Een slecht NRC-advies.

In commetaar-2 van de NRC van 120108 analyseren de betreffende redacteuren dat de publieke aanbesteding van de boeken en de verplichting om 2040 uren les te geven,tegen de door de politiek uitgedragen wens om de invloed van de leraren op het onderwijs te vergroten, de greep van de schooldirecties op de leraren juist vergroot. Zij vinden dat het geld voor de boeken beter uitgegeven kan worden om het systeem van controles door de inspectie te revitaliseren en dat de scholen niet zelf het aantal lesuren per jaar zouden moeten kunnen vaststellen. Ik vind dat een foute conclusie. Ik moet er niet aan denken dat inspecteurs die benoemd zijn op grond van hun sympathie voor de basisvorming, het nieuwe leren en teamwerk mogen gaan contoleren of er op de scholen goed wordt les gegeven. De maatregel die de NRC bepleit houdt dus weer een versterking van de positie van de schooldirecties in. En verder, als een leraar in de helft van de tijd aan de kinderen de leerstof goed kan bijbrengen zie ik niet in waarom hij volledig de daarvoor gereserveerde tijd zou moeten gebruiken. Ik ga nu weer mijn stokpaardjes berijden. Als de docenten ontevreden zijn over de kwaliteit of het karakter van de leermethode die uit de bus gekomen is en de boeken soft zijn (in digitale vorm zodanig dat ze kunnen worden downgeladen om er een hard boek van te maken) kunnen zij er nog veel aan veranderen. Mijn andere stokpaardje is: controleer alleen de resultaten van het onderwijs. Meet na een bepaalde periode via extern gestelde en gecorrigeerde opgaven wat de leerlingen van de lessen hebben opgestoken. Dan kunnen we de inspectie helemaal afschaffen

31 Reacties

  1. Seger, Moeten we nu dag en
    Seger, Moeten we nu dag en nacht aan de bak. Leraar-, en kindermishandeling 🙂

    • iudicium abeundi
      Ik heb al eerder aangegeven dat een school haar onderwijstaak alleen naar behoren kan vervullen als zij een streng toepasbaar recht op het uitspreken van een iudicium abeundi krijgt.

      Seger Weehuizen

      • Heenzending ?
        Onderwijsinstellingen oefenen macht over hun leerlingen of studenten uit. Dat wordt gereguleerd door wetten, regelingen en contracten, en door de professionele beroepsethiek. Een pregnant voorbeeld van machtsuitoefening is als een leerling van school wordt gestuurd. In het hoger onderwijs wordt dat een *iudicium abeundi* of – eufemistisch – een bindend studieadvies genoemd. Als een student in het eerste
        studiejaar niet genoeg studiepunten heeft gehaald, wordt hij (zij) uit de opleiding verwijderd, behoudens overmacht of persoonlijke omstandigheden. Dat wordt gerechtvaardigd door een veronderstelde studieongeschiktheid.
        Maar de hogeronderwijswet die nu op stapel staat, opent de mogelijkheid studenten ook
        op grond van veronderstelde beroepsongeschiktheid de laan uit te sturen.

        *Lees verder…*

        • Toch zou ik willen …
          … dat lerarenopleidingen eens scherper naar de beroepsgeschiktheid zouden kijken. Voorheen had men in Tilburg een “Vrije Studie Richting VSR”. Mocht iemand compleet verkeerd zitten als het gaat om lesgeven, dan kan je via zo’n route toch de opleiding laten afronden. Zonder een didactische bevoegdheid in dat geval.

