Uitspraken van educraten (2)

Overige pagina’s: Uitspraken van educraten “(1)**(3)**(4)* en *(5)* 


Zie ook *Kritische uitspraken*


————————————————————————————————


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S: HET APS (Algemeen Pedagogisch Studiecentrum)


“De APS-leergang ‘Authentiek en verbindend leiderschap’ voor schoolleiders richt zich op het ontwikkelen van collectieve intelligentie en op leiding geven aan coherent samenwerken in school. Met thema’s als drijfveren, inspiratie, paradoxale feedback, unity in diversity, creatie, verbeeldingskracht en nu-bewustzijn. We laten ons ook inspireren door de Theory U en Presence. Thema’s: persoonlijk profiel, zelfbeeld, authenticiteit, ‘schrijver, hoofdrolspeler en regisseur zijn van je eigen verhaal’, inleiding theory U, beperkende overtuigingen en verruimende paradigma’s, de kwaliteit waarmee je relaties in je werk vormgeeft, in en uit contact, optimaal afstemmen op de signalen die van binnen en buiten op ons afkomen, diep luisteren, stiltetaal spreken, authentiek spreken, leren inspireren, verbindend feedback geven, onderhandelen vanuit overvloed, collectieve intelligentie, verbinding creëren vanuit authenticiteit, samen werken en leren vanuit de toekomst zoals die zich ontvouwt en co-creatie. Kosten: € 4.495,– inclusief materiaal, catering en overnachtingen.”  APS (Algemeen Pedagogisch Studiecentrum)


Rode draad in mijn werk is om professionals te verbinden aan veranderingen, waarbij ik de onderwijskundige bril verbind aan een systemische blik, gericht op de gehele organisatie.Ik ben een denkende voeler. Mijn motto: samen topprestaties bereiken!“. Sander Galjaard (Consultant bij APS; specialismen: systemisch perspectief, innovatie, consulterend leiderschap, systeemdenker, verandermanager, commercieel talent, netwerker, teambuilder, participatief ontwikkelen, reflecteren, Human Dynamics)


Recente ontwikkelingen in de cardiologie en hersenwetenschappen hebben geleid tot het APS-programma HartFocus, waardoor Hart Brein Leren wordt geïntroduceerd. De gemeten effecten van dit programma zijn veelbelovend: betere concentratie, helderder denken, betere cognitieve prestaties, beter omgaan met emoties en effectiever kiezen en besluiten nemen. Tientallen scholen werken er nu mee, niet alleen scholen in het speciaal onderwijs, basisonderwijs en voortgezet onderwijs, maar ook roc’s en hogescholen. De ervaringen zijn veelbelovend. Leerlingen die opeens negens en tienen gaan halen. Kinderen die de goede resultaten niet alleen merken in hun schoolprestaties, maar ook in sporten als tennis, roeien en boogschieten. Binnenkort start het APS met een volgende ronde professionalisering van leerlingbegeleiders en remedial teachers in de HartFocus-methode. Exclusief bij het APS zijn boeken over HBL te bestellen:”  Website van het APS


 


Alex van Emst (Voormalig directeur van het APS. Schrijver van het boek ‘Koop een auto op de sloop’)


[Kijken door een andere bril]



  • Er is een radicale omslag nodig, een paradigmashift. Wil je een onderwijsvisie als natuurlijk leren implementeren, zorg dan voor een aardbeving, zodat het niet meer mogelijk is op oude routines terug te vallen.

  • Sommige ouders denken dat hun kind niets leert omdat er geen toetsen worden afgenomen. Ook zij moeten gaan inzien dat de brede ontwikkeling van hun kind vele malen waardevoller is dan het consumeren van kennis, zoals dat in het traditionele onderwijs gebeurt. Als je door de verkeerde bril kijkt, krijg je altijd een vertekend beeld.

 


Simon Ettekoven (Voormalig directeur van het APS. Directeur innovatie en professionalisering van het Friesland College. Auteur van een aantal veelgebruikte studieboeken, waaronder ‘Actief leren’. Hij is tegenwoordig zelfstandig coach en adviseur)


[De eigen ervaring – dat is pas leren!] [Waarheen met de HAVO?]



  • Ondanks het ouderwets degelijke onderwijs van de generatie die nu aan de macht is, zijn de oorlogen niet verdwenen. De verschillen tussen arm en rijk zijn groter dan ooit. De milieuvraagstukken nemen mondiale proporties aan. De politiek wordt het zelfs over iets kleins als het fileprobleem niet eens. Zoveel kennis hebben wij, zo scherp hebben wij leren denken, zo goed kunnen wij samenwerken, zoveel hebben wij geleerd van het verleden, zo effectief is ons model school. Reden te over lijkt me om het ingrijpend anders te proberen. We hebben het recht om anderen voor te schrijven wat en hoe ze moeten leren verspeeld.

  • De maatschappij heeft originele, creatieve, zelfstandige en vrije denkers nodig, mensen die niet gehinderd worden door conventie, gewoonte en drogbeelden. Het is nodig om de gebaande ‘denk’-paden te verlaten, los van alle weten, systemen en procedures. We moeten waardering hebben voor mensen die een radicale verandering aan durven gaan. Er is een parallel met de Verlichting. Ook toen waren er mensen die tegen de gevestigde opvattingen in gingen. Ze beweerden dat de mensen de werkelijkheid konden kennen en daarbij konden vertrouwen op hun waarneming. Dat ging tegen het geloof in. De brandstapels stonden klaar. Het onderwijs is ons geloof van nu. Als scholen een eigen weg gaan ontstaan er heftige reacties, zoals we de afgelopen tijd in de media hebben gezien.

  • In het huidige onderwijs is er vooral sprake van ‘onthouden’, een voorlopige opslag van richtingloze kennis.

  • Uit een grote hoeveelheid hersenonderzoek worden ingrediënten gevonden die het leren van de leerlingen kunnen stimuleren. De nieuwe inzichten bevestigen veel rond het (sociaal) constructivistische leren.

