slechte cijfers

Slechte cijfers

Eén van dingen die ik, naast de ingezonden brieven, wel aardig vind van het Onderwijsblad van de Algemene Onderwijsbond, is dat ze van tijd tot tijd cijfers geven aan de bewindslieden op Onderwijs. Het laatste resultaat, op grond van een AOb – panelonderzoek onder ruim 3500 onderwijsmensen, kent het cijfer 4,8 toe aan minister Plasterk, geeft een 4,4 aan staatssecretaris van Bijsterveldt en een 4,6 aan staatssecretaris Dijksma, terwijl het onderwijsbeleid als geheel een 4,3 krijgt.
Ook in het verleden werden dergelijke onderzoeken gehouden waarbij mevr. Van der Hoeven een 4,4 kreeg, minister Hermans een 5,1 en minister Ritzen een 5,2. Het is jammer dat mevr. Netelenbos en dhr Wallage niet genoemd worden maar ik herinner mij dat die ook een stevige onvoldoende kregen. Van Wallage weet ik nog dat hij na zijn onderwijsperiode verder ging met carrière maken en toen in een interview zei dat hij in het onderwijsveld ‘een dijk van een reputatie’ had opgebouwd. De uitslag van de enquête wees echter heel anders uit.
Toch vind ik het onderzoek van de AOb onvolledig. Eerlijk is eerlijk, het is nog steeds de grootste onderwijsbond van ons land, naar eigen zeggen met 77.000 leden. Op de ledenwerfpagina waarop in elk nummer van het Onderwijsblad het lidmaatschap wordt aangeprezen staat als belangrijk voordeel genoemd ‘de meeste politieke invloed’.
Laten we dat maar aannemen, dan is natuurlijk de vraag: En hoe is die invloed geweest?
Het antwoord moet mijns inziens zijn: desastreus.
Immers, de voortrekkers van de AOb hebben zich steeds weer uiterst meegaand getoond ten opzichte van de plannen van Wallage en Netelenbos en de rest. De leden van de AOb hadden wel door dat het beleid slecht was, vandaar die onvoldoende cijfers, maar ze hadden niet of te laat door dat hun eigen bestuurders daarvoor medeverantwoordelijk waren. Twee namen springen eruit: Ella Vogelaar en Jacques Tichelaar, die in de jaren negentig voorzitter waren van de bond. Wat voor cijfer zouden deze coryfeeën met terugwerkende kracht van de leden krijgen?
Maar ook het huidige AOb beleid zou aan een panelonderzoek van de leden onderworpen kunnen worden. Mijn indruk is niet dat uit de opstelling en reacties van de tegenwoordige bestuurders blijkt dat zij net zo denken over de bewindslieden als hun leden. Noch op onderwijskundig terrein noch op het punt van de rechtspositie laten zij merken dat het onderwijs in een crisissituatie verkeert. De leraar die eerlijk cijfert kan hun geen beter cijfer geven dan de bewindslieden.

Cornelis Verhage

1 Reactie

  1. AOB vóór CGL
    En helaas is het officiële standpunt van de AOB vóór het CGL in het MBO……..

Reacties zijn gesloten.