Minister wil Associate Degree

1432617_53210777_450x200_.jpg

In een interview met de Volkskrant pleit minister Bussemaker voor mengvormen van hbo en universiteit en voor een Associate Degree voor mbo-studenten die naar het hbo willen doorstromen, maar zich wellicht vergalopperen aan een vierjarige bachelors opleiding. Drijfveer achter deze voorstellen lijkt te zijn dat "niet iedere vwo'er perse een universitaire opleiding zou moeten halen" en dat de studentenaantallen op universiteiten en hogescholen de laatste jaren zeer sterk gestegen zijn. Misschien kan ietsje minder ook wel. De minister brengt binnenkort een "strategisch agenda" uit, waarin ze haar ideeën voor de komende jaren ontvouwt.

BON vindt al sinds haar oprichting dat de enorme toename van het aantal studenten van het hoger onderwijs een evengrote daling van het niveau met zich meebrengt. Die diploma-inflatie zien we in de hele onderwijskolom, in het algemeen vormend onderwijs en de unversiteiten, maar zeker ook in het beroepsonderwijs, waarbij het vroegere vormingswerk tegenwoordig middelbaar beroepsonderwijs niveau 1 heet en het lager beroepsonderwijs niet meer bestaat. Deze verlaging van diplomawaarde en onderwijsniveau wordt aan de bovenkant al enige tijd bestreden door excellentietrajecten en speciale opleidingen voor zogenaamd toptalent op te tuigen.

Met het introduceren van nog meer typen onderwijs wordt het aantal opleidingen echter alleen maar groter en wordt de organisatie complexer, bureaucratischer en duurder. Dat Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen direct positief gereaeerd heeft op de extra markt die het AD realiseert is een teken aan de wand. En natuurlijk is het hbo hier al mee bezig, de HvA had in september al plannen om met Community Colleges te starten: "Thom de Graaf concentreerde zich op de overgang tussen mbo en hbo en de rol voor hogescholen. “Hoger Beroepsonderwijs is deel van de beroepskolom en dat betekent dat wij niet helemaal los staan van die andere onderwijsvormen, in bijzonder het mbo. Dat geeft ons een belangrijke verantwoordelijkheid. Om er voor te zorgen dat die mbo-studenten die door willen ook echt door kunnen en om hen zoveel mogelijk daarin te  faciliteren. Dat is niet alleen in hun belang, maar dat is ook een maatschappelijk belang. Hogescholen hebben een emancipatiefunctie om te zorgen dat zoveel mogelijk mensen toegang krijgen tot het hoger onderwijs. “"  Kennelijk wil de Graaf nog meer studenten naar het hoger onderwijs. 

BON pleit ervoor om in het gehele onderwijs de lat hoger te leggen, dan zullen de studentenaantalen in het hoger onderwijs dalen en worden hbo en universiteit weer die instellingen waarvoor ze ooit zijn opgericht. Nog meer opleidingen en opleidingssoorten zijn echt niet nodig. Driejarige hbo-trajecten voor vwo'ers, zoals de minister voorstelt, bestaan overigens al sinds jaar en dag. Vwo betekent evenwel niet voor niets: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.

5 Reacties

  1. Als ik een voordeel van een

    Als ik een voordeel van een brede scholengemeenschap moet noemen zou dat zijn dat het grote aantal leerlingen het mogelijk maakt om op- en af-stroomtrajecten op maat te realiseren. Ik vind het belangrijk dat leerlingen verkeerde keuzes of plaatsingen efficiënt kunnen herstellen. Maar in het educatief-politieke complex zijn nog steeds machtige mensen aanwezig die verkeerde schooltypekeuzes voorkomen willen door het keuzemoment  voor het schooltype in de tijd naat later te verschuiven. Dat is unfair t.o.v intelligente gemotiveerde leerlingen. De middenschoolenthousiasten  en  voorstanders van de basisvorming zijn ondanks de kostbare mislukte expedities naar uitstel van schooltypekeuze niet uit het onderwijs verdwenen. Dat keidt ertoe dat de curricula van de verschillende schooltypen nog steeds te veel op elkaar lijken. Goede leerlingen worden daardoor te weinig uitgedaagd en verspillen veel tijd. Ook blijft het niveau van het VWO daardoor te laag, krijgen te veel leerlingen een VWO-diploma en kunnen de lesgevenden op de universiteit het grote aantal studenten niet aan. De programma's voor VWO, HAVO en de verschillende niveaux van het VMBO moeten vastgesteld worden zonder dat de vaststellers daarbij met een schuin oog naar de andere onderwijstypen kijken. Het progrmma voor de eerste klas VWO zou zo in elkaar moeten zitten dat daaruit de geschiktheid voor universitaire studies zo goed mogelijk vastgesteld wordt. Voorheen geschiedde dat met een toelatingsexamen maar nu de baisscholen mogen vaststellen wat het hoogste niveau is dat een leerling aankan is zeving op gechiktheid in de eerste klas VWO erg belangrijk geworden om ervoor te zorgen dat de VWO-ers die tot de tweede klas VWO worden toegelaten een verstandelijk veel eisend programma kunnen volgen. Het aanbieden van op- en afstroomprogramma's wordt erg belangrijk als bij de samenstelling en de moeilijkheidgraad alleen maar gekeken wordt naar wat passend is voor het betreffende schooltype.  
     
  2. Er stromen teveel vwo

    Er stromen teveel vwo leerlingen door naar de universiteiten. Het aantal studenten op de universiteiten is enorm gestegen. Ja dat kan natuurlijk niet. De toestroom naar studies als wiskunde, natuurkunde en scheikunde is niet te stuiten. Ook bij Duits kunnen ze het aantal aanmeldingen niet aan en overweegt men een numerus fixus. Anders krijg je straks dat elke werkloze student bij gebrek aan beter dan maar weer docent VO wordt en we willen natuurlijk alleen de allerbesten voor onze havo vwo klassen hebben. Het is veel beter als deze studenten een HBO opleiding doen en iets gaan zoeken in het bedrijfsleven. 

    Ondertussen gaat het bij studies als communicatiewetenschappen. bewegingswetenschappen, lifestyle informatics, Science business and innovation, maar matig. Het is vechten om de student en veel studenten worden direct weggeplukt door het bedrijfsleven omdat er een schreeuwend tekort is aan mensen met kennis in deze vakken. 

    Nee stop de enorme toestroom van studenten naar het WO, wie moet straks anders de asperges gaan steken, gebouwen schoonmaken en leerlingen lesgeven?

  3. Het is lastig, J. de Groot,

    Het is lastig, J. de Groot, in uw bijdrage te bepalen wat wel en niet ironisch bedoeld is.

Reacties zijn gesloten.