Wat overblijft,

is eigenlijk, geen idee!
Water dragen naar de zee.
Geinige of serieuze gedichten maken. Geestige one-liners.
Streel ik alleen mezelf mee.
Zie je, ik kan het niet laten, holle vaten klinken ook soms vol.

Het afschaffen van WSNS, zal niet lukken. Geld, “pruttelende en polderende” politici en de Moloch, zijn natuurlijk veel sterker. Dat de wal uiteindelijk ’t schip keert, dat rest als schrale troost.
Plasterk was zo’n beetje m’n laatste hoop. Om hem ingepakt en voorgekookt te zien, had ik verwacht, maar verwachtte het niet.
Toch, hoewel onvervaard optimist, ben ik
de weg kwijt in de mist.
Mocht iemand nog iets naar me roepen,
ik ben wandelen, mijn mormelhondje moet nog poepen.
Soms mag ze met me naar de klas,
maar prefereert ’t groene gras.