Open brief aan voorzitter VO-Raad Sjoerd Slagter

Naar aanleiding van het AD artikel "Middelbare scholen staan op de rand van de afgrond" heeft BON bestuurder Hans Duijvestijn een open brief aan Sjoerd Slagter, voorzitter van de VO-Raad, geschreven. Zie ook zijn eerdere analyse hiervan.

Open brief aan Sjoerd Slagter

Met enige regelmaat verschijnen in de media uitspraken over het voortgezet onderwijs die aan u worden toegeschreven als voorzitter van de VO-Raad. De strekking is meestal dat het financieel slecht gaat met ons middelbaar onderwijs. Toen de Volkskrant publiceerde over het rapport van de Inspectie van het Onderwijs over het afbouwen van overtollige (dus te grote) eigen vermogens in het po en vo, was uw commentaar dat het vo bijna door haar reserves heen is.

In een artikel op de website van het AD kopt de krant: “Middelbare scholen staan op de rand van de afgrond”. In het artikel wordt gesteld dat het eigen vermogen van het middelbaar onderwijs in drie jaar tijd is afgenomen van 110 miljoen naar 30 miljoen euro. “Tussen 70 en 90 procent van de besturen kan de gestegen kosten niet meer opbrengen, stelt Sjoerd Slagter, voorzitter van de VO-raad.” Uit het artikel valt niet op te maken of de uitspraak over het dalende eigen vermogen door u gedaan is, maar u zegt wel: “Het water staat hen aan de lippen”. U mag natuurlijk best stellen dat veel besturen in het vo dit jaar en volgend jaar in de rode cijfers zitten, maar dan moet u er toch eerlijk bij vertellen dat de meeste besturen ruim voldoende vlees op de botten hebben om een paar mindere jaren op te vangen. 

De feiten: Het eigen vermogen van het hele voortgezet onderwijs in Nederland bedroeg in 2010 volgens cijfers van het CBS € 1.730,6 miljoen. In het jaar 2006 was het nog € 1.665,3 miljoen, dus van een sterke daling kan geen sprake zijn. Het voortgezet onderwijs had in 2010 € 1.189,6 miljoen op de bank staan. Naar aanleiding van het rapport van de commissie Don heeft de minister van OCW op verzoek van de Tweede Kamer de Inspectie van het Onderwijs gevraagd een onderzoek te doen naar de te grote eigen vermogens in het vo. De inspectie heeft met een aantal schoolbesturen afspraken gemaakt over het afbouwen van hun te grote eigen vermogens. Dat kan worden gerealiseerd door een aantal jaren exploitatietekorten toe te staan.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft het bestuur van de vereniging Beter Onderwijs Nederland BON een paar prangende vragen:

1.      Op welke cijfers baseert u de uitspraak dat schoolbesturen het water aan de lippen staat?

2.      Op welke cijfers baseert u de uitspraak dat schoolbesturen in het vo over € 30 miljoen eigen vermogen beschikken en dus bijna door hun reserves heen zijn?

3.      Bent u het met ons eens dat het een goede zaak is dat schoolbesturen die objectief te veel eigen vermogen aanhouden (vastgesteld door de Inspectie van het Onderwijs), gedurende een aantal jaren meer investeren in het onderwijs dan de rijksbijdrage?

4.      Bent u het met ons eens dat rijke schoolbesturen bij tekorten eerst moeten interen op hun reserves en pas daarna mogen overwegen docenten te ontslaan?

Wij zien met belangstelling uw reactie tegemoet.

Met vriendelijke groet,

 

Hans Duijvestijn

Bestuur BON

 

8 Reacties

  1. Ik zie aan het aantal

    Ik zie aan het aantal reacties dat Sjoerd (nog) niet heeft geantwoord. Druk met ballen in de kerstboom natuurlijk.

  2. Ik voeg daar het volgende

    Ik voeg daar het volgende perspectief aan toe. Bij Statline, een website van het Centraal Bureau voor de Statistiek, kan men de officiële cijfers opvragen waarvan ook de ministeries zich bedienen. Je kunt bijvoorbeeld zien hoeveel geld OCW besteedt aan onderwijs. Of, desgewenst, aan bepaalde vormen van onderwijs, aan de lumpsum, of aan de studiefinanciering.

    Een eenvoudige zoekopdracht op 'onderwijsuitgaven' levert de volgende tabel op: bit.ly/Rf0KPC (klik even achter het schuine pijltje bij 'perioden' voor een overzichtelijker geheel).

