Lerarentekort teistert het onderwijs

Een jaar lesgeven. Waarom willen zo weinig mensen leraar worden, vroeg onderwijsredacteur Patricia Veldhuis zich af. „Probeer het eens zelf”, zei een docent. Hieronder een samenvatting van haar verslag over een jaar lesgeven op een middelbare school.

Basisscholen hebben bijna tienduizend leraren extra nodig. In het voortgezet onderwijs gaat het om een tekort van ongeveer tweeduizend leraren, vooral bij de vakken Nederlands, Duits en wiskunde. Er zijn niet alleen te weinig mensen die leraar willen worden, ook de uitstroom is groot. Ruim een kwart van de docenten verlaat het onderwijs weer binnen vijf jaar. Het gevolg is inmiddels pijnlijk zichtbaar: basisscholen die complete klassen naar huis moeten sturen of noodgedwongen nog maar vier dagen per week lesgeven. Middelbare scholen waar leerlingen soms maandenlang geen Frans of natuurkunde krijgen.

“Alsof je een popster bent die iedere dag op tournee is”, zo beschrijft NRC-onderwijsredacteur Petra Veldhuis haar ‘jaar voor de klas’.

Het lerarentekort is een aangekondigde ramp. Kwestie van demografie: de leraren die in de jaren tachtig en negentig voor de klas stonden, gaan nu met pensioen en er zijn niet genoeg jonge leraren om ze te vervangen. Al decennia verschijnen alarmerende voorspellingen en analyses en buitelen stuurgroepen, aanjagers en adviescommissies over elkaar heen. Telkens klinkt dezelfde boodschap – let op: de leraren raken op.  In 1993 waarschuwt een commissie onder leiding van Andrée van Es: het vak moet aantrekkelijker worden. Leraren zijn overbelast en hun maatschappelijke status is te laag.

In 2001 is het de beurt aan een nieuwe commissie en klinken dezelfde waarschuwingen en aanbevelingen: de lerarensalarissen moeten flink omhoog, anders gaat het mis. Het tweede paarse kabinet onder leiding van Wim Kok belooft miljarden euro’s voor salarisverhogingen. Maar korte tijd later gaan die plannen overboord. In plaats van geïnvesteerd in wordt er bezuinigd op de arbeidsvoorwaarden van leraren. In 2007 verschijnt het rapport LeerKracht! Daarin schetst een commissie onder leiding van Alexander Rinnooy Kan de gevolgen van het lerarentekort op de langere termijn. Over vijftien jaar, stelt Rinnooy Kan met vooruitziende blik, zouden klassen zonder leraren komen te zitten en zouden bepaalde vakken niet meer gegeven worden.

De noodkreet helpt. Even. Er wordt een miljard euro uitgetrokken voor hogere salarissen. Er komen academische pabo’s om meer vwo’ers voor de klas te krijgen, studiebeurzen voor de bijscholing van docenten en een reclamecampagne om het vak te promoten. Maar als in 2008 de economische crisis uitbreekt, voert het kabinet een ‘nullijn’ in en komen de inkomens van docenten snel achter te liggen bij die in andere sectoren.  De salarissen moeten omhoog, zeker in het basisonderwijs, waar leraren minder verdienen dan hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Deze ‘loonkloof’ wordt in 2021 gedicht – maar met haar andere aanbevelingen, zoals betere begeleiding van beginnende docenten en betere samenwerking tussen lerarenopleidingen en scholen, is vier jaar later nog niet echt iets gedaan.

De afgelopen jaren worden telkens nieuwe plannen bedacht die het werken in het onderwijs juist zwaarder maken. Zo worden kinderen sinds de invoering van het ‘passend onderwijs’ in 2014 minder snel naar het speciaal onderwijs gestuurd – een bezuinigingsmaatregel die ertoe leidt dat de werkdruk in het reguliere onderwijs stijgt. Gemiddeld heeft elke leraar nu drie kinderen in de klas met gedrags- of leerproblemen. Leraren zijn bovendien steeds meer tijd kwijt aan administratie. Alles moet worden gemeten en bijgehouden in leerlingvolgsystemen.

Er komen vakken en taken bij, omdat maatschappelijke thema’s vaker op het bord van scholen worden gelegd. Gemiddeld, becijferde de Onderwijsraad vlak voor de zomer, krijgen leerlingen in Nederland zo’n honderd lesuren meer dan leerlingen in andere landen. Honderden leraren verlieten de afgelopen jaren het klaslokaal om onderwijsadviseur te worden. Minder werkdruk, meer salaris. Vijftien jaar geleden waren er ongeveer 450 bedrijven die zich bezighielden met onderwijsadvies, nu zijn het er bijna 3.000.

Bron: Patricia Veldhuis (NRC: De lessen van een jaar voor de klas: ‘Wat doe ik als ze weer gaan gillen?’, 29 september 2023)

Lees ook de volledige reportage.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter