De positie van de leraar 3

Wel een aardige discussie gisteren over de rol van de vakbonden. Niet onnozel, wel af en toe een beetje naief in mijn ogen. Een partij voor de leraren; een nieuwe beroepsvereniging ? Niet onmogelijk op langere termijn misschien maar ga er maar eens aanstaan. Voorlopig houd ik het op BON. Kunnen we het nog eens lekker [on]eens zijn. Het verschil tussen wat de bond is en zou moeten zijn is inderdaad groot maar toch 1945 lees ik op het weblog van de voorzitter van de AOB, dhr. Dresscher : “de positie van de leraar moet sterker worden, de kwaliteit moet omhoog. Zo luidde het voortreffelijke advies van de commissie Rinnooy Kan. Hij stelde ook voor het vak weer aantrekkelijk te maken door hoog opgeleide docenten extra te belonen. De econoom Rinnooy kan weet heel goed dat je mensen moet prikkelen en dat je ze niet motiveert via de omweg van de instituties, zoals schoolbesturen”. Dat is toch gewoon pro belonen naar bevoegdheid. Ik weet overigens niet of dit het officiele AOB standpunt is. De reactie op het rapport Dijsselbloem van de AOB is te vinden op www.aob.nl. Ik vind de reactie nogal lauw. Maar goed, ze hebben 1 concreet antwoord v.w.b. de positie van de docent: het professioneel statuut; de beschrijving van de rechten en plichten van de docent t.a.v. zijn eigen autonomie. Dit is nodig om “de leerkracht weer in het zadel te helpen. Een professioneel statuut helpt de leerkracht een stuk van zijn professionele vrijheid in de school terug te heroveren” (een pleonasme maar het staat er zo). Is dit statuut nu de moeite waard om na te streven of is het een doekje voor het bloeden en moeten we gewoon van die lump sum af ? Geld is macht.

11 Reacties

  1. Concept tekst professioneel statuut?
    Het lijkt me heel erg goed om een professioneel Statuut te hebben voor leraren. Geeft de AOB hieraan nog meer concrete inhoud. Is er een concept-tekst, zou zoiets verplichtend moeten zijn voor elke gesubsidieerde school, is het gebonden aan een beroepsvereniging en aan registratie en bevoegdheden?

    • In de maak
      Het lijkt me heel erg goed om een professioneel Statuut te hebben voor leraren.
      Is in de maak, bij de vakverenigingen.

      • dubbele gedachten
        Het plan voor professioneel statuut is opgestart in 2006. We zijn nu anderhalf jaar verder en ik heb niet het idee dat het aanslaat, er vaart inzit en dat het het ei van Columbus is.

        Als ik de motiveringen en inhoudelijke aanzetten lees, dan denk ik dat er wel iets inzit. Misschien kan het een zekere bescherming geven tegen de nu ongebreidelde macht van de nieuwe managmentselites, die alles hebben overgenomen en zich hebben georganiseerd tot een onaantastbare, op eigen belangen gerichte, oligarchie buiten elke democratische controle. Misschien kan het zo wat bijdragen tot ietsiepietsie invloed van leraren op wat er gebeurt en wat scherpe kantjes afhalen van de desastereuse uitverkoop van onderwijskwaliteit, die heeft plaatsgevonden.
        De analyses van wat er aan de hand is van de AOB of bonden is dubbel. En daar zit de zwakte!
        Men wil de positie van leraren versterken en ziet iets van wat er gebeurd is: De scholen zijn filialen van fastfoodketens geworden; de leraren als chefkoks gedegradeerd tot frietenbakkers die behandeld worden als werkstudentjes. Die krijgen een statuut, om zich daartegen te verzetten. De machtsverandering wordt erkend en geaccepteerd door de AOB, want ze maakt er deel van uit en heeft er aandelen in. Het lijkt sympathiek en kan wat uitmaken. Maar als je het machtsprobleem zelf niet wil aanpakken, dan is het in wezen niet meer dan het uitdelen van een “Strijdkreet” over gezond eten aan de poorten van de filialen van McDonnalds en Pizza Hut.

  2. Beroepsvereniging van leraren
    Deze vereniging moet worden opgericht met een fonds van het ministerie. BON zou de minister er van moeten overtuigen dat dat de beste zet is in deze omstandigheden. Alleen een beroepsvereniging kan in de toekomst de VO-raad bijsturen of -hopelijk niet nodig, een beetje gezond verstand hebben onze schoolleiders wellicht nog behouden- zelfs dwarsbomen.

    Lobbyisten van BON, wil je de leraar helpen, hengel dan eens om hulp bij het ministerie.

    Beroepsvereniging onmogelijk? Nee, binnen twee jaar moet die vereniging goed functioneren.

    Alle andere wegen zijn gesloten: de VO-raad de macht ontnemen? Onmogelijk, alleen voor wie in dromen gelooft. Hopen dat de leraren ooit uit zichzelf in beweging komen? Uitgesloten. Rekenen op de minister? Plasterk is de beste minister die je je kunt wensen, maar wonderen verrichten kan hij niet. En tenslotte: hopen dat de bonden je te hulp schieten bij allerlei kwesties? Welnee, die laten het inmiddels al twintig jaar afweten, de bonden zijn verwaarloosbaar.

