28 Reacties

  1. OMO
    (advertentie)
    Wij van OMO bevelen OMO aan, voor de schoonste was van uw leven.

    Om de satire compleet te maken, een parafrase van Wim Kan :
    Haal OMA in huis, voor de schoonste was van uw leven.

    Nog eentje, over schaalgrootte en witwassen (vrij naar de consumenten-wijzer) :
    Wasmachines met grote trommel zijn beter voor het milieu dan die met kleine trommels – minder zeep voor meer vervuild wasgoed, per eenheid. En ook de electriciteitstarieven gaan per 1 januari fors omhoog. OMO wast witter (banken-crisis ?).

    Tenslotte : Maya indianen (die van de cultuur die door de Spanjaarden, uit goud-zucht en godsvrucht, op gezag van de Kerk, omstreeks 1600 werd uitgeroeid) wassen met een blok zeep, op een steen aan de oever van het meer (deze locatie : Atitlan, Guatemala) >

    www.flickr.com/photos/mcwphotos/43261845/

    Dat is véél moeite en héél afkeurenswaardig ! Een wasmachine, met Omo, doet de was véél beter. Om Marie-Antoinette te parafraseren (het brood en de koek) : geef ze Omo.

    maarten

  2. Die eeuwige schaalvoordelen
    Ja, ja, die schaalvoordelen. Of het nu banken zijn, supermarkten, ziekenhuizen, jeugdzorg-instituten of scholen: altijd komt men aanzetten met die schaalvoordelen. Deze keer luidt het: Schoolbesturen hebben onder meer als taak de back-office voor hun scholen goed op orde te hebben. En, zoals aangetoond in meerdere wetenschappelijke onderzoeken: grote schoolbesturen blijken juist beter te presteren op dit vlak dan kleine.
    Mooie wetenschap die zich met zulke onzin bezighoudt. De effectiviteit van de backoffice, écht iets waar je de wetenschap voor nodig hebt! Alleen al dat vreselijke woord back-office. Kent een school dan soms ook een front-office?
    Het argument is dat grote scholen de administratiekosten over meer leerlingen kunnen spreiden. Iedereen die om zich heen kijkt weet dat deze theorie nooit en nergens praktijk wordt. Fuserende banken worder alleen maar logger; fuserende scholen gaan alleen maar met méér overhead (lekker bedrijfslevenwoordje, mensen) werken in plaats van met minder. Dat komt gewoon door het isoleren van de bureaucraten in een centrale administratie, beleidsbureau of iets dergelijks. Eenmaal ver van de praktijk en gezellig onder elkaar, gaan de papierschuivers over tot voortplanting. Je kunt op je vingers natellen dat dit gebeurt, en de manier waarop is ook niets bijzonders.
    Plotseling wordt het schrijven van beleidsnota’s, waanzin waar een kleine school zich nooit mee bezig zou houden, een zinvolle bezigheid. Plotseling moeten alle computers met de nieuwste netwerksoftware worden uitgerust. ‘Ik kan niet werken’..’Computer kapot?’ ‘Nee hoor, het netwerk ligt er weer eens uit’. Wat het bestaansrecht van dat netwerk eigenlijk is, dat vraagt inmiddels geen mens zich meer af. Op kleine scholen worden de ICT-fantasten nog wel eens hardhandig door praktijkmensen tot de orde geroepen; op grote scholen zitten ze in de helpdesk op veilige afstand, zodat ze zich ongestoord kunnen vermenigvuldigen.

    • schaalgrootte
      ref Bernard Wijntuin – schaalvoordelen

      Je hebt het schaal syndroom uitstekend beschreven. Schaalvoordeel in scholen is een mythe, die door grote organisaties angstvallig in stand gehouden wordt. Meer dan een mythe is het niet, eigenlijk een leugen.

      Schaalvoordelen doen zich -technisch- voor, wanneer een apparaat of installatie x maal groter in omvang wordt, waarbij de kosten van de investering y maal hoger uitvallen ; waarbij x >> y.
      Daarbij komt nog de vermindering van evenredige kosten ; deze nemen, voor zeg maar een tweemaal zo groot apparaat, maar half zo snel toe ; simpel gezegd.

      Een klas van 30 leerlingen heeft een schaalvoordeel t.o.v. eentje met 20 leerlingen, maar alleen onder bijzondere voorwaarden :
      [1] je propt 30 kinderen in een lokaal waar maar 20 kinderen in passen ;
      [2] je zet dezelfde leraar voor de klas, 20 of 30 kinderen ; en hij (m/v) draait dezelfde uren, en geen gezeur.

