Waarom zijn leerlingen ongemotiveerd (ook bij klassikale instructie)?

Ik heb het vermoeden dat de meeste bezoekers van dit forum, op een enkele querulant na, het wel eens zijn. Onderwijs drijft op goede kennisoverdracht en Het Nieuwe Leren (plus alle varianten) hebben hun waarde nog lang niet bewezen.

Waar ik wel mee blijf zitten is de ervaring dat je in het onderwijs zoveel energie verspilt. De docenten steken bewonderensvaardig veel energie in het aanbieden van kennis, het bedenken van goede oefeningen, het structureren van de inhoud enz. De leerlingen steken er soms veel energie in om deze activiteiten van docenten te dwarsbomen. Daar zit toch iets heel tegenstrijdigs in. Waarom moeten docenten bovenop de energie die ze investeren in een goed onderwijsaanbod, óók nog eens zoveel energie steken in het houden van orde. Het zijn toch de leerlingen zelf die belang bij die orde hebben? Het is doodvermoeiend om jongeren hun eigen belang door de strot te douwen.

Ik heb het idee dat deze merkwaardige tegenstrijdigheid één van de belangrijkste gronden is voor de constructie van varianten op het Nieuwe Leren. Ik vind het een mislukte oplossing, maar de onvrede over deze tegenstrijdigheid deel ik wel.

Wie heeft een antwoord op deze twijfels. Waarom vinden zoveel leerlingen het leuk om de orde te verstoren bij lessen waar ze zelf belang bij hebben (al was het maar voor een cijfer)?

20 Reacties

  1. het zijn pubers Hinke
    Kenmerk van pubers is dat ze bezig zijn met twee zaken: sex en het losmaken van het bestaande gezag. Allemaal buitengewoon nuttig. Jij verwacht dat het verstandige verantwoorde mensen zijn. Helaas (of gelukkig?). Emotie en hormonen sturen veel sterker dan ratio, zeker bij jongens. Het belang wat ze hebben bij jouw kennis is lange termijn (variërend van het volgende toetsmoment tot aan hun inkomen “later als ze groot zijn”). Lange termijn belang verliest het bij pubers van korte termijn belang. Dat weten ze zelf ook, ze zijn niet dom. Maar daarom gedragen ze zich nog niet zo. Eerlijk gezegd geldt dat vaak voor mijzelf ook wel; het kost soms knap veel moeite om “verstandig” te zijn. Maar mannen (en d-day is mannelijk) blijven altijd kinderen natuurlijk.
    Maar als dit de reden is achter orde en motivatie problemen, dan biedt HNL geen enkele oplossing, en dat blijkt ook. Het enige dat je kunt doen is er voor zorgen dat je het gezag houdt over die pubers. En dat doet men in het algemeen door een juiste mix van autoriteit en praten, uitleggen en invoelen. Dat kost een jaar of vijf in het algemeen. En bergen energie. En, het is van alle tijden.
    Een aardig onderwijs experiment zou zijn om voor bepaalde jongeren het formele onderwijs te stoppen bij hun twaalfde en dan te vervolgen als ze een jaar of 25 zijn en gesetteld. Tussen 12 en 25 kunnen ze werken voor de kost. In een hierarchisch duidelijke situatie. Vroeger was er een beperkte vorm van een dergelijk experiment. Dat heette dienstplicht. (uhum.. nooit gedacht dat ik dat nog zou zeggen… als voormalig erkend gewetensbezwaarde… voortschrijdend inzicht?)

  2. Olifantenhuid en verklaringen
    Bij dit vak hoort toch een olifantenhuid en eelt op de ziel? Ik geloof niet dat het ooit anders is geweest.

    Als u constateert dat de onwilligheid om te leren tegenwoordig algemener is dan vroeger, dan ben ik dat wel met u eens.

    Ik heb een paar verklaringen.

    1) De welvaart en de daarmee samenhangende opvoeding: alles kan betaald worden, dus de ouders zijn veel minder vaak gedwongen om NEE te verkopen aan hun kinderen. En dan horen die kinderen dus veel minder vaak het woordje NEE.

    2) Men (ouders en kinderen) begrijpt niet waar onze welvaart vandaan komt; men beschouwt het als een gegeven en kan zich daarom niet meer voorstellen dat het voor een belangrijk gedeelte gebaseerd is op ons algemene opleidingsniveau. De kinderen begrijpen dus ook niet dat ze gewoon hun best moeten doen.

    3) De school geeft het slechte voorbeeld: zonder opleiding te hebben afgemaakt mag je gewoon wiskunde, natuurkunde, scheikunde of een taal doceren. Waarom zouden de leerlingen zich dan druk maken? Waarom niet lekker klieren?

    4) De gevolgen van de jaren zestig (3e generatie inmiddels):
    deskundigen bestaan niet;
    onbeschoftheid is grappig.

    5) De voorbeelden op de televisie: mensen die iets kunnen of beheersen krijgen geen aandacht; schreeuwers, knoeiers en andere kermisklanten des te meer.

    6) De gigantische ontlezing: lezen wordt door jong en oud niet meer als vermaak gezien. Wanneer u iets wilt beginnen met geschreven tekst wordt dat geassocieerd met saaiheid.

    7) Het chaotische gezinsleven (scheidingen, vier huwelijken etc.) bij veel leerlingen thuis.

    8) De toevloed van ongeletterde immigranten waardoor het onderwijs twee treden omlaag moet. Daar hebben we ons, denk ik, onvoldoende op ingesteld met als gevolg ordeproblemen.

    • Leuk en gemotiveerd
      En toch gooien de ‘vernieuwers’ mij elke keer weer verhalen om de oren waaruit blijkt dat de leerlingen het allemaal zo leuk vinden en dat ze zo gemotiveerd worden. Ik geloof het niet en ik zie het niet, maar elke keer weer wordt dit als een mantra herhaald.
      Als ik dan zeg dat leuk voor mij geen criterium is, zijn ze stomverbaasd. Leuk en gemotiveerd is de voorwaarde om te leren. Zelfs als zou het waar zijn dat ze het zo leuk vinden en dat ze zo gemotiveerd zijn, dan is nog het enige criterium of ze bewezen kennis en vaardigheden hebben opgedaan.
      Toch zit het me dwars. Alles verklaren uit de puberteit lijkt me niet logisch. Er zijn veel verhalen van leeftijdgenoten (vijftigers) en mensen die nog ouder zijn, die echt héél graag hadden willen verder leren. Het zat er thuis niet aan, of het was niet nodig voor een meisje. Ik was een vreselijke puber, maar ik heb nog nooit op school dwars gelegen om dwars te liggen (ik stelde lastige vragen, maar dat was heel wat anders)

      • niet moeilijk doen, laten we het leuk houden; leuk=lui
        Wat is dat eigenlijk “ leuk vinden”? “leuk” is een slap woord. Oorspronkelijk betekende het lauw, traag, lui. Later betekend het ook geinig en aardig. Het woord blinkt uit in fletsheid en krijgt pas wat betekenisin zijn contekst. Daarom past zo’n woord natuurlijk uitstekend in de vaagheid van het nieuwe leren. Van een party kun je zeggen dat hij leuk was. Dat betekent dat er heel wat afgelachen is. Maar moet dat nu een kriterium worden voor een les op school ? Meestal hebben gesprekken op een party weinig diepgang. Is dat de bedoeling van de les? Dat het vooral niet te moeilijk mag worden ? Dus in de betekenis van “voor luie leerlingen”? Leuk is zo’n vaag woord dat wie beweert dat lessen leuk moeten zijn eerst maar eens moet vertellen wat hij in dat verband met leuk bedoelt.

        • Leuk :-S
          Theorie-examen voor het rijbewijs is ook niet leuk!

          Toch willen ze dat halen en doen ze er hun uiterste best voor!
          Zonder intrinsieke motivatie omdat de stof zo boeiend is (who gives a F@#* of je iets op je autodak mag plaatsen dat 25 cm uitsteekt. Of was het nou 20 cm?!?).

          En blij dat ze zijn als ze het halen. (Geeft voldoening en waarderingsgevoel. A sense of purpose).

    • Ongeletterde migranten en onderwijsniveau
      De heer Stevin heeft misschien te maken met een flink percentage ‘ongeletterde migranten’ (welke woordcombinatie mij op de een of andere wijze niet prettig in de oren klinkt, maar dat terzijde), ik echter niet.
      Toch ervaar ik ook een daling in niveau. Daarmee lijkt mij oorzaak 8 minder belangrijk.

      Vergeet ook niet dat kinderen vandaag de dag de vrijheid nemen hun ongenoegen over ons onderwijs te uiten, terwijl dat een een generatie geleden ‘out of the question’ was. Bovendien is de peer group te allen tijde binnen bereik (gsm/msn) en eist de eigen puberwereld een veel groter deel van de aandacht op dan onze kennisoverdracht.

      We moeten al onze onderwijskundige en didactische kennis, al onze vaardigheden en competenties, kortom alles wat we in huis hebben, inzetten om ze toch te bereiken. Dat blijft vallen en opstaan. Wellicht is het ook altijd zo geweest, zoals 6-6-1944 al zei.

      • Ongeletterden (en dan maar niets er achter)
        Herkent Jacques wél het verschijnsel, dat veel ouders steun kunnen bieden bij het schoolwerk? Als die ouders zelf ongeletterd zijn, kunnen ze hun kinderen niet zo goed helpen. Daarover heb ik het bij oorzaak 8.

        Ik heb al die dingen opgenoemd zonder aan te geven welk relatief belang ze hebben.
        Ik denk dat al die effecten naast elkaar werken en elkaar versterken.

        Uw ervaringen met andere leerlingen hoeven dus niet veel te maken te hebben met het feit dat sommige kinderen ouders hebben die niet kunnen lezen of schrijven. Maar mijn punt ontkrachten doen ze niet.

  3. Ordeprobleem
    Een herinnering aan vroeger:
    Mijn vader was onderwijzer op het ULO, Frans, Engels en geschiedenis. Ik had het geluk dat hij geen enkel probleem had met het orde houden, zoals ik altijd van zijn leerlingen te horen kreeg. Zijn collega en goede vriend daarentegen kon van zichzelf geen orde houden, maar de leerlingen wisten dat herrie maken Besseling te ore zou komen en dan hadden ze een groot probleem. Als daar reden voor was waren de straffen van mijn vader niet mals. Toen functioneerden de onderwijzers nog als een team!

  4. Conflict tussen ‘wat goed is’ en ‘wat leuk is’
    Arie Molendijk
    Beste Hinke, vergelijk de zaak met het opvoeden van een klein kind. Het kind wil snoep. De opvoeder wil dat beperken, omdat snoep slecht is voor de tanden. Goed, 1 snoepje dan, of desnoods 2 of 3. Maar dan moet je wél nog even je tanden poetsen. Dat is balen! Het kind stribbelt tegen.

    De schoolgaande puber wil alleen maar ‘leuk’ onderwijs. De ‘ouderwetse’ leraar wil dat beperken, omdat alleen maar leuk onderwijs slecht is voor de ontwikkeling. OK, een paar leuke dingetjes dan: je hoeft voor morgen geen huiswerk te maken, en vandaag ben je eerder vrij. Maar dan moet je wél nog even wat aan je Engelse woordenschat doen, want dat is nodig voor de taalbeheersing.
    Dat is balen! De puber stribbelt tegen.

    En wat doet het leuke Nieuwe Leren? Alleen maar snoepjes uitdelen. En zeker geen Engelse woordjes laten leren (tanden laten poetsen)! Ervan uitgaan dat de puber weet wat goed voor hem is. Logisch dat de puber content is.

    Nieuwe Leerders: wanneer hou je er weer eens rekening mee dat de mens (en dus ook de puber op school) van nature niet zo goed en verantwoord is als je denkt!

    PS. Ik was niet streng voor mijn kinderen. Ze kregen meer dan genoeg snoep. Ze wisten dat ze er wat voor terug moesten doen: op tijd ’tanden poetsen’ (als metafoor bedoeld). En waarom vonden ze het prima? Omdat ik steeds het ‘waarom’ uitlegde en nooit dom doordramde. Omdat ik zielsveel van ze hield (en houd). Ook in strengheid kan je heel lenig zijn. Om de moderniteit te paaien: ook in beslistheid kan je ‘haptonomisch’ bezig zijn.

    • Leuk gaat vervelen
      Het was in de jaren 70, vrijdagmiddag, het laatste uur. Meneer, gaan we iets LEUKS doen? Ja, maar wat dan ?,vroeg ik. Nou, gewoon iets LEUKS; maar jullie weten toch dat mijn lessen gewoon saai zijn. Glimlachend keken ze me aan. Ik kwam op een idee. Goed dan, de volgende les gaan we iets leuks doen, jullie mogen zelf weten wat, maar het moet wel iets met mijn vak te maken hebben.
      Een paar dagen later galmden Franse klanken door het lokaal. De leerlingen knipoogden naar elkaar:”Dat hebben we toch maar mooi voor elkaar gekregen”. Ik liet ze begaan, het vierde chanson zou gedraaid (jaren 70!!) worden….En toen gebeurde wat ik had voorzien.He meneer, kunnen we niet wat anders gaan doen, iets LEUKS? Ja, natuurlijk, zei ik met een triomfantelijke grijns, pak de boeken, we gaan gewoon verder waar we vorige keer gebleven waren. Nooit meer hebben ze gezeurd om iets LEUKS.

      En laat de HNL-fanaten niet denken dat dit in het begin van het derde millennium niet zou kunnen.

  5. hoezo ongemotiveerd??
    Beste Hinke,

    waren wij echt anders als 13./14/15 jarigen???
    Er zijn op mijn school enkele docenten die ik maar weinig hoor over ongemotiveerdheid in de les. (en ik prijs mij gelukkig bij hen te horen) Is het nu juist niet de taak aan de docent om een klas te motiveren?? Is dat nu juist niet de gave van een docent, de gave waarom je voor de klas bent gegaan, voor mij wel. Al in mijn pubertijd, begin jaren 70 wilde ik met kinderen werken, ik wilde leraar worden (waarom?0 omdat ik een paar docenten had die je wisten te motiveren, te stimuleren en te inspireren door hun benadering van jou als mens, wij gingen voor deze leraren door het vuur. Ik wist op mijn elfde al dat ik iets met scheikunde wilde doen en dat heb ik dus kunnen combineren.

    Een leraar is net als een acteur of een caberetier, als die niet overkomt bij zijn/haar publiek dan heb je een ongemotiveerde zaal.
    Zo ook in de klas. Daarom blijf ik zeggen cursus geven kun je leren want dat doe je aan gemotiveerde mensen, lesgeven is een gave en kun je niet leren. Maar de leiding kan de omstandigheden wel zo maken dat de minder begaafden in dit vak toch goed uit de hoek kunnen komen en dan zijn we ook de ‘ongemotiveerden’ kwijt.

    Om de laatste vraag te beantwoorden: Leerlingen vinden het niet leuk om de orde te verstoren, zij pakken alleen de zwakkeren die de ruimte geven om dit te doen, het is net een troep beesten als het daar op aan komt, als ze twijfel en onzekerheid zien slaan ze toe. Ik spreek uit ervaring vanm toen ik een slechte periode in mijn leven had, je straalt dan onzekerheid uit.

    Inspireer, stimuleer, corrigeer en motiveer daardoor dat zijn de steekwoorden bij het lesgeven aan pubers en vergeet NOOIT hoe je zelf was, vertel het ze, laat ze er in delen, stel je kwetsbaar op en je wordt juist sterk, laat zien wie je bent en win hun hart.

    • nuance
      Nu ik de reacties lees op Hinke’s vraag heb ik behoefte om nuance aan te brengen. In mijn eerdere respons betoogde ik dat het “simpelweg” te classificeren is als puberaal gedrag. Alhoewel ik dat ook werkelijk meen, laat het een ander aspect onbelicht.
      Pubers moeten gevormd worden. Dat moet nu, en vroeger ook. Het extra probleem tegenwoordig is dat je dat als docent vaak geïsoleerd doet. Ouders werken niet mee. De invloed die je dan hebt is beperkt: “it takes a village to raise a child”.
      Voeg daarbij een hardere wereld en heel veel persoonlijkheidsstoornissen, en mijn simpele oplossing is geen oplossing, maar enkel een verklaring. Zo was het ook bedoeld.
      Je pubers reageren zoals ze reageren omdat het pubers zijn. Gemotiveerd leren past daar niet echt binnen. Maar om diezelfde pubers te begeleiden naar verantwoordelijke volwassenen is tegenwoordig op een school heel veel meer nodig dan 30 jaar geleden. Sterker nog: ik vrees dat een relatief groot aantal probleemjongeren op school helemaal niet te handhaven zijn.
      Hinke, ik heb niet bedoeld te zeggen dat jij, als je je maar realiseert dat het pubers zijn je overeenkomstig die kennis gedraagt, dat dan het probleem weg zou zijn.
      Niemand, en zeker een docent op school niet, kan in zn eentje die taak aan.
      Velen van ons zullen herkennen dat ze zelf in het verleden ook niet echt gemotiveerd waren, maar je wist toen zelf dat dat eigenlijk een zwakke kant was. Nu weten de kinderen dat ze niet gemotiveerd zijn en verwachten dat de docenten ze iets moois voorzetten waardoor ze het wel “leuk” gaan vinden.
      Als een docent dat niet kan, als een boek niet flitsender is dan de break-out, als de les niet leuker is dan de laatste videogame, dan heeft de docent het niet goed gedaan. Ook dat is een verschil met vroeger.

    • Even voor de duidelijkheid
      Even voor de duidelijkheid: ik heb geen ordeproblemen! Toch vind ik het onbegrijpelijk dat je leerlingen dingen door de strot moet duwen die in hun eigen belang zijn. Hoe kán een leerling vlak voor een examen nog steeds blij zijn dat de docent ziek is.

      • Dát begrijp ik wel
        Leraar ziek betekent een uurtje vrij. Nu. Het examen is pas over een week, of morgen, of vanmiddag.
        Dat heeft niets met rationaliteit te maken, maar zit volgens mij in de genen. Mensen zijn niet gemaakt om te plannen. We zijn jagers en vinden/plukken wat wortels en noten of bessen. Zaaien en oogsten kwam pas veel later en wordt aangestuurd vanuit een ander deel van de hersenen (denk ik zo)Overigens zal wellicht ook meespelen dat het vaak gebeurt dat een toets of een resultaat van een toets wordt aangepast als er externe factoren zijn waar de leerling “niets” aan kan doen. Docent ziek, dan halen alle kinderen lagere cijfers, dus worden die opgetrokken of komt er een extra kans of…..
        Als je kindeen wilt sturen, dan zul je heel directe feedback moeten geven. Leraar ziek, dan verplicht huiswerk maken onder begeleiding. Dán pas balen ze van die zieke leraar en hun mindere voorbereiding op het proefwerk.
        Allemaal psychologie van de kouwe grond hoor. Ik verzin ook maar wat -;)

      • Korte/lange-termijn-vooruitkijken
        Arie Molendijk
        De leerling is blij als de docent ziek is omdat het ‘korte-termijn-vooruitkijken’ sterker prikkelt dan het ‘lange-termijn-vooruitkijken’. Daarom zijn mensen vaak blijk als dingen waar ze tegen opzien noodgedwongen even uitgesteld moeten worden.
        Zéker in een hedonistische samenleving is het leerlingengedrag goed te begrijpen. Directe behoeftenbevrediging is toch het leukst!

  6. Motivatie en orde
    Even wat toevoegen (overigens meer over orde dan motivatie).

    Conclusie van Leo Prick onlangs in het NRC: in Nederland moeten de docenten de orde bevechten; op veel plaatsen in het buitenland is orde veel meer vanzelfsprekend.

    Zelf vind ik dat veel scholen (vooral schoolleidingen) én vaak niet doortastend durven in te grijpen (angst voor ouders) én dat de overheid de scholen te weinig middelen geeft om leerlingen die structureel de boel verstieren, snel te kunnen verwijderen.

    Verder krijgen onervaren docenten krijgen vaak de moeilijkste klassen en moeten ze vermoed ik ook het vaakst werken in steeds wisselende lokalen. Omdat ze niet anders dan parttime kunnen werken en omdat ervaren docenten hun zaken vaak goed voor zichzelf hebben geregeld; overigens dank voor het artikel hierover in Vakwerk. Als je pech hebt, krijg je ook nog eens een docent als coach terwijl die, hoewel die goed is in lesgeven en de beste bedoelingen heeft, niet goed is in coachen. Als onervaren docent kun je ook dat nog niet goed beoordelen.

