Verslag van bijeenkomst over Actieplan Leerkracht met staatssecretaris Van Bijsterveldt

Vanochtend was er op het ministerie van OC&W een overleg tussen staatssecretaris Van Bijsterveldt en een groep docenten over het Actieplan Leerkracht (www.leerkrachtvannederland.nl). Dat overleg kwam nogal plotseling, maar het goede nieuws was dat óók het bestuur van BON benaderd is om een aantal mensen te “leveren”, en via het BON Onderwijsnetwerk, ofwel de groep contactpersonen op de scholen, is dat ook snel gelukt.

Op de agenda stonden de volgende onderwerpen:
* Positie van de leraar (Bijvoorbeeld: welke ruimte heeft men nodig bij de invulling van het leraarschap?)
* Scholingsfonds (Bijvoorbeeld: heeft u het idee hier gebruik van te gaan maken? Welke opleiding zou zowel ten goede komen van de docenten (loopbaanperspectief) als van de instelling waar u nu werkt?
* Lerarenopleiding (Bijvoorbeeld: als u één wijziging zou mogen aanbrengen in de lerarenopleiding, de bevoegdhedensystematiek of het stelsel van het opleiden van leraren: wat zou dat dan zijn?)
* Implementatie Referentieniveaus Rekenen en Taal (Bijvoorbeeld: er komen referentieniveaus voor Rekenen en Taal. Vindt u dit een goede ontwikkeling?)

Nu zijn er voor VO-docenten wel hetere hangijzers uit het Actieplan waarover gediscussieerd kan worden, zoals de prestatiebeloning (het loslaten van de vaste periodiek; management bepaalt of je loonsverhoging krijgt), het uitblijven van de gegarandeerde koppeling tussen opleidingsniveau en salarisschaal (academici blijven in LB) en de verhoging van een fulltime betrekking van 36 naar 40 klokuren per week (niet dat je meer uren móet gaan werken, maar daarover zometeen meer).

Nu was ik al een paar keer eerder bij een dergelijk gesprek met mevrouw Van Bijsterveldt geweest, maar ik moet zeggen: de kwaliteit van de kritiek en de verwoording hiervan lag een stuk hoger, en dat was zeker ook de verdienste van de aanwezige BONners. Aan hen: mochten jullie dit lezen en fouten of onvolledigheden in dit relaas aantreffen: aarzel niet om e.e.a. toe te voegen!

De uitgenodigde groep werd vanwege de omvang (een stuk of dertig mensen) gesplitst in twee kleinere groepen; ikzelf heb bij de groep gezeten die geleid werd door Monique Vogelzang, directeur directie leraren op het departement. We zijn begonnen om eerst agendapunten te leveren waar we het zélf over wilden hebben: prestatiebeloning, 40-urige werkweek, hogere beloning voor eerstegraders, werkdruk, BAPO en nog wat andere zaken.

# Prestatiebeloning
Volgens het actieplan houdt dit in: de automatische periodiek vervalt en daarvoor in de plaats gaat het management jou beoordelen. Vinden ze je “goed” functioneren, krijg je een volle periodiek. Vinden ze je “normaal” of “gemiddeld” functioneren, krijg je een halve periodiek. En vinden ze je “slecht” functioneren, dan krijg je er niets bij. We weten allemaal wat er met zo’n instrument gebeurt in de handen van slecht management: vriendjes en volgelingen krijgen veel salarisverhoging en bevlogen, kritische docenten minder of niks. Leo Prick vertelde onlangs op de SP-bijeenkomst “Beter Onderwijs Nu” dat hij op alle scholen die hij ooit bezocht had, nérgens een prestatiebeloningssysteem goed had zien functioneren. Op sommige scholen werd het zelfs ondergraven door het ene jaar de ene groep docenten het extraatje te geven (op basis van, ik noem maar wat, alfabetische volgorde), en het andere jaar de andere helft. Maar in haar oneindige wijsheid verdedigde mevrouw Vogelzang (onthoud die naam) het voornemen van het ministerie. Waarom? Omdat er in het onderwijs een “normaal personeelsbeleid” moet komen. Dat het in het onderwijs nergens werkt en docenten en de nog overgebleven integere schoolleidingen van kleine scholen dit systeem helemaal niet wíllen, dat doet kennelijk niet ter zake. De management-ideologie is belangrijker dan de werkvloer. Er is op het ministerie niets geleerd van twintig jaar lang fouten maken.

# 40-urige werkweek
Mevrouw Vogelzang begon eerst uit te leggen dat je niet meer uren hoefde te gaan werken, of minder zou gaan verdienen als je het bij die officieel 36 uur zou houden. Heel fijn, maar dat wist ik al. Maar waarom dan die 40 in plaats van nu 36 uur? Welnu, er komt een tekort aan docenten aan, en “zo kunnen we het de docenten die meer uren willen maken, mogelijk te maken om meer uren te maken”. Helaas voor mevrouw Vogelzang zijn wij natuurlijk niet helemaal gek. Alsof het nu verboden is om meer dan 1 fte te draaien! Hier zit natuurlijk iets heel anders achter: voortaan is een fulltime baan 40 klokuren per week, en krijgt een “fulltime” docent zogenaamd ineens 10% meer inkomen. Hé, die achterstand ten op zichte van andere, vergelijkbare beroepen valt éigenlijk best mee, kunnen onderzoekers dan concluderen. Op papier is het probleem kleiner geworden, maar in de werkelijkheid is er niets verbeterd. Massa’s mensen die nu nog fulltimer zijn maar niet meer uren willen gaan werken, zullen op papier parttimer zijn geworden. Want 36 uur is geen fulltime baan meer. Mevrouw Vogelzang kon natuurlijk niet weerleggen dat in de toekomst bij salarisvergelijkingen zou worden uitgegaan van 40 uur. En zó wordt de werkelijkheid verdraaid en de boel dus gemanipuleerd.

# Werkdruk
Naar aanleiding hiervan verschoof de discussie naar de werkdruk. Want sowieso zitten er natuurlijk nogal weinig mensen te springen om méér uren te draaien; we drááien in de praktijk al veel meer uren dan waarvoor we betaald worden; juist veel mensen werken gedwongen parttime omdat een fulltime baan niet te bolwerken is. De werkdruk is ook alleen maar hoger geworden, volgens de aanwezige docenten. Mevrouw Vogelzang wilde wel aannemen dat de beleerde werkdruk hoger was geworden, maar volgens haar bleek dit niet uit de cijfers. De bekende discussie volgende natuurlijk: je wordt overladen met te veel lessen, te veel leerlingen, te veel probléémleerlingen, en te veel taken, en dan pruttelt OC&W wat over “anders organiseren” en “het is een lastige discussie”. Ja, als je niet de middelen wilt uittrekken om docenten datgene te geven wat ze nodig hebben en ook de scholen niet kleinschalig wilt maken, dan is het inderdaad een “lastige discussie”.

# Opleidingsniveau en beloning
De bekende discussie over hogere beloning voor eerstegraders begon. De voorstanders hiervan waren gelukkig in de meerderheid, maar aan een automatische koppeling wilde mevrouw Vogelzang niet. Natuurlijk omdat het “geen normaal personeelsbeleid” is. Maar als ze zo graag abnormaliteiten in het onderwijssysteem wil bestrijden, laat haar dan beginnen bij het organiseren van een gezonde intraregionale concurrentie tussen kleinschalige scholen. Regiomonopolies zijn immers toch ook niet normaal? Of zou het normaal zijn als alle tankstations in laten we zeggen de Rijnmond over tien jaar van bijvoorbeeld Texaco zouden zijn, vanwege de terugtredende overheid? En dat er innige banden zouden zijn tussen de leiding van Texaco en het ministerie van Economische Zaken?

# BAPO
Ik moet bekennen dat ik op dit moment mentaal al was afgehaakt, en niet meer precies weet wat hierover gezegd is. Ja, dat na-hossers nu wéér achter het net vissen: eerst deden ze dat bij de invoering van de HOS, nu doen ze dat bij het aanpakken van de BAPO. Natuurlijk is ook dit weer een schijnbeweging van OC&W: denken het tekort aan docenten op te kunnen lossen door ze nog meer uren te laten maken, en dit zó proberen te verkopen dat het lijkt alsof ze de aanbevelingen van Rinnooy Kan uitvoeren.

Over hopeloze convenanten, registers en professionaliseringsslagen hebben we het nog niet eens gehad. Eén ding is duidelijk: het ministerie van OC&W zet de lijn Rinnooy Kan duidelijk niet door, integendeel, het maakt de situatie juist erger: het is olie op het vuur. Maar wij, kritische docenten, BONners, hebben ze in ieder geval ook in hun eigen ministerie gewaarschuwd. Ik heb mezelf daarbij vooral op de vlakte gehouden, omdat ik vond dat veel andere aanwezigen veel overtuigender de vinger op de zere plek legden dan ik dat had kunnen doen. Zouden Van Bijsterveldt en Vogelzang niet ook maar de minste twijfel hebben?

Aan het eind nodigde mevrouw Van Bijsterveldt ons uit om na te denken over wát ons belemmert bij het uitvoeren van ons vak als docent, dus vooral over die dingen waar wij zelf niets aan konden doen. Dit omdat ze voornemens was opnieuw docenten uit te nodigen voor overleg over de “VO-kwaliteitsagenda”. Mevrouw Van Bijsterveldt, hoe vaak moeten we nog herhalen dat we onze scholen terugwillen omdat veel van onze managers zélf helemaal geen kwaliteit willen? En dat je als docent zelfs mét een goeie, faciliterende schoolleiding op een kleine school geen kwaliteit kunt leveren als je geen tijd krijgt om je werk goed te doen? Of moet ik dit eigenlijk tegen mevrouw Vogelzang zeggen?

49 Reacties

  1. Moedeloos
    Dank Em70, maar ik word er wel een beetje moedeloos van.

    #Prestatiebeloning. Hebben ze op het ministerie eigenlijk prestatiebeloning? Dus dat Plasterk een gesprek heeft met mevrouw Vogelzang en zegt: “de directie leraren heeft het niet zo goed gedaan dit jaar, dus u krijgt geen loonsverhoging”. Voorzover ik weet krijgen ministers en kamerleden geen prestatiebeloning, moeten we in de politiek niet ook een “normaal personeelsbeleid” hebben of is dat alleen maar voor het gepeupel?

    #Werkdruk. Uit internationale vergelijkingen blijkt heel duidelijk dat Nederlandse leraren extreem veel les geven, hele grote klassen hebben en een laag salaris hebben. Dit is dus geen “lastige discussie”.

    #Opleidingsniveau en beloning. Voor lesgeven op HAVO-VWO heb je een hogere opleiding nodig dan om les te geven op het VMBO (althans dat was zo voordat de bevoegdheidseisen de deur uit werden gedaan). Het gaat dus niet alleen om opleidingsniveau en beloning, maar ook om functie (met vereist opleidingsniveau) en beloning. Het is volstrekt normaal personeelsbeleid om beter te betalen naarmate je hogere (opleidings-)eisen stelt.

    Een groot probleem in het onderwijs is dat er nu een volstrekt abnormaal personeelsbeleid gevoerd wordt. Het ministerie lijkt dit nog abnormaler te willen maken.

    • Strategie
      Het lijkt wel een nieuwe strategie. Iedereen beursknuppelen met allerhande door elkaar heen gebruikte termen opdat niemand het meer begrijpt.
      Die slimme jongens van het OC&W zullen wel denken: ‘Ha, nog even en iedereen wordt moedeloos en haakt af!’
      De discussie is geen discussie meer en we blijven in hetzelfde schuitje zinken.
      Blub, blub, blùp.

      Historia vitae magistra

    • Ook moedeloos
      Ja Mark, je slaat de spijker op z’n kop. En dat van die Kamerleden, of die ook prestatiebeloning krijgen, dat heb ik letterlijk zo aan Vogelzang voorgelegd. Dat had ik overigens niet zelf bedacht: Leo Prick vermeldde tijdens de Beter Onderwijs Nu conferentie van de SP (paar weken terug in Amersfoort) dat zodra dat in de Kamer zou worden ingevoerd, de pleuris zou uitbreken binnen de diverse fracties.

      Alleen wat was het antwoord van Vogelzang: “Ja, dat [dus die prestatiebeloning] hebben de Kamerleden ook”. Volgens mij is dat dus niet zo en krijgen die Kamerleden dat helemaal niet, of ligt het iets anders dan wat zij beweert, maar ja, zo word je dus afgebluft en wat je ook zegt: het Actieplan ligt al vast; ze hadden er “echt heel goed over nagedacht”. Kennelijk kunnen ze dat zelf beter dan Rinnooy Kan. Gek dus eigenlijk dat ze hem gevraagd hebben dat rapport te schrijven.

      Ik moet zeggen dat ik er ook behoorlijk moedeloos van werd. Maar hoe moedeloos ik ook ben, en hoe slecht het weer volgende week woensdag ook wordt: ik sleep mezelf naar het Plein: nu is het de tijd om het niet te laten glippen: ACTIE inderdaad dus.

      • Afbluffen
        Het meest ergerlijke aan deze mensen: dat ze gewoon glashard in je gezicht liegen. Kamerleden krijgen absoluut geen prestatiebeloning. Mevrouw Vogelzang liegt hier gewoon.

    • Betrapt?
      Het wekt verbazing dat Plasterk, Bijsterveld noch Vogelenzang iets voelen voor de koppeling van bevoegdheid en salaris, i.h.b. daar waar het de eerstegraders betreft. Maar die verbazing verdwijnt zodra men vermoedt dat zij achter de wens van de schoolbesturen en hun managers staan om bevoegdheid door geschiktheid te vervangen. Hun bedoeling is het om in het secundair onderwijs een complex systeem van competenties en verantwoordelijkheden, de functiefdifferentiatie, dominant te maken waarbinnen het idee van voor sommige mensen een te voren vastgelegd hoog startsalaris niet past. Het probleem van de ‘underqualified teachers’ zou dan opgelost worden in de wijze waarop het onderwijs in een school wordt georganiseerd en hoe de leraren daarbij worden ingezet. Omdat zo ook carrière gemaakt zou kunnen worden zou men tevens de frequentie waarmee de leraren van school of beroep veranderen kleiner kunnen maken. Duidelijk is dat dit systeem vraagt om goed verdienende managers die geen universitaire studie achter de rug hoeven te hebben maar wel eerstegraads vakdocenten mogen aansturen. Er blijft dan, zoals bekend, geen geld over om eerstegraders overeenkomstig het niveau van hun opleiding te betalen. In dat systeem zullen daarom waarschijnlijk een klein aantal hoogopgeleide docenten een groot aantal laagopgleide docenten monitoren wanneer die bovenbouwleerlingen VWO en HAVO begeleiden.

      Mijn voorspelling is daarom dat een verplichte koppeling tussen opleidingsniveau en salaris een onhaalbare wens van de actievoerende leraren is.

      n.a.v. het lezen van de inaugurale reden van Prof. Dr. P.J.J. Stijnen, hoogleraar Afstandsonderwijs
      ten behoeve van de opleiding tot leraar, bij de Open Universiteit Nederland
      Seger Weehuizen

  2. ook moedeloos
    Ik lees het (Em70) en word net zo moedeloos (ja, verbijsterd) als Mark :
    www.onzetaal.nl/advies/pappen.php

    pappen en nathouden,
    pappen en nathouden,
    pappen en nathouden,
    – – – – – – – – – – – – – – – –
    enzovoort.

    maarten

    • Tweede verslag
      Ik zat in de andere groep. Ik had het idee dat ik op een bijeenkomst van BON was.
      Op een onderdeel maar reageerde de groep een beetje verdeeld. De grote meerderheid pleitte voor betaling naar opleiding, een klein deel van de VMBO-vertegenwoordigers wees er op dat er nogal wat van de docenten werd gevraagd en de salariëring navenant moest zijn.
      In mijn groep geen felle discussie met het ministerie, omdat de items van EM70 (nog) niet aan bod waren gekomen. Er werd gesproken over het punt dat leraren zelf helemaal niet door de VO-Raad, maar ook niet door de Bonden vertegenwoordigd werden in het overleg. Er zou misschien een beroepsvereniging van leraren kunnen komen, maar die moest in elk geval niet vanuit de LBS-groep ontstaan die de BIO-competenties had opgesteld. Want daar kwam de vakdeskundigheid pas op de vierde plaats. Vervolgens kwam dat laatste punt in elk item aan de orde. In de bijscholing waar voornamelijk vakkennis (vertaling van de wetenschappelijke state-of-the-art naar kennis en inzichten naar de leerlingenniveaus) nodig was. In een korte beschouwing over de ondermaatse kwaliteit van de lerarenopleidingen, waardoor stagaires op school volstrekt tekortschoten in kennis en inzichten.
      Er werd door mensen die er ervaring mee hadden, nog gesproken over de ellende van de CGO (Competentie Gericht Onderwijs, te vertalen als “Compleet Gestoord Onderwijs”). Andere belangrijk punten waren de gestage niveaudaling van de eindexamens en de foute en gevaarlijke “kwaliteit”scriteria van de Inspectie die focusten op “de leerling die verantwoordelijk was voor zijn eigen leerproces”.
      Tenslotte werd nog gewezen op zware taak die docenten in vmbo-groepen hebben, die vooral ook vakkennis moeten hebben, maar ook kennis van leer- en gedragstoornissen.
      Kortom in deze groep vooral boodschappen aan het ministerie, geen tijd voor een confronterend gesprek.

    • Historica, jij ook bedankt
      voor je glasheldere, en luid-en-duidelijk uitgesproken bijdragen! Ik heb ervan genoten! Als je volgende week woensdag naar het Plein kunt: zorg dat je voor een tv-camera komt te staan en dat ze je een microfoon voorhouden: dan kan heel naar beter onderwijs smachtend Nederland hiervan meegenieten!

  3. Normaal personeelsbeleid…
    …en prestatiebeloning.
    Bedoelt ze zoiets als bij ABN/Amro, waar Rijkman Groenink zijn wanbeleid beloond ziet met meer dan 30.000.000 euro op z’n bankrekening?

  4. Conclusie….
    De enige conclusie na dit overleg, ACTIE !! Het is nu of nooit, anders zitten we hier op dit forum over 5 jaar nog steeds over hetzelfde te leuteren.

    Ik heb nog steeds de (inmiddels wel ‘sprankje’) hoop dat Plasterk misschien na acties overstag zal gaan en belangrijke resterende delen van het rapport Rinnooy Kan zal overnemen.

    Enige middel om hem, het kabinet en de overige ‘deskundigen’ op het ministerie van OCW ervan te overtuigen van het belang van goed onderwijs en goede arbeidsvoorwaarden voor docenten voor Nederland als geheel, is het uiterste dwangmiddel ACTIE VOEREN, niet meer niet minder !!

    • Plasterk zal niet overstag gaan
      Nee ik geloof niet dat Plasterk overstag zal gaan. Ik heb geen vertrouwen meer in een verandering ten goede. Ik kom woensdag aanstaande zeker naar Den Haag, en ik zal proberen wat van mijn collega’s mee te nemen. -Maar 1 zwaluw… Echter, als we nu niet gaan, dan houdt het op.

      Plasterk’s ideeen zijn niet van hem zelf, het is PvdA beleid. Hij heeft niet zoveel bewegingsvrijheid. -Nee, mijn optimisme is weg. En ik zal het beleid van deze minister niet steunen, ik voel me toch een beetje bedrogen.

      • Zelfs meer verantwoordelijkheid voor de leraar gaat niet door
        EM70 boekstaafde dat op een bijeenkomst vanuit het OCW- ministerie o.l.v. mevr. Vogelzang laatstgenoemde verklaarde dat koppeling tussen prestatiebeoordeling en salaris wél “normaal personeelsbeleid” is en koppeling tussen opleiding en salaris niét en dat ook op de scholen een “normaal personeelsbeleid” moet komen. Bijsterveld en Plasterk lijken zich te willen aansluiten bij de opvattingen van de schoolbesturen en hun managers wat betreft de wijze waarop het tekort aan docenten het beste kan worden bestreden. Kernpunten daarvan zijn het vervangen van de buiten de school verworven bevoegdheid door binnen de school verleende geschiktheid en de invoering van funktiedifferentiatie. Wat een docent mag en moet volgt dan uit de plaats die hem toegewezen wordt binnen een complex systeem van competenties en verantwoordelijkheden. Voor honorering naar bevoegdheid is geen plaats binnen het systeem. Door de mogelijkheid om carrière te maken zouden minder leraren de school of het onderwijs willen verlaten waardoor het lerarentekort wordt bestreden. Voor 1-e graders is het systeem helemaal onaantrekkelijk. Het systeem vraagt om goed verdienende managers die geen universitaire studie achter de rug hoeven te hebben maar wel eerstegraads vakdocenten mogen aansturen. Er blijft dan, zoals bekend, geen geld over om eerstegraders overeenkomstig het niveau van hun opleiding te betalen. In dat systeem zullen daarom waarschijnlijk een klein aantal hoogopgeleide docenten een groot aantal laagopgleide docenten monitoren die de bovenbouwleerlingen VWO en HAVO gaan begeleiden.
        Geen LD voor eerstegraders dus en ook geen soevereine leraren voor de klas. Plasterk zal NIET overstag gaan.
        Seger Weehuizen

  5. Inzake bijeenkomst v. Bijsterveldt / Leerkracht
    Naar aanleiding van het verslag van Em70 ga je je afvragen wat nu precies het doel van die dames Vogelenzang en van Bijsterveldt is.
    Het komt wel vaker voor, dat doel en middelen door elkaar gehaald worden: mensen schrijven een actieplan zus-of-zo en willen dat (laten) uitvoeren. De effecten van zo’n plan zijn wellicht minder interessant dan het feit dat er überhaupt een plan geschreven en uitgevoerd wordt. Dat laatste komt op je conduitestaat; het eerste wordt pas jaren later bekend.

  6. Nog wat gehoord of gezien van Plasterk?
    Ik wordt moedeloos van dat ijzeren-heinige vasthouden aan een eenmaal ingenomen standpunt.
    De dames hebben vast veel geleerd van Bush die ook maar blijft volhouden dat hij in Irak goed heeft gehandeld.
    Wat is overigens de baas van de dames B&V aan het doen? Nog wat gemerkt van onze grote onderwijsroerganger Plasterk? Of is die druk aan het oefenen voor zijn roze grachtenrondvaart?

  7. BON moet toch maar een BOND…
    …worden.
    Anders komen we er echt niet.
    Er zijn keiharde onderhandelingen nodig en de staking van komende woensdag, daar mag het echt niet bij blijven.
    Het ministerie is oost-indisch doof en wil de leraren eenvoudigweg niet horen.
    Je moet er niet aan denken voor je salarisverhoiging afhankelijk te zijn van de schoolleiding.
    Ze hebben daarmee een reinste chantagemiddel.
    Maar de dames willen het niet horen.

    • BON moet vooral
      géén BOND worden. Dan wordt ze ingekapseld in de klei/slijm-laag rondom onderwijs en verliest ze haar onafhankelijke positie. Juist omdat BON fris van de lever en ongeBONden haar ideeën kan ventileren heeft ze een belangrijke plaats in het onderwijsveld veroverd.

  8. Hier gaat het mis
    Enerzijds maakte Van Bijsterveldt zich zorgen of het geld van haar actieplan wel op de juiste plaats terecht komt, anderzijds wil zij de autonomie van scholen niet aantasten.
    Hier gaat het mis!
    Rinnooy Kan is glashelder: “Van de OVERHEID mag een leidende en initiërende rol verwacht worden bij het beschikbaar stellen van de substantiële toegevoegde middelen die nodig zijn om het leraarschap weer voldoende aantrekkelijk te maken, en bij het tot stand brengen van de randvoorwaarden in REGELGEVING en toezicht waarbinnen het onderwijs van de toekomst tot stand moet komen” (LeerKracht, blz 78).

    • Bestuursstructuur en medezeggenschap
      Ik heb in de bijeenkomst vanmorgen nog opmerkingen gemaakt over de operatie “Good Governance” die het ministerie heeft ingezet, en die als bedoeling heeft de besturen van de scholen op een andere leest te schoeien. Ik heb aangegeven dat er het grote gevaar bestaat dat die (zg professionele) besturen de verkeerde kwaliteitscriteria gaan gebruiken. dDie verkeerde criteria liggen nu klaar.
      De Onderwijsraad heeft erop gewezen dat de inbreng van de leraren versterkt moet worden en dat er andere bestuursvormen gebruikt kunnen worden dan nu worden gepresenteerd.
      Als ik het rapport van Rinnooy-Kan lees vind ik daar ook aanzetten/opmerkingen over het belang van de grotere medezeggenschap.
      Omdat van Bijsterveldt de leraren nog eens bij elkaar wil roepen over de “kwaliteit”, lijkt het me dan de beste plaats om daarover dan nog eens met het ministerie in discussie te gaan.
      Vooralsnog is het van groot belang dat er nu geen veranderingen in de bestuursstructuren sluipend worden ingevoerd. En het is hoog tijd om de leraren op de scholen goed te informeren over de komende veranderingen.

