89 Op bezoek bij de buren

Leuven en Aachen vergeleken bij Maastricht

Wat er bij de buren gebeurt, interesseert  de vaderlandse Universiteit niet meer. Te min voor academische wereldburgers die zij zich voorstellen te zijn zonder een eigen nationaal perspectief. Als je meent Harvard en Oxford te kunnen tutoyeren en te kunnen paaien met eredoctoraten, dan moffel je  Aaken (THE 2019 87) en die vermaledijde de Vlaamse KU Leuven (THE 48) en ook nog Katholiek, het liefste weg of beschouw je ze  als achterlijk provincialen die zelfs  hun eigen taal nog koesteren. De afgang van Maastricht (THE 128, minus 25) (1) is wel begrijpelijk, want die maakt zich  sterk voor Duitse studenten, die misschien veel liever naar Aken, op 47 km afstand,  waren gegaan, maar er niet goed genoeg voor waren. Daar doet men het veel beter voor de ‘kwaliteit van het onderwijs’ en het verwachte ‘inkomen’. Maastricht scored juist hoog met kleinverdiensten. In het binnenste van de Maastrichtse Universiteit, neem me niet kwalijk University, zullen ze daar wel  héél verdrietig over zijn, want het is niet langer vol te houden te pretenderen dat ze de goede Duitse studenten pikken. En je rang kun je niet alleen  opvijzelen of op peil houden met ‘international outlook’ en ‘citations’ ook al ben je daar een aanpassingsatleet in en doe je nog zo je best als een ‘unique selling point’ voor  ‘branding knowledge as an export product’  zoals de VSNU het graag zou zien.  In Aken zullen ze wel gniffelen over de Maastrichtse dweperij met alles wat Amerikaans is.  ‘Meinungsstark und Kenntnisarm’ zullen ze daar wel zeggen,want daar komt Maastrichts gerafelde glorie, problem based learning, uiteindelijk op neer.

Het lijkt me dat een taak van de Universiteit, het zoeken en verwoorden van de Waarheid, op gespannen voet staat met het vinden van oplossingen met behulp van slecht onderbouwde meningen.

Misschien moeten ze in Maastricht maar weer ‘Bourgondisch’ worden, wat niet zolang geleden hun pretensie was, al was het toen al nep. Het reikt uit naar het Franse savoir-vivre; naar een ander soort verrijkend model dat beter bij onze Europese  geschiedenis past; naar iets wat veel meer inspanning vergt dan  wat er in een nogal vrijblijvende ‘international classroom’ gebeurt.  Het roer zal om moeten. Zonder een goede basiskennis en taalbeheersing kan men niet goed redeneren en krijgt een  universitair diploma minder waarde (2), dus eerst kennis vergaren met toewijding en methode. Boeken lezen. Je geschiedenis kennen.

Wallonië

De Waalse universiteiten, meest in de sector van de gezondheidszorg, oefenen een grote aantrekkingskracht uit op Franse studenten (3). Van hen zijn er nu 23.000 ingeschreven voor medicijnen, tandheelkunde, veeartsenij, orthofonie, psychologie en kinesitherapie etc. Dit komt omdat de toevloed in Frankrijk in medische sector wordt afgeremd met diverse vormen van een numerus clausus. Op zichzelf wel terecht, maar de selectie via een zeer zwaar propedeuse programma met het accent op wis- en natuurkunde en veel memorisatie, neemt gaandeweg de vorm aan van een loterij, naarmate het aantal gegadigden toeneemt (4). Desalniettemin klaagt men in Frankrijk steen en been over de verdwijning van de dorpsarts.

In Wallonië (4 miljoen inwoners) is er geen selectie bij de poort en hebben Europese  eindexaminandi vrije toegang. De regio heeft wel  in 2006 bedongen dat in iedere filière er voor de  buitenlanders een plafond is van 30%. Dat plafond is overal bereikt. Nu komt er een discussie op gang die ook voor Nederland relevant is.

‘Nous formons des étrangers, mais nous n’en profitons pas’ (Wij leiden buitenlanders op, maar we hebben er geen baat bij). Een buitenlandse student moge een verrijking zijn voor de ‘diversité culturelle’, maar eenmaal afgestudeerd gaan ze snel terug naar Frankrijk. Het kost Wallonië € 100 à 150 miljoen Euro per jaar op een budget van € 1 miljard en legt een zware druk op de medische opleidingsfaciliteiten.  De grote en vooral armetierige  buur Frankrijk, laat zich allerlei protesten aanleunen zonder financieel te hulp te schieten.

VSNU

Als men de VSNU mag geloven is alles win-win, een tombola zonder nieten, laat ze maar komen, hoe meer Engels hoe beter. De toon is ‘weg met ons’. ‘Attracting and retaining international talent’ is hun devies, terwijl alleen een buitenlandse middelmaat, vooral Duitse, op ons prijsvechtend, laag drempelig model afkomt. Alles is klakkeloos geïnspireerd op de VS, compleet met een idealistisch jargon voor de ‘consent manufacturing’. Ze schrikken niet terug voor een lelijke fraseologie als : De branding van Nederland kennisland moet aansluiten bij de Holland branding alsof we de nieuwe ge(brand)merkte  slaven moeten zijn in het productieproces.

