Waarom BON uit de Onderwijscoöperatie stapte

BON heeft na rijp beraad besloten om op 27 oktober 2016 uit de Onderwijscoöperatie (OC) te stappen. BON-voorzitter Ad Verbrugge: “Gezien de oplopende spanning die het lidmaatschap van BON binnen de OC de laatste jaren kenmerkte, is deze breuk onvermijdelijk. De vereniging kan zich weliswaar in grote lijnen vinden in de bestuurlijke agenda van de OC, maar houdt er fundamenteel andere opvattingen én waarden op na als het gaat om de aansturing van het OC-bureau en de uitvoering van besluiten. Dat leidde vooral de laatste tijd tot botsingen met andere bestuursleden, bijvoorbeeld bij het onderzoek naar het draagvlak voor het plan Onderwijs2032 van de commissie Schnabel. 

BON heeft bovendien grote bezwaren tegen de steeds toenemende sturende rol van het ministerie van OCW. De OC is namelijk voor haar financiering volledig afhankelijk van het ministerie van OCW en dat drukt hoe dan ook een stempel op de organisatie als geheel en op het profiel van sommige medewerkers. Een dergelijke afhankelijkheidsrelatie staat een onafhankelijke vertegenwoordiging van leraren in de weg. Mede daardoor komt in onze ogen de stem van de leraar binnen de OC op cruciale punten onvoldoende tot zijn recht en functioneert de OC niet werkelijk als een organisatie van, voor en door leraren.”

Verbrugge: “De situatie is vooral problematisch omdat de OC in de persoon van Joost Kentson een onafhankelijke voorzitter kent, met helaas een onduidelijk mandaat. Joost kan namelijk met het ministerie van OCW zaken doen zonder alle informatie met de overige bestuursleden te hoeven delen. Ik kan het persoonlijk goed vinden met hem, maar als lid van het OC-bestuur heb ik te weinig zicht op zijn acties én hetzelfde geldt voor het OC-bedrijfsbureau. Zo werd ik de laatste jaren te vaak geconfronteerd met ingrijpende kwesties waar ik eerder niets van wist. Ook onze leden hebben heel wat problemen gehad met de acties van de voorzitter of de werkwijze van het bureau. Daar is onvoldoende rekening mee gehouden. In plaats daarvan werden we er steeds vaker op aangesproken dat we ons dienden aan te passen aan de OC.” 

BON-leden die werkzaam waren binnen de OC kwamen de laatste tijd steeds meer onder druk te staan om zich te conformeren aan de uitvoeringspraktijk, ook waar het ging om zaken die evident indruisen tegen de identiteit van BON. De spanning werd onhoudbaar door het draagvlakonderzoek van de Verdiepingscommissie van de OC met betrekking tot het rapport Onderwijs2032 van Paul Schnabel. Op tijd ‘leveren’ aan staatssecretaris Dekker werd in de ogen van BON belangrijker bevonden dan gedegen onderzoek. Het vertrouwen werd definitief geschaad toen een OC-medewerker van BON door het OC-bestuur zonder nader overleg op non-actief werd gesteld vanwege zijn kritiek op de werkwijze van de Verdiepingscommissie. 

Wij wensen de in onze ogen gegronde klachten van onze leraren en OC-medewerkers serieus te nemen en we verbinden er ook consequenties aan wanneer zij onrechtvaardig behandeld worden. En daarbij gaan we niet over één nacht ijs.”

Ondertussen blijkt OCW jarenlang – en in feite tot op de dag van vandaag – de gewenste ICT-vormgeving van het lerarenregister te dwarsbomen. BON vecht binnen de OC al bijna net zo lang om een goed ICT-systeem gerealiseerd te krijgen, maar eens houdt het op. Als het ministerie zich op deze manier blijft opstellen, vrezen we voor de toekomst van het lerarenregister en de legitimiteit ervan onder leraren. BON heeft ook scherpe kritiek geuit ten aanzien van de valideringspraktijk van het nascholingsaanbod die momenteel binnen de OC van kracht is. 

Het bestuur van BON herkent zich niet in de lichtvaardige manier waarop de Onderwijscoöperatie met bovengenoemde kwesties omgaat: zij acht de overduidelijke invloed van het ministerie van OCW in de uitvoeringspraktijk onwenselijk, evenals het feit dat ook sommige OC-medewerkers er een eigen voorkeur of zelfs een eigen agenda op na lijken te houden. 

BON stond mede aan de wieg van de Onderwijscoöperatie en zij heeft de afgelopen jaren getracht daarmee het onderwijs in Nederland te verbeteren. Zo heeft BON een belangrijk aandeel gehad in de formulering van de herijkte bekwaamheidseisen voor leraren (die nu eindelijk lijken te worden vastgesteld). Daarmee wordt afscheid genomen van het vermaledijde competentiejargon en zullen opnieuw vakinhoud, vakdidactiek en pedagogiek de kern van de bekwaamheid van de leraar definiëren.

Verbrugge: “Zoals gezegd heeft ons lidmaatschap de laatste jaren steeds meer schaduwkanten gekregen. Veel leden van BON die binnen de OC werkzaam zijn, raakten gefrustreerd over de manier waarop de organisatie functioneert. Sommigen gooiden er simpelweg het bijltje bij neer, anderen gingen uit onvrede eigen acties ondernemen. Ik heb er alles aan gedaan om onze mensen erbij te houden, maar ik moest ook erkennen dat ik hun bezwaren wel begreep. Daar was binnen het huidige OC-bestuur maar weinig begrip voor, en dus veranderde er niets. Ik vind het jammer dat we nu niet meer de stem van BON-leraren kunnen laten klinken in de Onderwijscoöperatie. Het doet me ook persoonlijk pijn omdat ik een goede band heb met een paar mensen die er werken, maar het is niet anders.” 

BON zal zich de komende jaren blijven inzetten voor beter onderwijs. Zij beseft dat daarvoor ook een goede institutionele omgeving noodzakelijk is. Verbrugge: “Om die reden willen we met anderen de mogelijkheid verkennen voor een ander soort onderwijsorganisatie, vrij van overheidsbemoeienis en/of andersoortige oneigenlijke invloeden. Het gaat dan om een organisatie die belangen van leraren behartigt en die dus ook in haar uitvoering werkelijk de naam van, voor en door leraren waard is. Aan het besef van bestuurlijke verantwoordelijkheid heeft het ons de afgelopen tien jaar namelijk niet ontbroken. Juist daarom stappen we nu uit de OC; genoeg is genoeg!

Voorzitter Ad Verbrugge heeft van begin af aan intensief contact onderhouden met veel BON-medewerkers in de Onderwijscoöperatie. Langs deze weg bedankt het BON-bestuur hen allen hartelijk voor het vele werk dat zij namens de vereniging in de OC verricht hebben. Het bestuur betreurt het zeer dat aan het lidmaatschap van de OC een einde is gekomen, maar er restte ons geen andere keuze.

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*