    • Een idee! **PLOINK**
      Wat dachten jullie ervan om een BON-hoek te maken op het plein? Alwaar we kunnen samenklonteren?
      Wordt vast beregezellig. 🙂

      Historia vitae magistra

      • Badge
        Ik kom ook en ik doe dan mijn ALV badge op. Als iedereen van BON dat doet vergemakkelijkt dat het samenklonteren – en de gezelligheid – wellicht.

          • Haha, mark, die vond ik te
            Haha, mark, die vond ik te duur;-). Écht! Erg hè, wel 70 euro uitgeven om naar de VU te komen, en dan die € 2,25 (klopt dat?) voor die beker te veel vinden…

        • O, o, badge moest ingeleverd
          Bram, ik heb die badge moeten inleveren na de jaarvergadering. We kunnen toch gewoon een BON-logootje uitprinten plasticje erom en op onze jas bevestigen. Een BON-hoekje is een goed idee. Wie kent de lokatie en doet een slim voorstel?

          • De beste lokatie op ’t Plein….
            …voor de BON-samenscholing is aan de voet van het beeld van Willem van Oranje, midden op ’t Plein voor de deur van de Tweede Kamer, waar bij de moord op Pim wekenlang de bloemen lagen.
            Je kunt elkaar daar niet missen.

  9. Nuancering is op zijn plaats
    Ik was zelf ook aanwezig bij deze kleinere groep en wil toch het gegeven commentaar een klein beetje nuanceren.

    Ten eerste vond ik het sowieso al een goed initiatief dat wij als docenten in ieder geval in de gelegenheid werden gesteld onze mening te geven. Hierbij denk ik dat iedereen voldoende mogelijkheden had om te zeggen wat hij of zij wilde.

    In mijn herinnering werd er wel degelijk gezegd dat de 40 uur niet als norm voor een voltijd baan zou worden genomen. Daarmee wil ik niet zeggen dat ik het eens ben met dit voorstel, integendeel. Ik denk dat meer werk de baan als docent alleen maar onaantrekkelijker maakt. Ik zou zelfs het idee van het AOB willen ondersteunen waarin voorgesteld wordt om een voltijdbaan in 4 lesdagen te roosteren, waardoor er één dag beschikbaar zou zijn voor voor- en nawerk en het nakijken van bijv. toetsen. Maar dat is waarschijnlijk niet iedereen met mij eens.

    Daarbij vraag ik me af wat em70 had verwacht van dit gesprek. Had mevr. Vogelzang moeten zeggen: “Jullie hebben gelijk, we veranderen direct ons beleid?” Ik denk dat dit wat kort door de bocht zou zijn. Ik hoop wel dat er iets gebeurt met wat er gezegd is, want het is duidelijk dat het zo niet door kan gaan. Maar laten we ook elkaar de tijd (natuurlijk niet teveel!!) en ruimte geven om met zijn allen en het ministerie te proberen een zo goed mogelijke oplossing te vinden, waarbij alle betrokken docenten er (hopelijk) profijt van mogen hebben.

    Ik vind het jammer dat door zo’n negatieve berichtgeving gelijk anderen hierop inspringen zonder te weten wat er allemaal daadwerkelijk gezegd is. Dit zorgt voor, een naar mijn mening, verkeerd beeld van het genomen initiatief.

    • niet zo negatief
      Ik ben ook niet zo negatief, maar dat ligt aan mijn verwachtingen. Dit waren geen onderhandelingen maar resonancebesprekingen. Vanuit oude vakbondservaringen (niet AOB ter geruststelling) denk ik een beetje te weten hoe de hazen lopen (zo vlak voor de Paas). Naast het formele overlegcircuit is een er minstens zo groot informeel circuit om het formele overleg te vermakkelijken en gezichtsverlies van een van de partijen te komen.
      Woensdag behoorde tot de informele categorie. Kan heel nuttig zijn omdat deze bijeenkomsten veel opener zijn. Natuurlijk wil de staatsecretaris, ook de sfeer en de aktiebereidheid proeven. Daar kan ze inzet, strategie en taktiek in het formeel overleg weer op afstemmen. Dat hoeft voor ons niet slechter uit te pakken, want zij heeft vast een grote spanning en zelfsactiebereidheid bij docenten geproeft. Aan de andere kant heeft ze ons leren kennen als betrokken mensen waar mee te praten valt. Dat wil overigens niet zeggen dat altijd het redelijk argument wint want het argument van het budget lijkt meestal niet van zijn sokkel te krijgen.
      Trouwens onderhandelen is een vak apart en een lastig ook (met soms speelse elementen en trucs).
      Het ministerie gaf aan dat het haar er om ging dat er toch twijfels waren over de representativiteit van de bonden, maar het ging over meer.
      Wij moeten vooral wel met het ministerie in gesprek blijven.
      Ik hoop mijn aantekeningen ook nog uit te werken voor de nieuwsgierige collega’s, maar eerst nog stapels schoolexamens onder het eieren eten wegwerken. Typisch een docent, altijd maar die lieve leerlingen voor laten gaan….

    • Re: Nuancering is op zijn plaats
      Het initiatief is inderdaad goed, maar kom dan niet slechts vijf dagen van tevoren met een uitnodiging; zo kun je je niet behoorlijk voorbereiden.

      En wat ik van dit gesprek had verwacht? Nagenoeg niets, want het Actieplan is vooral gestoeld op geldgebrek en niet op de bedoelingen van het rapport Leerkracht van Rinnooy Kan. Als je als regering niet substantieel extra geld wilt uitttrekken voor het VO (door belastingverhoging, bezuiniging elders, of een combinatie hiervan) en ook de grootschaligheid in het onderwijs niet wilt hervormen, dan is elk actieplan gedoemd te mislukken.

