disciplines zullen tevens vruchten afleveren voor het beheersen van het technische vakmanschap. Want laten we goed beseffen dat echt vakmanschap ook altijd neerkomt op disciplines als doorzettingsvermogen, intrinsieke kennis, volharding bij tegenslagen, afzien van tijdelijke genoegens, enz.
    De leraar Nederlandse Taal hoeft zich allerminst neer te leggen. Ook hij/zij moet blijven streven naar het hoogst haalbare. De politiek moet hem/haar daarin dus zonder meer steunen.

    • vakmanschap: ook talig
      Ik vermoed dat vakmanschap eigenlijk altijd ook beheersing van de taal omvat (en van rekenen). Er moeten veel scholen zijn die dit concept goed weten te benutten.

      De positie die de politiek kiest ligt in lijn met die van de commissie-Meijerink: taal en rekenen moeten de verantwoordelijkheid zijn van ALLE leerkrachten, niet alleen van de leraren Nederlands en wiskunde. Dan gaat het vooral om het bijhouden van verworven vaardigheden (taalverzorging is altijd belangrijk bij ieder vak, rekenen doen we niet op de rekenmachine).

      Het probleem van politici is vervolgens dat deze mooie gedachte het ‘hoe’ van het onderwijs betreft, en daar gaat de overheid niet over (sinds Dijsselbloem). En dan is de enige strohalm die overblijft: toetsen, als onderdeel van de eindexamens. Maar daarmee verloederen de eindexamens zelf.

      Het moet dus in het onderwijs gebeuren, langs de lijn van de commissie-Meijerink.
      Als ik het goed heb, heeft die commissie niet het idee gehad dat de referentieniveaus vlot zouden worden doorvertaald naar reken- en taaltoetsen als onderdeel van eindexamens. Er zou, naar mijn inschatting, bepaald een ander commissierapport zijn gekomen, had de commissie deze mogelijkheid wél scherp op het netvlies gehad.

    • Taal en beroep
      Toch heb je -juist voor een minder populair vak als taal in het beroepsonderwijs- echt een stok achter de deur nodig. Een examen, of een cijferresultaat is daarvoor geschikt.

      Nogmaals: het grootste probleem zit wat mij betreft in de doorstroomrechten. Ik vond via de website rekenenentaal de bezwaarbrief van de MBO-raad tegen de nieuwe eindexamens. En voor één keer ben ik het geheel met de MBO-raad eens. Dit kan veel uitvallers gaan opleveren. Echter: dat hoeft helemaal niet!

      Leerlingen die na het VMBO-diploma geen taal, engels of rekenen willen of kunnen halen moeten een diploma zónder doorstroomrecht krijgen. Dan is het probleem echt opgelost.

      Zouden ze later alsnog hogerop willen studeren, dan kunnen ze aanvullende scholing volgen en aanvullende examens afleggen.

      Zo blijft iedereen op het niveau waar-ie ook qua algemene ontwikkeling hoort en kan hij niet via een sluipweg doorgaan tot en met het HBO.

      Een beroepsdiploma geldt voor de beroepsspecifieke vaardigheden, maar voor doorstroming moet je ook algemene kennis en vaardigheden hebben. Logisch toch?

      • Anderzijds hebben
        Anderzijds hebben HBO-scholen nu toch al zat middelen die ze kunnen gebruiken om zwakkere MBO-leerlingen te weren (HAVO-certificaten eisen) en om zwakkere eerstejaarsleerlingen te verwijderen (BSA)? Waarom kiezen die scholen er niet voor om meer gebruik te maken van die middelen en zodoende het kaf van het koren te scheiden? Al moeten de leraren dan natuurlijk ook voldoende hoogopgeleid zijn als je wil dat dat zin heeft: minstens een masterdiploma voor het vak waarin hij lesgeeft.

        • Geld
          Ze willen geld binnenhalen Bart. Een diploma uitdelen brengt geld op, een student afwijzen kost geld.

        • Middelen
          Zogenaamde concurrentie, input- en outputfinanciering plus de boterzachte eisen van het Competentiegericht Onderwijs zijn middelen om geen enkele selectie noch vooraf, noch achteraf toe te passen.

        • Kaf en koren
          Beste Bart,

          Een beetje de menselijke maat aanhouden, Bart. Hoor jij tot het kaf, of tot het koren? En waarom dan eigenlijk?

  3. Eens
    Het lijkt mij een goed idee. Daarnaast zou het misschien interessant zijn wanneer HBO-scholen leerlingen meer zouden selecteren met redelijke voorwaarden. In principe kunnen ze dat nu al door te eisen dat bepaalde vakken op HAVO-niveau worden beheerst. Voor veel HBO-opleidingen wordt die keuze echter niet gemaakt. Stel dat je voor de PABO-opleiding een HAVO-certificaat voor de vakken Nederlands, wiskunde B + wiskunde D, geschiedenis en aardrijkskunde zou eisen dan zouden er minder zwakke MBO-leerlingen instromen. Of is er een grens aan het aantal vakken waarvoor het HBO en het WO respectievelijk een HAVO- of VWO-certificaat mogen eisen?

    Het BSA geeft HBO-scholen de mogelijkheid om de te zwakke leerlingen in het eerste jaar te laten afvallen.

    Kunnen de meeste academici van onder de 30 eigenlijk wel correct schrijven? Kunnen die bijvoorbeeld vrijwel foutloos werkwoorden vervoegen?

Reacties zijn gesloten.