      Doe je dat niet, dan geldt -voor scholen- de rekening van evenredigheid : de “unit cost” is voor 30 en 20 koppen evenveel.

      Doe je aan schaalvergroting, dan lopen de effecten uiteen :
      In een fabriek [3] is groter ook goedkoper ; per unit cost ;
      In een klas [4] van 30 in plaats van 20 kinderen ga je “verdienen”.

      Maar dan ? Hoera, de school groeit, nu zijn er 40 leergierige koppen ; helaas, geen schaalvoordeel, want parallelle klassen.
      Wat nu ? Zoek een goedkope tweede leraar. Zorg voor minder klasuren in de week. Zet 80 klassen onder één dak, en de back office naast het fietsenhok.
      Het werkt ook als je 8 maal tien klassen onderbrengt onder acht daken, mits de CEO de wind eronder houdt.

      Net als bij de kolencentrales en de kernenergie gaat de rekening op zolang je niet alle effecten rekent. In het ene geval CO2 of de opslag van radioaktief afval voor duizend jaar. In scholen de desastreuze maatschappelijke effecten van vervreemding ; fricties met ouders of collega’s ; opjutmanasjers, die niet weten wat er in de klas gebeurt.

      maarten

  3. Het argument van
    Het argument van schaalvoordelen lijkt mij wel valide. Het probleem zit hem in zij die het moeten uitvoeren. Het is een theorie versus praktijk discussie. Daarnaast speelt op de achtergrond natuurlijk altijd een schimmige belangenkwestie.

    Ik kan mij wel vinden in een structuur waarin een aantal scholen taken die gezamenlijk beter of goedkoper kunnen worden uitgevoerd bundelen. Administratieve taken, ICT en gebouwbeheer zijn daar voorbeelden van. Helaas krijg ik uit de praktijk ook signalen dat dergelijke, relatief eenvoudige taken door een overkoepelend bestuur niet goed kunnen worden uitgevoerd. Ik begrijp niet zo goed wat daar de oorzaak van is.

    • schaalvergroting is theoretisch helemaal geen voordeel
      Als ik voor een grote onderwijsinstelling een ICT structuur wil onderhouden, dan kan dat alleen maar effcicient als er uniformiteit is in hardware, software en procedures.
      Dat betekent dat je zaken inlevert. Niet iedereen wil hetzelfde. Om tot een consensus te komen vanwat er wenselijk/noodzakelijk is, zal heel veel vergaderd moeten worden. Daarvoor moeten mensen aangenomen worden.
      En inderdaad: na afloop van de hele rimram kun je als instelling grootschalig inkopen en daarmee geld verdienen. Maar waarom is de aanschaf van 1000 pc’s per stuk goedkoper dan de aanschaf van 20 va ndie dingen? Precies, omdat de levernacier en minder werk voor hoeft te doen. Dat werk, dat doet de schoolorganisatie nu zelf. En daar gebeurt het heus niet voor niks.

      De situaties waarin schaalvergroting wel voordelig is, lijken niet op schoolorganisaties. Bij albert heyn bv, die kan door de grootte goedkoper inkopen. maar dat business model pas helemaal niet op een school.

      Mijn conclusie: zelfs met uitstekende managers, eerlijk, goedkoop, verstandig etc, dan nog zal schaalvergroting geen zoden aan de dijk zetten. Er moet namelijk nog steeds werk gedaan worden., maar door de vergroting is er veel meer overleg nodig en zijn de lijnen aanzienlijk langer.

      • Als ouder heb ik natuurlijk
        Als ouder heb ik natuurlijk geen zicht op het gehele onderwijsveld. Kijkend naar het basisonderwijs waar mijn kinderen op zitten, lijkt een grootschalige inventarisatie wat wenselijk of noodzakelijk is niet aan de orde. Het school bestuur kan gewoon opleggen: in elke klas een PC met internet, die elke docent ook persoonlijk kan gebruiken. Uitgerust met standaard MS software, en een schoolnetwerk. Wat beveiliging en verder volledige vrijheid. Daar hoeft niet lang over worden vergaderd. Dit uitrollen over verschillende basisscholen geeft meer schaalvoordelen dan het kost, ik kan daar niets anders van maken. Als ik kijk hoe dit nu bij ons op school is gedaan…

        Natuurlijk zal schaalvergroting geen majeure verbeteringen opleveren, ze zijn er volgens mij wel. Ik zie wel randvoorwaarden aan het aantal scholen waarbij dit nog echt voordelen oplevert, voordat het bureaucratie wordt.

