‘Minder wiskunde B-leerlingen’

math1233451_68373023_450.jpg

Ferry Haan betoogt in de Volkskrant dat het beleid van de overheid tot gevolg heeft dat leerlingen vluchten uit het moeilijke wiskunde B naar het gemakkelijkere wiskunde A. Door de eis van maximaal één vijf in de kernvakken enerzijds en door de toegangseisen van hoge gemiddelde examencijfers die university colleges hanteren anderzijds kiezen veel leerlingen voor de zekerheid van een goed cijfer voor wiskunde A. Hiermee gaat exact talent verloren.

Haan legt de vinger inderdaad op de zere plek, sterker nog: het mechanisme is algemener dan alleen bij de keuze wiskunde A of B. Wat zal het gevolg zijn van het leenstelsel voor de keuze van een studie? Wie wil nog een schulden maken als het eindresultaat: afstuderen in vier jaar, niet gegarandeerd is?

Toch moet een ander aspect niet onbesproken zijn: het reken- en wiskundeonderwijs is de laatste 25 jaar steeds minder exact geworden en de gevolgen daarvan: slechte rekenaars, eerstejaars wiskunde die elementaire algebra niet beheersen en inderdaad, economiestudenten die de vergelijking van een rechte lijn niet kunnen bepalen zijn vele malen zwaarder dan de eis van de overheid van maximaal één vijf in de kernvakken.

8 Reacties

  1. Ferry Haan vergelijkt maar

    Ferry Haan vergelijkt maar twee jaren: 2009 en 2012. Is dat verstandig voor een econoom, om een trend op te hangen aan twee willekeurige gegevens, met veronachtzaming van de rest? Nee, zeg ik. Maar wat weet ik er van, ik ben maar een alfa.

     

    Kijken we eens wat preciezer naar die twee jaargangen. Hoezo 2009? Is 2009 ergens representatief voor dan? Nee. 2009 was het jaar van de laatste reguliere examens wiskunde volgens het oude programma, dat per 1998 ingevoerd werd met de Tweede Fase. Het programma met wiskunde-B (1,2) voor echte wiskundeleerlingen en wiskunde-A in zijn 1,2-varianten voor leerlingen zonder wiskundeknobbel. Pas vanaf 2010 werden de vwo-examens van het huidige programma afgenomen, met A als de door Ferry genoemde gemakkelijke maar basale wiskunde, B de 'moeilijke' wiskunde en C de übermakkelijke wiskunde voor vwo-ers zonder talent voor of behoefte aan wiskunde. 

     

    Welk een 'dramatische' teruggang in vwo-examinandi zien we in de jaren 2010, 2011 en 2012 voor het vak wiskunde? 

     

    2010 (totaal aantal vwo-examinandi: 38.492)

    wiskunde A: 16.947

    wiskunde B: 19.779

    wiskunde C: 4.426

     

    2011 (totaal aantal vwo-examinandi: 39.886)

    wiskunde A: 19.462

    wiskunde B: 19.292

    wiskunde C: 2.948

     

    2012 (totaal aantal vwo-examinandi: 39.691)

    wiskunde A: 20.263

    wiskunde B: 19.316

    wiskunde C: 2.658

     

    (N.B. er zijn trouwens ook leerlingen die twee van de genoemde examens A, B en C afleggen. Er zitten dus dubbeltellingen bij de genoemde aantallen.)

     

    Nou. Tjonge. Jonge. Och, och. Wat een drama. De BV Nederland op de tocht. Luid de noodklokken. Of zullen we deze ernstige terugval van pakweg 2% vooralsnog maar even een toevalsfluctuatie noemen? We klampen ons vast aan de "opleving" in 2012 van 24 leerlingen *extra* bij wiskunde B. Terwijl het totaal aantal vwo-examinandi met 195 terugliep! De vlag kan uit.

     

    Nog een observatie: een kleine tweeduizend vwo-leerlingen ruilden het übergemakkelijke wiskunde C in voor het 'basale' wiskunde-A. Dat lijkt me toch goed nieuws. Maar helaas, het past niet in het drama dus gaan we er aan voorbij.

     

    Nog een observatie: in de vroege jaren tachtig, toen ik zelf wiskunde-examen deed, had een substantieel deel van de vw0-leerlingen (de alfa's) helemáál geen wiskunde in het pakket en deed er dus ook geen examen in. Met slechts een klein deel van de beta's (ja, eigenlijk ben ik een nep-alfa), hooguit een kwart van de vwo-examinandi, deed ik wiskunde-II, de zogenaamde Heel Erg Moeilijk Wiskunde. Ons jongensclubje was dus eigenlijk "BV Nederlands Hoop in Bange Dagen". Dan is het nu toch prachtig dat tegenwoordig een dubbel zo grote proportie vwo-leerlingen zich leent voor die Übermoeilijke wiskunde-B.

     

    Een allerlaatste observatie: sinds die vroege jaren tachtig is het vwo gegroeid van 12% tot 20% van alle leerlingen. Nog in 2003 deed maar 16% van de leerlingen vwo-examen. In zeven jaar tijd groeide dat vwo met een kwart. Noem het mode, noem het evolutie, noem het druk van de ouders, noem het wat u wilt. Maar mij lijkt het een feit dat zocj in het vwo tegenwoordig leerlingen bevinden die we nog recentelijk gewoon naar het havo lieten gaan. Zo beschouwd is het een prachtige prestatie dat we ze allemaal vwo-wiskunde laten doen en maar liefst de helft de moeilijkste variant. Wie dat een 'drama' durft noemen en op grond daarvan de ondergang van BV Nederland voorspelt, moet nog maar eens een cursus beschrijvende en toetsende statistiek volgen.

     

  2. En was het maar waar dat

    En was het maar waar dat Wiskunde B al gerepareerd is. De meeste voorstellen van de resonanscommissie moeten nog geimplementeerd worden.

  3. Paracetamolletje

    Paracetamolletje

     

    Ferry Haan, en de Volkskrant doen wat in deze tijd iedereen doet : een aspirientje voorschrijven bij hoofdpijn, een paracetamolletje bij buikpijn. Mutatis mutandis : wiskunde A bij examenstress ; overheidskrediet voor banken zodra de samenleving van de rails gaat.

    Het dansfeest op de Titanic  –  zoiets als de landingsbaan van een vliegveld verleggen als een vliegtuig naast de baan gaat landen (Moskau, gisteren). Ga gerust slapen, alleen een paar Amerikaanse hypotheekbanken zitten in de problemen.

    Een paracetamolletje, godbetert ! De klunzen, al die sufferds, de regerenden, regenten, de minister en haar self fulfilling adviesraden  – allen, ook de omstanders, zijn de koers kwijt. En de tovertruc, de remedie is een paracetamolletje : wiskunde A als al het andere te moeilijk blijkt. Of opium zoals  "duurzaamheid", of Kunduz, en anders maar wiet of dance  –  een pleister die de wond bedekt in plaats van geneest.

    Geen tijd en geen zin om de fundamenten van de crisis (is er een crisis ? vragen de slapenden) op te graven. Een betonnen stut houdt de zaak wel overeind tot de volgende crisis, en dan zien we wel weer verder. Ironisch gzegd : wiskunde met een kleine letter a.

  4. In de Boaler discussue op

    In de Boaler discussue op linkedin (zie ook www.beteronderwijsnederland.nl/forum/when-academic-disagreement-becomes-harassment-and-persecution) heb ik het volgende gemeld:

     

    De draad www.beteronderwijsnederland.nl/nieuws/minder-wiskunde-b-leerlingen bevat een interessante wending. Couzijn heeft namelijk ernstige kritiek op de cijfermatige onderbouwing van de argumenten van Ferry Haan. Het spijt me, maar die cijfers hebben niet mijn eerste belangstelling. Waar het mij hier om gaat is wat er met de vakinhoud is gebeurd. Basale vakken zijn immers per definitie niet nutteloos. Ze leggen een basis. Dat kan van Wiskunde A niet gezegd worden.

     

    Alles hangt hier met alles samen. De stelling dat Wiskunde A de Nederlandse implementatie is van de mij pas onlangs geopenbaarde idealen van de new math church is verdedigbaar: iedereen heeft recht op wiskunde, en daar is het vak zelf dan maar ondergeschikt aan, hoe minder er van overblijft hoe beter. Die boodschap is heel goed overgekomen, en het morele gelijk van de experts die het vak daartoe hebben afgeschaft staat kennelijk nog steeds buiten kijf. De discussie in deze draad laat goed zien dat daar wel een paar vraagtekens bijgezet kunnen worden.

     

    Daarop kwam deze reactie:

     

    Daar sluit ik mij bij aan. Voor wie het niet gelooft: Zie hoofdstuk 2 in het proefschrift van Pauline Vos, waarin zij de ontwikkelingen in de kritische periode eind vorige eeuw beschrijft. doc.utwente.nl/38690/1/t000001a.pdf 18 Mb

     

    En van mij weer:

     

    De oceaanstomer die op de verkeerde koers ligt, ik had hem eerder gezien deze omslag. De Titanic realiseer ik me nu, met aan boord onze jeugd. Veel namen in dit proefschrift. Ik zie een enkele naam van mensen die ik als open minded ken. Maar ik zie eigenlijk niemand die serieus iets van wiskunde weet. Ook in de referenties vrijwel niet, behalve Freudenthal zelf natuurlijk. En dat blijft de kern van het probleem.

     

    De discussie loopt door.

     

     

     

  5. Die taal toch, ik schreef

    Die taal toch, ik schreef "bijgezet". Daar mist een spatie. Over bijzetten zal ik in dit verband maar geen grappen maken nu die Titanic uit Utrecht hard op weg is naar de bodem.

Reacties zijn gesloten.