Het rad van fortuin

Het rad van fortuin

In haar column in NRC Handelsblad van 5 januari schrijft Louise O. Fresco over de stagnerende sociale mobiliteit. Nu ligt in het begrip mobiliteit opgesloten dat die verschillende kanten op kan, in het geval van sociale mobiliteit opwaarts èn neerwaarts. Het spreekwoord zegt: ‘opgaan, blinken en verzinken’ en in Amerika kent men het gezegde ‘from shirtsleeves to shirtsleeves in three generations’, waarmee ongeveer hetzelfde wordt bedoeld. Het is ook iets wat je in je eigen omgeving of in je eigen familie kunt waarnemen: overgrootvader is een eenvoudige handwerksman, oppassend en hardwerkend, zodat grootvader al een eigen zaak kan beginnen en die tot bloei brengt, terwijl de vader tot grote welstand komt. Diens kinderen hebben wat minder talent en heel wat minder zin om zich in te spannen, worden ook teveel verwend en brengen er uiteindelijk weinig van terecht zodat er niet veel overblijft van de status waar hun ouders en grootouders zo hard voor hadden gewerkt.
Prof. Fresco ziet nu op grond van berichten van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de mobiliteit, met name van jonge mannen , op de onderwijsladder stagneert. Veel jongens en jonge mannen tonen te weinig discipline en brengen hun tijd grotendeels door met lanterfanten of met hun liefhebberijen, en halen onvoldoende resultaten. Ze brengen het minder ver dan hun ouders.
In zekere zin een normaal verschijnsel, als er maar tegenover staat dat anderen, bijvoorbeeld de kinderen van immigranten de opengevallen plekken op de ladder innemen, zodat de mobiliteit blijft bestaan, een beetje als bij het rad van fortuin dat nu eens de één omhoog brengt dan weer de ander.
Het probleem is evenwel dat het onderwijsrad uit balans is geraakt. Er gaan nu zoveel jongeren langdurig naar school en hoger onderwijs dat de extra beloning op grond van het behaalde diploma steeds kleiner wordt, ook al omdat de rit zelf in het algemeen steeds minder selectief is geworden. De overproductie gaat gepaard met inflatie. Er is op de duur geen correlatie meer tussen meer onderwijs en meer verdienen of meer status. Daarmee is bewaarheid geworden wat Louis Emmerij al beschreef in 1974 in zijn boek ‘Can the School build a New Social Order ?’
In die tijd leefde het idee al dat er steeds meer geïnvesteerd moest worden in onderwijs, maar ook zonder goed na te denken over richting of einddoel, volgens het principe ‘meer van hetzelfde’. Maar Emmerij wees er toen al op dat er een moment komt dat de behoefte aan hoger opgeleiden niet meer overeenkomt met het aanbod van afgestudeerden. Emmerij voorspelde daarom dat er steeds meer afgestudeerden in beroepen zouden terecht komen beneden hun opleidingsniveau. Als men blijft doorgaan met het aantal jaren scholing voor iedereen uit te bereiden wordt een punt bereikt dat de hoop op betere kansen verloren gaat en het systeem als het ware explodeert.
Terug naar het heden, naar de column van Louise O.Fresco. Zij wijst erop dat de werkloosheid onder academici in landen als Griekenland, Spanje en Italië, al ‘schrikbarende vormen’ aanneemt. En ze voegt eraan toe, en dat is echt iets om even langer over na te denken: ‘Waar gebrek aan ambitie en talentontwikkeling Nederland parten speelt, staan jonge Europeanen en andere goed opgeleide jongeren uit de rest van de wereld te trappelen om hier te komen.’

Cornelis Verhage