    • Onwetendheid door afstand
      Dat schaalvoordelen in het onderwijs niet goed werken, is logisch: de grootste kostenpost vormen de docenten (als het goed is!!). En daar is al gauw geen schaalvoordeel meer te behalen: op zeer kleine scholen kunnen kleine, dus dure groepen soms onvermijdelijk zijn, maar op wat grotere scholen is dit al niet meer aan de orde. Vanaf een bepaalde grootte is hier dus geen schaalvoordeel meer te behalen.
      Op andere terreinen, zoals management en beheer, leidt schaalvergroting er toe dat er verschillende lagen ontstaan, waardoor de communicatie over een aantal schijven moet lopen, zodat het veel langer duurt voordat informatie zijn bestemming bereikt, en de informatievoorziening dus trager en minder efficiënt verloopt. Dit in tegenstelling tot een kleinschalige school waar alles wat van belang is direct aan iedereen in de grote pauze in de lerarenkamer gecommuniceerd wordt.

    • Die bundeling van taken
      leidt automatisch tot “stroomlijning”. De beslissingen daarover worden op een hoger niveau in de organisatie genomen. Ze moeten worden ingevoerd en gecontroleerd wat leidt tot extra werk en extra mankracht. Zoals in elke bureaucratie leidt dat tot invoering van extra taken en bestuurslagen ten koste van de werkvloer. Op eenzelfde manier leidt stroomlijning van onderwijs(taken) tot “eenheidworst” die niet vanzelfsprekend optimaal is. Goed onderwijs is vakgericht onderwijs dat leerling, leraar en vak tot zijn recht laat komen. En dat wordt door de onderwijsmolochs en hun bestuurders niet geleverd. De verhouding tussen schaalgrootte en onderwijskwaliteit is verstoord. En, zoals Piet Vroon opmerkte, hoe meer bureaucratie van regels en voorschriften, hoe groter het aantal overtredingen, hoe meer controle, hoe meer voorschriften, hoe meer …
      En de eindsituatie is het georganiseerde wantrouwen dat je nu in het onderwijs ziet.

      • Het is duidelijk dat het
        Het is duidelijk dat het geen moloch moet worden. Maar ik denk dat de ondersteunende taken voor de docenten, zo efficient en effectief mogelijk worden ingezet. Vaak gaat dat pas bij een bepaalde kritieke massa.

        • kritieke massa overschreden
          Op veel scholen is de kritieke massa allang bereikt, zeker in het MBO en HBO, en intussen ook op de meeste instellingen voor VO. En dan is het optimum al gauw gepasserd, met de gevolgen zoals hierboven beschreven.

          • Het HBO ken ik een beetje,
            Het HBO ken ik een beetje, ik ben het volledig met je eens dat dat helemaal uit de hand is gelopen.

    • @Bondscoach: ga er heen
      Ik begrijp het wel heel goed. Lees het laatste stukje van mijn bijdrage nog eens.
      Misschien komt het omdat ik zelf lange tijd in de ‘ondersteuning’ werkzaam ben geweest, dat ik zo goed snap hoe ‘ondersteuning’ kan veranderen in een onbeheersbaar kankergezwel.
      Als u het wilt snappen: staak eens een dag (bijvoorbeeld vandaag) en loop binnen bij het ondersteunende personeel. Vraag wat ze aan het doen zijn, waarom en in wiens opdracht. Houd bij hoeveel tijd zij kunnen besteden aan welke opdracht, hoe eenvoudig zij hun werk kunnen onderbreken voor onderonsjes en rinkelende privételefoontjes. Besteed aandacht aan de pikorde in de hiërarchie, kijk waarom mensen belangrijk worden gevonden.
      Besteed aandacht aan de regel: ‘ik ben belangrijk, want ik heb veel mensen onder mij’.
      Aan het einde van zo’n dag verwonder je je niet meer.

      • Bernard als dit echt het
        Bernard als dit echt het enige probleem is dan is het met een goede manager, (of meewerkend voorman om maar eens een modieuze P&O term te laten vallen) zo opgelost. Je stelt dat een dagje meelopen direct de vinger op de zere plek kan leggen, dan is de enige vraag nog waarom doet de baas er niks aan? Dat het een probleem was van zij die het moeten uitvoeren had ik al geopperd hierboven.

        • De baas is de oorzaak
          De baas is zelf de oorzaak van het probleem en is zelf onderdeel van die zg. ‘ondersteuning’. Een goede baas ziet in dat er geen enkel heil van een fusie is te verwachten (althans niet op grond van de mythe van de schaalvoordelen) en begint er dus niet aan. Een slechte baas weet dat hij ‘meer mensen onder zich krijgt’, belangrijker wordt. etc. etc. wanneer de fusie doorgaat en zal dus, net als Kraakman of Hendrikse, die fusie verdedigen met het schaalvoordeelargument. Juist omdat die baas oneigenlijke motieven heeft, zal hij er ook belang bij houden om oneigenlijke zaken, zoals een ongeremde personeelsgroei in de ‘ondersteuning’ te blijven ondersteunen. Hoe meer mensen in de organisatie, hoe beter. Wat die mensen uitvreten is van geen belang, of althans alleen van belang voorzover het imago van de baas wordt gesteund. Van potentieel kritische leraren heeft zo iemand alleen maar last; van een secretaresse erbij is niets te duchten. Juist secretaresses, ICT-ers en andere relatieve buitenstaanders zullen dus in groten getale worden aangenomen. Leve de lump sum!
          Je kunt van de baas van een oneigenlijke fusie dus onmogelijk verwachten dat hij zich als een ‘goede’ baas gaat gedragen. U gaat er van uit dat er goede bazen aan het hoofd van ‘kwade’ organisaties kunnen staan. Die aanname is volgens mij fout.

          • Bernard, helaas denk ik ook
            Bernard, helaas denk ik ook dat het zo is. Je beschrijft het probleem als incapabele bazen. Daar moet iets aan worden gedaan. Alleen denk ik niet dat het behalen van schaalvoordelen een mythe is.

            In iedere andere sector ga je wanneer je te maken hebt met een incapabele baas of proberen er wat aan te doen, of een capabele baas zoeken, of proberen er zelf één te worden.

            In het basisonderwijs zijn vreselijk veel vacatures voor directeuren van basisscholen. Is er dan geen één docent die een capabele directeur wil en kan worden? Ik heb dat zelf gebrobeerd zonder (met zeer geringe) onderwijservaring. Kansloos. Bovenstaande lezende misschien me te kritisch opgesteld naar de besturen die gingen over de aanstelling.

  4. schaalvoordeel
    Het is pas echt schaalvoordeel als je alle scholen, alle ziekenhuizen, alle bedrijven, ja alles onder 1 bestuur brengt. Dat bestuur noem je dan regering. Wat heb je dan een gigantisch schaalvoordeel. Het is in het verleden al hier en daar in een land geprobeerd en het is behoorlijk uit de hand gelopen. Op de een of andere manier ontstaan dan eenvoudiger dictaturen, terwijl het schaalvoordeel maar niet van de grond komt en zelfs overgaat in schaalnadeel.
    De schaalvergroting die in het onderwijs heeft plaatsgevonden kent exact dezelfde randverschijnselen als de schaalvergroting in die uitproberende landen die uiteindelijk tot een log. bureaucratisch, inefficiënt, dictatoriaal systeem uitgroeiden. Een systeem dat niet op de klanten gericht is, maar op de top.
    Klaas Wilms

    • schaalgrootte en de vermeende voordelen
      Ik heb (op dit forum) al dikwijls erop gewezen dat schaal-voordelen vanaf een zekere grootte veranderen in schaal-nadelen. In het BO bij 300-400 leerlingen, zelfs al iets eerder, bij 250 koppen ;in het VO bij 600 of 800 (tot max 1000) leerlingen.

      Voor de theoretische onderbouwing, en interessante uitleg, zie Wikipedia >
      scale dis-economies >

      www.google.nl/search?q=scale+diseconomies&ie=utf-8&oe=utf-8&aq=t&rls=org.mozilla:en-US:official&client=firefox-a

      maarten

      • Maarten, dan onderken je in
        Maarten, dan onderken je in ieder geval ook dat er wel schaalvoordelen te halen zijn. Ik ben van mening dat die schaalvoordelen bovenschools moeten worden gezocht. Dus taken die op 1 school geen volledig dagtaak geven, en porcocessen die efficienter en effectiever kunnen worden uitgevoerd door schaalgrootte en professionelen. Boekhouding en administratie zijn daar twee van, die komen anders bij de directeur te liggen. Dit staat dus wat mij betreft los van de leerlingomvang van een school.