  • De hersenen zijn een sociaal systeem.

  • Ieder heeft een eigen unieke organisatie van informatie in zijn hersenen.

  • Leerstof moet vanuit zoveel mogelijk verschillende hoeken aangeboden worden, bijvoorbeeld via meervoudige intelligenties, of via een complexe leertaak.

  • We weten dat van hetgeen we horen en lezen slechts 5% resp. 10% langer dan 24 uur in het geheugen blijft hangen. Als we de informatie audiovisueel ondersteunen 20%, als we erover discussiëren 50%. Als we het een ander uitleggen 90%.

  • Verhoog het aandeel van kunst in het HAVO-curriculum tot tenminste 50 procent. Niet naast de vakken, maar in de vakken. Kunst is hèt medium als het om identiteitsontwikkeling gaat.

  • Breng de vaste aanstelling van docenten terug tot een maximum van vijf jaar. Daarna kunnen ze misschien wel blijven, maar moeten ze wel opnieuw solliciteren.

 


Ingrid Verheggen (Lid algemene directie van het APS)



  • De halfwaardetijd van kennis is nu nog maar 3 jaar.

  • Voor het ‘oude leren’ geldt het ‘ganzenlevermodel’: kennis wordt via een trechter in de leerling gedraaid.

  • De leraar moet zijn eigen waarheid ter discussie stellen. Ook leerlingen zijn ‘kenners’, samen ‘construeren’ ze hun waarheid, die een persoonlijke waarheid is. We geven immers les in wie we zijn.

 


Peter Velseboer (Algemeen directeur APS)



  • [N.a.v het rapport Dijsselbloem] Wij doen aan ‘natuurlijk leren’ en dat is niet hetzelfde als ‘het nieuwe leren’. Bij natuurlijk leren is de leerling zelf verantwoordelijk voor het zich eigen maken van kennis en vaardigheden. Van deze methode is de werking wél bewezen. Scholen zijn laaiend enthousiast. Verder is het onzin dat het door het nieuwe leren komt dat kinderen niet meer zouden kunnen spellen en rekenen.

  • Wij zien nu zelfbewuste schoolleiders hun eigen juiste dingen doen. En dat is de manier om echt kwaliteit voor elkaar te krijgen.

  • Als reactionaire krachten roepen dat realistisch rekenen niet werkt – terwijl de rest van de wereld jaloers naar de rekenresultaten in Nederland kijkt – reageert de staatssecretaris geschrokken en neemt zij haar maatregelen.

 


Walter Jacobs (Communicatie adviseur bij het APS)


[Verder na Dijsselbloem]



  • Het nieuwe leren is ontstaan uit wetenschappelijke inzichten en de vertaling daarvan door leraren.

  • Hoe scherper leerstandaarden zijn geformuleerd, hoe meer de didactiek zich daarop richt. Zeker als ook de centrale toetsen en examens daarover gaan. Gevolg is een sterke focus op vakken. Die kan er toe leiden dat vakoverstijgende vaardigheden en pedagogische aspecten uit beeld raken, bijvoorbeeld leren samenwerken en reflecteren. Dat hiervoor expliciete aandacht moet zijn, is vrijwel onomstreden. We weten dat onderwijs volgens een ruimere opvatting, met als uitgangspunt integratie van vakken, effectiever is dan onderwijs in gescheiden schoolvakken.

  • Dijsselbloem c.s. werkt niet helder uit wie de dragers zijn van de professionaliteit van leraren. De nadruk lijkt op de individuele docent te liggen. Dit dekt echter niet de waarneming van APS’ers op veel scholen. Niet de individuele professional maar het team van professionals is de eenheid waar het om draait. Daarom is schoolontwikkeling zo belangrijk, evenals samenwerking van docenten in interdisciplinaire teams.

  • Docenten hebben het allemaal moeten waarmaken. Daarvoor vraagt het rapport terecht aandacht. Maar zonder heldere beleidskaders zijn professionals daartoe niet in staat.

  • Het Nederlandse onderwijs zou aan niveaudaling onderhevig zijn, vernemen we vaak uit de media. Het valt nog te bezien of er onomstotelijke bewijzen voor die niveaudaling zijn. Allereerst wordt door het werk van de commissie duidelijk dat we in Nederland geen heldere, eenduidige bepaling van niveau kennen. Vooralsnog is duidelijk dat er wellicht sprake is van een ander resultaat als gevolg van een ander aanbod. En dat was toch de bedoeling van al die vernieuwingen ? Maar niveaudaling, wij zien het niet.

 


“Het APS vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld.”


Jannet Maréchal-van Dijken, Otto de Loor, Monique Sanders en Madeleine Vliegenthart (APS-medewerkers)


[Jongens …… aan de slag (maart 2012)]


“Deze publicatie is ontwikkeld door APS voor ondersteuning van de onderbouw van het havo/vwo in opdracht van het Ministerie van OCW.”


De in dit document veelvuldig aangehaalde Michael Gurian werd opgeleid voor gezinstherapeut. Hij is organisatie-consultant en hij is schrijver van bestsellers.


“Louann Brizendine was given the tongue-in-cheek 2006 Becky Award, which is given to people or organizations who have made outstanding contributions to linguistic misinformation.“ Wikipedia


“In 1997 richtte Martine Delfos het PICOWO op: Psychologisch Instituut voor Consultatie, Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek om haar researchwerk vorm te geven. Vanuit de combinatie van een researchopleiding en een therapeutische praktijkervaring begon Martine Delfos haar kennis om te zetten in biopsychologische modellen. Daarbij worden verschillende wetenschapsgebieden betrokken met name psychologie, biologie, chemie, en wiskunde. Martine Delfos hecht er belang aan dat er een verbintenis is tussen wetenschap en praktijk. De modellen die zij ontwikkelt, staan in directe relatie tot de maatschappelijke en wetenschappelijke werkelijkheid. Omdat wetenschap dynamisch is, wordt in nieuwe drukken van haar boeken steeds de meest recente onderzoeken en inzichten verwerkt.” Website van Martine Delfos 


 



  • Jongens leren nieuwe woorden meer dan meisjes via ‘embodied cognition’, zegt Louann Brizendine, het zogenaamde lichaamsleren. Bij dit proces worden spieren en lichaamsdelen waarmee zij een woord leren, gekoppeld aan de betekenis van het woord. Zo zullen hun beenspieren door hun hersenen aangespannen worden, als zij het woord ‘run’ moeten leren en wordt het hersencentrum voor slijmerig geactiveerd, als zij een slak zien. Ook wordt het hersendeel voor ‘langzaam’ en ‘glijden’ en zelfs het hersendeel betrokken bij de emotie voor walging, geprikkeld.