    Te zien is dat de OCW-uitgaven aan onderwijs vanaf de invoering van de lumpsum (1997) in 13 jaar stegen van 15, 7 miljard naar 32,8 miljard. Een ruime verdubbeling dus, bij een min of meer gelijkblijvend aantal leerlingen. Kortom, de scholen kregen in 2010 twee keer zoveel geld voor het opleiden van Jantje als ze in 1997 kregen. Waar dat geld blijft: geen idee. De klas van Jantje halveerde niet, de leraar kreeg niet twee keer zo goed betaald (sterker nog: diens salaris houdt tegenwoordig niet eens de inflatie bij). 

    Al dat *extra geld* dat schoolbesturen ontvangen – en ik herhaal het, omdat het zo spectaculair is: twee keer zoveel als in 1997 – wordt dus niet besteed aan het lesgeven aan de klas van Jantje. 

    Om te zien of het aan het PO ligt, of aan het VO, of aan de beroepskolom, of het hoger onderwijs, kijken we even naar de ontwikkeling van de onderwijsuitgaven per sector – wederom met dank aan het CBS: bit.ly/VfH4eO  

    Te zien is dat – met uitzondering van het WO – elke onderwijssector te maken kreeg met die verdubbeling van inkomsten sinds 1997. Zet je schrap: ook de sector waarin u werkt – tenzij u universitair medewerker bent – ontving twee keer zoveel geld voor uw studenten in pakweg 13 jaar tijd. Ziet u dat terug in de faciliteiten? Ziet u dat terug in de groepsgrootte? Ziet u dat terug in uw salaris? Driewerf nee. Waar dat geld blijft – geen idee, en daarin zit juist de makke.

    De besteding van al dit *belasting*geld door de ontvangende instellingen is zo helder als modder. Ja, bestuurderssalarissen zullen tussen 1997 en 2010 wellicht met meer dan de inflatie zijn toegenomen. Ja, het aantal niet-lesgevende fte's zal met meer dan een factor 1,0 zijn toegenomen. Nee, de onderwijshuisvesting spreekt geen woordje mee omdat die ten laste van de gemeente komt. 

    Ik maakte een schatting van de OCW-bestedingen aan het 'primaire proces' (lesgeven aan klassen) in 1997 van pakweg 85% van het budget: een optimistisch aandeel van 85%. Ik keek naar de salarisstijging 1997-2010 en stelde vast dat die rond het inflatiepercentage ligt. Op grond van die schattingen kunnen we extrapoleren hoeveel geld er in 2010 naar lerarensalarissen ging, oftewel aan het primair proces werd besteed. En welk deel van de recente onderwijsbegroting *niet* naar dat primair proces gaat. Kijk en huiver: bit.ly/TE6gZ5

    Het aandeel 'onverklaard' in de totale reële uitgaven is enorm gegroeid, hoe je het ook wendt of keert. Misschien wordt het aan zaken besteed die u nuttig acht (remedial hulp aan zielige kinderen), misschien aan zaken die u minder nuttig acht (een verbouwing van het bestuurskantoor). Maar u kunt daar niet achter komen. Omdat de schoolbesturen weinig publieke openheid betrachten als het gaat om hun bestedingen. 

    Daar zit toch echt een weeffoutje in de financiële verantwoording van semi-publieke instellingen (die hun inkomen ontlenen aan de nationale schatkist). Een weeffoutje met forse consequenties.

    Wanneer staat er een speler op in dit veld die OCW en de schoolbesturen om verantwoording roept? 

     

  3.  

     

    Ik voeg daar het volgende perspectief aan toe. Bij Statline, een website van het Centraal Bureau voor de Statistiek, kan men de officiële cijfers opvragen waarvan ook de ministeries zich bedienen. Je kunt bijvoorbeeld zien hoeveel geld OCW besteedt aan onderwijs. Of, desgewenst, aan bepaalde vormen van onderwijs, aan de lumpsum, of aan de studiefinanciering.
     
    Een eenvoudige zoekopdracht op 'onderwijsuitgaven' levert de volgende tabel op: bit.ly/Rf0KPC (klik even achter het schuine pijltje bij 'perioden' voor een overzichtelijker geheel).
     
    Te zien is dat de OCW-uitgaven aan onderwijs vanaf de invoering van de lumpsum (1997) in 13 jaar stegen van 15, 7 miljard naar 32,8 miljard. Een ruime verdubbeling dus, bij een min of meer gelijkblijvend aantal leerlingen. Kortom, de scholen kregen in 2010 twee keer zoveel geld voor het opleiden van Jantje als ze in 1997 kregen. Waar dat geld blijft: geen idee. De klas van Jantje halveerde niet, de leraar kreeg niet twee keer zo goed betaald (sterker nog: diens salaris houdt tegenwoordig niet eens de inflatie bij). 
     
