Motie Rietdijk-Heertje ALV 26-01-2008 punt 5.

De controverse tussen Rietdijk en Heertje enerzijds en het bestuur van BON anderzijds kan waarschijnlijk opgeheven worden door een leerling pas het VWO-diploma uit te reiken als hij zowel voor het schoolexamen als voor het Centraal Schriftelijke deel van het eindexamen geslaagd is. Voor gewogen inloting bij een numerus clausus vak gelden dan de cijfers van het CSE. Men kan overwegen toe te staan dat bij zeer goede resultaten van het CSE onvoldoendes uit het schoolexamen door de CSE-resultaten gecompenseerd kunnen worden. Immers voor zover op het CSE dezelfde leerstof op dezelfde wijze geëxamineerd wordt heeft de leerling zijn slechte cijfers “opgehaald”. Dit ondermijnt echter het streven om de leerlingen gedurende heel de bovenbouwperiode stevig aan het werk te houden.
Vóór de mammouth-wet was er alleen het centraal schriftelijk eindexamen en waren er geen proefwerkweken en geen gemeenschappelijke proefwerken. Dat liep toen niet slecht. België en een aantal Duitse bondsstaten kennen helemaal geen CSE. Het Nederlands systeem is er tussen in gepolderd. Nu in de bovenbouw VWO en HAVO steeds minder voor hun vak op ouderwetse wijze bevoegde en universitair opgeleide eerstegraads docenten les geven lijkt mij een grote rol van schoolexamens bij het verwerven van een VWO-diploma onverstandig.
Ik wil graag de controverse over het eindexamen in verband brengen met de proefwerkweken die nu onder vuur komen te liggen door de 1040-uren-norm. Ik neem aan dat die ingevoerd zijn vanuit de gedachte dat de leerlingen dan objectiever beoordeeld worden en hun cijfer minder afhankelijk wordt van hun eigen docent. Maar deze proefwerkweken beperken ook de vrijheid van de docent, ontregelen de gewone gang van zaken op school en maken ook het halen van de 1040-uur norm moeilijker. Een goed compromis tussen de vrijheid van de docent enerzijds en de controle op de docent anderzijds en tussen het bijtijds aan de slag gaan van de leerlingen enerzijds en de objectiviteit van het CSE anderzijds lijkt mij de opdeling van bij voorbeeld het VWO in 3 treden van 2 jaar die elk afgesloten worden door een Centraal Schriftelijk Afsluitings Examen alsmede het stopzetten van de proefwerkweken. Wat de leerlingen betreft zorgen de CSA’s voor een beter verdeling van hun inspanningen over heel de WVO-periode; 3 kleinere pieken in plaats van één grote. Telkens na twee jaar wordt hun kennis en inzicht objectief gemeten. Als een docent twee jaar lang dezelfde klas voor hetzelfde vak onder zijn hoede heeft worden zijn prestaties m.b.t. zo’n klas ook tweejaarlijks gemeten. Dat versterkt zijn positie bij een arbeidsconflict met het bestuur waaronder hij ressorteert.

7 Reacties

  1. Beste Seger
    Er bestaat niet zoiets als een ‘controverse’ tussen het BON-bestuur aan de éne kant en Rietdijk & Heertje aan de andere kant. Het ontraden van (in dit geval: een deel van) een motie door een bestuur is een zeer gebruikelijke procedure en is beslist niet iets controversieels. Tijdens de ALV van aanstaande zaterdag besluiten de leden of de motie uiteindelijk wordt aangenomen dan wel verworpen.

    Noud Willemse

  2. ‘k Zie twee beren…
    op dit pad.

    Het VWO in 3 etappes te verdelen.
    Beer één: dit levert een gigantische administratieve rompslomp op, waar geen enkele school op zit te wachten. Er zullen toetsweken moeten komen, er moet tijd zijn voor verwerking, controle door de inspectie; een proefwerkweek in het kwadraat.
    Beer twee: een school/vaksectie moet keuzes kunnen maken over de inrichting van het onderwijs. Ook over het aantal uren per vak per leerjaar, over welke leerstof in welk jaar aan bod komt. Die vrijheid wordt op deze manier wel erg ingeperkt.

    Hé, nog een beertje:
    Een school moet flexibel kunnen zijn. Een leerling die een maand ziek is moet gewoon over kunnen gaan als de docenten dat verantwoord vinden. Maar ook als een docent drie weken voor de toetsweek uitvalt moeten leerlingen verder kunnen.

    En weer een!
    Ik heb de indruk dat bij de citotoets in het basisonderwijs het niveau van die toets bepalend is. Dat men daar ook niet bovenuit probeert te komen. Ik ben bang dat dit verschijnsel zich ook zal voordoen bij drie examens in het VWO.

    Gelukkig ook nog een gazelle.
    Concreet aangeven wat het minimum streefniveau moet zijn aan het einde van elk leerjaar lijkt me een goed idee. Dan kan de school zelf zich daaraan spiegelen. En dat niveau mag best hoog liggen. Hoger dan nu in de praktijk gehaald wordt.

    • mene mene tekel ufarsin?
      Het quadraat van 1 is nog steeds 1. Drie proefwerkweken per jaar heeft 6 proefwerkweken die vervangen worden door één examenweek. De docenten hoeven de opgaven niet zelf te bedenken maar er is wel een externe eerste corrector nodig. Dus heeft een docent t.o.v. de proefwerkweek een lastenvermindering gekregen van 67%. Natuurlijk moet hij in de loop van het jaar zijn eigen klassen op een daar geschikt moment ook proefwerken geven. Maar dat is dan goed over het jaar verdeeld en telt mee bij de 1040 uren telling. De 40 lesweken per jaar zijn ook weer terug. Een docent kan 3 weken vóór de CSA van zijn klas uitvallen maar ook 3 weken voor het CSE. Daaraan verandert niets. Bij een CSA die geen CSE is kan een school wegens bijzondere omstandigheden een leerling of leerlingen uit en klas bevorderen hoewel de betreffende leerlingen niet alle het examen gehaald hebben. Wat BEVORDEREN betreft kan zij bepaalde vraagstukken wegens ziekte van de docent niet meetellen. Scholen kunnen dan echter niet iedere leerling die bevorderd wordt het diploma CSA1 of CSA2 overhandigen. Ik betwijfel of 6 proefwerkweken minder administratieve rompslomp oplevert dan 1 CSA-week. Dat je de leerstof niet op een logische manier in stukken kunt delen betwijfel ik. Wel kan het wenselijk zijn om een lesuur naar een verder of eerder tijdvak te verplaatsen. Anders dan in het basisonderwijs passen leerlingtype en schooltype bij elkaar. De leraar zal met zijn leerstof daarom zelden ver boven gevraagde niveau uitstijgen. Hoewel in de tijd dat ik op het gymnasium zat controle op de prestaties van de docent d.m.v. CSA’s niet nodig was vind ik niet doen onder de huidige omstandigheden veel te riskant. Een docent krijgt 2 jaar de tijd om naar eigen inzicht les te geven. Daarna worden de resultaten gewogen. mene mene tekel ufarsin?
      Seger Weehuizen

      • (Te) lichte beren?
        Ik begrijp dat mijn beren te licht bevonden worden.
        Dan maar een paar ons erbij.

        In een proefwerkweek geef je proefwerken die je anders in dezelfde periode ook zou geven. Althans, zo werkt dat bij ons. Persoonlijk heb ik weinig behoefte aan proefwerkweken, maar dat terzijde.
        Dat wil zeggen dat het geen taakverlichting oplevert als je vijf proefwerkweken schrapt. Maar de taakverzwaring i.v.m. de CSA is er wel.
        Op die balans telt mijn beer m.i. wel zwaar.

        Als een docent drie weken voor het CSE uitvalt is doorgaans minstens 99% van de leerstof al behandeld. Dat ligt anders bij een CSA, want het onderwijs moet gewoon doorgaan. Of je moet de toetsen baseren op de leerstof die bijv. voor 1 mei behandeld moet zijn.

        Ik denk dat goede scholen niet beter zullen worden van een centraal georganiseerd CSA, en dat slechte scholen zullen proberen alle mazen in de regelingen te vinden. Even efficiënt dichttimmeren als bij het CSE lijkt me niet haalbaar. Denk maar aan die zieke leerling die toch overgaat. Bij het CSE haalt hij zijn examen gewoon niet en moet hij in de staatsexamenmolen.

        Tot slot. Het kwadraat van 1 meter is 1 vierkante meter; het kwadraat van een proefwerkweek is niet gewoon een proefwerkweek. Er komt een dimensie bij.

        • spoken
          Het is aan jou als soevereine leraar om de cijfers van jouw leerlingen op jouw wijze vast te stellen. Maar als je geen enkel proefwerk geeft en het CSA wordt voor jouw klas een ramp heb je wel wat uit te leggen. Als je wel proefwerken wilt geven is het fijn als je die kunt afnemen wanneer je vindt dat de klas er aan toe is. Met dit systeem heb je bijna 2 jaar lang geen piekbelasting. Als het aantal contacturen op gemiddeld 1989 uur per jaar zou worden gesteld kan het CSA over 2 weken gespreid worden. De laatste week vóór het examen kan de docent gebruiken om een paar moeilijke onderwerpen te herhalen. De week daarvoor zou aan practica besteed kunnen worden. De docent kan dus 2 weken van te voren ziek worden.
          Het halen van het CSA geeft de leerling het recht om naar een volgende klas te gaan.Een leerling die doordat hij ziek geworden is het CSA niet gehaald heeft kan natuurlijk na de zomervakantie door zijn docenten aan de tand gevoeld worden om te bepalen of hij over mag gaan. Je hebt overigen wel gelijk als je nu zou zeggen: voila daar is een maas. Maar je hebt ook duidelijk gemaakt dat een school zo in moeilijkheden kan komen wegens teleurstellende resultaten bij het CSE.
          Volgens mij heb je geen beren op mijn pad gestuurd maar spoken.
          Seger Weehuizen

          • Helaas
            Helaas, Seger, ook in de vaststelling van normen is de docent verre van soeverein. Als een cijfer een leerling niet zint gaat hij/zij naar de schoolleiding om te klagen. Vervolgens word je als docent in veel gevallen onder zware druk gezet om het cijfer bij te stellen. Ik heb het zelfs meegemaakt aan de universiteit: Een student had een ongelooflijk slecht opstel geschreven waar zelfs, zonder dat ik er in eerste instantie erg in had (kun je nagaan;-)), een pagina aan ontbrak. Zo’n opstel is een 3 waard maar ik, in mijn oneindige goedheid, gaf een 5. Had ik niet moeten doen want een 5 wordt gezien als een kans op een 6 via de examencommissie;-)

          • De verrotte onderwijsboom
            Mijn hoop was dat het mogelijk zou kunnen zijn om in het VWO en HAVO de situatie te herstellen die ik van mijn eigen schooltijd (Gymnasium, HBS) ken. In mijn voorstel was het kunnen vergelijken van de leerlingen van verschillende klassen met verschillende docenten niet helemaal uitgebannen maar wel gereduceerd.( Zelfs professor Heertje heeft iets meegemaakt wat sterk lijkt op wat jij beschreven hebt). Nu jij mij er op wijst dat de pseudohang naar een eerlijkere cijfergeving (het gaat hier waarschijnlijk eerder om bemoeizucht, machtgier, outputfinanciering en ratings) zo ver gaat dat een docent in het geval van net onvoldoende toch maar een voldoende geeft om geen soesah te krijgen zie ik in dat terugkeer naar vroeger nog veel moeilijker is dan ik dacht. Als het BON niet lukt om van Plasterk gedaan te krijgen dat er kleine gespecialiseerde regelvrije scholen mogen worden opgericht waarover de bestaande scholenorganisaties niets te vertellen hebben zal het secundair onderwijs nog lang ziek blijven. (met regelvrij bedoel ik vrij van overheidregels).
            In Duitsland zijn de leraren nog steeds soeverein in hun klas maar de onderwijzers in de Grundschule zijn vaak standbewust en zien daardoor soms niet de capaciteiten van een kind van lage komaf.
            De oprichting van Leonardo-basisscholen wijst er gelukkig op dat uitblinken weer mag.
            Een CSA houdt de vergelijking tussen kinderen met verschillende leraren in stand. Uit de resultaten kunnen na verloop van tijd met statistische onderbouwing ook conclusies getrokken worden over de kwaliteit van de verschillende leraren m.b.t. overdracht van kennis en inzicht. De vakbonden zouden in hun overeenkomsten met de schoolbesturen kunnen opnemen dat leraren vrijwel niet ontslagen kunnen worden als de CSA-resultaten van hun leerlingen voldoende zijn. Eindelijk zou de angstcultuur op de middelbare scholen kunnen verdwijnen en affaires zoals de van Dieteren-affaire zouden zich niet meer kunnen voordoen.

Reacties zijn gesloten.