  • Michael Gurian schrijft in zijn boek Mind of Boys dat jongenshersenen door de bank genomen functioneren met 15% minder bloed dan meisjeshersenen. De mannelijke hersenen hebben de neiging om als ze niet een taak hoeven uit te voeren over te schakelen naar een rusttoestand: de stopmodus. Jongens hebben ook moeite meerdere taken tegelijk of kort na elkaar uit te voeren.


  • Het testosterongehalte van de man stijgt als hij ‘wint’ en daalt als hij ‘verliest’, schrijft Gurian. Jongens scoren over het algemeen beter op toetsen als hun testosterongehalte hoog is.


  • Door de verbale aanpak van wis- en natuurkunde zien jongens het belang van deze vakken niet.

  • Volgens sommige onderzoekers is de hersenbalk, die de twee hersenhelften verbindt, bij meisjes dichter en groter dan bij jongens, aldus Gurian. Jongens hebben meer verwerkingstijd nodig, voordat ze gevoelens kunnen uitleggen.

  • Jongens verwerken gesproken instructies minder goed en hebben meer behoefte aan sensorische-tactiele indrukken, aldus Michael Gurian. Het aanspreken van verschillende zintuigen is een manier van variëren die helpt om leerlingen te laten leren.

  • Beweging stimuleert gelijktijdig de linker en rechterhersenhelft. Jongens moeten meer bloed naar het cerebellum zenden. Onderzoek toonde tevens aan dat de kleine hersenen niet alleen betrokken zijn bij de coördinatie van spieren, maar ook bij het coördineren van het denkproces, de ‘mentale spieren’. Er wordt aangenomen dat fysieke activiteit de ontwikkeling van de kleine hersenen positief beïnvloedt.

  • Martine Delfos schrijft in haar boek ‘De schoonheid van het verschil’ dat het hogere testosterongehalte tijdens de ontwikkeling van het mannelijke embryo ervoor zorgt dat zijn sympathische zenuwstelsel geremd is ten opzichte van dat van de vrouw.

  • Volgens Martine Delfos onderzoeken jongens voorwerpen eerst met hun ogen en later doen zij dit met hun lichaam. Ze onderzoeken diepte door erin te springen, klei door erin te prikken en een apparaat door het uit elkaar te halen. Meisjes en vrouwen leren eerder door informatie vergaren.

 


Bij het APS werken ook de elders in dit blog besproken Kees Hoogland (Rekenen en Wiskunde) en Kees Blase (Hart-Brein-Leren)


——————————————————————————


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S: KPC GROEP


Lizzy Tabbers (Senior consultant bij de KPC-groep)


Tabbers is schrijfster van het boek ‘Dit is zó leuk, mág dat wel? Over de start van een nieuwe school met een nieuw concept’. Het boek gaat over de oprichting van basisschool Prinses Catharina Amalia. Uit het inspectierapport blijkt dat de school slechte resultaten behaalde voor o.a. rekenen en begrijpend lezen.


[Zelfstandig kind vraagt andere onderwijsvormen]



  • In discussies over het Nieuwe Leren wordt steevast de indruk gewekt alsof er nog iets te kiezen valt, maar dat is niet het geval. Het gaat namelijk niet om een willekeurig idee dat afkomstig is van bijvoorbeeld de minister, hoge ambtenaren of organisatieadviseurs – zoals door sommigen wordt gesuggereerd – maar om een heuse paradigma shift. Daarmee wordt bedoeld dat een collectieve visie op een deel van de werkelijkheid wordt vervangen door een andere, genuanceerder visie. Dat is een historisch proces dat zich veel meer áán ons voltrekt dan dat wij het zelf sturen.

  • Even voorspelbaar is de oprichting van een vereniging als BON die wat betreft het in stand willen houden van achterhaalde verhoudingen op een lijn kan worden gesteld met de SGP.

  • In het geval van het nieuwe leren komt de oppositie vooral van hen die het gymnasium hebben gevolgd en hun docenten. Leerlingen wordt thuis en op school voorgehouden hoe bevoorrecht zij zijn de hoogste opleiding te mogen volgen. Daarbij krijgen zij twee boodschappen: als je je niet gedraagt zoals wij willen, ga je maar naar een gewone school. Als je je wel gedraagt zoals wij willen, dan mag jij je straks ook verheven voelen. Die boodschappen maken dat leerlingen niet snel in opstand komen en dat docenten hun verouderde didactiek niet hoeven opgeven. Het volgen en geven van een klassikale klassieke opleiding door en voor speciaal daarvoor geselecteerde leerlingen is dus voor alle betrokkenen lonend en heeft een hoog Ons Soort Mensengehalte.

 


Hans van Aalst (Research & developmentmanager bij de KPC Groep)


[KPC Info]



  • Nog steeds denken we dat iets pas ‘waar’ is als het op papier staat.

  • Persoonlijke ervaring en intuïtie zijn soms net zo belangrijk als algemene kennis en kunde. Bovendien wordt kennis niet alleen meer overgedragen, maar ook gedeeld in groepen en netwerken.

  • Het toenemende belang van ‘eigen wijsheid’ en het relativeren van taal als enige drager van kennis betekent dat leerlingen concrete ervaring moeten opdoen.

