Actieplan van Plasterk

Hoewel ik me voorgenomen heb het plan in detail te gaan beoordelen is mijn eerste reactie niet gunstig. Het is realistisch dat het plan uitgaat van het besef dat er een proces van herstel moet worden ingezet, dat pas over een groot aantal jaren goed onderwijs voor de jeugd zal kunnen opleveren. Het is heel triest, maar als gevolg van jarenlang gepruts vanuit een politieke ideologie zal het in enige generaties slechts voor de meest intelligente en best opgevoede leerlingen weggelegd zijn zich te ontplooien overeenkomstig hun aanleg en capaciteiten. En de huidige regering is blij het probleem zonder grote directe financiele konsekwenties te kunnen behandelen, al staat het voorstel de masteropleidingen extra duur te maken natuurlijk haaks op het krijgen van betere leraren.

Maar naar mijn mening had het plan uit moeten gaan van de essentie van onderwijs: leerlingen krijgen lering van een persoon, die zich geroepen voelt met zijn kennis en bekwaamheden een nieuwe generatie te inspireren zich in te spannen om zich zo goed mogelijk die kennis en bekwaamheden ook eigen te maken. Er is geen recept hoe je dit onderwijs effectief kunt geven. De eigen persoonlijkheid van de leraar is beslissend voor het resultaat van zijn onderwijs. Natuurlijk zijn er bepaalde technieken, die hij moet beheersen. Een leraar natuurkunde die niet zelf een Power Point presentatie, of iets soortgelijks, kan maken, waarin hij zijn eigen visie op zijn vak tot leven brengt, is eigenlijk niet meer van deze tijd. En kunnen Mp3spelers van de leerlingen niet met gesproken taallessen worden geladen? (Ik zeg maar wat) Ook het vak pedagogiek zal best wat te vertellen hebben, maar daarvoor geldt dat theorie niet gekoppeld aan de praktijk voor een aanstaande vakdocent alleen maar slaapverwekkend is.

De school is er om met geoptimaliseerde lesroosters de leraren het podium voor hun lessen te geven. Er zullen altijd beginnende leraren zijn, die blijken het niet in zich te hebben en die snel iets anders met hun kennis moeten gaan doen. Goede ontslagprocedures zijn mogelijk, eerlijke prestatiebeloningen niet.
Het oprichten van een beroepsvereniging is weer typisch een product van linkse politiek, die een heilloos geloof heeft in het regelen, het beschermen en de belangenbehartiging van bovenaf. Wie gaan straks de dienst uitmaken in zo’n beroepsorganisatie? Juist de regelaars, niet gehinderd door de dagelijkse ervaringen in de onderwijspraktijk.

Waarom had de leraar vroeger zoveel meer aanzien? Omdat de leerlingen van school kwamen in de overtuiging les te hebben gehad van iemand, die de inspanning had opgebracht de zoveel grotere vakkennis te verwerven dan de kennis, die in hun familie- en kennissenkring kon worden gevonden.

De eerste lezing van het plan wekt bij mij de indruk met het zoveelste betweterige stuk van niet-leraren te worden geconfronteerd.

1 Reactie

  1. Plasterk, geduld en vereniging voor docenten
    Plasterk heeft door het actieplan te presenteren, al in een jaar meer gedaan dan de twee ministers voor hem.

    Het is wel pech voor leraren zoals ik, die hadden gehoopt op meer salaris. Maar daarmee vervalt de waarde van dit plan nog niet.

    Het is een bijzonder slim plan: het belangrijkste wat er in staat is dat de docenten een vakvereniging moeten oprichten. Plasterk en Rinooy-Kan hebben dat slim gezien: de enige manier om tegenwicht te geven aan de besturen en de VO-raad is door de docenten zelf weer mee te laten doen als een partij. De overheid kan de macht van de besturen niet zomaar intrekken: wel aan banden leggen, maar niet zomaar intrekken. De overheid kan de kwaliteit bewaken: en daar mag je Plasterk op aanspreken.

    De beloning en de slagvaardigheid van de docenten, dat is echter een zaak voor ons zelf.

    Ik zelf zou mij geroepen voelen om werk te maken van een lerarenvereniging (maar ik heb het echt druk). -En wel direct. Want de plannen van Plasterk staan of vallen met een dergelijke vereniging. Het zou fijn als het ministerie bij het opzetten hiervan hulp zou willen bieden.

    Mensen als Van Haperen en en verenigingen als BON zouden goede ‘lichamen’ zijn om te helpen een dergelijke beroepsvereniging op te zetten (of een aantal lerarenopleiders: mensen als Couzijn en van Haperen? -Als ze bij het ministerie er een budget voor zouden kunnen krijgen?)

    Zodra die vereniging ‘marcheert’, dan gaat het plan van Plasterk leven. De bal ligt bij ons, bij de leraren.

Reacties zijn gesloten.