Reproduceren van kennis

Elders op dit forum heeft Wilfried het over reproduceren van kennis. Dat heeft voor hem (en vele anderen) een negatieve waarde. Ik wil dat graag even in perspectief zetten.

Wat is kennis?
Op de eerste plaats moeten we duidelijk hebben wat kennis is. Daarvoor maak ik het onderscheid dat in de ICT wel gebruikelijk is tussen data – informatie – en kennis.
Data zijn opgeslagen in media (boeken / schijven / usb sticks, kan me niet schelen).
Informatie is een gefilterde en vervormde selectie uit die data die voor een bepaald persoon in een bepaalde situatie nieuw en relevant is. Bij kennis gaat het er om dat die informatie bij die gebruiker in die situatie ook nog tot iets leidt.
Een voorbeeldje: Data bij Shell zijn meetgegevens over mogelijke gas- of olievelden. Informatie is het als die gegevens kunnen worden geinterpreteerd (door een mens): hé.. de concentratie van stofje x vermindert in dat veld.
Maar voor kennis zijn nog mensen nodig. Mensen die weten wat dat kan betekenen en die met die informatie iets kunnen doen. Overigens is men al tientallen jaren bezig om die kennis van mensen in de computer te stoppen en met de techniek van neurale netwerken kennissystemen te ontwikkelen die de betekenis van de genoemde informatie op waarde kunnen schatten. En voor specifieke domeinen (gas/olie) lukt dat heel aardig.

Er is dus een enorm en wezenlijk verschil tussen kennis enerzijds en informatie en zelfs data anderzijds.

Wat is nu kennisreproductie?
Ik kan er niets anders onder verstaan dan dat je er voor zorgt dat mensen (leerlingen) de kennis in zich krijgen die anderen (leraren) al hebben. Of in het geval van de Shell: er voor zorgen dat er nieuwe technici worden opgeleid die de kunde en ervaring van hun voorgangers in zich hebben (gereproduceerd?). Je wilt zelfs meer natuurlijk, je wilt dat die nieuwe ingenieurs zelf ook iets toevoegen, nieuwe technieken leren etc. Dat is vooruitgang: de nieuwe wetenschapper staat op de schouders van de duizenden wetenschappers voor hem. Hij heeft hun kennis tot zich kunnen nemen.
Maar kennisreproductie is essentieel. Zonder dat kan de nieuwe wetenschapper of technicus echt helemaal niets en moet hij vanaf de oertijd opnieuw beginnen. Kennisreproductie is ook altijd een menselijk proces (totdat die Shell computers met de neurale netwerken echt goed worden, maar dat duurt nog wel wat is mn inschatting).

Het is overigens een enorm misverstand om te denken dat de boeken van de geleerden die kennis zouden bevatten. Dat is niet zo. Die teksten in boeken zijn pas kennis als ze tot leven worden gebracht in de hoofden van de mensen. En dat tot leven brengen gaat verreweg het beste als er een ander mens is (docent, meester, wijze, vakman, kunstenaar, ouder, …) is, die die boekenkennis kan overbrengen. Kan voorleven, kan voordoen en samen met de leerling mee verder kan bouwen. Zijn er te weinig mensen die iets van (ik noem maar wat) kernenergie weten, dan zit je met een probleem als je kernenergie wilt invoeren om de CO2 uitstoot terug te brengen. Daar helpen geen duizend boeken aan.
Als je te weinig goede vioolspelers hebt, dan kun je ze niet meer opleiden en sterft de “kennis” van het vioolspelen uit. Als je te weinig piloten hebt (West Duitsland na WOII), dan zullen de nieuwe piloten slecht zijn opgeleid en zullen de Starfighters bij bosjes naar beneden vallen. En dat is dan ook precies wat er in de jaren 60 gebeurde.

Conclusie.
Kennisreproductie is dan ook een absolute voorwaarde voor individueel leren van de mens en voor het in leven houden van de vooruitgang in de maatschappij. Sterker nog: met te weinig kennisreproductie is er enkel een exponentieel snelle achteruitgang. Met exponentieel bedoel ik hier letterlijk de wiskundige betekenis van exponentieel. Er is een kritieke massa van kennis nodig, anders dooft het uit. Precies zoals bij kernenergie.
Ook deze vergelijking zal wel eens op kunnen gaan voor zowel de maatschappij als geheel, als voor ieder mens afzonderlijk: je hebt een kritieke massa kennis nodig, anders sterft het uit. De kritieke kennismassa bij individuen is datgene dat het basisonderwijs zou moeten bijbrengen. Om als land, als cultuur verder te komen is de kritieke massa datgene dat aan de universiteiten wordt aangeboden.
Vandaar dat beide vormen van onderwijs de basis zijn van ons voortbestaan. Anders dan velen zeggen is het HBO hierbij relatief onbelangrijk.

10 Reacties

  1. Begrijp ik wat ik lees ?
    1945 stelt de vraag “Wat is kennis?”. En geeft als antwoord: “Wat is kennis?”. Verder komt hij niet. Als we de *Taxonomieën van Bloom* er bij halen blijkt kennis iets te zijn van: De leerling herinnert zich.
    De vraag of ik voldoende kennis heb om te reageren op dit stuk over kennisreproductie (overigens een woord dat meer voorkomt in de Vlaamse literatuur, Van Dale kent het woord niet, op Google wordt de vraag gesteld of ik bedoel: “kennis reproductie”, maar dat terzijde), maar volgens mij kun je beter spreken van *kennisconstructie* dan van kennisreproductie.
    En dan geeft *deze presentatie* een aardig beeld van de problematiek waar we het hier over hebben.

    • Vandaar het misverstand
      Dank je adios,
      Ik zie nu een verwijzing die mij verklaart waarom ik kennis een veel diepere betekenis geef als dat de onderwijsvernieuwers doen.
      Uit de door jou aangehaalde website:

      “In 1956 publiceerde een commissie onder leiding van Benjamin Bloom een systeem voor de classificatie van doelstellingenten behoeve van het geschiedenisonderwijs”

      en (inderdaad)

      “Kennis

      De leerling herinnert zich.

      Activiteiten van de leerlingen:
      Herinneren, benoemen, opnoemen, definiëren, opzoeken, beschrijven, aanwijzen, reproduceren.

      Vraag: Kunnen de leerlingen zich informatie herinneren?”

      Kennis is daar het laagste niveau van weten. Dat is diametraal ten opzicht van de betekenis van het woord kennis zoals dat in exacte vakken wordt gebruikt.
      Ook Ad Verbrugge was daar in de POOV heel duidelijk in. Hij vond het onderscheid vaardigheden en kennis zoals de vernieuwers hanteren absoluut verkeerd. In werkelijke kennis in vaardigheid inbegrepen.

      Een deel an de spraakverwarring kan worden verklaard uit de context van het vak. In jou voorbeeld gaat het om geschiedenis. Een vak waarbij traditioneel veel parate kennis (“weetjes”) nodig is.
      Bij wiskunde hebben we er niets aan als we weten dat de disciminant het aantal reële wortels van een 2e graads vergelijking bepaalt. Die “kennis” is alleen kennis als we het kunnen gebruiken.

      Helaas hebben veel onderwijsvernieuwlers geen exacte achtergrond en plempen zij hun hele begrippenkader en methodes op een onderwerp dat er helemaal niet voor geschikt is.

      • weinig kennis en geen inzicht
        Dat is nu een van de problemen ; waarbij vakinhouden moeten wijken voor didactisch inzicht.
        Feitelijk heeft 1945 het over dataoverdracht en dat is precies waar het in het “”oude onderwijs” zo vaak scheef ging. Daar waar bij bijv. talen meer aandacht was voor dataoverdracht zonder inzicht component.
        Jaren van investeren in talenonderwijs heeft weinig aan rendement opgebracht. Nog steeds leren leerlingen op dezelfde achterhaalde methode en nog steeds is het rendement verschrikkelijk laag en durven ze niet in her “”echt” het ingestampte toe te passen. De transfer of training blijft ver achter bij de aangeleerde kunstjes.

        onderwijs zou eigenlijk beter bovenwijs kunnen heten

        • Dataoverdracht bij de mvt??
          bij de moderne vreemde talen. Niet erg duidelijk. Ik vermoed dat mogelijk bedoeld wordt puur grammaticale kennis, die in de praktijk niet toegepast kan worden. Ja, dan heb je gewoon een minder goede leraar gehad. Of een leraar die zijn leerlingen te weinig zag, bijvoorbeeld 1 keer in de week, in plaats van minimaal 3 lessen.Doel is (o.a.)het communiceren in de moderne vreemde taal, waarbij de grammatica niet meer is dan een hulpmiddel.Voor de transfer heb je training , dus tijd nodig, met een bekwame docent voor de klas, en die tijd krijgen veel docenten tegenwoordig nu juist niet van de alwetende managers, die van mening zijn dat leerlingen met elkaar en achter de computer beter in de mvt gaan spreken. Noodzaak is dat er voldoende CONTACTUREN zijn, zodat dank zij de docent de grammaticaregels na enige tijd als vanzelf toegepast worden.Is het niet wonderlijk dat de Nederlanders die middelbaar onderwijs genoten hebben voor de invoering van de Mammoetwet zich nog altijd redelijk in het o zo moeilijke Frans kunnen redden. Van onderwijsvernieuwing was toen nog geen sprake, de docentenopleidingen waren uitstekend, en van zelfstudie- of keuzewerktijduren had men nog nooit gehoord.
          Tegenwoordig dweept men met Talendorpen, reeds in de onderbouw, zonder dat de leerlingen de nodige basis daarvoor beheersen.
          Maar “onsed” misschien bedoel je iets heel anders?

        • ’45 heeft het over dataoverdracht?
          Ik begrijp niet wat je wilt zeggen met je post. Begrijp niet of je mijn analyse deelt of niet. Dus even voor de duidelijkheid:

        • Ik heb me niet uitgesproken voor pure “dataoverdracht”
        • Ik denk wel dat dataoverdracht een noodzakelijke voorwaarde is voor kennisoverdracht
        • Hoe veel data er is over te dragen is afhankelijk an het vak. Bij exacte vaken iha minder dan bij talen, waar vocabulair, grammatica en vervoegingsregels noodzakelijke “data” zijn
        • Als er aan dataoverdracht gedaan wordt, dan moet dat gestructureerd gebeuren. De onderlinge structuur van die data moet worden gebruikt om de leerling het leren mogelijk te maken. Zo lijkt het me dat de vervoegingen van être het beste in de structuur (rijtje) aangebracht kunnen worden en niet toevallig daar waar ergens een woordje “suis” of een woordje “sommes” voorkomt. Door dit in de structuur aan te bieden vermijd je juist dataoverdracht zonder enig inzicht. Naar mijn weten is dat een manier van vreemde talen onderwijs die je klassiek zou kunnen noemen, itt de vernieuwingen als natuurlijk leren van een taal, of contextgebonden leren van een taal.
        • Kun je ook aangeven of je het positief of juist negatief ervaart dat vakinhouden moeten wijken voor didaktiek? Persoonlijk vind ik die bewering te algemeen. Aan de ene kant is didaktiek er enkel en alleen maar om het aanleren van vakinhouden te bevorderen en kan vakinhoud dus nooit of te nimmer ten kosten gaan van didactiek.
          Aan de andere kant bedoel je wellicht dat doseren een onderdeel van de didactiek is en dat je kinderen niet te veel vakinhoud tegelijk moet voorzetten. Dat lijkt me evident. Er moet opgebouwd worden.

          • Re:dataoverdracht
            Beste 25-12-45, ik zit op jouw lijn. Mijn verhaal was een reactie op het bericht van onsed. :”…data-overdracht zonder inzichtcomponent”…, … “nog steeds achterhaalde methode… “,… “” rendement verschrikkelijk laag… “.
            Excuses voor mijn late reactie. Ik zit een klein dozijn tijdzones oostwaarts op een maagdelijk wit strand, vandaar.