  • Examens en kwalificatiestructuren vormen een ernstige belemmering voor onderwijsvernieuwingen.

  • Scholen worden educatieve netwerkorganisaties. Het accent ligt op het arrangeren van het leren, ook op andere plaatsen dan de school. De school fungeert als een soort makelaar voor de leerling.

  • De nieuwe modus-2 kennisproductie is applied, probleemgeoriënteerd, transdisciplinair, heterogeen, hybride, vraaggestuurd, ondernemend, getest op effectiviteit en efficiëncy en ingebed in netwerken.

 


Harry Gankema (Senior-Adviseur bij de KPC Groep. Hij is afkomstig uit het bedrijfsleven. Gankema is vanaf 1995 de grote denker voor de KPC Groep achter van het concept ‘Het nieuwe leren’. Hij is bedenker van de middelbare school ‘Slash21’ en basisschool ‘wittering.nl’. Hij is betrokken bij Herontwerp MBO en bij het OECD-project ‘learning for the future’. Hij wordt door de KPC Groep wetenschapper genoemd. KPC vertelt dat hij een leertheorie op zijn naam heeft staan, het ‘brainbased cognitie model’, al zult U er in de vakliteratuur niets over vinden.Gankema studeerde onderwijskunde van 1974 tot 1982)


De KPC Groep: “Harry Gankema ontwikkelde een onderwijsvernieuwingsmodel dat onder meer geïnspireerd is op het herontwerpen van productieprocessen uit het bedrijfsleven. Bestaande productieprocessen worden daarbij bewust vergeten, men kijkt met een frisse blik tegen het proces aan alsof het opnieuw uitgevonden moet worden.”


[Presentatie (video)][Professioneel of professional] [De nieuwe basisschool] [Het kind of de leerstof?] [Media-educatie en het nieuwe leren]



  • De professionele bureaucratie is principieel ongeschikt om te vernieuwen (Mintzberg).

  • Om te vernieuwen zijn list, geduld en bedrog nodig (Mintzberg).

  • Drive en motivatie zijn noodzakelijk om te leren. Drive is de zoektocht van de mens naar plezier en sensatie. De motivatie van mensen hangt samen met basale prikkels rond kill, eat, mate, flight (reptielenhersenen). De PR en Marketingwereld heeft dit alles al lang ontdekt. Zij werken met attention-interest-desire-action.

  • Zonder drive of motief kan kennis wel opgeslagen worden maar niet geleerd.

  • Onderwijsvernieuwers zitten nog te veel vast in oude patronen. Die hebben misschien nog wel het meeste last van hun eigen denkmodellen en concepten.

  • ‘Business proces redesign’ biedt de ruimte om fundamenteel na te denken over wat een school biedt en zou kunnen bieden. Je moet het concept ‘school’ wel eerst ontdoen van al z’n franje en vervolgens opnieuw ontwerpen.

  • Leren in welke vorm dan ook komt alleen tot stand als er sprake is van een persoon met een leervraag.

  • Generaties kinderen leren uit zichzelf lezen. Het is gewoon kopieergedrag, precies zoals een kind leert praten. Eerst regels aanleren is blijkbaar niet de manier waarop onze hersens het doen.

  • Veel kinderen zijn verloren voor het rekenen, omdat ze moeten beginnen met het aanleren van de rekenregels. En dan komt het nooit meer goed.

  • We halen vaak ‘leren’ en ‘kennis’ door elkaar. Kennis is een vermogen iets te doen. Leren is het proces dat daar een wijziging in brengt.


  • Leren problemen op te lossen is neurologisch gezien iets totaal anders dan kennis overdracht.


  • In de neuropsychologie wordt leren opgevat als: ‘een neurale aanpassing van de hersenen op een betekenisvolle ervaring’. Het begrip ‘betekenisvol’ wordt intrinsiek bepaald door het cognitieve systeem van de lerende. De beleving er van kan extern worden gemanipuleerd, niet worden opgelegd. De aard van de betekenisgeving en dus het kenmerk van de neurale aanpassing wordt zelfs door het individu niet op bewust niveau beleefd, laat staan dat een extern persoon daar invloed op kan hebben.

  • Neurale kennis verschilt wezenlijk van geformaliseerde kennis.

  • Een Gestalt is het minimale om te snappen waar het over gaat. Zodra je een Gestalt hebt weet je wat je nog niet weet. Bij constructivistisch leren worden deze Gestalten gevormd. De leerling construeert zijn eigen kennis, een activiteit van de leerling zelf. Hij past aangeboden kennis in bij al aanwezige kennis. Omdat Gestalten opgeslagen worden in non-verbale delen in de hersenen, is taal weinig geschikt voor het overbrengen van deze kennis. Beeldmateriaal werkt veel sterker. Daarom juist zou een elektronische leeromgeving zo nuttig kunnen zijn.

  • Er is een duidelijk verschil tussen ‘leren’ en ‘studeren’. Leren is de activiteit waarin een leerling in directe interactie met zijn omgeving kennis construeert. Studeren is de activiteit waarin een leerling aan de hand van formele leerbronnen kennis consumeert. Alleen het ‘leren’ leidt tot de constructie van nieuwe ‘Gestalten’. Voorwaarde is wel dat dit ‘leren’ moet gebeuren aan de hand van de fysieke werkelijkheid, of een representatie van deze fysieke werkelijkheid door digitale media. In het leerproces zijn visuele aspecten en een actieve rol van de leerling van groot belang. Deze moeten wel duidelijk in een context geplaatst worden, welke aansluit bij eerdere ervaringen van de leerling. Ook moet het onderwijs de opdrachten veel meer associëren met lifestyle’s en emoties om zo de betrokkenheid van leerlingen te vergroten.

