De Nieuwe Kleren van de Keizer II

Het onderstaande viel mij in naar aanleiding van het berichtje van Hals van 31 december.

Met genoegen heb ik het sprookje van de Nieuwe Kleren van de Keizer weer eens doorgelezen. Het heeft mij zeker tot denken aangezet. Na afloop stelde ik mij de vraag die Hals aan het begin van zijn stukje opwierp: waar gaat dit sprookje over?
Omdat het precies aangeeft op welke manier onze onderwijsellende is ontstaan, terwijl het twee eeuwen vóór Tineke Netelenbos is geschreven, zie je meteen dat het om een universeel thema gaat en niet om zoiets concreets als het koningschap.
Het gaat niet over de eerlijkheid van kinderen; dat een kind de luchtballon als eerste doorprikt wordt als een vanzelfsprekendheid gebracht.
Wat mij betreft worden hier de menselijke lafheid en het conformisme dat daar een uiting van is ten tonele gevoerd: iedereen voelt wel, van het begin af aan, dat het hier om flauwekul gaat, maar niemand heeft het lef om het hardop te zeggen. Sommigen hebben daarvoor goede redenen (de oplichters) maar de anderen zijn bang voor de verdachtmaking dat zij niet voor hun ambt zouden deugen.
De lafheid van de Keizer zelf is naar mijn idee doorslaggevend: hij is degene die materieel niets te vrezen heeft (maar psychologisch des te meer). Alle anderen hebben werkelijk iets (van hun meerderen) te vrezen: wanneer het bouwwerk van de illusies dreigt in te storten zullen sommigen zich over de rug van zwakkere waarheidslievenden willen handhaven. Daarom wordt iedereen, gewild of ongewild, belanghebbende bij het in stand houden van de illusie.
Je ziet hier volmaakt getoond wat er gebeurt in een hiërarchie die geen meritocratie is. Niemand durft er op te vertrouwen dat hij gewoon op zijn prestaties wordt beoordeeld; sommigen zullen daar juist blij om zijn terwijl het voor de verdienstelijken een bron van ellende is.
De pendant van die lafheid bij de onderwijshervormingen is wat Marc Chavannes onlangs zo mooi verwoordde: de angst om door anderen niet modern te worden gevonden.
Zoals Hals al zegt is voor de strekking van het sprookje het gegeven dat de Keizer besluit om door te paraderen belangrijker dan het feit dat hij door het kind ontmaskerd wordt. Alles is beter dan gezichtsverlies toe te geven (bijvoorbeeld: liever eerst twintig scholen naar de bliksem helpen dan ongelijk bekennnen). Ik zie Doekle Terpstra al waardig in zijn blootje doorlopen.

Dat Hans Christiaan Andersen dat destijds zo scherp doorhad getuigt van veel wijsheid.
In feite staat alles wat die commissie Dijsselbloem zou moeten weten al in dit twee eeuwen oude sprookje.

5 Reacties

  1. Nog één niveautje dieper
    Een mooie analyse S.Stevin. Een rationele verklaring waarom het systeem werkt zoals het werkt.

    Ik denk dat het nóg iets dieper ligt besloten in de menselijke aard. Het gaat niet om aantoonbaar of voorstelbaar belang van individuën, het gaat niet om reële angst.

    Een mooi voorbeeld was enige tijd geleden op TV. Een onderzoek met vijf personen die de lengte van een op een scherm geprojecteerde lijn moetsten bepalen. Tenminste: men moest aangeven wat de langste van een aantal lijnen was.
    Vier van de vijf personen maakten deel uit van het “complot” er was slechts één echt proefpersoon. Dat was nummer 3.

    Eerste dia: lijn 4 was duidelijk de langste. Persoon 1 werd gevraagd en zei dat lijn 2 de langste was. De gezichtsuitdrukking van persoon 3 verraadde verbazing. Die verbazing werd groter toen persoon 2 ook de (verkeerde) lijn 2 aanwees. Zelf zei 3 dat lijn 4 het langste was, maar tot zijn verbijstering zeiden ook proefpersonen 4 en 5 dat lijn 2 de langste was. Voor de volledigheid: dat was ongelooflijk overduidelijk helemaal fout.
    Tweede dia: een vergelijkbaar verhaal. Maar reeds bij dia 3 had proefpersoon 3 “geleerd” dat de anderen gelijk hadden en koos steeds en met steeds meer overtuiging in zijn stem voor de verkeerde antwoorden die de anderen ook gaven.

    Persoon3 had geen enkele reden om angstig te zijn, er stond helemaal niets voor hem op het spel, hij kende de anderen niet en zou die normaal gesproken nooit meer zien, hij werd niet onder welke dwang dan ook gezet en kreeg geen werkelijke beloning. En toch verhaalde hij van de mooie kleren van de Keizer. Er is kennelijk een diepere drang om erbij te horen.

    Of is er iets anders aan de hand, gaat het niet eens om er bij te horen? Misschien ging hij werkelijk twijfelen aan zijn eigen waarneming. Ik zie dat als een reële mogelijkheid. Heb dat zelf ervaren. Heb vaak gedacht: als iedereen het anders ziet, ben ik dan gek of al die anderen. Ik heb serieus getwijfeld, argumenten gezocht en verzonnen om de anderen gelijk te kunnen geven, want het is te zot om te denken dat alleen jij gelijk hebt en ieder ander gestoord is. Dát is een pijnlijk proces en ik herken uit de woorden van sommige deelnemers op dt forum dat ze eenzelfde pijnlijk proces hebben doorgemaakt. Niet iets om trots op te zijn.

  2. Zowel Stevin als 45….
    ……geven een prachtige analyse. Beiden hebben wat mij betreft gelijk.

    Geachte 45 met zijn ‘….Misschien ging hij werkelijk twijfelen aan zijn eigen waarneming. Ik zie dat als een reële mogelijkheid. Heb dat zelf ervaren…..’ en Stevin met ‘………Wat mij betreft worden hier de menselijke lafheid en het conformisme, dat daar een uiting van is, ten tonele gevoerd. Iedereen voelt wel, van het begin af aan, dat het hier om flauwekul gaat, maar niemand heeft het lef om het hardop te zeggen. Daarom wordt iedereen, gewild of ongewild, belanghebbende bij het in stand houden van de illusie.’
    En vooral ook de angst om door anderen niet modern te worden gevonden.

    Bravo Stevin, beter kan men het niet zeggen.

    Een aspect ontbreekt er, denk ik, nog: de onverschilligheid.
    Het zal een groot aantal verder worst wezen ‘welke kleren de keizer draagt’.

  3. Vreemd, die menselijke
    Vreemd, die menselijke natuur. Het consequent vertrouwen op het eigen oordeel wordt ongenadig afgestraft. Ik weet het uit eigen ervaring… Men leze ook Semmelweis van Céline. Die geniale arts (Semmelweis) werd van alle kanten tegengewerkt omdát hij als enige zijn eigen verstand gebruikte…

  4. Mode
    De macht van de mode is zo volstrekt, dat zij ons dwingt belachelijk te zijn, op straffe van het te schijnen. (Sanial – Dubai)

Reacties zijn gesloten.