          • Inderdaad… frustraties… breek me de bek niet open.
            Ik heb de directie van de Efa destijds geadviseerd om een meer generieke HBO opleiding op te zetten, gekoppeld aan een vak en minder aan een beroep. Er zijn veel schoolvakken waar geen HBO equivalent voor is, anders dan de lerarenopleiding. Er waren wel leerlingen die geinteresseerd waren om in die vakken door te leren, en er waren (zijn) beroepen waarbij die vakken zeer relevant waren (zijn).
            Verder hebben de lerarenopleidingen de mensen in huis die aan iedere student, van welke opleiding ook, fatsoenlijk Nederlands of een MVT konden leren.
            Dus: een Havo-er die wiskunde leuk vindt kon in mijn idee naar een HBO wiskunde, waarbij daarnaast uitgebreid Nederlands en bv Engels werden gegeven, waar aandacht was voor presenteren en andere algemene HBO vaardigheden en waarbij hij al dan niet kon kiezen voor een lerarenvariant. Meer aanmeldingen, minder uitval, flexibelere opleiding, beter aansluitend bij de verschillende beroepen. Voor wiskunde bv: journalist voor exacte onderwerpen, bedrijfswiskundige, ICT-er. Goed opgeleide veranderingsbekwame studenten zouden worden afgeleverd. Ook bij geschiedenis of Nederlands. Beroepen in de communicatie-sfeer (alleen dan met echte kennis), maar natuurlijk ook educaties in of buiten scholen. Dat was overigens de praktijk al lang: studenten van de lerarenopleidingen werden voor het merendeel geen leraar, maar moesten wel alle stages en didactiek doen, terwijl ze wisten een ander beroep te gaan kiezen. Afvallers dus. Zonde, zonde, zonde. Enkel vanuit hooghartig sektarisch gedrag is dat geweigerd.
            Ik voel de boosheid nog in me naar boven komen toen dat zeer uitgewerkte plan alleen gebruikt werd als schaamlap: de directie had ook andere wegen onderzocht, maar niet gekozen, en dus moesten er zoveel mensen ontslagen worden. Men wilde zich toch echt enkel en alleen op het onderwijs richten (iets met core business werd er nog geroepen. En natuurlijk dank aan ondergetekende voor het werk.

            En als ik er aan terugdenk: het was een idee met alleen maar voordelen. Maar ja, op die manier word je geloof ik geen voorzitter van de PO raad.

          • Precies
            Bij geschiedenis was het bijvoorbeeld mogelijk om een ‘museum-variant’ te kiezen; of juist een oriëntatie op meer sociaal-economische geschiedenis. Schoolstages werden dan ingevuld met museum-stages, opgravingen etc. (Vak)didactiek werd verruild voor colleges bij de vakgroepen Economie, Maatschappijleer en Aardrijkskunde.
            Ik weet niet of er in die organisatie veel tegenwerking vanuit de directie was. Wel weet ik dat niet alle verantwoordelijken en docenten even enthousiast waren, maar dat kan ook komen doordat er maar weinig belangstelling voor was.

            En als ik zo rond kijk wie er van mijn lichting het onderwijs in zijn gegaan … dan is dat inderdaad een minderheid.

          • onbekende medestander?
            Ik herinnen mij een kolom van Leo Prick waarin hij vertelde dat hij als lid van een adviescommissie iets wilde wat volgens mijn herinnering overeenkwam met jouw voorstel maar waar de minister van onderwijs niets van wilde weten en dat -geloof ik- daarom niet eens in het uitgebrachte advies heeft gestaan Een advies dat al te voren aan de gewenste uitkomst werd aangepast en dus niet in een bureaula onzichtbaar hoefde worden gemaakt. De gang van zaken was voor Leo Prick een reden om ontslag te nemen. De details herinner ik mij niet meer
            TOEVOEGING: Ik herinner mij het verhaal over een rapport dat de introductie van een grote onderwijsverandering dringend ontraadde. Het werd vlak voor de kamer erover ging diccussieren in een bureaula opgeborgen. Het ging geloof ik over de basisvorming en ik meen mij te herinneren dat hat het “Immelmanrapport” was. De minister verdedigde later het niet noemen van het rapport bij het kamerdebat met het argument dat de opdracht aan het bureau niet was om uit te zoeken OF de onderwijsverandering doorgevoerd maar HOE hij doorgevoerd moest worden. Het verbod tot publicatie baseerde hij op zijn rechten als betaler en opdrachtgever. Deetman (want die was het geloof ik in het geval van de lerarenopleiding) heeft er blijkbaar van geleerd. Stel voor de opstelling van een advies zulke strikte randvoorwaarden op dat er in het rapport geen adviezen komen te staan die je niet wilt lezen en het publiek niet mag lezen en zie er ook op toe dat die niet in het rapport komen te staan. Zo vermijd je gezanik.
            Seger Weehuizen

          • Failliet van de wetenschap
            Exact.
            Dat aspect geeft het failliet van de wetenschap aan. Ik vind het corrupt als je je als wetenschapper onder deze voorwaarden laat inhuren. Zo ongeveer net zo corrupt als de docent die met cijfers rommelt omdat de “opdrachtgever” dat wenst. Net zo corrupt als het kamerlid dat voor of tegenstemt omdat de fractie dat eist (terwijl hij zonder recht en ruggespraak is gekozen).

            Conclusie: we worden bestuurd door een systeem dat waarheidsvinding ondergeschikt maakt aan machtsdenken. Als BON haar doelen heeft bereikt, dan moesten we maar eens een vereniging oprichten voor betere waarheidsvinding in het openbaar bestuur.

          • re Malmaison en Failliet
            Allemachtig,
            waarom hier niet even gegoogled op Imelmanrapport o.i.d.? Of goochelen jullie liever?
            a. Prick was anno 2002, en de jaren daarvoor, nog een warm voorstander van HNL
            b. Deetman en Imelman daar zitten zo’n tien jaar tussen
            c. De weergave van de inhoud van het Imelmanrapport door Malmaison raakt kant noch wal
            d. Wat zijn dat voor adviezen? “Stel voor de opstelling van een advies zulke strikte randvoorwaarden op dat er in het rapport geen adviezen komen te staan die je niet wilt lezen en het publiek niet mag lezen en zie er ook op toe dat die niet in het rapport komen te staan. Zo vermijd je gezanik.” Overweeg je soms procesmanager te worden, Seger?

            Willem Smit

          • Is dit bekend ?
            Scholen onder druk
            Op zoek naar de taak van de school in een veranderende samenleving
            H.M. Bronneman-Helmers
            m.m.v. C.G.J. Taes
            Sociale en Culturele Studies – 28
            Sociaal en Cultureel Planbureau
            *Lees verder…*

          • Conclusie in het artikel van Leo Prick
            “Het begrip waarheidsvinding was nog niet uitgevonden, maar duidelijk was toen al dat Van Kemenade daar weinig mee ophad. Door de politiek afgedwongen onderzoek is niet bedoeld om de waarheid te vinden, maar om het handelen van bestuurders te legitimeren. Of het nou gaat om joodse tegoeden, of om de aansturing van militairen. Je weet waar je naar toe wilt en daar ga je ook naar toe. Als er kritiek komt dan blaf je van je af. Het resultaat is dat je alom wordt geprezen als een bekwaam bestuurder”.

          • Verwarring door opsplitsing
            Het betreffende artikel van Prick is opgedeeld in 3 stukken:
            1. Hoe zit de nlo in elkaar en wat zou er aan veranderd moeten worden?
            2. Hoe een onderzoek op verzoek van de kamer door de minister verkracht werd.
            3. Het ombuigen van een onderzoek naar een beleidslegitimatie
            Die stukken staan nu verspreid over dit blok
            Wordt vervolgd.
            Seger Weehuizen

          • waarheidsvinding en machtswellust
            Helemaal mee eens! Een heel simpel voorbeeld: de regering Blair (die in 1997 hoog van de toren blies over het opvijzelen van het onderwijs) heeft miljoenen en nog eens miljoenen (ponden) uitgegeven aan onderzoek dat moest bepalen waarom oh waarom jongens (< 16) achterblijven bij en slechter presteren dan meisjes. De meest amateuristische bioloog, ontwikkelingspsycholoog, onderwijzer of ouder, en fait, tout le monde, weet dat jongens zich langzamer ontwikkelen dan meisjes. Afgezien van 'gewoon weten', is het wetenschappelijk uittentreure onderzocht en beschreven. Als jongens zich eenmaal gaan ontwikkelen, raken ze vaak gelijk op met de meisjes of streven die voorbij (>16).

            Waarom wil zo’n overheid zo’n beestje niet gewoon bij zijn naam noemen? Machtswellust? Of omdat een dergelijke onderkenning verreikende en vooral dure consequenties zou hebben voor het hele systeem? In Engeland zou dat met name zijn toegeven dat de onderwijsladder van kleuterschool naar eindexamen voor veel Engelse kinderen overmatig steil is.

            Wat bezielt overheden in vredesnaam om niet alleen nieuw wetenschappelijk onderzoek maar ook oude ‘waarheden’ maar terzijde te schuiven en het zelf beter te weten? Niet machtswellust maar arrogantie, misschien?

          • en het goede antwoord luidt: BELANGEN
            Overheden, maar ook organisaties worden bestuurd vanuit belangen. Waarheden zijn daaraan ondergeschikt, irrelevant feitelijk. De calculerende organisatie. Soms benoemd met het valse eufamisme: professioneel. Weet wat het belang is van iemand en je weet wat zijn mening en zelfs zijn geloof is.

            En daarom is het zo’n geniale zet geweest om BON verre te houden van een belangenvereniging (anders dan voor het belang van goed onderwijs)

          • Van Kemenade en de NLO’s
            Verder uit het artikel van Leo Prick:
            Er zou een onderzoek komen naar het functioneren van de nlo’s. Toenmalig minister Van Kemenade moest dat laten doen omdat de Kamer daarop had aangedrongen. Drie onderzoeksinstituten gingen dat onderzoek uitvoeren en aan mij de taak om dat te coördineren. Wij, de onderzoekers, en vertegenwoordigers van de samenwerkende instellingen kwamen bijeen om te praten over de aanpak. De minister, kregen we te horen, heeft besloten dat het onderwijskundig jaar en het verplichte twee vakkensysteem niet in het onderzoek mogen worden betrokken. Het moest een beperkt, cijfermatig, inventariserend onderzoek worden. Dat hield in dat het voorbij zou gaan aan de problemen waar we op voorhand van wisten dat die speelden. Besloten werd dat we het onderzoek alleen zouden doen als we na het verzamelen van cijfers konden nagaan wat de achtergrond daarvan was. Zo kwam je alsnog terecht bij de alom bekende knelpunten. Ook moest het onderzoeksrapport openbaar worden, vonden we. Gewapend met deze onderlinge afspraken volgde een gesprek met de minister. Die wilde van onze voorwaarden absoluut niet weten.

            De volgende bijeenkomst bespraken we de resultaten van het overleg. Mij leek de zaak duidelijk. De minister wilde dat onderzoek helemaal niet, hij wilde niet dat eventuele knelpunten bekend werden, wij dienden alleen maar ter legitimering. Wij waren een noodzakelijk kwaad hem door de Kamer opgedrongen. Het onderzoek gaat dus niet door, meende ik. Nou, dat had ik verkeerd gezien. Arbeidsplaatsen bleken belangrijker dan principes en afspraken.

            Ik koos ervoor op zoek te gaan naar een andere baas. Dat werd een nlo. Daar mocht ik aan den lijve ondervinden hoezeer studenten zich ongelukkig voelden met de door de minister gekoesterde beperkingen, die, onzinnig als ze altijd geweest zijn, inmiddels ook al lang weer zijn afgeschaft.

          • studievak en het vak van leraar
            Ik heb het artikel waaraan ik dacht gevonden. Ik citeer(licht gewijzigd) een deel:
            De nieuwe lerarenopleidingen, kortweg de nlo’s, waren indertijd opgericht om tweedegraads leraren op te leiden voor het voortgezet onderwijs.

            De nieuwe leraren zouden twee bevoegdheden verwerven. De studieduur bedroeg 4 jaar, waarvan één jaar was bestemd voor de onderwijskundige voorbereiding, zoals colleges didactiek en stages. Resteerden 2 jaar voor de tweedegraads en 1 jaar voor de derdegraads bevoegdheid.

            Velen hadden hun twijfels over deze opzet. Havo en dan in zo korte tijd leraar Frans èn aardrijkskunde. Kon dat wel? Waarom ook was dat onderwijskundig jaar verplicht? Waarom mocht je met havo niet gewoon geschiedenis gaan studeren aan een nlo en dan eventueel je studie voortzetten aan de universiteit waar je toch ook niet verplicht leraar hoefde te worden? Of twee vakken studeren, bijvoorbeeld Frans en Engels, om daarna te gaan werken als vertaler? Nee, dat mocht allemaal niet, en niemand begreep waarom. Veel onvrede dus onder studenten die zich een jaar lang moesten voorbereiden op een beroep waarvan velen op voorhand wisten dat ze dat nooit zouden uitoefenen. Onvrede ook onder de scholen die werden opgezadeld met slecht opgeleide leraren.

          • hè?
            Het vliegt nu echt alle kanten op. Waar gaat het over?
            Mijn reactie betrof het “Immelman”rapport, Deetman en het razendsnelle failliet van de wetenschap. Het artikel?/de column? van Prick gaat over heel iets anders.
            Imelman en de onafscheidelijke bureaula zijn ook uitgebreid behandeld door de cie Dijsselbloem. Daar zei Zwijn Runderkop (PMVO) dat hij het rapport tegen had gehouden, dwz. niet had doorgestuurd naar de minister, omdat het wetenschappelijke niveau te laag was. Dit was a. lachwekkend en b. uiteraard niet waar het om ging (dat is altijd zo bij deze handige jongens). Waar het om ging was de vraag: mocht het PMVO dit rapport achterhouden? Zo ja, dan was dat vooraf afgesproken en vastgelegd.
            De cie drong niet aan en dus bleef deze vraag liggen. Ik heb de neiging te denken dat Zunderdorp, handige jongen die hij is, zich wel op een slinkse manier zal hebben ingedekt en dat hij formeel in z’n recht staat. Ben benieuwd wat het eindverslag van Dijsselbloem hierover meldt.

            Willem Smit

          • Zunderdorp zei wat anders
            wsmitharmelen schrijft: Daar zei Zwijn Runderkop (PMVO) dat hij het rapport tegen had gehouden, dwz. niet had doorgestuurd naar de minister, omdat het wetenschappelijke niveau te laag was.
            Zunderdorp zei wat anders: Het rapport had blijkbaar geen niveau, want geen uitgever of tijdschrift wilde het uitgeven. Imelman wilde het op papier van het PMVO gedrukt zien en dat weigerde Zunderdorp.

          • valse schaamte
            De kolom van Prick die ik in 3 stukken geknipt heb heet “Waarheidsvinding” en stond op 20-04-2002 in de NRC. Van Kemenade was blijkbaar geslepener dan Netelenbos toen zij het studiehuis wilde invoeren. Hij zorgde er voor dat er überhaupt geen rapport gepubliceerd werd dat hem niet beviel. Ik heb begrepen dat PMVO-er Runderkop het rapport slecht vond omdat Immelman zich niet aan de opdracht gehouden had namelijk beschrijven HOE het studiehuis zou moeten worden ingevoerd. Als opdrachtgeven zou je je misschien moeten schamen dat je een opdracht verstrekt hebt aan een commissie die niet begreep wat er van haar verlangd werd. Maar eerlijk gezegd geloof ik niet dat schaamte over zichzelf de reden was waarom ze (hij en Netelenbos) het rapport geheim wilden houden
            Seger Weehuizen

          • wat zei Zunderdorp?
            Zunderdorp, voormalig part-time directeur van het PMVO, daarnaast directeur van een eigen bedrijf, Zunderdorp Beleidsadvies & Management
            zei dit: het pmvo vroeg aan Imelman c.s concrete voorbeelden aan te geven van de wijze waarop de beleidsdoelen rond het studiehuis en de tweede fase in praktijk konden worden gebracht. Echter, Imelman kwam met heel iets anders op de proppen, nl. een principiele discussie over de didactische uitgangspunten van deze vernieuwing. Imelman hield zich niet aan de opdracht. Daarnaast was het rapport verre van briljant, lang niet zo briljant als Imelman zelf van mening was, nog steeds aldus Zunderdorp. Dat drukken van het rapport op PMVO-papier klopt, zij het dat Zunderdorp het over briefpapier heeft; een detail.

            De vervolgvraag van de cie luidde: waarom heeft u deze fundamentele kritiek toch niet doorgegeven aan de bewindspersoon? Er was immers vanuit andere hoeken, de OR o.a., ook kritiek? Zunderdorp: hadden we dan moeten voorstellen de zaak terug te draaien? Nee, maar we hebben met de kritiek wel rekening gehouden en hier en daar wat bijgesteld, getemporiseerd. Het PMVO was slechts een neutrale schakel in het geheel, het heeft alleen maar aangegeven hoe het zou kunnen en wel op verzoek van zowel de bewindsvoerders als van het veld.

            Ik zou Imelman kunnen vragen hoe het precies zit maar dat doe ik niet. Als ik het interview met Zunderdorp nog eens afluister overheerst de indruk: een paling in een emmer snot.

            Willem Smit

        • iudicium abmittendi
          “bindend studieadvies” is een verre van letterlijke vertaling van “iudicium abeundi” . Een woordelijke vertaling is het “richterlijk oordeel betreffende het weggaan” een betere naam zou m.i. (maar ik ben geen classicus) zijn “iudicium abmittendi’ met “abmittěre” = “wegsturen”. (richterlijk omdat het hier niet gaat om een iuridische ambtsdrager). Bij het gebruik van de uitdrukking heb ik meer gedacht aan de overlast die een leerling door wangedrag zou kunnen veroorzaken dan door ongeschiktheid maar beide kunnen de voortgang van goed onderwijs ernstig hinderen. Mijn uitgangspunt is het recht van de in- of ex-trinsiek gemotiveerde leerling op goed onderwijs overeenkomstig zijn kunnen. Leerlingen die door onbekwaamheid, gebrek aan ijver of wangedrag goed onderwijs aan de andere leerlingen belemmeren moeten van de opleiding verwijderd worden om de overige leerlingen in hun rechten te laten
          Seger Weehuizen

          • PS
            Misschien zijn er BON-lieden geinteresseerd in 18 “verhoren” die ik op een CD heb staan.
            Ik kan ze kopieren en meenemen naar de ALV. Even via de private mail naam/schuilnaam opgeven en dan leg ik ze wel bij de aankomstbalie.
            Het gaat om de volgende interviews:Cornielje, Deetman, Dijksma/Barth, Dresscher, Frequin, Hettema/Slagter, Kirschner, Kraakman, Lambrechts, Netelenbos, Ritzen, Vd Camp/De Vries, Vd Heuvel/V Diepen, Vergeer, V Wieringen, Wagemakers e.a., Wallage, Zunderdorp.
            De kwaliteit is slecht, HNL-kwaliteit dus; alleen afspeelbaar op de PC.
            Willem Smit

  2. 2040
    … “de verplichting om 2040 uren les te geven “…..

    Om Nederland nog enige kans tegen China te geven is 2040 inderdaad een goed advies, maar zover waren we nog niet….

    • passende delen
      Het is onverstandig om zich op deelproblemen te concentreren. De oplossing voor een deelprobleem moet wel passen in de oplossing voor het hoofdprobleem.
      Seger Weehuizen

  3. Het is niet goed of het deugt niet.
    Ik vond het voorstel in de NRC toch niet zo heel slecht.

    Als je hoe dan ook van de overheid verwacht dat hun maatregelen altijd op HNL en basisvorming uitdraaien, dan zou er geen kruid tegen gewassen zijn en is er niets dat helpt. Schooldirecties zijn voorstanders van HNL en dergelijke, omdat er dan veel geld overblijft dat ze in eigen zak kunnen steken. Je mag verwachten dat onderwijsinspecteurs die drive in ieder geval niet hebben.

    Alleen resultaten “meten” lijkt niet te werken. Ten eerste is dat hetgene dat tot nu toe gebeurd is, met blijkbaar als resultaat dat de de kennis van afgestudeerde leerlingen over de hele linie langzaam zakt. Zoals nu ook te zien is, leidt slecht beleid pas na jaren later tot zichtbaar afnemende prestaties.

    Om te kunnen inspecteren heeft de overheid inhoudelijke kennis nodig. Met de huidige policy van “op afstand zetten” verbleekt de kennis van het ministerie in de loop van de tijd. Tegen de tijd dat door het slechte beleid de examenresultaten tegen gaan vallen, is het dan voor schooldirecties gemakkelijker om de overheid met de nu bekende verhalen ervan te overtuigen dat de examens ouderwets zijn en de verkeerde dingen meten, en dat die dus anders moeten.