        • Schaalvoordelen
          Schaalvoordelen bestaan in elke organisatie. Echter tegelijkertijd begint ook de meter van de nadelen te lopen en Bernhard wijst daar op. Elke organisatie-onderdeel zal willen groeien en zo ook de ondersteunende diensten. Het voordeel wat zij hebben is dat de directies er onderdeel van uitmaken maar vooral dat onderwijs niet meer is dan een inspanningsverplichting. Het onderwijs verliest daarmee automatisch van alle anderen organisatiedelen. Ik ben dan ook voor een landelijke norm, bovengrens, in de budgetverdeling. Tevens ben ik voor verzelfstandiging van deze diensten, koop de diensten gewoon op de markt in. Kleine scholen kunnen zo gebruik maken van deze diensten zonder dat zij het allemaal zelf moeten doen en een veel betere bezettingsgraad van deze diensten kunnen realiseren. Tevens ben je verplicht je inkoop te definiëren zodat er geen zinloze dingen gebeuren.

          • schaalvoordelen – nee
            ref : schaalvoordelen, corgi, hierboven

            Nee, schaalvoordelen bestaan niet altijd en niet in elke organisatie. Typerend voor een school is dat het schaalvoordeel beperkt is tot kleine bandbreedtes.
            Dat komt door de klassikale vorm van onderwijs : de klas is de eenheid. Het cluster (meer klassen onder één dak) heeft een zekere vrijheid in omvang, maar die is ook beperkt. Het budget, immers, gaat merendeels naar de docenten, waardoor (wegens de grootte van de klas) het schaaleffect beperkt is.

            Zie hier een voorbeeld : een klas heeft 20 kinderen. Er komen er 10 bij. De klas met 30 kinderen heeft een schaal-voordeel, op voorwaarde dat je ze alle 30 in hetzelfde lokaal propt, en het blijft bij dezelfde leraar.
            Helaas, de school is zó goed dat zich even later weer 10 leerlingen melden. Gevolg : twee klassen, van elk 20 kinderen, en twee leraren. enzovoort. Byebye voordeel.

            Het schaal-effect van clusteren wordt verder beperkt, omdat het budget voor ondersteuning (bestuur, directeur/schoolleider, overhead, “krijtjes”) niet meer dan 10 of 20 percent is van het schoolbudget ; een deel daarvan bovendien vast ligt (oppervlak), en slechts een deel van die 10/20 procent variabel is.
            Dat variabele deel is wel gevoelig voor schaalgrootte. Dat dit laatste ook een nadelig effect kan zijn, heeft Bernard Wijntuin (hierboven) heel precies beschreven.

            Echt waar : kleine scholen kosten minder, en ze hebben gunstige maatschappelijke bij-opbrengsten. De school-eenheid is de klas, en die heeft een beperkte elasticiteit.
            Het nadeel van klein (de school kan niet alle soorten les aanbieden) is op te vangen door associaties tussen scholen. Het grootste voordeel in klein zit daarin dat de docenten de dienst uitmaken, en niet een kleurloos dicterend gezelschap ergens anders, ergens “boven”.

            maarten

        • Voordelen?
          Eén van die schaalvoordelen bestond in het ‘overleg met externe instanties’ (b.v. gemeente en provincie over lokaties, terreinen etc). Bij de in het verleden afgedwongen schaalvergrotingen was dat een omvangrijke taak die moeilijk door afzonderlijke rectores kon worden vervuld. Daarvoor werd een hele structuur opgebouwd met ondersteuning en al. Nu de fusies en allocatie beslissingen zijn afgerond zit die bureaucratie er nog steeds op grond van het argument “ontslaan is duurder dan herbenoemen”. En voor de overhead wordt net zolang gezocht naar werk tot het lijkt alsof ze onmisbaar zijn.
          De vervanging van rectores door ‘lokatiemanagers’ is ook een mooi voorbeeld van schaalvoordeel. Schaal LD (12) docenten zijn vervangen door LB (10) en LC (11). Toa’s?
          Klassenassistenten?
          Wat heeft al dat gedoe eigenlijk opgeleverd voor de kwaliteit van het onderwijs in de klas?

