Strijden voor de Mogelijkheid van beter pre-universitair Onderwijs

Bij het bericht CAO Overleg VO loopt vast lees ik:

“Voor BON is het inmiddels volkomen duidelijk: na het pleiten voor afschaffing van  de bevoegdheden en de voorstellen voor flexibilisering van onderwijs en diploma's is deze schaamteloze inzet het zoveelste bewijs dat het de VO-raad maar om één ding gaat: ongecontroleerde macht van de besturen, de destructie van de hoog opgeleide docent en de verkwanseling van het onderwijs”. Elders kreeg ik de indruk dat het bestuur van BON ook het geloof in verreweg de meeste organisaties die in het circus rondom onderwijs als advies- uitvoerings- of onderzoeks-bureau (veel) geld opstrijken verloren heeft. Het roept bij mij de vraag op of het bestuur dan nog wel vertrouwen heeft in de goede intenties van de politici in de kamer en in de regering die zich met onderwijs bemoeien en zeggen daar deskundig in te zijn. Ik denk aan kamerleden zoals Elias (“leraren zijn lui”) van het CDA en van de Camp (“Schoolleiders moeten meer gaan verdienen. Anders kunnen geen goede mensen worden gevonden.") . Mijn indruk is dat de enige kamerpoliticus waarin het bestuur van BON wel vertrouwen heeft Jasper van Dijk van de SP is. Jeronimoon kent waarschijnlijk nog een paar politici die we zouden kunnen vertrouwen maar hij mag ons helaas niet vertellen wie dat zijn.

Het is daarom verheugend dat BON in het conflict op de UVA een heel klein stapje in de richting van activisme heeft gezet. BON heeft zich openlijk achter de opstandige studenten en docenten van deze universiteit opgesteld en een bestuurslid naar de bezetters van het Maagdenhuis afgevaardigd. Maar als BON wat betreft het VO-onderwijs wil wachten op acties van leerlingen, ouders of leraren voordat zij daar zelf activistisch wordt zou dat wachten wel eens heel lang kunnen worden.

Gelukkig beginnen enkele BON-leden hun geduld te verliezen. Neker en Laat schrijft in Bevoegdhedenstelsel moet op de Helling “Splits het schoolstelsel in twee afdelingen: de kwaliteit en de troep. Voor de kwaliteit selecteer je op opvoeding en gedrag. De kwaliteit eist huiswerkdiscipline. De kwaliteit werkt met bevoegde docenten. Een eigen schoolvereniging bewaakt de normen tegen de staat met haar sociale gelijkheid. Daarnaast heb je de troep: een ratjetoe met huiswerk en een rauwe bende qua gedrag. Als Rosenmöller daar onbevoegden voor wil zetten, mag hij dat van mij. Is dit een triest perspectief? Misschien wel. Maar waarom zouden degenen die ernst maken met goed onderwijs de rotzooi van de hele maatschappij bij zich over het hek laten gooien?” Een verstandig voorstel lijkt mij want je kunt komen aanzetten met ouderrechten om dat serieuze onderwijs een kans op ontstaan te geven. Alleen moet je niet al te eerlijk aangeven wat je werkelijk van het bestaande onderwijs en haar voorstanders vindt. Houdt het op de rechten van andersdenkende ouders en de bescherming van de serieuze leerling. Selecteren op gedrag lijkt mij moeilijk en een leerling niet toelaten omdat hij verkeerd opgevoed is lijkt mij oneerlijk. Een leerling moet weer wegens wangedrag van school gestuurd kunnen worden. Om toegelaten te kunnen worden moet hij in principe een toelatingsexamen afleggen zodat er in een te vormen homogene klas relatief snelle en efficiënte overdracht van kennis en inzicht en bij vakopleidingen ook vaardigheden kan plaats vinden. Een concept dat vrijwel geheel buiten de huidige mainstream ligt en alleen tot bloei kan komen als bepaalde voorschriften die voor de mainstream gelden zoals het bovengenoemde (blijvend) van school sturen en een verbod op toelatingsexamens voor de newstream niet gelden. Bij het kritèrion van Denise van Leyden “De enige opdracht die een school hoort te krijgen is nog steeds: het verzorgen van kwalitatief zo goed mogelijk onderwijs, dat aan opgelegde criteria voldoet. Wanneer de newstream bij voorbeeld het kritèrion (κριτήριον, critère) “leren samenwerken” moet meeslepen verliest zij aan onstuimigheid want zoiets legt of de lesvorm vast, slokt een gedeelte van de tijd op en of en hoeveel daarvan leerlingen op school verworven hebben is moeilijk meetbaar. Dat laatste betekent dan weer dat een school moeilijk kan bewijzen in welke mate zij aan dat criterium voldoet en haar prestaties, net zoals de huidige schoolbesturen voor de mainstreamscholen willen, niet hard kunnen maken.