    Een ander probleem is dat aan orde houden op de lerarenopleidingen en nascholingscursussen veel te weinig (constructieve) aandacht wordt gegeven. Ik heb gedurende de héle postdoctorale opleiding maar drie middagen een training gehad over orde houden en daar ontzettend veel direct toepasbare, werkende technieken van geleerd. Leer je eindelijk eens wat nuttigs, duurt het natuurlijk weer heel kort. Bij logopedie was het al niet anders.

    De kern van mijn frustratie over orde houden is niet neiging van sommige leerlingen tot wangedrag, maar dat ik als docent te weinig middelen krijg (voorbereidingstijd, schoolboeken op niveau, schoolvoorzieningen) om mijn werk goed te doen; ik kan leerlingen in mijn lessen gewoon niet genoeg bieden, en ook daar daar worden ze, begrijpelijkerwijs, dreinerig van. Op scholen waar de leiding het corrigeren van leerlingen niet zo belangrijk vindt en/of (mede daarom) HNL invoert, weiger ik sowieso te werken.

  7. Ongemotiveerdheid
    Het is een complexe vraag die niet kort beantwoord kan worden. Daarom alleen wat gedachten of stellingen.
    – Het kind is (te) centraal gesteld als volwaardig individu. Velen zijn eigenlijk nauwelijks nog bereid om iets op te leggen aan het kind. De volwassene buigt naar het kind toe.
    – Studenten leren om dat ze dat moeten en omdat ze er, op korte termijn, iets voor terugkrijgen. Velen zijn (deel)certificaat gericht.
    – Op sanctioneren rust een algemeen taboe. Vele maatregelen zijn gericht op (innerlijk) motiveren door leuk, uitdagend en overtuigen(zin laten zien) Daarnaast kiest men voor preventie. De vraag is of het kind dit niet gewoon ziet als zwakte.
    – Het financieringssysteem haalt de verantwoordelijkheid voor een studieresultaat weg
    bij de proceseigenaren(studenten) en legt die neer bij de instellingen. Zij moeten dus
    wel inzetten op preventie.

    Mijn visie is, dat welk systeem je ook hanteert, de leerling de enigste is die kan leren, dat kan niemand voor hem of haar doen. Leren kost veel inspanning en soms pijn en verdriet. Leren vraagt om concentratie en dus om (innerlijke)rust. (Zelf)Discipline en doorzettingsvermogen zijn naast leervermogen en deskundige hulp cruciaal voor het resultaat. Leervermogen brengt de leerling mee de rest is gewoon verdampt. De deskundige hulp is de laatste peiler die onder het leerproces uitgeslagen wordt door HNL. Ik denk dat veel leerlingen dit ervaren, als in de steek gelaten worden.
    Corgi

  8. Zinvol
    Dank jullie wel voor al die mooie reacties. Het brengt me een stapje verder. Dat stukje over het feit dat leraren in het buitenland hun orde minder moeten bevechten dan hier, herken ik ook. De cultuur en de ouders hebben meer bewustzijn van de noodzaak van leren in een leraar-leerlingverhouding.
    In lijn ligt dan een nieuwe vraag: Hoe kunnen we hier wat aan doen. Hoe kunnen we de noodzaak van orde in de klas, rust bij het leren, bewustzijn van de noodzaak van inspanning dan wél overbrengen?
    Natuurlijk kun je (zoals het Instituut voor Autotechniek) leerlingen dat vooraf duidelijk maken. Dit wordt er van je verwacht. Als je dan een goede naam opbouwt als school en goede resultaten met examens haalt, dan trekt je school aan als een magneet.
    Zijn er ook mogelijkheden (voorbeelden) om binnen en vanuit de bestaande scholen deze boodschappen duidelijk te maken aan ouders, klassen en leidinggevenden?

    • Het zwarte gat binnen het onderwijs
      Hallo Hinke,

      Ik reageerde op het front van de BON-punten al eerder op je. Ik stelde daar dat het leerproces van binnen naar buiten gaat. Intrinsieke motivatie (door mij richtingsbesef genoemd) beinvloedt het onderwijs wezenlijk. Je voert een belangrijk punt aan. Net als bij de BON-punten leidt mijn reactie op jou tot veel woorden, ik heb mijn reactie daarom toegevoegd op mijn weblog.

Reacties zijn gesloten.