Zestienhonderd

Jaarlijks moet ik een onderwijsprogramma in elkaar zetten die voor elke deelnemersgroep (eh…..studentengroep) 1600 (ZESTIENHONDERD) studiebelastingsuren (SBU) bevat. Dat betekent 40 uur per week!!!!
Wij nemen dat redelijk serieus op. Naast de directe lesuren is er zoveel huiswerk dat het aannemelijk is dat leerlingen meer tijd investeren dan alleen de feitelijke lesuren. Of ze die uren helemáál invullen valt te betwijfelen, maar in ieder geval is onze opleiding een serieuze opleiding die energie én tijd vraagt. Veel lesuren en relatief hoge eisen aan het maken van huiswerk.

Toch zie ik om mij heen, bij vrienden van onze kinderen, dat heel veel studies slechts een paar lesuren bevatten en nauwelijks geloofwaardig opdrachten voor de rest van de week. Ook hoor ik collega’s die vinden dat je van een leerling (eh….student….) niet kan verwachten dat-ie buiten de lesuren studeert, wánt die jongens hebben immers zoveel bijbanen en dat is toch ook zo belangrijk.

Ik snap iets niet: volgens mij geldt dat voor elke MBO en HBO-opleiding (en misschien zelfs ook wel voor de Universiteit) dat een eh…student…geacht wordt per week 40 uur te investeren, terwijl iedereen weet dat het bijna nergens gebeurt. De vraag is dan wel wie hier nou wie voor de gek houdt. Als een studie zo weinig uren vraagt is een studiefinanciering toch overbodig, want dan kunnen de eh….ingeschrevenen best in hun eigen levensonderhoud voorzien. De studie is dan in feite een part-time studie die je doet naast een baan.

Mijn vraag is hoe dit op andere opleidingen zit. Is de 1600-uren regel uitsluitend een papieren regel of wordt dit echt serieus genomen? Zijn er ook andere instellingen waar een stilzwijgende afspraak is dat die 1600 uur ook echt alleen voor het papier is?

Eigenlijk vind ik het ook tamelijk merkwaardig dat er vanuit de inspectie in het geheel nooit stilgestaan wordt bij die investering van 1600 uur per jaar. Er wordt over gezwegen, maar volgens mij weet heel Nederland dat dit in de meeste gevallen pure fictie is. Ik ben erg benieuwd naar andere ervaringen.

14 Reacties

  1. Algemeen bekend
    Op universiteiten besteden de beta’s zeker wel 1600 uur per jaar aan hun studie. Maar het is algemeen bekend dat bijvoorbeeld rechten, bedrijfskunde en psychologie studenten de helft daarvan waarschijnlijk nog niet eens halen.

  2. Studielast, rendement, en functies propedeuse
    In een grijs verleden is voor het WO de tweefasenstructuur ingevoerd. Daarin was er in het bijzonder aandacht voor de studielast voor de propedeuse, en hoe de feitelijke besteding van uren was. In opdracht van OCW is daar een evaluerende studie naar gedaan, zie (1987) hier. Daar ook literatuurverwijzingen. Belangrijk is een copromotie van Koen van der Drift en Peter Vos, Leiden, met onderzoek over de vele manieren waarop er tijd weg kan lekken, dus ook de vele manieren waarop de opleiding anders kan worden georganiseerd om dat te voorkomen.

    De tijd die studenten in feite aan de studie besteden, ligt (gemiddeld) altijd wel beneden de norm van 1700 uren. Voor de exacte studies en geneeskunde blijkt er nog wel een redelijk aantal uren te worden gewerkt, voor alfa- en gammastudies is dat vaak beroerd weinig.

    Sinds 1987 zijn die tijdbestedingen ongetwijfeld niet verbeterd. En dan heb ik het nog alleen over het WO. Voor het HBO houd ik mijn hart vast. Ik kom tegenwoordig weinig of geen tijdbestedingsgegevens meer tegen, ik vermoed dat dit onderwerp zo heikel is dat OCW niet eens meer wil weten hoe het er tegenwoordig mee staat.

  3. Lamlendigheid
    Bij ons, een MBO bol4 opleiding, druipt de lamlendigheid van de muren af. Afgelopen dinsdag lekker weer. De zon scheen fel en dan mis ik 75% van mijn leerlingen. Het akelige vind ik, dat ik dat kenbaar maak bij mijn leidinggevende en geen reactie terugkrijg. Maar als ik 5 minuten te laat kom bij een vergadering met die zelfde leidinggevende, dan krijg ik op mijn donder. Waar leggen we onze prioriteiten? Een organisatie die zo met hun leerlingen denkt om te gaan is geen lang leven beschoren.
    Huiswerk maken gebeurt nauwelijks bij ons. Ik ben daar bezorgd over. Ik heb het al verschillende keren geprobeerd om dit punt op de agenda te krijgen. Lukt niet. In het open leer centrum heerst een buurthuismentaliteit. Daarom zeg ik ook weleens dat ik in een buurthuis werk en niet binnen het onderwijs.

