Toch weer toetsen op kennis, een onderwijskundige aan het woord.

In het NRC Handelsblad, zaterdag 16 september, las ik in het onderdeel ‘Wetenschap & Onderwijs’ het volgende artikel. Anja Vink interviewde de onderwijskundige Gerard van de Watering die onderzoek heeft gedaan naar de manier van toetsen.
Ik wilde deze u allen niet onthouden. Ik ben benieuwd naar uw mening over het geschrevene.

17 Reacties

  1. Voor zover ik het stuk begrijp…
    Wat nu precies de boodschap is, is me niet duidelijk. Het lijkt er op dat van de Watering vindt dat PGO uitstekend is, maar dat er extra toetstraining zou moeten komen.
    Een hard gelag. Gestructureerd “trainen” op kennis is uit den boze, want dat komt de kennis niet op een activerende manier tot de student (en dat schijnt het doel van PGO te zijn), maar in plaats daarvan wordt gestructureerd getraind op het maken van toetsen. Drie keer raden wat er gaat gebeuren: de student zal zoals altijd gaan werken om de toets te halen. De “onderwijsvernieuwing” PGO verwordt tot examentraining. Het slechtste van twee werelden.
    Maar misschien heb ik het allemaal niet begrepen

    • Volgens mij…
      Volgens mij gaat het in het stuk om het volgende.
      *In PGO is kennis niet erg belangrijk.
      *De toetsen in Maastricht bevatten wel een (relatief klein) kennisgedeelte.
      *Voor de toetsen die in Maastricht gegeven worden stampen studenten kennis in hun hoofd om een hoog cijfer te halen voor dit kennisgedeelte. Op het casusgedeelte is het moeilijker voorbereiden, dus alle voorbereidingstijd van de studenten gaat op aan kennis stampen.
      *Dat is niet de bedoeling, dus moet dat kleine gedeelte kennistoets afgeschaft worden.

      Voor de duidelijkheid: bovenstaande is mijn interpretatie van het artikel, niet mijn persoonlijke mening!

  2. Hoera, minder lezen.
    Nu eens een theoretisch gefundeerde tip waar je in de praktijk wat aan hebt: Nooit meer iets lezen waar Jacqueline, Jannetje, Marlies, Mickelle of Anja onder staat. Dat scheelt een hele pagina Onderwijs NRC op zaterdag.
    willem smit

    • Hoezo dat?
      Is dit enkel op gender gebaseerd? Of hebt u een wat meer gefundeerd argument?

      Historia vitae magistra

      • ja en zeker
        Al jaren heb ik, eerst inductief, later met theoretische zekerheid, kunnen vaststellen dat alle artikelen in het onderwijskatern NRC onderling uitwisselbaar zijn (zie ook een eerdere bijdrage Beter Zwemles Nederland) en dus kunnen worden overgeslagen als één van de vermelde namen eronder staat. De factor Gender heb ik niet onderzocht, mag niet van m’n vrouw. Inmiddels ben ik van plan een onderzoek te starten naar de moeizame relatie tussen humor en mail.
        Overigens meen ik te weten dat de heer Spiering op die pagina de hoofdredactionele scepter zwaait: een man weer natuurlijk.
        willem smit

        • What is wrong?
          Mogelijk bedoel je dat elk artikel door elk van de andere onderwijsredacteuren geschreven had kunnen zijn. Maar dan nog gaan de artikelen op dezelfde dag niet over hetzelfde. Over langere tijd gezien zal er wel een zekere overlap bestaan maar een beetje reduntantie kunnen we altijd wel gebruiken. Een geheel nieuwe zienswijze nemen we meestal niet in één teug tot ons. Onze hersens moeten deprogrammeren. Of bedoel je dat er in het onderwijskatern te weinig diverse meningen naar buiten gebracht worden?

