Burgerschap onderwijzen? Begin er niet aan!

Rafaël, ‘De school van Athene’

door Marianne Talbot, studiedirecteur filosofie aan het Department of Continuing Education van de Universiteit van Oxford

Zou u willen dat uw kind op een school zat die zich er niet om bekommert dat leerlingen om anderen denken? Of op een school die leerlingen niet de mogelijkheid biedt om mee te doen aan fondsenwerving voor goede doelen of het Europees Jeugdparlement?

Anderzijds, wat zou u vinden van een school die dit allemaal aanbiedt en ook lesgeeft over het rechtssysteem, het doel van belastingheffing en het vergelijken van telefoonabonnementen?

De overtuiging dat dergelijke dingen belangrijk zijn leidde tot de invoering van burgerschap als verplicht vak op middelbare scholen in Engeland. Ik maakte deel uit van de adviescommissie die dit aanbeval en ik denk nog altijd dat de bedoelingen erachter goed waren. We willen daadwerkelijk dat scholen jonge mensen leren goede burgers te worden.

Ik heb altijd mijn bedenkingen gehad bij burgerschap als apart vak, op gelijk niveau met natuurkunde, geschiedenis of muziek. Mij leek destijds – en mij lijkt nu nog steeds – dat het stimuleren van goed burgerschap een zaak van de hele school is, iets waarvoor de rector en het schoolbestuur verantwoordelijk behoren te zijn, veeleer dan iets dat door een vakdocent onderwezen wordt in een ingeroosterd lesuur.

Hoewel er zeker aspecten van burgerschap zijn die op deze manier onderwezen kunnen worden – politiek besef, bijvoorbeeld – zijn er andere aspecten van goed burgerschap, zoals waarden en houdingen, die alleen door de school als geheel effectief kunnen worden onderwezen.

Stelt u zich een schol voor waar leraren grof zijn tegen leerlingen, waar leerlingen mogen vechten in het klaslokaal, waar huiswerkopdrachten laat of niet worden nagekeken en de leraren niet meer aanspreekbaar zijn zodra de bel gaat. In zo’n school zullen leerlingen leren dat grofheid en geweld oké zijn, dat hun inspanningen er niet toe doen en dat van mensen niet verwacht kan worden dat ze extra moeite doen. Daar zou het geen zin hebben om leerlingen voor te houden dat ze anderen moeten respecteren: kinderen zijn meesters in het opmerken van hypocrisie. Als het schoolethos is zoals het zou moeten zijn, is het nergens voor nodig dat de school een uur per week leerlingen uitlegt dat ze anderen moeten respecteren. Als het schoolethos niet naar behoren is, is zo’n uur tijdverspilling.

Mijn bedenkingen tegen burgerschap als schoolvak namen toe toen ik het curriculum zag waar scholen toe verplicht worden. Dat bevat vele elementen die redelijkerwijs niet tot het terrein van één vak gerekend kunnen worden.

Het bevat ook elementen die iedere docent moet onderwijzen, wat zijn specialisme ook is, en vele dingen die überhaupt niet onderwezen kunnen worden, behalve door het voorbeeld van de docent. Waarden en houdingen worden overgedragen, niet onderwezen, dus als burgerschap wordt opgevat als het onderwijzen van waarden en houdingen, veeleer dan politiek besef, dan doceert iedere leraar burgerschap – of zou iedere leraar dat in elk geval moeten doen. Een vakdocent of vastomlijnde lessen zijn niet nodig: als je het op deze manier beziet, is burgerschap simpelweg geen vak.

De regering zou als reactie hierop wellicht zeggen dat scholen niet verplicht zijn om ingeroosterde uren aan burgerschap te besteden, maar dat ze het via andere vakken kunnen onderwijzen, door buitenschoolse activiteiten, door roostervrije ‘themadagen’ of door een combinatie van deze zaken. Keert de regering hiermee terug naar het idee dat burgerschap (opgevat als het stimuleren van gepaste waarden en houdingen) een zaak van de hele school is die van bovenaf gecoördineerd wordt door rector en schoolbestuur? Helaas is dit niet het geval. De regering zegt dat docenten die talen, geschiedenis en dergelijke geven uitdrukkelijk burgerschap zouden moeten onderwijzen. Een geschiedenisles over de monarchie kan dus alleen een burgerschapsles zijn als de geschiedenisleraar erbij zegt dat het een burgerschapsles is. Maar waarom zou een geschiedenisleraar hiertoe bereid moeten zijn?