  • Omdat scholen tot nu toe uitgegaan zijn van de ‘studerende’ leerling zijn er op scholen verschillen ontstaan tussen ‘sterke’ en ‘zwakke’ leerlingen. ‘Leren’ is voor iedereen mogelijk, terwijl studeren extra vaardigheden vereist, welke niet bij alle leerlingen in dezelfde mate aanwezig zijn.

  • Kennis heeft een vokomen andere ordening en causale verbinding dan cognitie. Wikipedia fuzzyness leidt tot nauwkeuriger cognitieve modellen dan Van Daele exactheid. Het boek biedt geen fuzzyness maar media wel.

  • Een school moet tegenwoordig niet alleen kennis overdragen, maar moet ook een resultaat in de hersens van het kind bereiken. Dit bereik je met zintuiglijke ervaringsoverdracht, met ICT, drama, gaming, modellen, simulaties.

  • Pas wanneer aan kennis een emotie wordt vastgeplakt, slaan de hersenen die informatie op een degelijke manier op.

  • Popper onderscheidt drie wereldbeelden: de fysieke wereld, de psychologische wereld en de formele wereld. De formele wereld is door de mensheid zelf gecreëerd rond 600 voor Christus. In het ‘ouderwetse’ onderwijs gaat erom de psychologische wereld op te bouwen aan de formele wereld, het gaat om studeren, niet om leren. Neurologisch gezien is het een compleet andere vorm van leren of je uit een boek ‘leert’ of aan de fysieke wereld ‘leert’. Bij het leren aan een formele wereld is al van tevoren vastgelegd wat wij moet kennen, je leert de conclusies van een ander welke je tot jouw conclusies moet maken. Het zou veel beter zijn een groot deel van de kennis visueel aan leerlingen aan te bieden.

  • Uit het hoofd leren van formules en definities levert schijnkennis die niet gebruikt kan worden.

  • Het onderwijs is te talig. Er is te weinig aandacht voor de gevoelde betekenis. Einstein wist al wat de relativiteitstheorie betekende voordat hij het precies kon vertellen.

  • Onze hersenen beschikken niet over een ‘language-based’ informatieverwerkingssysteem.

  • Het gelijktijdig werken aan niet talig begrip en talige communicatie over dat begrip is een noodlottig leerproces voor alle dyslectici, veel hoogbegaafden en de meeste jongens.

  • Uit de neurocognitieve wetenschap weten we dat zintuiglijke informatieverzameling veel dichter bij de neurale intelligentie staat dan cognitief verbale overdracht.

  • Hersenen zijn niet gemaakt om tekst te onthouden. Hersenen zijn gemaakt om beelden te onthouden.

  • Taal krijgt te veel aandacht binnen het traditionele onderwijs.

  • Video communiceert rechtstreeks met het brein, het boek heeft er een omweg voor nodig.

  • Tekst moet in het brein eerst omgezet worden in beelden om betekenis te kunnen geven aan de informatie. Letters op papier, of zelfs een vertelde les in de klas, is dus nog geen kennisoverdracht.

  • Met het uitvinden van de boekdrukkunst ging het fout met het onderwijs. Voor de boekdrukkunst ging het om kennis, na de boekdrukkunst ging het in het onderwijs om het omgaan met kennis.

  • De boekdrukkunst heeft flink bijgedragen aan niveau-verschillen tussen leerlingen.

  • Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst bestaat het misverstand dat wat je aan kennis communiceert ook de kennis is die je bij de toepassing gebruikt.

  • Kinderen leren vanzelf praten. Je ziet dan ook dat kinderen terugvallen in taal zodra ze grammaticaregels leren. Want geen kind praat met grammaticaregels; grammaticaregels zijn een reconstructie van taalkundigen om het over taal te kunnen hebben maar niet om het kind te leren praten.

  • Met video kun je heel complexe dingen uitleggen. Ik kan een VMBO-kind via een filmpje uitleggen wat de relativiteitstheorie is. Hoe je dan tot E=mc^2 komt is niet zo spannend, dat is alleen maar de uitdrukking ervan. Maar ons onderwijs is niet gebaseerd op beelden maar IQ-gebaseerd, alles moet gaan volgens regels, en daarom mogen VMBO-kinderen niet de relativiteitstheorie leren.

  • ICT wordt in het onderwijs nog teveel ingezet om boekenkennis op een aantrekkelijke, moderne en interactieve wijze over te brengen. Dat is jammer, want juist ICT heeft de mogelijkheid om veel directer het brein binnen te dringen, maar dan moet wel de kennisdefinitie van het boek worden losgelaten.

  • We zien aan de nieuwe generatie dat leren in het digitale tijdperk sneller gaat en tot een andere vorm van kennis leidt. We willen die technologie in de klas, maar dan toegepast op het curriculum dat we nog uit onze jeugd kenden. Van ICT de versnelling van het leren verwachten dat je buiten school waarneemt, maar als resultaat nog steeds precies die kennis eisen die je vorige week nog met het boek had overgedragen, dat gaat niet. De uitdaging van ICT gaat ook over de beleving van wat waardevol en betekenisvol is.

  • Kinderen wordt op school de vrijheid van zintuigen en hersenen ontnomen.

  • Definities worden gegeven ten behoeve van de communicatie, niet ten behoeve van het verklaren van bijvoorbeeld een natuurlijk verschijnsel. Dit zou ook betekenen dat de verschillen tussen het VMBO en het Vwo minder worden als er minder in definities en formules gesproken en getoetst zou worden, maar als juist de verschijnselen getoond worden. Leerlingen hebben moeite om de formules te reproduceren, iets wat eigenlijk zinloze kennis is.

  • Veel leraren geloven dat hun kennisdefinities eeuwigheidswaarde hebben. Dit is helaas niet het geval. Daarom is het voor een leerling ook niet erg als deze niet perfect de definitie kan opdreunen, als hij of zij het proces maar begrijpt.

  • Door met beeldende media te werken kun je de verschijnselen visualiseren en hoef je het niet te reduceren tot een formule of een definitie.