    • beroepsvereniging een arena?
      Ik heb een grote twijfel over of die beroepsvereniging zal bijdragen aan beter onderwijs. Ik zie onder leraren een grote verdeeldheid. Ik zie het op mijn school, ik zie het landelijk, ik zie het in het opleidingsniveau en in ambities en zo nog het een en ander.
      Goed loon is misschien het enige gemeenschappelijke belang van alle leraren. Bij de vraag wie op wat recht heeft aan loon, begint het gedonder al. En voor de rest wordt een beroepsvereniging een arena van beter en minder bevoegden; hoger en lager opgeleiden; competentieleerders en vakdocenten; klassikalen en kootsjes….
      DE VO-raad en besturen kunnen zich in de handjes wrijven: ze hoeven ons niet te verdelen om te heersen; dat doen we zelf wel.
      Een lerarenmacht van betekenis? Ik geloof er niet in.

      En daarom denk ik dat BON met een aantal duidelijke ideeen over hoe de macht in de samenleving en in het onderwijs verdeeld moet zijn, (wat zich ook vertaalt in een visie op onderwijs en kwaliteit daarvan) meer kan bereiken: goed onderwijs is uiteindelijk in ieders en ons aller belang. En dat goede en geldige argument is onze kracht tegen de machten die het tegendeel waarmaken in hun eigen belang.

      • Gekissebis
        Inderdaad vrees ik ook dat die onderlinge verdeeldheid enorm groot is. Het lastige is dat het mijns inziens nooit gaat om principiële verschillen. Er zijn enorm veel leraren die eenvoudigweg geen eigen visie hebben. Zij lopen graag mee met de diverse modes. Ze zijn sowieso niet bereid om een weerwoord te geven op didactieken/onderwijsdoelen die hen opgelegd worden. Soms omdat het lesgeven voor hen slechts secundair is, soms omdat ze dat softe gedoe écht heerlijk vinden.

        Ik weet niet echt goed wat je ermee moet, maar ik zou me kunnen voorstellen dat een beroepsvereniging opgericht wordt met duidelijke uitgangspunten. Wil je in het betreffende register van leraren, dan moet je het eens zijn met die uitgangspunten. Wellicht komen er dan meerdere beroepsverenigingen. Dan schept dat ook duidelijkheid, want dan moet men op zijn minst kiezen.

        • een beroepsvereniging voor elke leraar 😉
          Je geeft perfect aan waarom het niet gaat werken Hinke. De enige eis die je aan leraren moet stellen is dat ze verstand hebben van hun vak. Welke didactische voorkeur ze hebben is aan henzelf en aan de scholen die hen benoemen.

          De overheid moet zorgen voor de vakkennis-garantie dmv een bevoegdheid en moet ook garanderen dat er niet één stroming of sekte de dienst kan uitmaken. Als ze dan ook nog eens extern examineren, dan heb je de kwaliteit min of meer gegarandeerd en zijn de leraren min of meer autonoom. In ieder geval kunnen beunhazen het niet langer voor half geld overnemen.

          Een weinig spannend plan natuurlijk. In feite komt het neer op de situatie die er was voordat alle besturen gingen schaalvergroten en de bevoegdheden werden afgeschaft. De oplossing is zo simpel.

          Tenslotte: elke beroepsvereniging of exta “bond” of “raad” is er een te veel. Het barst in NL al van die dingen en ik heb er nog nooit ook maar iets goeds van gemerkt. Kost klauwen met geld, houdt zichzelf in stand. Sterker nog: het breidt uit alsof dat wettelijk verplicht is.

          BON is BON en voor beter onderwijs. Laat BON vooral de leraren links laten liggen, er geen aandacht aan besteden. Enkel gaan voor GOED onderwijs. Dan neem je vanzelf de goede leraren mee, goede leraren hebben namelijk ook (zelfs financieel) belang bij goed onderwijs. Slechte leraren hebben belang bij slecht onderwijs. Zo wordt kaf en koren automatisch gescheiden.

        • ja Hinke, zo zie ik het ook
          maar meerdere beroepsverenigingen met meerdere uitgangspunten is nog steeds verdeeldheid van leraren en dus versterking van de machten die leraren zo nodig moeten managen/gebruiken/aansturen/beoordelen of er op willen besparen. (Vul hier maar alles in wat ons eigenlijke werk in de praktijk bedreigt).
          De vraag is: waarom kunnen en mogen ze dit doen? (macht!)

          Ik kom er iedere keer weer op uit: Het is een machtsprobleem van de samenleving. Neemt de samenleving de macht om haar eigen ontwikkeling en voortbestaan te garanderen en te bewaken (ook via goed onderwijs) of verkoopt ze zichzelf uit aan machten die eigen belangen/doelen mogen nastreven en zich ten koste van ons mogen verrijken?

    • Bonden zijn inderdaad te verwaarlozen.
      Althans wat betreft het aantal leden (Aob). Hun banden met “de gevestigde politiek”, kijken mij steviger, dan die met de leden.
      Plasterk kan best ’n wondertje verrichten. Hij is, denk ik onbevangen in het onderwijs “gedoken”. Hij lijkt mij een van de weinige politici, die zich misschien realiseert, dat het pompen of verzuipen is. Iemand die miljarden eist, die ’n Delta onderwijsplan op papier zet. En zo niet, z’n onslag neemt. Niet als verliezer, nee, ’n ziener en niet voorbestemd om in de portrettenrij der onderwijsminsters tussen Wallage en Netelenbos te gaan bungelen.
      Dit gevoel blijf ik houden, totdat ’t onderwijssneeuwvlokje ’t achterste van zijn scherpe en observerende tong heeft laten zien.
      Vertrouwen geeft moed,
      hopen moet.

Reacties zijn gesloten.