          • deprogrammeren
            Natuurlijk moeten onze hersenen klaar worden gestoomd voor HNL. Maar dat lukt niet met het slappe sopje human interest dat op deze pagina alfa en omega is. Leuke kindjes, die leuke dingen doen, en daar heus wel best veel van leren, als in een roze droom, als vanzelf, spelenderwijs bijna, wat is leren dan leuk, veel leuker dan dat ouderwetse frontale gedoe met die emmers waar alleen maar kennis in moet, is dat niet leuk? und so weiter und so fort. Ben ik dan de enige die daar helemaal daabs van word?
            Het gekke is dat in de rest van de krant veel verstandiger over HNL wordt geschreven. Maar dit clubje houdt al jaren stand. Ik heb weleens op de jacquelinetjes gereageerd. Zo’n reactie wordt dan niet in het onderwijskatern geplaatst maar elders, bij Opinie meestal.

            willem smit

  3. Een vraagje.
    Mede door het artikel ben ik gaan nadenken over mijn eigen toetsprocedure.
    Wat is volgens u de beste toetsmethode?

    Historia vitae magistra

    • Dat ligt eraan
      Hier hebben we de didactische driehoek weer (leerling, leraar, leerstof). De toetsprocedure hangt af van wat het is dat je wilt toetsen, wie het is die je toetst en jouw mogelijkheden/beperkingen als toetsenmaker. Franse spreekvaardigheid toets je niet schriftelijk en een 1-jarige leg je ook geen schriftelijke toets voor om maar een tweetal voor de hand liggende dingen te noemen. Er is geen universeel beste toetsprocedure voor alles en iedereen.

      • Nee, dat is nogal wiedes.
        Nee, dat is nogal wiedes. Maar iedereen heeft natuurlijk wel zo zijn voorkeuren.

        Historia vitae magistra

    • mijn voorkeur: mondeling. Leuk en efficient!
      Ik zou, als me dat was toegestaan, enkel nog maar mondeling toetsen. In hooguit een kwartiertje heb ik helder of de student een 9, een 7, een 5 of een 3 “waard” is. Elke andere cijfers (7,2 of zo) kunnen me gestolen worden.
      Ik denk dat dat kwartiertje me niet meer kost dan het bedenken van een goede toets en die eenduidig en helder op schrift zetten (alleen de vergelijkingseditor van word al;-( ) en het nakijken van 5, 6 blz in hanepoten geschreven antwoorden per student.
      Verder is er interactie: als een student mn vraag niet begrijpt, dan kan hij daarna vragen, en als ik een antwoord niet direct juist interpreteer, dan is die mogelijkheid er ook.
      Tenslotte is het veel leuker om met studenten over wiskunde te praten dan de zondagmiddag en avond toetsen van rode strepen te voorzien. Hopelijk is er dan ook nog feedback. Zowel voor de matige student, zie is gezakt, als ook voor de goede student, die welliswaar ruim is geslaagd , maar waarbij ik de puntjes op de ik heb kunnen zetten.

  4. toetsen
    Voor mij wordt in dit artikel gesteld dat een student resultaat gericht leert. Het halen van de toets is het te behalen korte termijn resultaat. Het leerarrangement wat aangeboden wordt is een hulpmiddel. De student beoordeeld dat leerarrangement op haar nuttigheid voor het doel zijnde het halen van het tentamen. Tevens bedenkt hij of dat er betere alternatieven zijn en/of het gehele arrangement of slechts een gedeelte volstaat alsmede op welke wijze hij er mee om zal gaan. Het leerarrangement zal in iedergeval afgewezen worden als daar zaken getraind worden die niet getoetst blijken te worden.
    Belangrijk is in mijn ogen dus de conclusie dat de student gaat voor het examen en niet om competent te worden. Dat verband is dus aan ons docenten om te realiseren en bewaken. De student veronderstelt die causaliteit en die blijkt dus niet vanzelfsprekend.
    Corgi

  5. Toch weer toetsen op kennis.
    Gerard van de Watering promoveerde op de manier van toetsen van de faculteit der rechtsgeleerdheid in Maastricht en verbaast zich over het feit dat het ondanks modernere inzichten toch weer “Toetsen om kennis” wordt.