  • De school is er om de leerlingen zelfinzichten te doen ontwikkelen. De school als manager van problemen, contexten en uitdagingen, maar niet van voorgedefinieerde kennis.

  • Leren is het verzamelen van ontbrekende informatie.

  • Als je het constructivisme onderschrijft en beseft dat het leren vanuit het kind plaatsvindt, is de interactie tussen leerling en leerkracht niet het belangrijkst.

  • Gebleken is dat bij een zeer ver doorgevoerde keuzevrijheid bijna alle leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode zeer goede prestaties halen.

  • Een school die geen vernieuwingsschool is, moet zich schamen.

  • Veel scholen kenmerken zich door zelfgenoegzaamheid. Als docenten tevreden zijn, kan er niets mis zijn met de school, denken ze. Dus blijven ze vrolijk achteroverleunen.

  • Een vak is enkel een ordening voor de communicatie tussen curriculumontwikkelaars en leraren. Om deze reden heeft bijvoorbeeld Slash21 geen vakken meer, maar wordt er geleerd aan de hand van kernbegrippen. Met vakgerelateerde kennis kan niemand iets.

  • Slash21 is een school zonder boeken, roosters en lokalen. Een school waar een leraar geen leraar meer is.

  • Een belangrijk deel van het team van Slash21 bestond uit personen die werkzaam zijn in de creatieve hoek: media, film drama. Hun inbreng was het beeldend denken over kennis. Zij benadrukken dat je inzicht niet kunt reduceren tot leerbare feitenkennis.

  • Het curriculumteam van Slash21 bestaat voor de helft uit filmmakers en marketingexperts, die geleerd hebben om kennis symbolisch en visueel over te brengen. Als een uitleg goed op een film staat heb je geen leraar nodig en de uitleg is vaak veel helderder.

  • In een school als Slash/21 is het onderwijs in de moderne vreemde talen van drie jaar terug gebracht naar twee maanden door het principe van tijdsintensieve inslijping te gebruiken.

  • Waar we voor moeten oppassen is dat we bij deze onderwijsvernieuwing [wittering.nl] weer starten bij de docent. Dat gebeurt veel te vaak. Je zegt toch ook niet tegen een drogist die een nieuw parfum introduceert: ‘hoe zullen de verkoopsters het vinden?’ Maar: ‘hoe vindt de klant het?’ Zo moeten we bij de nieuwe basisschool vooral kijken wat de leerling ervan vindt.

  • De leerlingen van Wittering.nl gaan zelf op zoek naar antwoorden op hun intrinsieke vragen. De informatie die de kinderen vinden wordt door hen beoordeeld in het licht van de vraag. Er treedt automatisch reflectie op.

  • Je doet niet veel fout, als je de talenten van je leerlingen traceert en die vervolgens optimaal ontwikkelt. Die toekomstige schoolverlaters maken straks die hoogwaardige kenniseconomie wel.

  • Onderwijs leidt op voor wat over 25 jaar wezenlijk zal zijn. En daarvan weten we zeker, dat we er niets van weten. Onderwijs is dus ook het voorbereiden op onzekerheid.

  • We vallen in het neo-traditionele leren terug op schijnzekerheden, te beginnen met het leren van taal en rekenen als doel en niet als middel.

  • Andere kennis, de verbinding naar een onbekende toekomst, wordt in dit tijdperk van het neo-traditionele leren slecht begrepen. Het gaat om het verschil tussen – wat we in 1980 kennis noemden: dat wat je straks nodig hebt als je een baan gevonden hebt en wat we nu al in methodes kunnen beschrijven – wat nu kennis is: de manier waarop je in je hersens de wereld begrijpt en waarmee je straks ook in een nieuwe situatie adequaat zult overleven.

  • Zelfsturing en zelfstandigheid zijn belangrijke zaken om te leren. Het maakt de invoering van CGO een stuk gemakkelijker als je het direct van je leerlingen eist.

  • Als ontwerper van Nieuw Leren concepten als die van Wittering.nl en Slash/21 maak ik me wat zorgen over de huidige discussie over de kwaliteit van het onderwijs. Welke kwaliteit, wie zijn kwaliteit en hoe controleer je kwaliteit?

 


Luc Rijkschroeff (Senioradviseur bij de KPC Groep, gespecialiseerd in innovatieve schoolontwikkeling en herontwerp. Hij was betrokken bij Slash 21)



  • Als iemand iets leert, verandert in feite zijn wereldmodel. Leren begint dus eigenlijk op het moment dat zich een ‘storing’ in de werkelijkheid voordoet. Om echt te leren moet je kennelijk verstoord worden in de voor jou gangbare routines.

  • Om de steeds complexer wordende samenleving te kunnen begrijpen zullen leerlingen én docenten zich andere vormen van leren eigen moeten maken. Scholen kunnen niet volstaan met een onderwijsconcept dat niet meer aansluit bij de ons omringende werkelijkheid en dat in hoge mate voorschrijft wat leerlingen moeten doen en laten.

  • Als docenten gaan inzien hoe complex leren verloopt, zullen zij de onderlinge samenhang en verandering der dingen beter leren begrijpen zodat ze effectiever hun krachten kunnen inzetten. De discipline van het systeemdenken is gericht op het ontwikkelen van een bewustzijn voor complexiteit, voor samenhangen en voor verandering.

 


Paul Bemelen (Directeur Primair Onderwijs KPC Groep)



  • Zonder inspiratie geen topprestatie. ‘I have a dream’, zijn de beroemde woorden die Martin Luther King uitsprak en die miljoenen mensen inspireerden en steun boden. Met de termen ‘relatie, competentie en autonomie’ biedt Luc Stevens ons in 1997 perspectief op een andere wijze van omgaan met kinderen, op een andere wijze van verzorgen van onderwijs. Een kanteling van meer dan 100 jaar leerstofjaarklassensysteem! Hoe inspirerend bent u als schoolleider? Hoe houdt u het vuur warm en geeft u prachtige gedachten handen en voeten?

 


Astrid Wassink, Daniëlle Verschuren (KPC groep)



  • De waarheid van vandaag is vaak morgen al achterhaald. De samenleving verandert, de behoeften van leerlingen en ouders, de eisen vanuit de overheid en belangrijker nog de opvattingen hoe met deze verschuivingen om te gaan. Dit verlangt van onderwijsinstellingen dat ze zich voortdurend opnieuw uitvinden.

  • Organisatieverandering begint vaak bij de bereidheid van schoolleiders zichzelf voortdurend te veranderen.

 


Johan van der Horst (Algemeen directeur van de KPC-groep)



  • Ik ben het niet eens met de conclusie van Dijsselbloem over de pedagogische adviescentra. De massale invoering van het nieuwe leren is een verantwoordelijkheid van de scholen. Zij huren ons in. Wij geven alleen maar advies.

  • Fantastische adviseurs van KPC Groep hebben als jongleurs moeten lopen over het dunne koord tussen passie en precisie, tussen idee en realiteit. Ik weet dat Slash 21 voor veel andere vernieuwende scholen een voorbeeld is. En daarin is Slash 21 op dit moment misschien wel de belangrijkste oppepper voor de Nederlandse onderwijsvernieuwing.

 


Carel van den Heuvel (Directeur van de KPC Groep. Oprichtingsvoorzitter van de VO-raad. Hij was een van de initiatiefnemers van Slash21)


[Gestalten in de stamgroep]



  • De vernieuwing moet radicaal aangepakt worden en niet stapje voor stapje zoals de afgelopen decennia is gebeurd (en is mislukt). Binnen een dynamische kennismaatschappij waarin de kennis van gisteren vandaag al verouderd is, hoort een nieuwe school waarin de leerling zoveel mogelijk zelf zijn kennis construeert en de schoolleiding een eigen beleid kan uitstippelen; de bevrijding van de leerling staat centraal.

  • De reformpedagogische hervormingen van de voorbije decennia waren halfslachtig en mislukten; enkel verregaande ontscholing van het leerproces en radicale autonomie kunnen de verlossing brengen.

  • In het voortgezet onderwijs vinden al vijftig jaar innovaties plaats, die niet tot fundamentele veranderingen leiden. Dat komt doordat we een aantal vaste kaders in het onderwijs laten staan: het rooster, de vakken, de leraren.

  • De traditionele school is een productiebedrijf waar de grondstof (leerling) langs de machines (leraren) wordt geleid om bewerkt te worden.

  • De wereld buiten verandert sneller dan de wereld binnen de school. De leerling pikt de stof die de docent hem aanbiedt en de manier waarop de docent de stof overbrengt, steeds minder.

  • Core business van een school is krachtige leeromgevingen creëren. Voor het maken van die krachtige leeromgeving heb je een gedifferentieerd personeelsbestand nodig: instructeurs, ontwikkelaars, systeembeheerders, tutoren, documentalisten, enzovoorts.

 


Heleen Schoots (Adviseur bij de KPC-groep)



  • De kennis over de werking van de hersenen zit sterk in de lift. Het onderwijs plukt steeds meer de vruchten van deze vernieuwende inzichten.

  • Ieder stel hersenen is uniek en betekenisgericht. Iedere leerling leert op een volstrekt eigen wijze. Waar liggen hun capaciteiten en voorkeursleerstijlen? Welke materialen, boeken, deskundigen, excursies kunnen aangedragen worden om de leerling uit te dagen, onderwerpen te verkennen en zich vaardigheden eigen te maken?

  • Maak bij het leren gebruik van zoveel mogelijk zintuigen en intelligenties.

 


Bij de KPC Groep werkt ook de elders besproken John van Dongen (Ict).


——————————————————————————


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S: DE CBE GROUP


De CBE group is o.a. werkzaam voor het Ministerie van OC&W, besturen in het basisonderwijs, MBO-besturen, de MBO-raad, en de VO-raad.


Leo Lenssen (elders in dit blog besproken) is managing partner van de CBE group.


Wim Blok werd Senior Partner bij de CBE Group meteen na zijn gedwongen vertek als directeur van onderwijsstichting BOOR i.v.m. fraude, wanbeleid en miljoenenverliezen.


De CBE group is organisator van de onderwijscongressen ‘Making Shift Happen’.


Het onderwijs is niet van de leraar.” Leo Lenssen


De maatschappelijke context waarbinnen u met uw onderwijsinstelling opereert, geeft steeds meer te denken. Niets minder dan de wijze waarop onze democratie is georganiseerd staat ter discussie. En wie heeft er de regie in dit debat? Laten we de politiek beslissen hoeveel bezuinigd gaat worden op onderwijs of mobiliseren we zelf voldoende kracht om juist nu grote investeringen af te dwingen om het primaire proces sterk te verbeteren en om nieuwe scholen te bouwen?”  Pim Pollen, Leo Lenssen, Jan Gispen (uit de flyer ‘Uitnodiging alumnidag woensdag 12 mei 2010’ van de CBE Group)


Ieder kind is geniaal   –   98% van de 3-5 jarigen is geniaal   –   32% van de 8-10 jarigen is geniaal   –   10% van de 13-15 jarigen is geniaal   –   2 % van de volwassenen is geniaal. Vanaf welke leeftijd gaan kinderen ook al weer naar school ? 21e eeuwse leerlingen worden door 20e eeuwse docenten onderwezen in een 19e  eeuws systeem.”  youtube-promotievideo voor de conferentie ‘Making Shift Happen’


“Wanneer docenten hun vak weer terugkrijgen, zich als een slak in hun huis terugtrekken, is door niemand te zien of zij al hun capaciteiten inzetten om alles uit de leerlingen te halen. Gedurende 70 jaar voortgezet onderwijs leidde dit tot zittenblijven, schooluitval en slechte onderwijsresultaten.”  CBE group