        • schaalgrootte – deel 3
          ref bondscoach en corgi, hierboven ;

          De schoolomvang (bandbreedte), waarbij optimale schaalgrootte is bereikt, heb ik hierboven tamelijk nauwkeurig aangegeven. De cijfers volgen uit berekening, niet uit een bedenksel. De variabelen (overhead, punaises, krijtjes, een concierge en administrateur) bepalen de uiteindelijke optimale grootte in de bandbreedte zoals aangegeven.

          Een vergelijking uit de techniek : verwarm water tot het kookpunt. Daarbij vereisen twee vaten van elk 100 liter meer energie dan één vat van 200 liter. Stel je voor dat het energie-optimum ligt bij 600 liter. Dan is een installatie met 6000 liter onvoordelig, en eentje met 2000 liter ook.

          Overigens : Bernard Wijntuin heeft (hierboven) kwalitatief heel precies aangegeven, hoe en waarom de schaal-effecten in grote organisaties uit de rails vliegen. De kwantitatieve vertaling daarvan staat in deze draad, hierboven. Kleinere variaties in die bandbreedte zijn altijd mogelijk, grote eindigen altijd in dis-efficiency.

          Over de maatschappelijke effecten van grote scholen is dan nog niets gezegd. Over vervolg-effecten (leerlingen worden volwassen) evenmin. Allicht dat kleine organisaties (waar docenten en leerlingen elkaar kennen) in deze opzichten beter presteren : sociale controle, interactie met ouders, cohesie onder leraren, niks dikke tussenlagen tussen bestuur/directeur/docenten. Wie anders dan de docenten weten wat er in de klas gebeurt ? Wie, behalve zij, onderbouwen de leerlingen in hun schooljaren ?

          Om al die redenen, en nog enkele andere, is alléén een school, die gestuurd wordt door docenten, een aanvaardbaar maatschappelijk instituut. Allicht kan het docenten-collectief bepaalde functies, (school-bestuur, organisatie, ondersteuning) opdragen aan anderen, faciliterend. Andersom (dicteer de docenten) is fout.
          Elke school, waar het bestuur, directeuter/schoolleider of manasjers hun eigen ding doen (anders dan wat de docenten voor ogen staat), is een monstrum.

          maarten

  5. Volgens mij is niet de
    Volgens mij is niet de schaalgrootte de boosdoener, maar de combinatie van verzelfstandiging en gebrek aan integriteit onder schoolbestuurders. Een integer geleide school functioneert prima, ook als deze groot is. Zelfs een integere monopolist kan geen kwaad.

    Helaas is er in de praktijk vaak geen sprake van integere leiding. Het onderwijs heeft aangetoond niet opgewassen te zijn tegen de grote vrijheid die het geniet. Die vrijheid moet het daarom zo spoedig mogelijk weer worden afgenomen, en worden vervangen door centrale leiding vanuit Den Haag.

    • Net zoals de centrale leiding in de klas
      weer bij de leerkracht terug zou moeten komen. Als daarnaast die klas zou bestaan uit leerlingen die in die klas thuishoren (cognitief/gedrag), is de cirkel weer rond en de situatie gezond. (Weg met dinges)

    • impliciet
      Als een kleine school goed kan functioneren kan een grote dat natuurlijk ook, namelijk door een verstandige compartimentering.
      Seger Weehuizen

      • Compartimentering
        lijkt me op ’t verdelen in compartimenten. En dat verstandig. Zelf dacht ik aan goed opgeleide leerkrachten, die werken met leerlingen, die passen binnen het segment waar de leerkracht voor opgeleid is. Als dat ook binnen grote scholen gewaarborgd kan worden, lijkt me dat prima. Hopelijk is twijfel toegestaan?

      • compartimenteren
        ref : Seger Weehuizen, hierboven

        Compartimenteren betekent dat een grote school geen grote school meer is, het zijn dan veel kleine scholen. Er is fundamenteel verschil tussen veel kleine scholen en 1 grote school.

        maarten

        • Compartimenten
          Centrale diensten hebben altijd een dwingende invloed op de compartimenten. Belangrijker is wellicht dat deze redenering geen einde kent. Er kunnen wel 100 scholen bij horen en dan zijn we gewoon terug bij het ministerie.

Reacties zijn gesloten.