Raar voorstel VVD

In de krant stond gisteren een berichtje dat ik zo vreemd vond dat ik maar eens ben gaan uitzoeken of het echt klopte. Maar de website van de VVD bevestigt wat ik in de krant al had gelezen:
www.vvd.nl/actueel/1265/opleiding-moet-open-kaart-spelen-over-kansen-op-arbeidsmarkt
Stef Blok, fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, wil dat universiteiten en hogescholen verplicht “per opleiding openbaar gaan maken hoeveel oud-studenten een baan hebben gevonden die aansluit op hun studie en wat zij met dat werk verdienen.”
Blok wil af “van studenten die denken een waardevolle studie te volgen, terwijl de cijfers uitwijzen dat veel van hun voorgangers helaas werkloos thuis op de bank zitten.” Even verder krijgen we ook een idee van wat hij een waardeloze studie vindt en wat een waardevolle als hij de studie kunstgeschiedenis contrasteert met de studie bedrijfskunde.
Nu heb ik zelf altijd gedacht dat toch zeker een universitaire studie meer is dan een beroepsopleiding. Op de universiteit doe je academische scholing op, waardoor je vaak ook prima uit de voeten kunt in een baan die niet naadloos lijkt aan te sluiten op je studie. Ik heb zelf klassieke talen gestudeerd en ken tal van classici die prima terecht zijn gekomen in banen waarin ze geen woord Latijn of Grieks tegenkomen. Hadden die daarvoor gewaarschuwd moeten worden? Hebben die classici achteraf spijt van hun studiekeuze? En hebben de classici die leraar zijn geworden volgens Blok wel precies gedaan wat er van hen wordt verwacht? Zij doen werk dat aansluit op hun studie en ook nog werk waarin geen werkloosheid is, al verdienen ze weer niet heel veel.
Zelfs als je Bloks voorstel in principe een goed idee vindt, vraag ik me nog af hoe je het moet uitvoeren. Hoe bepaal je af of iemand werk doet dat bij zijn studie aansluit (Doet Mark Rutte dat bijvoorbeeld, als historicus), welke alumni (ook die van 40, 50 of 60?) ga je dat allemaal vragen en hebben die alumni ook allemaal wel zin om te vertellen hoeveel ze verdienen? En dan nog… ik herinner me een archeologe uit mijn studietijd die er jaren over heeft gedaan om een echte baan als archeologe te vinden. Ze deed in de tussentijd wel werk en zat dus niet “op de bank”, maar had het er blijkbaar voor over om net zo hard door te zetten tot ze de gedroomde baan had.

16 Reacties

  1. De moderne universiteit
    Helaas kan ik niet positief zijn over de ‘moderne universiteit’. Hier in Engeland heeft de overheid hetzelfde plan (studenten ‘informatie’ geven over de arbeidsmarktperspectieven van een opleiding). Universiteiten zijn hard bezig een combinatie te worden van bedrijfsschool en productontwikkelingsafdeling van een bedrijf (dat laatste vervangt binnenkort naar verwachting het wetenschappelijk onderzoek vrijwel geheel).

  2. Rendement…
    Toch is het niet raar te onderzoeken hoeveel rendement een bepaalde studie heeft en dat ook op te nemen in de voorlichting over en investering in die bepaalde studies.
    Er zijn nu te veel pretstudies, waar de markt totaal geen behoefte aan heeft.

  3. De bekende weg
    Even afgezien van de zeurpieterij over kunstgeschiedenis (onze Stef is echt niet de eerste die daarover mekkert, er is zelfs al wetgeving op gebaseerd: het is mogelijk in bepaalde gevallen een arbeidsmarkt fixus in te stellen) is de informatie waar hij naar vraagt gewoon beschikbaar:

    um-webdotnet20.unimaas.nl/roa/sis-online/home.aspx

    Over de overschatting van latere verdiensten: dat is een algemeen verschijnsel bij jongeren, en heeft niets te maken met de kansen op de arbeidsmarkt.

    • Beschikbaar is niet gelijk aan bekend
      Wellicht is er arbeidsmarktinformatie beschikbaar. Je moet dan wel statistieken kunnen lezen en voorspellingen kunnen inschatten.

      Het lijkt mij een goed idee om VEEL meer bekendheid te geven aan doorstroomcijfers van BEROEPSopleidingen. Een academische studie is géén beroepsopleiding overigens.

      Mijn kouwe kleren zeggen me dat er in MBO en HBO erg veel studies zijn die gekozen worden om het leuk en waarmee geen echte baankansen gecreëerd worden. Ik denk aan: Sport en Bewegen, Dans, Leisure en Eventmanagement (bestaat!), Sound en Vision/mediatechniek, en een ‘popacademie’. Al die opleidingen zie ik als veredelde hobbycursussen. Ook bij de arbeidsmarkteffecten van de vele handelsopleidingen heb ik zo mijn twijfels. Sommige MBO-opleidingen zijn alleen bedoeld voor doorstroom naar HBO en leveren op zich geen arbeidsmarkteffect op.

      Neem daarbij in aanmerking dat er een schreeuwende behoefte is aan goede loodgieters en CV-monteurs. Toch worden die opleidingen soms niet eens aangeboden omdat de leerlingen liever iets met glamour kiezen. Jarenlang is hen voorgehouden dat je je dromen achterna moet gaan en dat iedereen alles kan worden als-tie maar lang genoeg op school blijft. Een keer dringt het besef door dat dit niet zo is, maar dan is het te laat om de koers nog te wijzigen.

    • Verkeerde afslag
      Mijn link was niet handig. Het ROA heeft een ondoorzichtige website.

      Het ROA is ooit opgericht om op basis van onderzoek naar de aansluiting met de arbeidsmarkt, en op wat langere termijn daarin te verwachten ontwikkelingen, voorlichting te geven aan schoolverlaters over wat de kansen op de arbeidsmarkt zijn voor vervolgopleidingen waaruit ze kunnen kiezen. Theologie staat geloof ik altijd met stip op de eerste plaats, en voor loodgieters zou best eens hetzelfde kunnen gelden.

      Zie voor details en concrete prognoses:

      www.roa.unimaas.nl/pdf_publications/2009/ROA_R_2009_5.pdf

      Dit soort rapporten wordt natuurlijk niet door leerlingen gelezen, maar schooldecanen doen dat hopelijk wel.

      De arbeidsmarkt zit niet als een ouderwets Zwitsers horloge in elkaar. Het is echt naïef van Stef Blok om te roepen dat studierichtingen als kunstgeschiedenis irrelevant zijn. De mogelijkheid om een arbeidsmarktfixus aan te vragen, had er ook nooit moeten komen. Ik weet overigens niet eens of hij ooit is gebruikt.

      Van loodgietersopleidingen is typisch bekend dat de ongeveer de helft van de zo opgeleide vaklui iets anders gaan doen dan loodgieten. Dat geldt ook voor de kunsthistorici. Enzovoort. Allemaal al lang bekend, sinds de eerste stroom van onderzoeken in de zeventiger jaren (o.a. Dronkers).

      Instellingen die ondernemend willen zijn, gaan zeker irrelevante opleidingen in de markt zetten. Universiteiten hebben dat ook massaal gedaan. Dat het MBO dat ook niet, mag niemand verbazen.

      Nog betere voorlichting gaat niet helpen. In een samenleving die pret als hoogste waarde heeft, vooral in de weekeinden, vooral voor de jeugd, valt serieuze voorlichting in een zwart gat.

  4. graag en grager
    Als het mogelijk is om studenten betrouwbare arbeidsmarktinformatie te geven moeten we dat beslist niet laten. Met een numerus fixus heb ik wel moeite. Je wilt in elk geval graag dat iemand die in volle overtuiging voor een bepaalde studie kiest voorrang krijgt boven iemand die niet zo gedreven is en maar weinig teleurgesteld is als hij een andere studie moet kiezen.
    Seger Weehuizen

    • Numerus fixus ten alle tijden uit den boze…
      …omdat dat de keuzevrijheid beperkt.
      Maar goede voorlichting, zoals ‘weet wel dat er geen banen in te vinden zijn’, is nooit onverstandig.
      Het risico is dan voor de patient.

      • “te allen tijde”
        Gelukkig, ook eens betrapt op een typefoutje, zullen we maar zeggen. Zo zie je maar, het gebeurt ons allemaal! (Het maken van fouten in onze spelling) Het is je vergeven. Blijf vooral doorschrijven!

        • Taalergernissen (van internet)…
          ‘Ten alle tijden…’
          Ten algemenen nutte en ten gerieve van mijn taalgemoed noopt een telkenmale foutief geschreven en gesproken gezegde mij tot het ten enenmale rechtzetten van dit kwaad, zodat eenieder dit voorts ten eeuwigen dage correct zal gaan gebruiken. Te dezer zake wordt het kwaad hier belichaamd door ten alle tijden.