    Al dat *extra geld* dat schoolbesturen ontvangen – en ik herhaal het, omdat het zo spectaculair is: twee keer zoveel als in 1997 – wordt dus niet besteed aan het lesgeven aan de klas van Jantje. 
     
    Om te zien of het aan het PO ligt, of aan het VO, of aan de beroepskolom, of het hoger onderwijs, kijken we even naar de ontwikkeling van de onderwijsuitgaven per sector – wederom met dank aan het CBS: bit.ly/VfH4eO  
     
    Te zien is dat – met uitzondering van het WO – elke onderwijssector te maken kreeg met die verdubbeling van inkomsten sinds 1997. Zet je schrap: ook de sector waarin u werkt – tenzij u universitair medewerker bent – ontving twee keer zoveel geld voor uw studenten in pakweg 13 jaar tijd. Ziet u dat terug in de faciliteiten? Ziet u dat terug in de groepsgrootte? Ziet u dat terug in uw salaris? Driewerf nee. Waar dat geld blijft – geen idee, en daarin zit juist de makke.
     
    De besteding van al dit *belasting*geld door de ontvangende instellingen is zo helder als modder. Ja, bestuurderssalarissen zullen tussen 1997 en 2010 wellicht met meer dan de inflatie zijn toegenomen. Ja, het aantal niet-lesgevende fte's zal met meer dan een factor 1,0 zijn toegenomen. Nee, de onderwijshuisvesting spreekt geen woordje mee omdat die ten laste van de gemeente komt. 
     
    Ik maakte een schatting van de OCW-bestedingen aan het 'primaire proces' (lesgeven aan klassen) in 1997 van pakweg 85% van het budget: een optimistisch aandeel van 85%. Ik keek naar de salarisstijging 1997-2010 en stelde vast dat die rond het inflatiepercentage ligt. Op grond van die schattingen kunnen we extrapoleren hoeveel geld er in 2010 naar lerarensalarissen ging, oftewel aan het primair proces werd besteed. En welk deel van de recente onderwijsbegroting *niet* naar dat primair proces gaat. Kijk en huiver: bit.ly/TE6gZ5
     
    Het aandeel 'onverklaard' in de totale reële uitgaven is enorm gegroeid, hoe je het ook wendt of keert. Misschien wordt het aan zaken besteed die u nuttig acht (remedial hulp aan zielige kinderen), misschien aan zaken die u minder nuttig acht (een verbouwing van het bestuurskantoor). Maar u kunt daar niet achter komen. Omdat de schoolbesturen weinig publieke openheid betrachten als het gaat om hun bestedingen. 
     
    Daar zit toch echt een weeffoutje in de financiële verantwoording van semi-publieke instellingen (die hun inkomen ontlenen aan de nationale schatkist). Een weeffoutje met forse consequenties.
     
    Wanneer staat er een speler op in dit veld die OCW en de schoolbesturen om verantwoording roept? 
     
  4. Op de nieuwe website krijg ik

    Op de nieuwe website krijg ik, na inzending van ene bijdrage, geen bericht dat mijn bijdrage ontvangen is of 'in de wacht staat' of wat dan ook. Dat lijkt me echter wel nuttig. Gaat dit hersteld worden? Alles wat ik nu lees na inzending van mijn reactie is dat er '(nog) geen reacties'  zijn.

  5. punt 4 is wat ongelukkig

    punt 4 is wat ongelukkig geformuleerd. Wanneer het aantal leerlingen van een school sterk vermindert kan dat een geldige reden zijn om docenten te ontslaan. Maar daar gaat het hier natuurlijk niet om.

  6. We hebben het hier over rijke

    We hebben het hier over rijke scholen die soms 10 tot 20 miljoen op de bank hebben staan. Waar Sjoerd Slagter ook nooit over praat is het aantal docenten dat tussen nu en tien jaar met pensioen gaat. Als het aantal leerlingen sterk daalt, dan komt dat niet door demografische ontwikkelingen, die gaan heel geleidelijk. Misschien is er wel een kwaliteitsimpuls nodig. Een schoolbestuur kan leiderschap tonen door gericht de reserves aan te spreken.

  7. @couzijn: ik krijg bij een

    @couzijn: ik krijg bij een nieuwe posting zelfs bericht dat ik geen toegang heb tot deze optie. Overigens staat de posting daarna wél online hoor.

Reacties zijn gesloten.