Voorwoord: Een turbulent jaar

Beter Onderwijs Nederland heeft een bijzonder turbulent jaar achter de rug. Het begon met het verschijnen van het rapport Ons Onderwijs2032 van de commissie-Schnabel: in de loop van het jaar bleek dat de opmaat te zijn tot ons vertrek uit de Onderwijscoöperatie (OC). Verderop in deze Vakwerk kunt u lezen waarom. Hoe dan ook, al bij de publicatie van het tussenrapport in 2015 had ik commissielid Geert ten Dam (destijds ook voorzitter van de Onderwijsraad) laten weten dat BON grote bezwaren hadden tegen de voorgestelde curriculumherziening. Gezien de uitgangspunten van onze vereniging mocht dat eigenlijk ook geen verbazing wekken: het rapport druist namelijk volledig in tegen wat wij de afgelopen tien jaar hebben betoogd.

Het rapport maakte me eerlijk gezegd ook wat moedeloos. Wederom dezelfde riedel over ‘de snel veranderende wereld’ en wederom het ontbreken van een grondige analyse van wat er momenteel in het Nederlands onderwijs aan de hand is. Beter Onderwijs Nederland heeft altijd betoogd dat het onderwijs in een bepaalde sector slechts kan worden verbeterd op basis van een integrale analyse van de gehele context. Een discussie over het curriculum is zinloos wanneer je daarbij niet de kwaliteit, de positie en de werkomstandigheden van docenten betrekt, evenals het bestuur en de bekostiging van onderwijsinstellingen, het niveau van lerarenopleidingen, de relatie met universiteiten, de samenhang van het gehele onderwijsgebouw, enzovoorts. Het rapport gaat aan veel van die elementen voorbij. Wat domineert als uitgangspunt van het rapport is een ideologisch gekleurd beeld van onze toekomst dat nauwelijks onderbouwd is.

Wie in de wereld om zich heen kijkt, kan het niet ontgaan zijn dat het proces van globalisering sterke tegenkrachten oproept die zich inmiddels ook politiek beginnen te vertalen – of we dat nu leuk vinden of niet. De onvrede over internationale instituties en de vraag naar de eigen ‘identiteit’ speelt een steeds belangrijker rol in het maatschappelijke en politieke landschap. Zo zien we overal in de wereld nationale en regionale sentimenten opspelen. Zoals door de Brexit en de verkiezing van Trump opnieuw wordt benadrukt, heeft het geen enkele zin om deze sentimenten te ontkennen; er zijn bovendien begrijpelijke redenen voor. Het is juist de verantwoordelijkheid van de bestuurlijke elite om die sentimenten onder ogen te komen en in goede banen te leiden. Dat is ook in het rapport Ons Onderwijs2032 niet het geval.

Wat me nog het meest opviel aan de eerste versie van het rapport was dat er vrijwel geen aandacht uitging naar het Nederlands beroepsonderwijs: vmbo en mbo (ook in relatie tot hbo). Dat heb ik ook meteen naar voren gebracht. Hoewel er in het definitieve rapport nog wel wat opmerkingen over het beroepsonderwijs gemaakt worden, ontbreekt een goede analyse van de huidige problemen. Evenmin is sprake van een doorwrochte toekomstvisie op het beroepsonderwijs, terwijl duidelijk is dat veel beroepen zwaar getroffen worden door het proces van globalisering, robotisering en virtualisering. Bovendien, als er op dit moment ergens problemen zijn in het Nederlands onderwijs, dan is het wel in dit segment. Ook gaat het hier om een deel van de bevolking dat voor zijn toekomst doorgaans sterk afhankelijk is van de bestuurlijke visie en zorg van de maatschappelijke elite. Het mooie artikel van Herman Blom over een leven lang leren en ons beroepsonderwijs sluit direct aan op deze thematiek; we zouden wat dat betreft een voorbeeld mogen nemen aan Duitsland!

Onderwijs2032 wordt gekenmerkt door een sterk economisch georiënteerde globaliseringsideologie en is bovendien vooral gericht op een bepaald segment van de (hogere) middenklasse. Dat geldt ook voor de overdreven nadruk op het belang van Engels (dat kinderen eigenlijk al vanaf vierjarige leeftijd zouden moeten leren), terwijl het rapport vrijwel niet ingaat op de huidige taal- en rekenproblematiek in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Zelfs de OESO maakt zich inmiddels druk over de toename van functioneel analfabeten in ons land (enkele jaren geleden al zo’n 14 procent), om over de massale dyslexie, dyscalculie en aandachtsstoornissen nog maar te zwijgen. Dat er ook aan veel pabo’s nog het nodige schort is een publiek geheim. Deze Vakwerk heeft betrekking op allerlei thema’s van het rapport.

Het artikel van Mark van der Veen (sinds kort aspirant-bestuurslid van BON) wijst op het gebrek aan mannen op de pabo en de achtergrond daarvan. Peter Kortz schrijft over de inrichting van het schoolvak Nederlands en Marianne Talbot laat zien dat ervaringen in Engeland aantonen dat ‘burgerschap’ niet als een apart vak gegeven zou moeten worden. J.C. Traas beschrijft de oorzaak van het dalende eindniveau in het onderwijs en hoe die daling steeds maar weer gemaskeerd wordt. Ben Wilbrink bespreekt het nieuwe boek van E.D. Hirsch over het belang van kennis in het curriculum, waarmee hij zich meteen ook keert tegen de nadruk op persoonlijke ontwikkeling als onderwijsdoel, wederom een centraal thema van Onderwijs2032.

Gelukkig heeft ook de nieuwe voorzitter van de Onderwijsraad Henriëtte Maassen van den Brink zich al bijzonder kritisch uitgelaten over het rapport. Dat is hoopvol. BON zal voorafgaand aan de Kamerbespreking begin dit jaar nogmaals haar kritiek op Onderwijs2032 onder de aandacht brengen en andere voorstellen tot verbetering presenteren. Ook zullen we onze strijd voortzetten tegen de doorslaande verengelsing van het hoger onderwijs, die in veel gevallen vooral financieel gedreven is en ten koste gaat van de onderwijskwaliteit en de ontwikkeling van Nederlandse studenten.

Tot slot: nu we vertrokken zijn uit de Onderwijscoöperatie, zullen we de komende tijd nieuwe vormen van samenwerking opzetten om onze doelen te realiseren. De eerste stappen daartoe hebben we inmiddels gezet. Binnenkort hopen we u meer te laten weten.

Rest mij u het beste te wensen voor 2017! Dat het een inspirerend en vruchtbaar onderwijsjaar moge worden, met een nieuw parlement en een nieuwe regering die het onderwijs een warm hart toedragen!

Uw voorzitter,

Ad Verbrugge

1 reactie op Voorwoord: Een turbulent jaar

  1. Seger Weehuizen // 6 februari 2017 om 15:46 // Beantwoorden

    Geachte Voorzitter,
    Bekostigd onderwijs is zowel een middel om onze welvaart veilig te stellen als om ouders te helpen bij het opvoeden van hun kinderen. Voor ouders die het met BON eens zijn kan dat samengaan. Dat zijn vooral hoogopgeleide ouders. Maar ook BON moet m.i. het grondrecht van ouders om in de eerste plaats het soort van onderwijs te kiezen dat aan hun kinderen zal worden gegeven eerbiedigen. Als BON voor dat recht zou opkomen hoeft zij de dicussie met de voorstanders van O2012 over wat het beste onderwijs is niet te winnen.
    Hoogachtend,
    Seger Weehuizen

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*