Eindexamen en studiekeus in Frankrijk

13 maart 2007
ACHTERGROND
Il y a de la fébrilité dans l’air… Niet alleen is het nationale eindexamen in zicht gekomen, maar de leerlingen moeten ook een studiekeuze maken wat hier een strategie impliceert van wikken en wegen tussen de a) 2-jarige voorbereidingscursus voor een grande école, b) de universiteit of 3) een kortere, op praktijk gerichte, studie, waarbij men moet oppassen niet tussen de wal en het schip terecht te komen. En dan zijn er ook nog tussenvormen en passerelles…Eindexamen en studiekeus vormen een twee-eenheid, onderworpen aan één leidend adagium: ‘het binnen komen is veel moeilijker dan het binnen zijn’. Afgezien van de Universiteit zijn er vrijwel altijd toelatingsexamens. Men heeft hier de mond vol met gelijke kansen, selectie waar de sociale afkomst, kleur en religie niet mee mogen wegen (égalité), gelijke behandeling van jongens en meisjes (fraternité), vrije keuze en toegang (liberté), maar als het om je eigen kind gaat dan wegen de principes niet zwaar en probeer je je kind zo goed mogelijk te ‘plaatsen’ op z’n XIXe eeuws, al gaat dat met behulp van een handigheid die niet zou mogen, maar wel kan. Vooral de leraren zijn daar goed in voor hun eigen kroost.

Wij ouders die onbekend zijn met de onderwijswereld, herontdekken met verbazing na zo’n 30 jaar de ingewikkelde geschreven en ongeschreven regels, het nut van een subtiele positionering waar je vanaf het 11e jaar aan zou moeten denken, en een werkelijkheid die niet overeenstemt met wat men van degelijk onderwijs verwacht.

Wij zijn murw van het gekif en geharrewar binnen die onderwijswereld, de ideologische stellingnames, de stekelige reacties en stakingen om het minste, indianenverhalen uit de banlieues, de eindeloze stroom van onderwijsvernieuwingen, zij het niet zo erg als het ‘nieuwe leren’. Allerlei berichten borrelen op uit een ondoorzichtig magma, waarvan men zich afvraagt of men zich daarover op moet winden. Om maar wat te noemen:

– waarom neemt het aantal leraren toe, terwijl het aantal leerlingen vermindert;
– hoeveel ministers die ‘overtollig vet bij de mammoet hadden willen wegsnijden’ hebben niet het onderspit gedolven?
– het systeem heel goed voor de besten, c’est le mérite républicain, maar de zwakke broeders moeten het maar zelf uitzoeken;
– ondanks de vele uren die besteed worden aan vreemde talen is het resultaat bedroevend;
– de beginnende leraar wordt systematisch op een probleemschool aangesteld, als men daar iets van zegt dan krijgt je meteen een grote mond terug, want hoe marxistisch angehaucht men ook is bij het openbare onderwijs, de ‘droits acquis’ (= anciënniteit, die de aanstellingsdwang vermindert) zijn nog veel heiliger, de hang naar privileges zit er hier diep, zeer diep in;
– als je ambities hebt voor je kind, dan doe je er goed aan het openbare onderwijs te mijden al zijn de allerbeste scholen in de Hoofdstad wel openbaar (en ook nog gratis). Paris, Paris! het eldorado voor handige voordringers, de insiders, de jacobijnse politici met lange armen, de showbis en ‘people’ met goede connecties, het kind moet wel over voldoende capaciteit beschikken. Het is een wonderbaarlijke alchemie, het is één van de twijfelachtige charmes, waar dit land zo rijk in is;
– als buitenstaander krijgt men de indruk dat onder mom van ‘beter onderwijs’ het schoolritme (7 weken school, 2 weken vakantie, en steeds wordt er aan het aantal schooluren geknabbeld) tot stand is gekomen omwille het lerarengerief in de Parijse regio;
– er is iets met het onderwijssysteem aan de hand waardoor het werkt als een meisjeszeef (ook in andere landen), een fenomeen dat zich in het wetenschappelijk onderwijs amplifiëert. In Nederland zal het ‘nieuwe leren’ wel helemaal desastreus zijn voor jongens die discipline nodig hebben;
– hoe kan het dat gemiddeld een leerling van een lycée meer kost dan een student;
– hoeveel fanatiekelingen van het openbaar onderwijs sturen uit eigen belang hun kinderen niet naar privé (= katholieke) scholen die zo’n 20% van alle leerlingen opnemen en die vaak altruïstischer zijn?
– 38% van de leerlingen van 15 jaar en jonger zijn minstens één keer blijven zitten, dat staat in Le Monde van vandaag (Nederland 28%) en 150.000 jongeren verlaten jaarlijks het schoolsysteem zonder enige vorm van kwalificatie.
– Bijspijkerorganisaties zijn de laatste jaren als paddestoelen uit de grond gerezen; het schijnt een hele florissante bisnis te zijn, waar zelfs leraren met voltijdbanen kunnen bijverdienen.

Zo ziet de situatie eruit. Men zoeke er zijn weg op de tast. Het is een wonder dat het meestal goed gaat.

1 Reactie

  1. Het klinkt allemaal erg eh…
    Frans. Een positieve noot (al weet u wellicht beter): De Ecoles Polytechniques zijn van een zeer hoog niveau, en ingenieurs worden in Frankrijk nog gerespecteerd om hun inhoudelijke kwaliteiten. Hier in Nederland heeft een ingenieur standaard een jurist, econoom of deskundige P&O boven zich die van toeten noch blazen weet.

Reacties zijn gesloten.