      Dat houdt mij natuurlijk niet tegen om alle foute voornemens bloot te leggen, want wat ze van plan zijn beoordeel ik als erger dan alles laten zoals het nu is. Meer oneerlijkheid in de beloning en meer bureaucratie, zo kun je het samenvatten. Het is aardig dat ze naar je luisteren, maar het zou pas echt leuk zijn als ze je argumenten serieus gaan nemen. Dat hen dat in conflict brengt met hun eigen beperkte visie of kortetermijn partij- of carrièrebelang, daar kan ik ook niks aan doen.

      Verder bedacht ik me de afgelopen dagen nog iets. Die optionele 40-urige werkweek, die heeft nóg een groot nadeel, naast wat ik al noemde (de oneerlijke loonvergelijking met andere sectoren of met het onderwijs in andere landen). En dat is het volgende. Docenten die hun werk serieus nemen, zullen nauwelijks voor die 40-urige werkweek kiezen; je zou wel gek zijn. Maar wie kunnen er wel voor die 40-urige werkweek kiezen terwijl het ze geen of nauwelijks meer inspanning hoeft te kosten? De managers! Gewoon wat langer vergaderen, of uren die je toch al maakte gewoon blijven maken, en dan voor die 40 uur kiezen in plaats van 36. Krijg je ineens ruim 11 procent extra loon, zonder dat je er wat extra’s voor hoeft te doen. Er zal dus alleen maar nóg meer geld naar managers toegaan, temeer ook omdat die ook nog eens in hogere schalen zitten. Was dit de bedoeling van Rinnooy Kan? Ik dacht het niet. Dat had volgens mij iets met de positie van de leerkracht te maken.

  10. Een bonus voor de baas
    “Dit voorjaar leveren onderwijsinstellingen weer hun jaarcijfers in bij het ministerie. Ongetwijfeld voer voor een discussie over een prestatiebeloning aan bestuurders. Op welke gronden worden die beloningen uitgedeeld? Hoe beoordeel je de verdienste van een collegelid? En waarom mag de buitenwacht niet meekijken?” “Een bonus voor de baas” Artikel in “Het Onderwijsblad” van 22 maart j.l. door Arno Kersten.

    Na het lezen van dit artikel voel ik mij door de politici verraden. Als ze wel te goeder trouw zijn moeten ze kiezen: Of alle macht over het onderwijs weer naar “Den Haag” of volledie liberalisate van de onderwijsmarkt zodat er geen ruimte blijft voor profiteurs

    Seger Weehuizen

    • Dat begrijp ik niet
      Volledige liberalisatie zou de profiteurs geen ruimte geven?
      Integendeel!

      • Seger bedoelt
        dat als er volledige vrijheid is, er een kans is om ook enkele goede scholen te stichten. Blijkbaar is in zijn ogen het onderwijs al zo ver heen, dat dit de enige weg is om hier en daar nog wat goed onderwijs te realiseren.

        Deze strategische discussie heb ik al meerdere keren met hem gevoerd.
        En hoewel zijn oplossing me tegenstaat, vraag ik me inderdaad soms af of we in onze “diagnose” van de situatie waarin het Nederlandse onderwijs zich bevindt niet te naief zijn. Is er een breed draagvlak (mogelijk) om het tij nog te keren of moeten we zo realistsich zijn om het op te geven en hier en proberen hier en daar nog kleine eilandjes van “hoop” op te zetten? Doe ik je met deze weergave recht, Seger? Ik vergelijk het met wat er door de commercialisering van het omroepbestel gebeurd is. Enkele heel kleine publieke omroepjes bieden nog echte kwaliteit. De grote publieke omroepen profileren zich als semi-commercieel en proberen overeind te blijven in het gevecht om de kijkcijfers met de commerciele zenders. Gevolg is een enorm aanbod aan vervelende televisie en overal dezelfde voorspelbare formats. Maar als je weet waar en wanneer, zijn er af en toe ook uitstekende uitzendingen te vinden.

        • in essentie ja
          Ja, weknow, en als er eenmaal een paar goede scholen zijn, als de mensen zien dat het werkt, verdwijnen vanzelf de slechte scholen. Ik hoop ten minste dat de meeste ouders niet net zo zeer hangen aan “leuke”scholen met een oppervlakkig programma als de meeste kijkers hangen aan “leuke”commerciële zenders met pulp.
          Als we met een tabula rasa zouden kunnen starten zou ik wat betreft inhoud en organisatie mij op het prae-mammouth-tijdperk willen oriënteren. Misschien zijn we het wat dat betreft helemaal met elkaar eens.
          Tegen het terugdraaien van het “besturen op afstand” (d.w.z. het verstrekken van onderwijsmonopolies) zou fel verzet ontstaan en er zouden waarschijnlijk onbetaalbare afvloeiingsregelingen getroffen moeten worden. Maar tegen een”spong naaar voren” kunnen waarschijnlijk veel moeilijker steekhoudende bezwaren worden ingebracht. Overal buiten het onderwijs wordt toch immers vrije concurrentie als summum gezien?
          Seger Weehuizen

          • geen vrije concurrentie
            Het misverstand, beste Seger, is m.i. je pleiten voor “vrije concurrentie”. Als ik je bijdrage lees, is er een zeer duidelijke rol voor de overheid. Die bewaakt zelf (of laat dat doen) de kwaliteit van wat een school neerzet.
            En dat was precies mijn point in onze discussies: dat de overheid fundamenteel te kort schiet en haar elementaire taak om in te staan voor goed onderwijs uit handen gegeven heeft. “Verkocht” om zeker te zijn van dat de onderwijskosten beheersbaar/voorspelbaar zouden blijven. Vanuit die “zorg” kregen scholen (en bovenschoolse giganten die die scholen “besturen”) en raden die zich naar niemand hoeven te verantwoorden de “macht” om te beslissen over de doelen van een maatschappelijke taak die iedereen aangaat: opleiding en vorming van mensen = onderwijs. En wat we zien is dat goed onderwijs de facto door hen ondergeschikt wordt gemaakt en verwaarloosd. Wie anders dan een gekozen overheid kan deze verantwoordelijkheid namens de samenleving garanderen? Die eindverantwoordelijkheid heeft de Nederlandse overheid (voorgoed) in de vrije markt gegooid en of het resultaat goed is of niet: daar heeft ze in wezen geen echte invloed meer op. Ik vind dat de overheid die onvervreemdbare rol weer moet nemen. Anders laat ze iedereen in de steek! De manier waarop, die jij dan bepleit: controle van resultaten van scholen en wegnemen van belemmeringen om scholen te stichten – waardoor elke school zijn kwaliteit t.o.v. andere moet bewijzen – vind ik dan nog niet zo gek.
            Maar dit is geen vrije concurrentie die je bepleit, maar een overheid die haar taak neemt en daarbij een (beperkte) ruimte laat aan scholen met hun onderwijskundig/didactische visie om hun degelijkheid te bewijzen en daarin – zo vrij mogelijk – te concurreren.

