Onderwijs als verdienmodel

door Jesse Jeronimoon

Sinds de invoering van de lumpsum heeft het ‘verdienmodel’ zijn intrede gedaan in het onderwijs. Eerst schoorvoetend een beetje ‘creatief boekhouden’ maar wel met het oogmerk ‘winst’ te genereren. Hier en daar werd op de begroting van de school een apart rubriekje met een som geld ernaast gezet, bijvoorbeeld ‘reconstructie schoolplein – €15.000’. Natuurlijk werd dat geld nooit ofte nimmer besteed aan de ‘reconstructie’. Voor een bestuur met tien basisscholen en tien schoolpleinen heb je dan toch een aardig zakcentje ‘winst’.

Allengs voelden velen zich in de wereld buiten het onderwijs geschikt om de onderwijsbestuurder te adviseren omtrent hoe om te gaan met al die subsidies die als een niet te stoppen stroom het onderwijs binnen vloeiden. Mede doordat ex-burgemeesters, ex-Kamerleden, ex-wethouders en andere mislukte politici het onderwijs zagen als een makkelijk bestuurdersbaantje zonder al te veel verantwoordelijkheid, werd het verdienmodel van de would-be onderwijsadviseur en onderwijsadviseur een feit. Van inrichting van het onderwijs tot de inrichting van een onderwijsgebouw, overal werd en wordt er geadviseerd en vooral door heel veel adviseurs, die nadat ze al of niet een diploma hadden gehaald geen school meer aan de binnenkant hebben gezien.

Onze overheid hield zich niet afzijdig in het ontstaan van nieuwe verdienmodellen. Weer samen naar school, het passend onderwijs, het ontstaan en vernieling van de regionale expertisecentra, competentiegericht onderwijs, vorming van het vmbo, studiehuis, praktijkonderwijs, en zo meer en zo verder. Voor iedereen die niks afweet van onderwijs, zich uitgevend als bestuurder, zogenaamde expert, adviseur of omhooggevallen docent een uitstekend verdienmodel, een waarlijke hoorn des overvloeds. Miljarden werden in de bodemloze putten van de zelfbenoemde experts gestort.

Maurice Statistiek kwam met zijn Steve Jobsscholen, verdienmodel vooral voor Maurice himself. Engels als voertaal op onze universiteiten is ook een verdienmodel, dankzij de duizenden studenten afkomstig uit het buitenland die het ‘wetenschappelijk onderwijs met een knipoog’ wel zien zitten. Groot voordeel is dat het steenkolenengels van onze hoogleraren nauwelijks opvalt tussen al die steenkolenengels pratende buitenlandse studenten.

De volgende verdienmodellen zijn in de maak. Het lerarenregister en zijn verplichte uurtjes ‘deskundigheidsbevordering’ zijn een verdienmodel. Alleen moet er nog een beetje bedisseld worden wie van dit model de verdienste mag opstrijken. De hoofdprijs verdienmodel wordt natuurlijk de grote onderwijsvernieuwing ‘Onderwijs2032’. Als we bedenken dat alleen aan ‘opstartkosten’ het project ‘passend onderwijs’ een slordige 300 miljoen heeft gekost, is Onderwijs2032 minstens het tienvoudige waard.

Elke zelfbenoemde deskundige staat klaar met de zakken en de portefeuille wagenwijd open: de moderne druïdes, piskijkers, zweefliegers en andersoortige experts. Geen haar op hun hoofd heeft het beste voor met de toekomst van onze jeugd, onze cultuur en ons onderwijs in Nederland. Al hun praatjes voor de vaak treffen maar één doel: zo snel mogelijk, zo veel mogelijk, profiteren van het allernieuwste verdienmodel opgetuigd door de staatsecretaris in hoogsteigen persoon.

1 reactie op Onderwijs als verdienmodel

  1. Al die miljarden …
    En dan … waar staan we nu?!
    Alles Glorieus verbeterd?

Laat een antwoord achter aan Arjen Mobach Reactie annuleren

Uw e-mailadres zal niet worden gepubliceerd.


*