Als een school in de newstream aan de met de overheid overeengekomen eisen heeft voldaan (bij voorbeeld een voldoende aantal leerlingen haalt een diploma dat door de universiteiten erkend wordt als bewijs van een met succes afgelegd toelatingsexamen)zou die school achteraf voor de betreffende periode door de overheid gesubsidieerd moeten worden. (bij te weinig succes maar gedeeltelijk). Ouders hoeven dan geen schoolgeld aan de school te betalen maar moeten wel voor een bepaalde periode geld aan de school ui te lenen. Sponsoren vinden lijkt ook mij onwaarschijnlijk. Misschien zijn er wel instellingen die bereid zijn om de restitutie te garanderen zodat kinderen uit onbemiddelde gezinnen die de Newstream willen bevaren niet in een bemoeilijkende startpositie komen.

Ik hoop dat Neker en Laat en EM70 hun discussie begonnen in Bevoegdhedenstelsel moet op de Helling voortzetten en tot daden komen. Er behoort ook de ontwikkeling van een lescurriculum bij.

Een aanzet tot het ontwikkelen van zo’n curriculum voor universiteitsstudenten in spe volgt hieronder.

Als het lukt om de universiteiten tot hervorming te brengen zullen zij zich achter de door Ad Verbrugge gewenste veranderingen in het VWO of VWO-scholen die overeenkomen met zijn ideaalbeeld stellen. Ik besluit mat de slotregels van een bijdrage van Ad aan een artikelenreeks van de NRC van Zondag 8 Maart gewijd aan De Instorting van de Talen aan de Universiteit is te wijten aan schraal middelbaar Onderwijs:

Als er echt een nieuwe lente voor de geesteswetenschappen wil aanbreken, dan moet er weer een vruchtbare wisselwerking tussen universiteit en het hele onderwijsgebouw tot stand komen waarin vakinhoudelijke kennis en algemene vorming weer centraal staan. Dat zal de nodige tijd en inspanning vergen en, jazeker, ook geld kosten. Laten we hopen dat de universiteit deze verantwoordelijkheid op zich neemt en de politiek haar daartoe in staat stelt.

 

…………………………………………………………………….

BILDUNGSGYMNASION (BG) OF COGNITIEF GERICHT GYMNASIUM (CGG)

toelatingsexamen:

rekenen: niveau en karakter van de oude toelatingsexamina voor HBS en Gymnasium

taal: taalkundig ontleden, rekenkundig ontleden, logische spellingsregels kunnen toepassen, synoniemen en antoniemen

Het toelatingsexamen is nodig om op een voldoende hoog niveau te kunnen starten met de lessen en dat hoge niveau te kunnen handhaven

Uit het lescurriculum:

De zesjarige opleiding voor het afleggen van een toelatingsexamen tot de universiteiten is gesplitst in een Onderbouw (3 jaar) en bovenbouw (3 jaar), beide met een afsluitend staatsexamen

Onderbouw:

voorbeelden van leervakken in de onderbouw:

Nederlands: tekstduiding (in het eerst leerjaar mogen door leerlingen voor wie Nederlands geen “moedertaal” is in plaats van Nederlandse teksten buitenlandse teksten geïnterpreteerd worden)

Wiskunde: Euklidische Meetkunde (eerste 1½ jaar); algebra

Engels: Engels voor communicatie, handel en wetenschap

Frans: literair Frans en vertalen

Duits: literair Duits en vertalen

Klassiek Grieks: eindniveau leesboek Het Begin van P. Menten (eerste 1½ jaar)

Latijn: (laatste 1½ jaar)

Euklidische Meetkunde en Klassiek Grieks vormen tezamen een introductie in de Griekse Taal en Cultuur t/m het verdwijnen van het Koinè  

……………………………………………………………………………………………………………..