          Hier te lande wordt deze uitspraak ten getale van duizenden mensen incorrect gebruikt. Ten voorbeeld zijn hier enkele varianten die ten gehore worden gebracht: ten alle tijden, ten allen tijde, ten alle tijde, ten allen tijden, te alle tijde, te alle tijden en te allen tijden. Er kan echter maar één juiste variant te berde worden gebracht en dat is te allen tijde.

          Wellicht ben ik te goeder trouw als ik geloof dat mijn inspanningen ter bestrijding van dit woordmisbruik te gelegenertijd vruchten zullen afwerpen en dat ieder de juiste spelling en uitspraak van deze prachtige uitdrukking ter hand zal nemen. Te kwader ure zal ik ieder misbruik van te allen tijde ten genoege van taalminnend Nederland ter beoordeling een 8 toekennen op de irrischaal.

          • Prachtig
            Hals, je hebt de herkansing met glans doorstaan en je cijfer enorm verhoogd. Daarnaast heb je gewoon alle zinnen die bij elkaar horen achter elkaar geschreven. Ga zo door!

      • Is dat zo?
        Wanneer er een toelatingsexamen wordt georganiseerd en jij beschikt over de vereiste kwaliteiten om die studie te volgen dan word je keuzevrijheid toch niet beperkt? Je kiest er zelf voor om je wel of niet goed voor te bereiden. Zolang er goede zelfstudiemodules beschikbaar worden gesteld.

        • Bart,
          Er worden toch kandidaten afgewezen op toelatingsexamens, niet? Dat zijn allemaals sukkels?

          • De erfenis van de basisvorming
            De vraag of dat allemaal sukkels zijn is irrelevant. Bij het toelatingsexamen wil je de leerlingen er uit vissen die niet in staat zijn om een bepaald type onderwijs bij te benen. De leerstof heeft een bepaalde moeilijkheidgraad en de leerling moet het tempo waarin hij met de leerstof gevoed wordt kunnen bijbenen. Zo ligt het althans bij de frontale onderwijsvorm. De leerlingen die na het toelatingsexamen verder mogen zwemmen moeten zonder al te veel vertraging de eindstreep kunnen halen. De vraag is nu of het mogelijk is om bij de toelating tot een bepaald schooltype zo te selectern dat de meeste ijverige leerlingen zonder doubleren over de eindstreep komen. Als de intelligentie van de leerlingen gerelateerd aan hun leeftijd constant is moet de leerstof zo over de jaren verdeeld worden dat er na toelating geen selectie meer is. In de eerste leerjaren zal dus het lestempo omhoog moeten en in de latere jaren omlaag. De invoering van de basisvorming was dus helemaal een stap in de verkeerde richting en omdat wij daar nog steeds de naweeën van ondervinden is het niet verbazingwekkend dat wij met de bestrijding van permanente selectie niet verder zijn gekomen.
            Seger Weehuizen

          • Het zijn dus sukkels
            Het zijn dus sukkels, Seger? Want zij zijn niet in staat gebleken om het HBS-B af te ronden in de tijd die ervoor staat. 789 van de 1000 via een toelatingsexamen tot de school toegelaten.

          • Geen kleren van de Keizer
            Neen, het is al even ergerlijk om kakofemismen als eufemismen te gebruiken. Er zal wel een negatieve correlatie bestaan tussen intelligentie en sukkelig gedrag maar dat is te zwak om leerlingen voor wie het VWO te moeilijk is te kunnen kwalificeren als sukkels. Sukkeligheid is naar mijn gevoel vooral een karaktereigenschap. Het is natuurlijk niet leuk om te merken dat veel andere leerlingen intelligenter zijn dan jij zelf maar gemiddeld intelligente leerlingen zullen dat ook voelen als er pogingen gedaan worden om dat te camoufleren zoals bij de puntentelling van de CITO-toets het geval is. Ik denk dat een laagvlieger in een niet-homogene klas (middenschool) eerder geconfronteerd wordt met zijn beperkingen dan op de MAVO-stroom van een VMBO-instelling. Niemand heeft dus baat bij dat verstoppertje spelen.
            Seger Weehuizen

          • Ik dacht dat het duidelijk
            Ik dacht dat het duidelijk is dat de intelligentie en het IQ gerelateerd aan de leeftijd niet constant is voor alle kinderen? Eerst en vooral is dit duidelijk het geval bij autistische kinderen maar ik meen van Ben te hebben begrepen dat dit bij anderen kinderen ook zo is (verschil in IQ tussen 11- en 18-jarige leeftijd).

Reacties zijn gesloten.