    Iedereen weet dat de keizer geen kleren aan heeft. Iedereen ziet het ook. Alleen is er moed voor nodig om mijn struisvogelnek uit die grond te trekken en te zeggen tegen de keizer: ” Keizer, u heeft geen kleren aan”. De bedrijven die leerlingen van een aantal MBO bol4 scholen aannemen schrikken zich rot. Welke vaardigheden hebben deze leerlingen zich meester gemaakt binnen het bejubelde CGO systeem? Ze komen te laat, hebben praatjes, blijven zomaar dagen weg, etc, etc. Hebben we het nog niet eens over de vakkennis. De laatste die ik iets verwijt is de leerling. Ik sta met mijn voeten in de klei en het is mijn verantwoordelijkheid of ik me gedraag als een struisvogel. Als leerlingen spijbelen of geen huiswerk maken kan ik in ieder geval zeggen dat ik dat niet normaal vind. En ik blij het aankaarten bij mijn leidinggevende. Als een lastige Socrates Horzel blijf ik rondzoemen rond de hoofden van het management. Afwerende gebaren, handig ontwijkend, geef ik graag het gevoel van onbehagen mee.

    • 1600?
      Maar spreken jullie elkaar dan nooit aan op die 1600 studiebelastingsuren? Is er iemand die dit wel serieus neemt?

      In dit kader is het begrijpelijk, maar onverstandig, dat de minister zegt dat de opleiding ook in drie jaar kan. Wát? Met deze mentaliteit kan het wel in één jaar! Dan hoeven ze niet vier jaar op de studiefinanciering als basisinkomen te teren.

      Beter zou het m.i. zijn om de eisen beter te formuleren en flink op te hogen, zodat een vierjaars studie ook een navenant leerrendement oplevert.

  4. Studielast in het hoger onderwijs
    Er is in de loop der decennia nogal wat te doen geweest rond die norm van 42 weken ad 40 uur in het hoger onderwijs. Het begon, als ik me goed herinner, met regeringscommissaris A.D. de Groot, die 1700 uur netto per cursusjaar wilde, voor een student op het 75e begaafdheidspercentiel die ruim-voldoende cijfers haalde. Momenteel wordt 1680 uur bruto per cursusjaar als norm gehanteerd, voor een gemiddelde student die voldoende cijfers haalt. Dat wordt vertaald naar 42 goed-bestede veertigurige werkweken per cursusjaar, waarbij gewoonlijk met 35 uur netto per week wordt gerekend.
    Wordt die norm inderdaad gehaald in het hoger onderwijs? Niemand die het weet. De discussie wordt verziekt door mensen die menen te kunnen aantonen dat de gemiddelde student per studiejaar wekelijks veel minder dan 35 uur netto aan z’n studie besteedt. Zij stellen studiejaren ten onrechte gelijk aan cursusjaren. Om de werkelijke netto studielast per cursusjaar te bepalen, moet men nagaan hoeveel netto-uren de gemiddelde student (waaronder de vertraagde studenten!) nodig heeft gehad om 60 studiepunten te halen en zodoende het cursusjaar te voltooien.

  5. Tijdbesteding meten
    Tijdbesteding is enorm belangrijk. Meet die tijdbesteding dan ook. Dat kan best heel globaal met een paar eenvoudige vragen, en het mag ook steekproefsgewijs. Publiceer de resultaten. Doe af en toe eens een wat dieper gravende analyse: wat maakt echt harder werken voor verschil voor leerling Jansen? Worden hoge cijfers gehaald door keihard werkende studenten, of door de zondagskinderen voor wie geen intellectuele uitdaging te groot is?
    Wie echt leuke analyses wil doen rond dat zittenblijven, relatieve prestatiestandaarden, machtsverhoudingen zoals door De Groot in zijn Vijven en zessen beschreven, kan James Coleman’s model voor sociale systemen gebruiken (bv hier).

    Omdat in het onderwijs vrijwel alle normen van elastiek zijn (relatief), is kennis van de tijdbesteding van leerlingen en studenten een voorwaarde om die relatieve normen gezond te kunnen houden. Wes Holleman geeft in zijn bovenstaande post het voorbeeld hoe De Groot probeert via het houvast aan tijdbesteding, ook greep op het onderwijs te krijgen. De Groot redeneert a priori, beter is het natuurlijk om empirische gegevens te hebben. In de zeventiger jaren waren die overigens voor universitaire studies ruim voorhanden (onderzoek in Utrecht en Amsterdam van Everwijn en Willemsen, terwijl de groep van Hans Crombag in Leiden zich ontwikkelde tot de specialisten op dit gebied; tot de opheffing van het Leidse onderzoekbureau).

  6. Normeren
    Je zou toch ook normen kunnen vaststellen? Om een voorbeeld te nemen: voor mijn toetsen Nederlands wordt bijna al het werk in de klas gemaakt. De voorbereiding voor een toets moet in een uurtje gedaan kunnen worden.
    Dat geldt anders voor een toets geschiedenis. Je luistert in de les, leest en maakt de opdrachten. Voor zo’n toets heb je minstens 2 of 3 uur nodig. Dit moet (desnoods door onderzoek) te achterhalen en te normeren zijn.
    Een regelmatig onderzoek door de school is geen goed plan, want je kunt er van op aan dat er dan veel meer uren worden genoemd dat feitelijk echt gebruikt zijn. Men voelt heus wel aan waar dit op uit moet draaien.

    De dagelijkse praktijk op het MBO is, dat studeren buiten de lesuren (en helaas ook vaak binnen de lesuren) not done is. Als het programma het toch eist ontstaat er studievertraging. Ook geen probleem want de basisbeurs voor niveau 2 is en blijft altijd een gift. Dat stelt het werken (als hoofdbezigheid) lekker weer een tijdje uit.

    • Urgentie
      Ik heb momenteel niet het idee dat er bij de massa het idee leeft dat er gewerkt moet worden. Bij de meeste heerst de opvatting om je tijd op een zo aangenaam mogelijke manier door te brengen. De urgentie is er momenteel niet. Maar dat kan zo veranderen.

      Ik verdiep me steeds vaker in het libertarische gedachtegoed. Weg met al die subsidiepotje en overheidsbemoeienis. Nog even en ik loop rond met een A button op mijn jas.

      • Massa
        De massa heeft (ten onrechte) niet het idee dat er gewerkt moet worden op school. De voorlichting vanuit vele scholen én de media bevestigen dit foutieve beeld consequent: je studietijd is voor de lol, je kunt er makkelijk bij werken, wij hebben geen huiswerk, studeren is ouderwets als je maar goed kunt opzoeken enz. enz.
        Hoe presenteren universiteiten zich? Met de kroegen en bioscopen in hun studiestad. Hoe presenteren MBO’s zich? Met allerlei malle wegwerpgadgets en veel te positieve verhalen over hoe LEUK het allemaal is en hoe fantastisch het beroep wat je ermee kunt bereiken. En nog LEUKER; dat je er nog ‘hoger’ mee kunt studeren!!!!!

        • Massa versie 1.0
          De massa, niet denigrerend bedoeld overigens, weet dat er iets niet klopt. Aan de ene kant is het feest op school, maar aan de andere kant merkt de leerling dat er op stages toch iets anders van ze verwacht wordt. Mooiste is natuurlijk als leerlingen gaan staken omdat ze meer les willen hebben, wat in het verleden al een keer heeft plaats gevonden. De leerling is niet dom maar vindt het in eerste instantie dus wel aangenaam dat buurthuisonderwijs. Ik vraag me af wat erover blijft van kennisland Nederland, als binnen nu en 10 jaar de vergrijzing de vele opgebouwde ervaring het pensioenland in spuwt. Wie gaat er voor die ouderen zorgen? Wie bouwt onze huizen en maakt daarvan de constructieve berekeningen? Alternatief is natuurlijk om slimme goedkope buitenlanders het werk te laten opknappen. Alleen is dat weer voer voor de politiek. En ik heb begrepen dat dit de laatste jaren nogal gevoelig ligt bij een gedeelte van het Nederlandse publiek.

          • Slim en goedkoop? Wanneer de
            Slim en goedkoop? Wanneer de overheid een deel van het salaris betaalt, ja. Ik verwijs hiermee naar de buitenlandse technici waarvoor bedrijven een subsidie krijgen van de overheid, ten koste van de eigen technici. Bah, stank voor dank.
            Veel ingenieurs maken zich zorgen om het verloren gaan van praktische kennis nu zoveel mensen met pensioen gaan en er, volgens hen, te weinig jonge mensen zijn aan wie zij hun kennis kunnen overdragen.