          • Geniet er van vercors, je hebt het verdiend
            Al is het alleen al door je wijze opmerkingen op dit forum.

            Maar.. mijn reactie was niet op jou gericht, maar ook op onsed. Dat is soms lastig te zien op het scherm, zeker op een laptop op een hagelwit strand (silicium naar het strand dragen?).
            Ik begreep (begrijp) niet wat hij/zij wil zeggen en meende in ieder geval duidelijk te moeten zijn over de bedoeling die ik met mijn stukje had. Voor je het weet wordt het geïnterpreteerd als dat ik tegen degelijk taalonderwijs zou zijn. Niets is minder waar natuurlijk.

            Vandaar 🙂

        • talenonderwijs vroeger en nu
          Drie observaties.
          Ik mocht genieten van het talenonderwijs in de jaren zestig voor de mammoet. Ik leerde op school woordjes stampen en grammatica. Mijn gesproken Frans kon ik op een behoorlijk peil brengen door in de vakanties in Franssprekende winkels in Wallonië te werken en mijn “vertaal”Frans door een abonnement op Le Monde in de eerste jaren van mijn studie. Zonder de ondergrond van school had ik dat niet zo efficiënt kunnen doen.
          Mijn jongste dochter leerde Frans nog maar kort geleden. De mode was toen om vooral te communiceren, grammatica was niet zo belangrijk. Nu een jaar na haar eindexamen verzucht ze steeds dat ze een stevige ondergrond mist, ze heeft geen houvast. Als ze die taal moet spreken, gaat dat hakkelend. Alleen door de (ouwerwetse, antieke) ondergrond die ze bij Latijn gekregen heeft, weet ze wat bij te spijkeren. Maar ze heeft zo’n gebrekkige basis dat ze niet effectief bijleert.
          De laatste jaren heb ik Italiaans geleerd op een Volksuniversiteit. Het groepje cursisten bestaat uit mensen die vaak Italië bezoeken. Maar we grijpen steeds weer terug op de grammatica. Dat herhalen we en we diepen het weer op nu we in het vijfde jaar bezig zijn. Ook hier blijkt dat het grammaticale inzicht onmisbaar is.
          Ik begrijp onsed niet. Veel leerlingen hebben de laatste jaren het ouwerwetse stampwerk met het daarbij horende grammaticale inzicht gemist.
          De school komt tijd te kort om dat bij te brengen. Pas daarna en daarnaast leren leerlingen de taal te spreken in hun vakanties en nog later in hun beroep.

          • Precies,
            die basis, die ondergrond moet je op school krijgen, en als die eenmaal is aangelegd, raak je die nooit meer kwijt. Inderdaad, het lijkt heel ouderwets, woordjes en zinnen vanuit het Nederlands vertalen en laten leren. Uitgelachen ben ik door schoolleiders, klassecoordinatoren en andere lieden die met papieren, en gewichtige blik, door de schoolgangen draafden; alleen de leerlingen waren tevreden, ze merkten tijdens de vakantie hoe goed ze zich konden redden in de moeilijke vreemde taal. Zelfs mijn vakcollega’s vonden het maar niets. Ze stuurden de gehele klas naar de aula om daar in zelf te formeren groepjes met elkaar Frans te praten. Frans werd er natuurlijk niet gesproken. Het was een puinhoop. De docente verkoos de rust die er nu eindelijk eens in haar lokaal heerste.

          • Grammatica en stampwerk!
            Wellicht behoor ik tot die weinigen die grammatica erg leuk vinden, dus daar zal ik niks over zeggen (bound to be biased). Maar stampwerk heb ik nooit leuk gevonden, en toch altijd als zeer nuttig ervaren. Ik vermoed dat de meeste leerlingen desgevraagd hetzelfde zouden zeggen…

Reacties zijn gesloten.