Waar de Walen geen toegevoegde waarde zien, mikt de VSNU op het behoud van getalenteerde buitenlanders voor onze economie. Het is de hoeksteen van hun ideologie. Zo’n 20% zijn blijvers, die wel aan het werk zijn gekomen, maar van wie men  niet kan weten of ze ook duurzaam zijn. Met de natte vinger levert dat € 1,5 miljard/jaar op. Met  een zeer natte vinger, het is typisch zo’n soort analyse die bij de gewenste uitkomst wordt aangepast. De andere 80% worden gemakshalve gepromoveerd tot toekomstige ‘ambassadeurs’, al heeft het gros nooit hun best gedaan Nederlands te leren of onze cultuur zich eigen te maken. Zou de VNSU voor die categorie niet iets bij onze Oosterburen in rekening kunnen brengen?

‘Skills’ voor nadenkers?

Het roept vele vragen op. Het lijkt me onverstandig Nederland te profileren als een immigratieland, het is er al veel te vol. Maar de essentie is wat men onder ’talent’ verstaat en waarom men het vermeende buitenlandse talent met een campusleven verwent, terwijl 2/3 van de eigen kweek sip thuis zit. Die hebben dus geen talent. Als men de universitaire teksten leest gaat de liefde uit naar de buitenlandse student, zij krijgen een rode loper uitgerold,  en ziet men niets in de verheffing van de eigen taal en cultuur. Als je zoiets leest als: …to equip Dutch students with relevant knowledge and international skills… dan lijkt dat op een waarheid als een koe, maar in andermans taal klinkt ‘skills’ door als een  bloedeloze onderdanigheid, waar geen plaats meer is voor humaniora en voor nadenkers.

Het nodeloos pronken met andermans taalveren is op den duur fnuikend voor onze eigenwaarde en uitstraling van ons Koninkrijk, om nog maar te zwijgen over het samenhorigheidsgevoel. En hoe houd je daarmee ’s lands collectieve geheugen bij? De Nederlandse talenkennis was ooit een groot goed, het was de hoeksteen van onze internationale culturele vaardigheid. Het is geen verbetering dit te vervangen door ’21st century skills’ ,  ‘intercultural learning labs’ en ‘internationalisation at home’ bekroond door ‘Intercultural Readiness Checks’, het zijn uitingen van oeverloos mondialisme, waar je alle vormen van middelmatigheid in kan verstoppen. Vaak krijgt men zelfs de indruk dat heel academia, wat de verengelsing als een geloofsartikel betreft, geïsoleerd is geraakt in zijn eigen informatiecircuit met een speciaal jargon en onbegrijpelijkheden, zoals voeger de mysteries dienden om het geloof te bevestigen.

Met wat voor soort ‘framing’ is men bezig? In Frankrijk en Duitsland leert men nog wel grootschalig Duits en Frans, zij het met een zeer groot verschil in resultaat. Waarom kan dat niet in Nederland?

Zich aan de eigen regels houden

En wat schreef de VSNU zelf in zijn ‘Internationalisation Agenda’?  In 2002, leaders of EU countries and government leaders formulated the ambition of having everyone being proficient in two languages other than their native one. The Dutch government also committed to this objective’.  Er komt niets van terecht. Het zal wel te moeilijk zijn en teveel inspanning vergen. En het moet toch ‘leuk’ blijven?

Eindelijk een ‘Oxbridge’ der Lage Landen?

Rationele ouders zouden hun kinderen grootschalig naar de KU Leuven moeten sturen. Dan pas  wordt er echt alarm geslagen.

 

(1) Universiteit Maastricht: pleidooi voor Nederlandstalig universitair onderwijs is ‘eng’. www.beteronderwijsnederland.nl/nieuws/2018/06/reactie-universiteit-maastricht/

(2) In dit artikel in de FT van 16 april 2019 www.ft.com/content/abcf3b94-5d17-11e9-939a-341f5ada9d40 bekijkt Michael Skapinger het vanuit een andere hoek. In onze wereld van het Internet, sociale media en Google heeft eentaligheid een zeer conformerend effect:

There is another reason why every English speaker should learn another language. We talk about “filter bubbles”, the opinions we see on social media that conform most closely with our own…. Even if we search out different opinions in our own language, they are likely to be part of the same framework of debate.

In de Nederlandse context betekent dat dat de Universiteiten  zich volgzaam  identificeren met een Angelsaksische wereldbeeld ten koste van onze eigen toegevoegde waarde en ook geen intellectuele weerstand meer kunnen bieden tegen het  oneigenlijk gevoel van minachting, gevoed door onwetendheid t.o.v. Frankrijk en Duitsland, die in universitaire teksten doorklinkt. Die landen hebben nog wel een eigen nationaal perspectief.

(3) www.lemonde.fr/campus/article/2019/04/02/les-universites-belges-saturees-d-etudiants-francais_5444726_4401467.html

(4) Als ze de kans zouden krijgen zou ik de BON lezers aanraden de Franse film te gaan zien ‘La Première Année’/2018. Het gaat om de selectie van toekomstige artsen tijdens het propedeuse jaar. Het gaat er zeer ruig toe met veel spanning en sexueel getinte afblazerij,  alhoewel de meisjes duidelijk in de meerderheid zijn. Het komt er in feite op neer dat de intelligente, en ook handige, jongen voor wie ‘medicijnen’ een toevalsgreep is, door het systeem rolt, terwijl zijn vriend, voor wie het arts-zijn een passie en een roeping is, de aller grootste moeite heeft. Geen enkel selectiesysteem is perfect en in deze film ziet men de tendens dat de ‘goodies’ worden ingepikt door jongelui die intelligent zijn en van huis uit een zekere sociale handigheid meekrijgen. De toon van de film is zeer negatief, maar een alternatief wordt niet gegeven.

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter