scarcety is in the eyes of the beholder

Ik heb gereageerd op een link van een nieuwe BLOG die nu verdwenen is. Het gaat om een artikel van Jacques Schraven.

Jacobs en Theeuwes concluderen terecht dat een salarisvergelijking in Nederland tussen economen geen goede maatstaf biedt om de conclusie te trekken dat er in dat land te weinig harde β-ta’s zijn. Hij stipt ook indirect de kortzichtigheid van de overheid aan: Bedrijven en universiteiten concluderen dat het bij tekorten aan onderzoekers weinig zin heeft om tegen elkaar te gaan opbieden voor mensen die er toch niet zijn en dat je ze desnoods het beste uit het buitenland kunt halen. Het gevolg is dat mensen die een harde β-studie willen kiezen dat soms uit financiële overwegingen niet zullen doen of na hun studie een functie in het bedrijfsleven of bij de overheid aanvaarden die wel goed voor hun portemonnaie is maar niet voor Research en Developpement is. Als het gebrek aan voldoende harde β-ta’s werkelijk tot een uitstroom van bedrijven naar het buitenland en een verslechtering van het onderwijs in Nederland leidt moet de overheid de salarissen voor R&D en onderderwijs in β-vakken subsidëren. Op het niveau van de universiteiten en bedrijven kun je niet verwachten dat ze aan het algemene Nederlandse belang denken. Op dit moment zijn research-minded β-ta’s arme nomaden en de overheid moet daar een einde aan maken. Maatregelen om meer mensen te verleiden tot de harde β-studies zijn én-én: interesse opwekken en goede salarissen in het vooruitzicht stellen.

3 Reacties

  1. Beta’s en voetballers
    Het gaat niet om tweede keus: NL betas zijn er niet, dus we moeten wel buitenlanders halen, het is bewust beleid. Men heeft liever buitenlandse beta’s dan dat er Nederlandse worden opgeleid. Manchester United haalt zijn goede voetballers ook uit het buitenland. Dat is vele malen efficiënter dan zelf opleiden.
    In de voetbalwereld is er een regeling dat de vroegere clubs van die topvoetballers bij elke transfer een percentage krijgen van de transfersom als “vergoeding” voor de opleidingskosten. Zo was de amateurclub van Arjan Robben bv in staat om een tribune te vernieuwen, dankzij de transfergelden van Robben van PSV naar Chelsea. Op dit moment speelt het plan van de UEFA om een limiet te stellen aan het aantal buitenlandse spelers dat en club mag opstellen. Doel daarvan is tweeledig: zorgen dat jonge voetballers nog kansen krijgen in hun eigen land en de macht van het geld en de grote clubs vermindert zodat de winnaar niet op voorhand vaststaat als de club met de grootste begroting.
    Dat plan zal niet door gaan. Europa verbedt het, maar nog belangrijker, de grote clubs zijn tegen. De gelijkenis met beta’s is opvallend.

    • ad 1945
      Schraven of de door hem bekritiseerde schrijvers zijn niet erg duidelijk. Laatstgenoemden constateren blijkbaar dat vooral in private R&D relatief hogere salarissen worden betaald waardoor volgens Schraven de β-salarissen van gemiddeld van dezelfde grootte zijn als die van de economen. Hij heeft het ook over het afnemend aandeel van harde β-ta’s maar zijn die goedverdieners in de private R&D de besten van die harde β-ta’s of zijn zij anderssoortige β-ta’s?
      Schraven stelt ook: “We moeten ons vooral realiseren dat door te weinig instroom van onze eigen jongeren in bètatechnische studies, de infrastructuur voor onderwijs en onderzoek in Nederland afkalft. Dat ondermijnt hoe dan ook de concurrentiekracht van ons onderwijs en ons onderzoek, en vermindert op termijn de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats voor bedrijven met veel hoogwaardig onderzoek en ontwikkeling”. Als, zoals jij zegt, “men” (wie zijn dat eigenlijk?) liever buitenlandse bèta’s importeert i.p.v. ze in Nederland te fabriceren is “men” verkeerd bezig.
      Hij schrijft ook: “Door de internationale dimensie is een salarisvergelijking voor de sterk verschillende markten van bètatechnici en economen naar mijn mening niet bepaald bruikbaar om tot de conclusie te komen dat er niets aan de hand is”. (Daarmee bedoelt hij: Dat er geen tekort is). De arbeidsmarkt voor economen, bedrijfsjuristen en masters van business is volgens mij ook internationaal maar misschien tonen mijn verwanten en inlaw’s geen representatief beeld. Uiteindelijk pleit Schraven niet voor meer financiële prikkels om meer β-ta’s van het goede soort te krijgen en dan lijkt hij op een schoolbestuurder die de mensen die het eigenlijke werk doen niet behoorlijk wil betalen.

      Seger Weehuizen

  2. Zoals bij prime rates
    mr. Jacques Schraven van werkgeversorganisatie VNO-NCW l denkt wel degelijk aan financiële prikkels. Hij wil leerlingen tot een bètakeuze verleiden door het geven van een financiële prikkel op het gebied van studiekosten. ,,Een hogere beurs of een lager collegegeld kan deze studies aantrekkelijker maken. Het moet een genereus aanbod zijn, zo genereus dat leerlingen die niet slagen er zonder financiële consequentie mee kunnen stoppen.” Ik denk dat dat een verstandig voorstel is. Het is op dit moment riskant om een harde β-studie te beginnen want de kans dat deze te moeilijk is en de student de basisbeurs zal moeten terugbetalen is groter dan bij andere studies. Voorzichtigheid speelt nu al een rol bij het kiezen van een N&G-profiel i.p.v. een N&T-profiel. Maar als de werkgevers graag met in Nederland opgeleide β-ta’s willen werken kunnen ze er toch beter OOK voor zorgen dat de harde β-studenten later net zo veel gaan verdienen als de studenten economie. Een student die in staat is om een harde β-studie tot een goed einde te brengen is immers meestal ook wel in staat om een studie Economie te voltooien.
    lees: www.delta.tudelft.nl/archief/j35/n18/1178

Reacties zijn gesloten.