Wat betreft het van bovenaf coördineren van burgerschap: ik sta versteld van het aantal rectoren dat (zeer ten onrechte) pas afgestudeerde docenten aanstelt als coördinatoren van burgerschap op school. Vanzelfsprekend compenseert hun jeugdige enthousiasme niet voor hun gebrek aan ervaring. Daarbij krijgen weinigen van deze arme onschuldigen het geld dat voor burgerschap opzijgezet is – het is simpelweg aan de schoolbegroting toegevoegd. Met andere woorden, veel rectoren behandelen burgerschap met minachting.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen goed werk wordt gedaan. Sommige rectoren zagen de introductie van burgerschap als een kans om een eis uit te voeren die sinds 1988 aan scholen wordt opgelegd: om de geestelijke, morele, sociale en culturele ontwikkeling van leerlingen te bevorderen en om ze voor te bereiden op het volwassen leven.

Zulke rectoren hebben de uitvoering van de eis zelf op zich genomen of een ervaren man of vrouw aangesteld om hieraan leiding te geven. Zulke rectoren negeren stilzwijgend de excessen van controledwang van overheidswege en gaan door met wat ze altijd al deden: het leiden van scholen met een bruisend en gezond schoolethos.

Ik durf te wedden dat hun leerlingen daardoor veel betere burgers zullen zijn.


Dit artikel verscheen eerder in The Telegraph op 1 april 2003 en is hier met het oog op de Nederlandse discussie over burgerschap – die door het rapport van het Platform Onderwijs2032 is opgelaaid – opnieuw gepubliceerd (met toestemming van de auteur). Vertaling: Felix Huygen. Zie ook de website van Marianne Talbot.

1 reactie op Burgerschap onderwijzen? Begin er niet aan!

  1. Marianne Talbot pleit voor het transformeren van leerlingen tot goed gesocialiseerde gemeenschapsleden. Er gelden nu eenmaal sociale normen en waarden in een gemeenschap, leerlingen hebben die bij de geboorte niet meegekregen -en blijkbaar ook niet van huis uit-. Dus hier ligt een mooie taak voor het onderwijs. Talbot constateert terecht dat dit normen-en-waarden besef meer te maken heeft met houding en vaardigheden dan met kennis. Het heeft dus niet zoveel zin om er een klassiek kennisoverdracht vak van te maken.

    Er zullen weinig mensen zijn die het geen goed idee vinden om onze jonge-wilden op deze manier beschaving bij te brengen … Echter het is twijfelachtig of je Talbot moet volgen als ze een burger gelijkstelt aan een goed gesocialiseerd gemeenschapslid (alleen communitaristen zullen dat doen).

    Onze moderne samenleving is nu eenmaal geen harmonieuze gemeenschap. Het is eerder een verzameling stammen die er onderling onverenigbare opvattingen op na houden. De actuele vraag is niet hoe onderwijzen we gemeenschapswaarden, de vraag is eerder hoe zorgen we er voor dat dit zooitje ongeregeld redelijk vreedzaam samenleeft en productief samenwerkt.

    Kennisoverdracht kan bij het in toom houden van het zooitje ongeregeld nuttig zijn.
    1) Onderwijs de geschiedenis van de godsdienstoorlogen. Laat zien hoe dit probleem gepacificeerd -niet opgelost- is met de concepten vrijheid van het individuele geweten en tolerantie.
    2) Onderwijs de geschiedenis van andere groepsconflicten als de strijd van arbeid tegen kapitaal of de integratie/assimilatie van nieuwkomers.
    3) Onderwijs het concept van de rechtsstaat, gelijkheid voor de wet en grondrechten. Ga diep in op hun geschiedenis en logica.
    4) Laat zien dat in de moderne maatschappij groeperingen met erg diverse achtergronden compleet afhankelijk van elkaar zijn. Toon de logica achter E pluribus unum (USA) en In Varietate Concordia (EU). Onderwijs wat lotsverbondenheid inhoudt.
    5) Onderwijs hoe de staat en onze democratische instituties werken, weerleg de doolleer van volksgemeenschap en het verhaal dat een burger niets meer is dan een consument van overheidsdiensten.

    Met deze kennis leg je een goede basis voor actief burgerschap. Je kunt het prima organiseren als kennisvak…. Vroeger bestond dit vak, ze noemden het geschiedenis en staatsinrichting … helaas de mammoetwet schafte het vak af … opnieuw invoeren lijkt mij … (echt iets voor het BON?)

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*