    Eigenlijk vind ik het ook niet verkeerd als de overheid geld geeft aan de scholen en dan onder meer eisen stelt aan het aantal uren dat daarvoor lesgegeven wordt en de kwaliteit daarvan.

    Groet,

    Paul Huygen.

    • Re: het is niet goed of het deugt niet
      Onderwijsinspecteurs zijn voorstander van HNL omdat ze daarop geselecteerd zijn.

      We beoordelen scholen nu helemaal niet alleen op `resultaten’. De onderwijsinspectie heeft een hele waslijst van criteria waarop ze scholen beoordelen (bijvoorbeeld ook `actieve rol van leerlingen’ en `sfeer in de klas’). De resultaten zijn maar 1 criterium. Die worden dan ook nog eens vervuilt door bijvoorbeeld schoolexamens.
      Het dalende onderwijsniveau is dus zeker niet te wijten aan een te grote nadruk op resultaten zoals Paul Huygen lijkt te stellen. Het is eerder te wijten aan te weinig nadruk op resultaten.

      Ik vind het ook niet verkeerd dat de overheid voor het geld dat zij scholen geeft eisen zou stellen aan het aantal uren dat lesgegeven wordt en de kwaliteit daarvan. De overheid concentreert zich nu echter geheel op het eerste en `vergeet’ het belangrijkere tweede. Scholen mogen ongestraft de leerlingen in de aula zetten met de koffiejufrouw als oppasser (als dat maar gebeurt `onder de verantwoordelijkheid’ van een leraar). Ook mag een leraar biologie gewoon frans geven, dat is voor de overheid allemaal geen punt.

      • Re: het is niet goed of het deugt niet
        > Onderwijsinspecteurs zijn voorstander van HNL omdat ze daarop geselecteerd zijn.

        Schoolleider zijn voorstanders van HNL omdat hun school dan eenvoudiger en goedkoper te leiden is. Als de politiek en het ministerie langzamerhand om-gaan, dan kunnen die op dit moment waarschijnlijk meer doen aan de instelling van de onderwijsinspecteurs dan aan die van de schoolleiders, die ze immers “op afstand hebben gezet”.

        > Het dalende onderwijsniveau is dus zeker niet te wijten aan een
        > te grote nadruk op resultaten zoals Paul Huygen lijkt te stellen. Het
        > is eerder te wijten aan te weinig nadruk op resultaten.

        Dat wilde ik zeker niet stellen. Ik reageerde op het idee van Malmaison om scholen vrij te laten en dan de eindexamens als uiteindelijk toetsingsinstrument te gebruiken. Dat lijkt mij niet zo een goed idee, omdat je er dan eventueel pas rijkelijk laat achterkomt dat een school het niet goed doet. Op dat moment heeft de overheid niet veel meer in zijn mouw zitten om het te verbeteren. Ik kan me bijvoorbeeld niet voorstellen dat boete geven helpt: als een school niet in staat blijkt te zijn om met een bepaald budget goed onderwijs te geven, is het niet te verwachten dat het dat met een kleiner budget wel kan.

        > Scholen mogen ongestraft de leerlingen in de aula zetten met
        > de koffiejufrouw als oppasser (als dat maar gebeurt `onder de
        > verantwoordelijkheid’ van een leraar). Ook mag een leraar
        > biologie gewoon frans geven, dat is voor de overheid allemaal geen punt.

        Dat is nou juist iets waar de inspectie een stokje voor zou moeten steken.

        Groet,

        Paul.

        • Wel CS-toetsen tijdens begin basisvorming
          In de beginperiode van de basisvorminng moesten de leraren tot hun ergernis geregeld centraal opgestelde schriftelijke toetsen op alle leerlingen loslaten om te controleren of zij de basisvorming met vrucht doorliepen. De toetsen waren ergerlijk omdat ze niet bij de “denkers”in de hoogste opleidingen pasten en ook niet bij de “doeners”in de laagste opleidingen. Waarom zouden dergelijke toetsen niet terug kunnen komen maar nu geheel aangepast aan het onderwijstype dat de leerling volgt? Als de scholen goed scoren bij deze toetsen kan de inspectie buiten de deur blijven.
          Seger Weehuizen

Reacties zijn gesloten.