Het Nieuwe Leren (HNL) gaat uit van een waarneming die op zichzelf juist is. Als mensen werken aan een vraag die ze zelf stellen, zullen ze dat werk met meer plezier doen en er ook meer van leren. Deze waarneming is er echter een in ‘laboratorium-omstandigheden’: daarbij worden alle andere variabelen constant gehouden, zoals het soort onderwijs, de docent, de leerling, de school, het vak, en noem maar op. Kortom, het is een ceteris paribus waarneming.
Aanhangers van HNL trekken uit deze geïsoleerde ceteris paribus waarneming echter vérgaande conclusies, die erop neerkomen dat zeer vele variabelen die bij de waarneming nog constant gehouden werden, radicaal worden gewijzigd. Met name dient de manier van onderwijsgeven te veranderen van aanbod-gestuurd naar vraag-gestuurd. Vervolgens worden resultaten van ander onderzoek naar de effecten van dit soort wijzigingen in isolatie, volkomen genegeerd.