            Ik heb er mijn twijfels over ofdat die leerlingen wel blij zijn met die “buurthuis-scholen” (mooi gevonden 🙂 ). Waarom blijven leerlingen op MBO-niveau zo vaak weg als ze het zo fijn vinden? Waarom klagen de meeste leerlingen en studenten over CGO-onderwijs/groepswerkjes. Misschien ligt het aan mijn referentiekader maar ik heb sterk de indruk dat de meeste leerlingen en studenten veel liever frontaal onderwijs krijgen.
            Het zou me niet verbazen wanneer juist uit de huidige generatie studenten straks leraren voortkomen die de lat zo hoog mogelijk leggen, geconfronteerd zijnde met hoe zij zelf tekort zijn gedaan met het huidige onderwijs. De overheid moet er dan natuurlijk wel voor zorgen dat het voor de universitaire studenten een reële optie is om voor het lerarenvak te kiezen (salaris).

        • Ik kan niet voor andere
          Ik kan niet voor andere opleidingen spreken maar na de curicula te hebben bestudeerd (inclusief opgegeven handboeken en de te kennen stof) moet ik concluderen dat er bij exacte opleidingen aan Nederlandse universiteiten wel degelijk nog een gezonde arbeidslust is. Dat wil niet zeggen dat bij die opleidingen alles goed gaat maar voor zover die gebreken er zijn is dat te wijten aan verkeerde keuzes, niet aan een gebrekkige inzet of het te laag leggen van de lat. Dit kan door de gemotiveerde student vooralsnog worden opgelost door wat extra vakken te volgen, zolang dat nog kan (er zijn plannen om studenten hier extra voor te laten betalen).
          Ik vind deze nuancering belangrijk aangezien deze studenten tekort wordt gedaan wanneer we hen over dezelfde kam scheren.
          Nogmaals, ik kan niet voor andere opleidingen spreken, vandaar dat ik me nu even beperk tot de exacte opleidingen.

          Dat laat onverlet dat ik in het algemeen dezelfde trend constateer.
          Interessante ontwikkeling: het lijkt er op dat de kloof tussen de bacheloropleidingen en de masteropleidingen groter wordt t.g.v. het dalende niveau van de bacheloropleidingen. Zo weet ik van de “Radboud Universiteit Nijmegen” dat voor de bacheloropleidingen de lat vrij laag wordt gelegd en dat voor de masteropleidingen mede op basis van cijfers wordt geselecteerd.

    • Onderzoek naar tijdbesteding
      Hinke schrijft

      “Een regelmatig onderzoek door de school is geen goed plan, want je kunt er van op aan dat er dan veel meer uren worden genoemd dat feitelijk echt gebruikt zijn. Men voelt heus wel aan waar dit op uit moet draaien.”

      Ik heb in de tachtiger jaren een reeks van jaren in de propedeuse rechten van de UvA bij ieder tentamen een eenvoudig vragenlijstje afgenomen, o.a. met de vraag naar het aantal uren besteed aan voorbereiding, en het aantal bezochte colleges. Op naam bovendien, zodat de verbanden met studieresultaten onderzocht konden worden (zie bv. hier. Ik heb geen voorbeelden gezien van studenten die onwaarschijnlijk veel of juist weinig tijd opgaven. Voor dit soort dingen moet je niet op voorhand uitgaan van kwade trouw.

      Een mogelijke vorm voor tijdbestedingsonderzoek is iedere week een andere klas een kort vragenlijstje te laten invullen (per dag aantal uren school, huiswerk). Laat ze dat maar anoniem invullen. Of: bij iedere toets een vraag toevoegen: hoeveel uur thuis besteed aan de voorbereiding? (Invullen alleen op vrijwillige basis).

      Nog eenvoudiger: docenten weten waarschijnlijk heel goed hoe weinig tijd individuele leerlingen aan hun huiswerk besteed zullen hebben. Inventariseer het eerst eens eenvoudig langs deze weg.

      • Getallen niet
        Dat klopt Ben, wij docenten hebben een aardige indruk van het aantal uren dat leerlingen (bv. voor ons vak) buiten schooltijd besteden. Toch sluit ik niet uit dat mijn indruk ook is gevormd door vooroordelen, of door onjuiste info van de leerlingen zelf.
        Het is bij onze opleidingen echt NIET cool als je verteld dat je -zelfs maar een half uur- buiten schooltijd hebt gestudeerd. Ik heb een leerling die met enige dwang én hulp van zijn vader regelmatig aan de moeilijke vaktheorie zit. Daar mag ik met geen woord naar verwijzen in de klas. Dan wordt hij geplaatst in een hoekie waarin hij absoluut niet wil zitten.

Reacties zijn gesloten.