si vis educationem bonam para electionem

Als naïeve ouder denk je dat het normaal zou zijn dat je als ouder een overeenkomst met de sc.hool van jouw keuze sluit. De school kan zo’n contract tussen ouder en school natuurlijk weigeren als een leerling duidelijk ongeschikt voor haar programma of werkwijze is en daardoor het gewenste voortgangstempo van de klas zou bemoeilijken. Maar zo is het niet want een school kijkt voor elk type in de eerste plaats naar de kwantitatieve diploma-output. Het wordt ook niet gewaardeerd als je je kind extra laat voorbereiden op de door jou gekozen vervolgschool. De Werdegang van een kind wordt nu vrijwel eenzijdig door de samenwerkende scholen vastgelegd, grotendeels in protocollen, met behulp van verre van onfeilbare toetsen en subjectieve adviezen van leraren wat betreft het vervolgonderwijs en scholen proberen kritische ouders als zonderlingen te demütigen. Verder laten veel ontevreden ouders net als veel ontevreden leraren zich niet horen of lezen omdat zij de macht van de schoolbesturen vrezen. BON zou er bij gebaat zijn als een politieke partij stemmenwinst ziet in het tegemoet komen van de bovenbeschreven ouders.

Bon is van mening dat de overheid liegt als ze zegt dat voor de voortzetting van onze welvaart zo veel mogelijk zo hoog mogelijke opgeleide mensen nodig zijn. Want er zijn vooral mensen nodig die op een hoog abstractieniveau kunnen werken en daarvan is het aantal (te) beperkt. Vandaar dat de overheid met twee tongen spreekt. Enerzijds zegt zij dat 50% van de jeugd hoogopgeleid moet worden, anderzijds laat zij het niveau van het onderwijs steeds verder zakken. Men denke aan de farce dat men om een VWO-diploma te krijgen eerst een rekentoets moet afleggen. Dat betekent dat op bijna elk niveau en voor elk leeftijdstijdvak scholen de rol van een bewaarschool gekregen hebben die het moeders mogelijk maakt om buitenshuis te werken en zo bij te dragen aan onze economie. Veel ouders maar niet alle ouders zijn met die rol van de school en de hen toegestane rolletje in het onderwijs ontevreden en het is deze groep van kiezers die de belangstelling van een politieke partij zou moeten opwekken. Daartoe horen ook dus de eerstgenoemde ouders die tot hun verbijstering merken dat ze over de schoolloopbaan van hun eigen kinderen niet serieus mogen meepraten.

Verder is het verwonderlijk dat de overheid zelfs de kleine groep van leerlingen die op hun tiende blijken op een hoog abstractieniveau te kunnen werken is de steek laat. Van hen is bekend dat hun latere bijdrage aan de maatschappij cruciaal is voor het behoud van onze welvaart. Van deze kinderen zou alleen al om die reden geen enkel verkeerd terecht moeten komen. Wat is er serieus tegen om in de grote steden een schooltype toe te staan dat boven het huidige VWO-onderwijs uitsteekt?

Er is in Nederland een partij die zegt zich te willen inzetten voor beter onderwijs. Maar die vertrouwt helemaal op de inzet van ICT en wil verder de boel de boel laten: D66. We moeten daarom proberen te bereiken dat er een partij komt die wel wil ingrijpen en wel volgens de lijnen van BON of die de bevrijding van het onderwijs uit de klauwen van de maffia nastreeft. Als ouders en leraren de vrije hand zouden krijgen komen er immers vanzelf goede scholen die dan navolging vinden. Dat zullen vooral BONachtige scholen zijn.