          • Wel vrije concurrentie
            Op elke `vrije markt’ is er sprake van regelgeving. De `onderwijsmarkt’ is waarschijnlijk 1 van de meeste ongereguleerde markten in Nederland. Dit ondanks (of misschien we dankzij) het feit dat de overheid voor vrijwel alle kosten op deze markt opdraait.

          • Ieder het hare
            Mijn idee over concurrentie is in lijn met het advies van de Commissie Dijsselbloem. De overheid bepaalt WAT en de scholen HOE. Maar over dat laatste mogen zij geen afspraken maken die ze aan elkaar opleggen zoals dat nu bij het MBO gebeurt. Ook voor de ouder en de leerling moet er keuze komen op het gebied WAT en op het gebied HOE. Bij voorbeeld: Ik wil voor mijn kinderen een intellectuele en akademische ambiance, theoretisch getint onderwijs en “onnutige” vakken zoals Latijn en Grieks. Als veel meer ouders dat willen en hun wensen zijn niet al te zeer tegen het maatschappelijk belang moet de overheid helpen om de mogelijkheid daartoe binnen het gesubsidieerde onderwijs te verwezenlijken. Om terug de komen op het WAT en HOE van de overheid en de scholen: Iets als ‘opleiden tot maatschappelijke verantwoordelijkheid” kun je moeilijk tentamineren. Dat beperkt het WAT aanzienlijk dus creëer voor niet tentamineerbare lessen een beetje ruimte bij de scholen en laat de controle daarbij over aan hen en de ouders. Door haar eigen controle op het bereiken van WAT is de verantwoordelijkheid voor de prestaties op cognitief gebied weer helemaal terug bij de overheid. En voor een school die de cognitieve doelstellingen van WAT accepteert is er juist veel ruimte voor eigen didaktische doelstellingen.
            Seger Weehuizen

          • Wat, hoeveel wat?
            Ik ben er glad voor dat de overheid alleen het WAT bepaalt. Er zit echter een probleem bij het nieuwe Competentie Gericht Leren. Het WAT is daar zo vaag en onhanteerbaar geformuleerd, dat het eerder lijkt op ‘hoe je eraan kunt werken’. Da’s een formulering die mij de rillingen bezorgt. Ook dat ontwikkelportfolio is mij een doorn in het oog. Het geeft geen eindtermen, maar als je er ‘maar mee bezig bent geweest’… Grrrrr

          • Incompabilité des deux systèmes
            Het Competentiegerichte leren, Hinke, levert nauwelijks tentamineerbare resultaten. (Onder “tentamen” versta ik in de eerste plaats een groot proefwerk of grote schriftelijke toets. Vooral bij vakopleidingen zal men niet altijd aan een mondelinge of praktische toets kunnen ontkomen. Maar altijd onder toezicht van en met als hoofdbeoordelaar een gecommitteerde). Scholen kunnen de leerstof natuurlijk best geïntegreerd aanbieden, Ook een verzwakte vorm van competentiegericht leren blijft mogelijk maar wordt wel onaantrekkelijk. De school of de zelfstandig werkende leerling zal er dan immers op moeten toezien dat binnen de leerperiode alle stof die op de tentamens/het examen gevraagd kan worden aan bod gekomen is. De eisen voor de tentamina/het examen moeten natuurlijk nauwkeurig geformuleerd zijn. Ik denk dat de belangstelling van de vervolgopleiding of het bedrijf waar de scholier na afloop wil gaan werken weinig belangstelling voor het portfoglio zal tonen als alle leerstof ook degelijk geëxamineerd is. het liefst zag ik de onderwijswetgeving zo veranderd dat een leerling voor zijn opleiding kan kiezen tussen een school met HNL en portfoglii of een school met afzonderlijke vakken afgesloten met tentamina.
            Seger Weehuizen

          • Mooie droom Seger
            De eindtermen zijn afgeschaft en worden zeker niet meer geëxamineerd. Ook, of liever gezegd juist, in de beroepsopleidingen. De meeste bedrijven hebben helemaal geen zin om in een dikke hangmap met foto’s en verslagen te gaan puzzelen om te kijken of de sollicitanten kunnen wat zij nodig hebben. Toch zal dat de realiteit worden. Geen kennis meer toetsen, geen concrete eindtermen en veel ontwikkelportfolio met fijne doe-dingen (verslag schrijven, evalueren, feedbacken etc.). Jullie zien het onze bouwvakkers (loodgieters, autojongens, elektromannen) zeker al wel doen: ‘Sta ik wel genoeg open voor jouw kritiek? Werk ik voldoende aan mijn collegialiteit? Die samenwerkingsvaardigheden wil ik graag nog verder ontwikkelen. Ik zal het opnemen in mijn PAP.’