    Maar ik vind het heel erg logisch. Want een toets is niet alleen om de kennis van een student te testen. Een toets geldt in onze samenleving ook als een toegangskaartje op de maatschappelijke ladder. Het slagen of zakken voor een toets kan het verschil betekenen tussen rijkdom en armoede.

    Daarom moeten de resultaten van een toets meetbaar en de beoordeling ondubbelzinnig transparant zijn. Dat kan alleen door op feitenkennis ( die van te voren uit het hoofd geleerd is) te bevragen.

    Denk nou niet dat ik meen dat uit het hoofd leren voldoende is. Natuurlijk testen wij in Nederland ook op inzicht ( en we doen dat internationeel gezien heel goed, vind ik ) maar ik zou niet weten hoe dat altijd eerlijk kan. Ter wille van de rechtvaardigheid kom je op stampwerk uit.

    • Niet altijd zijn inzichtvragen puur subjectief te benaderen.
      Goede en duidelijke uiteenzetting. Ik ben het overigens met u eens. Ik denk dat op inzicht toetsen niet per definitie ten koste gaat van de objectiviteit en de transparantie van de toetsen. Afhankelijk op welke erudiete wijze de docent hiermee omgaat. Bij elke inzichtvraag werk ik nog altijd met een aantal doelen, je stelt namelijk een inzichtvraag met een ander doel dan een kennisvraag. Je gebruikt inzichtvragen om de student zijn kennis te gebruiken op een andere manier dan puur cognitief. Als ik zulke vragen nakijk, heb ik minimaal 4/5 theoriën zelf al uitgewerkt die goed zijn. Op die manier maak je minder subjectivistische fouten. Het is alleen wel een boel werk. Kennisvragen is makkelijker en daarom voor de meeste objectief te benaderen.

      Historia vitae magistra

  6. O gruwel, toch weer toetsen op kennis
    Tegen m’n eigen advies in heb ik nu toch het artikel van Anja Vink gelezen. Het is zo slecht geschreven en roept zoveel vragen op dat het
    niet geschikt is voor een discussie. Ze (Van de Watering) zegt bijv. dat de huidige manier van toetsen onvoldoende aansluit bij PGO, kennelijk omdat eenderde uit kennisvragen en de rest uit casusvragen gericht op toepassing en inzicht bestaat. Wat is daar mis mee? Waar is de voortgangstoets gebleven waar ze in Maastricht zo trots op zijn? Wat verstaat men in Maastricht eigenlijk onder de gemiddelde en de goede student, waar in het artikel sprake van is? Op basis waarvan maakt men dit onderscheid als het met de toets niet lukt? Nee, ik doe deze keer niet mee aan de discussie en beperk me voor een keer tot twee sappige roddels. Is het bekend dat de Limburgse middenstand en horeca heel blij is met PGO? Nergens in Nederland is het aanbod van werkstudenten zo groot en voordelig als daar. Een gevolg van de tijd die studenten in de studie steken; die blijft ver achter bij wat elders gebruikelijk is. Nog een roddel: bij het Min. van Juridische Zaken hanteert men al jaren de ongeschreven regel geen afgestudeerden uit Maastricht aan te nemen. Niet goed genoeg.
    willem smit

    • Onderzoeken die de roddels bevestigingen
      Beste Willem en anderen,
      Los van de verhalen waarvan ieder van ons er wel een kent ben ik op zoek naar specifieke onderzoeken. In deze onderzoeken wordt gesteld dat veel afgestudeerde onder hun niveau werken nadat ze afgestudeerd zijn. Voor het MBO heeft daar deze maand een berichtje van op www.nu.nl gestaan.
      Wie weet waar ik die onderzoeken kan vinden of beschikt erover?
      Corgi

      • oorzaken van roddels
        Naar degelijk opgezet en betrouwbaar uitgevoerd onderzoek naar de tijdsbesteding van PGO-studenten (Maastrichtse versie) kun je lang zoeken. Dat bestaat niet. Misschien met één uitzondering die ik nog zal nalopen. Hetzelfde geldt voor goed onderzoek naar de Maastrichtse alumni. Zo kweek je roddels.

        willem smit

Reacties zijn gesloten.