          • een nog niet verloren strijd
            Als we de discussie nu even beperken tot MBO (waarop ik vanuit mijn BON-status als ouder met VWO-kinderen veel minder zicht heb):
            De bedrijven zijn blijkbaar helemaal niet enthousiast over de invoering van hangmappen en ook niet over de prestaties van de uitgeleerden. Onze strijd moet zich in eerste phase richten op het niet geheel afsluiten van de “ouderwetse” gesubsidieerde scholing en daarvoor moeten we steun zoeken bij de afnemers, de bedrijven. Die strijd wordt trouwens op dit moment gevoerd en is door ons en onze bondgenoten nog niet verloren.
            Wat het andere kant van het onderwijsspectrum betreft: De onderwijsvernieuwlers krijgen het er zeker niet door dat het Centraal schriftelijk Eindexamen wordt afgeschafd en er is ook een drukgroep die een einde wil maken aan de mogelijkheid om slechte resultaten bij dat examen te compenseren met cijfers van het schoolexamen.
            Seger Weehuizen

          • Het IS al besloten voor het MBO Seger
            Voor het MBO IS het al besloten: de nieuwe eindkwalificaties zijn competentiegericht geformuleerd. Het had in 2008 verplicht moeten worden, maar dat is uitgesteld naar 2010. Dan MOET elke MBO-opleiding competentiegericht zijn (dat wil zeggen met competenties als einddoelen en met een ontwikkelportfolio en met zoveel mogelijk zelfverantwoordelijk en samenwerkend leren).
            Het is zo jammer dat BON er niet door kan krijgen dat opleidingen die dat willen ook nog met de oude eindtermen mogen werken. Het zal ze door de centraal geleide ROC’s dan nog niet lukken.
            Google één keer op competentiegerichte beroepsopleidingen en de schellen zullen van de ogen vallen. Neem bijvoorbeeld het Brondocument Leren Loopbaan Burgerschap.

          • Wat denken de leerlingenafnemers er van?
            Van uitstel komt helaas niet altijd afstel. Het is jouw overtuiging dat we hier met een van die zeldzame uitzonderingsgevallen te maken hebben. Afstel zou mogelijk moeten zijn als de bedrijven zich achter BON zouden stellen. Hoe denken de bedrijven er op dit moment over? Als daar skepsis is zou een bestuursvertegenwoordiging met hen moeten gaan praten. Bedrijven willen natuurlijk graag voor zichzelf een monopoliepositie maar niet voor hun toeleveringsbedrijven. Regering en ROC kunnen volgens mij de mening van het bedrijfsleven in deze aangelegenheid niet negeren.
            Seger Weehuizen

          • Beste Seger
            Met een hoofd diep gebogen, moet ik toegeven dat Hinke gelijk heeft. De race is waarschijnlijk gelopen. Het bedrijfsleven is ondertussen in vele ROC zo ver doorgedrongen dat ze zelfs de leerinhoud en de beoordeling ( diploma) bepalen. Elk jaar is er een stuwmeer van stagairs waaruit ze kunnen kiezen. Leerlingen die 50% van de schooltijd of 2 dagen op stage gaan. Er zijn hele opleidingen die gesubsidieerd worden door het bedrijfsleven. Reken maar dat er velen klagen, maar niet in de zin om onze leerlingen meer kennis bij te brengen maar in de zin om onze leerlingen nog meer stage te laten lopen.
            Het bedrijfsleven wil alles behalve bemoeienis van minister en staatsecretaris door middel van centrale examens. Ze vinden de portfolios prachtig maar volstrekt oninteressant. Ik denk dat ook Hinke met lede ogen aanziet dat de leerling op zich niet interssant is voor het bedrijfsleven ( de goeie daargelaten) maar meer de productiecapaciteit en het rendement van de leerling op de werkplek. Ik durf het aan ( na de noodklok) te beweren dat de helft van het MBO geen Middelbaar beroepsonderwijs meer is maar een regelrechte bedrijfsschool onder de hoede van een ROC. Maar al te graag zou ik willen weten hoe alles in zijn werk gaat, financieel gezien dan, maar zolang de school-bedrijven hun cijfers niet openbaar moeten maken zoals elke BV in Nederland komen we dat niet te weten.

          • Gesubsidieerde baan
            Het bedrijfsleven is dus erg blij met het feit dat ze `gratis’ werknemers hebben (de jonge werknemers krijgen van de overheid studiefinanciering en hoeven dus geen salaris betaald te krijgen).

            BON kan het dan dus beter op belastingverspilling gooien.

          • re Jeronimoon Ma 24/03/2008 – 19.35
            Wat Jeronimoon meldt is min of meer bekend. Toch is het met afstand het meest schokkende bericht sinds tijden.
            Willem Smit

          • muisarm
            ik popel om met de discussie door te gaan maar ik wil nu mijn pols sparen (RSI/muisarm)
            Seger Weehuizen

      • Zo is het
        De uitgangspunten zijn heel eenvoudig:
        1. Iedereen mag een school beginnen voor 1 tot ∞ leerlingen zonder daarbij gehinderd te worden door bureaukratische rompslomp.
        2. De school wordt gesubsidieerd in de vorm van een bepaald bedrag per geslaagde leerling
        3. Die leerling moet slagen voor een geheel extern afgenomen examen
        Uit 2 en 3 volgt dat het om een outputfinanciering gaat waarbij de school de output alleen maar kan verhogen door meer kwaliteit te bieden.

        Voorbeelden:
        • Het afstandsonderwijs van het LOI voor het behalen van een Staatsexamen VWO. Dit wordt ten onrechte niet gesubsidieerd.
        • De vroegere opleidingen voor de MO-A en MO-B bevoegdheid.

        Natuurlijk zijn er problemen. Leerlingen die de studie niet afmaken of het eindexamen niet halen hoewel ze toch veel opgestoken hebben. Voorkomen moet ook worden dat scholen de krenten uit de pap pikken en de twijfelgevallen zich nergens voor een school kunnen aanmelden die een programma op het door hen gewenste theoretische niveau aanbiedt. Ook de aansprakelijkheid van de schoolleiding of de schoolstichter(s) bij slechte resultaten is een probleem dat moet worden opgelost.
        Voor veeljarige studies is het wenselijk dat er externe tussenexamens afgenomen kunnen worden

        Door het ontbreken van monopolies zouden profiteurs inderdaad geen kans krijgen. Een school zal het zich niet kunnen permitteren om inefficiënt les te geven.
        Seger Weehuizen

  11. Lerarenopleiding
    Is de kwaliteit van de lerarenopleidingen en het gegeven dat hier nog steeds HNL-adepten overeenkomstige didactiek aan studenten uitventen, aan de orde geweest?

    • Lerarenopleidingen
      Ja, dat heb ik genoemd, als een van de terreinen waar het vak weer prominent moest komen te staan. Er was nu geen tijd en gelegenheid om erover te discussiëren, maar in de vervolgbijeenkomst komt kwaliteit aan de orde. Dan zal de opleiding toch nadrukkelijker aan de orde moeten komen.

Reacties zijn gesloten.