MBO-onderwijs. Adequate, vernieuwende huisvesting die het onderwijsconcept ondersteunt is van wezenlijk belang voor het waarborgen van goed onderwijs; CBE ondersteunt het gehele proces. Doordat onze adviseurs competenties op zowel bouwkundig als onderwijskundig vlak bezitten, kunt u gedurende het gehele (ver)bouwtraject spreken over onderwijs in plaats van vierkante meters.”  CBE group


Met behulp van Transparency Lab heeft CBE voor het Da Vinci College een betrouwbare statistische analyse uitgevoerd op basis van zijnsoordelen van docenten en zo de condities voor de invoering van cgo in kaart gebracht.” CBE group


We will challenge new frontiers with our clients and friends in order to realize our mutual ambition: a better world !!!!”  Pim Pollen (Chairman CBE group)


 


Pim Pollen (Oprichter van de CBE group. Hij studeerde sociale wetenschappen)


[youtube: Pim Pollen over making Shift Happen]




  • Onder het motto Beter Onderwijs Nederland worden organisaties en personen gecriminaliseerd door anonieme schrijvers van reacties op vragen van de redactie van de BON- website. Overigens wel onder de vermelding dat de gedebiteerde opvattingen van de inzenders niet per se het beleid van BON vertegenwoordigen. Slappe hap natuurlijk, want waarom organiseert de redactie de publieke scheldpartijen anders dan om mensen te laten beschadigen door het anonieme collectief van reagerende inzenders. Waarom worden managers en bestuurders bij voorbaat gecriminaliseerd en publiekelijk verdacht gemaakt, wanneer ze het rendement van het onderwijs willen verbeteren door de professionaliteit van docenten te vergroten? Verandering van het onderwijs in Nederland is al moeilijk genoeg. Maar toestaan dat een dubieus opererende club zich het recht toeëigent noodzakelijke verbetering van het onderwijs tegen te houden door bestuurders te criminaliseren, is een houding die fataal kan zijn en waar we in Nederland nog lang last van zullen hebben.



  • BON is niet anders dan een F-Side clubje, veel geschreeuw maar zonder enige inhoud. Helaas is dat soort populair in Nederland.



  • Het gaat goed met de voorvechters voor beter onderwijs in Nederland. In aantal hebben we er zoveel dat we er een hele F-side mee kunnen inrichten. Maar nu naar de kwaliteit. Er worden weinig steekhoudende argumenten gebruikt en veelal komt het gewoon neer op terug naar het verleden. Beter Onderwijs Nederland (BON) spant de kroon.De macht aan docenten, ophouden met bemoeienis van de politiek en het downsizen van het management zijn hun belangrijkste doelen. Hun werkwijze doet erg lijken op de NDSAP kort voor de Tweede Wereldoorlog. Doelen willen ze andere mensen opleggen door op hun website discussies te beginnen waarvoor ze overigens – volgens een paar kleine lettertjes elders op hun site – geen verantwoording dragen. Schoolleiders worden hier met volslagen irrationele onzin met pek besmeurd en onder het motto van democratie mag dat gewoon in Nederland. Ad Verbrugge, de grote voorman, mengt zich natuurlijk niet in dit soort uitglijders maar laat zijn bruinhemden het werk doen.



  • Welnu dames en heren van BON, er werken geen bruinhemden bij uw organisatie, wanneer u het zo heeft opgevat, mijn welgemeende excuses hiervoor. Maar houdt u op met die blogs om onderwijsprofessionals zwaar te beschadigen die het niet met u eens zijn.



  • Macht aan docenten: Er is geen begin van wetenschappelijk bewijs dat dit het onderwijs gaat verbeteren.



  • Daar waar we in alle andere maatschappelijke sectoren het belang van de klant krachtig voorop stellen, gaat het in de discussie in het voortgezet onderwijs over het back-officeprobleem van de vrije tijd van de medewerkers. Omdat het onderwijs met publieke middelen wordt bekostigd, gaat de discussie niet over kwaliteit maar uitsluitend over de werkomstandigheden van de werknemer.



  • ’Making Shift Happen’ is een feestje. Een feestje omdat we nu inmiddels weten wat er in het onderwijs moet worden veranderd om tot grotere prestaties te komen. We weten dat, het is nu een kwestie van doen. ‘Making Shift Happen’ betekent grensverleggend gaan denken.


 


Olaf Mc Daniel (Managing Partner CBE Group. Hij studeerde onderwijskunde)


[Wordt ons onderwijs wel goed bestuurd?]



  • “Scholenreus aan de rand van de afgrond”, kopte de Volkskant over het Rotterdamse ROC Zadkine. Is het management van onze scholen wel capabel? Het verhaal is toch wat genuanceerder. Als bedrijven in de moeilijkheden komen worden er de bekende maatregelen genomen: diep snijden in de kosten, productieverhoging, tandje erbij van het personeel, ontslagen, grootschalige reorganisaties etc. In het onderwijs ligt dat toch wat anders.

  • Snijden in de overhead is altijd een eerste actie: het onderwijs moet beschermd worden! Maar de regeldichtheid en rapportageverplichting aan overheid en inspectie zijn zodanig groot geworden, dat veel instellingen hun centrale diensten niet verder kunnen uitkleden,

  • Daar waar er in het bedrijfsleven gestreefd wordt naar een hogere productiviteit per medewerker, is die in het onderwijs de laatste jaren alleen maar – met werkdruk als argument – omlaag gegaan. “Tandje erbij” is in andere maatschappelijk sectoren heel normaal, maar in het onderwijs vrijwel ondenkbaar. Zo is de docent in het voortgezet onderwijs voor 42% van zijn/haar tijd inzetbaar voor het onderwijs. Daar kan geen normaal bedrijf mee overleven!

  • De productieketen van het onderwijs is nog altijd van de vorige eeuw en daardoor veel arbeidsintensiever dan nodig. Intelligent gebruik van ICT om personeelskosten te besparen en de werkdruk te verlagen worden mondjesmaat ingezet. Dat maakt het onderwijs niet alleen veel duurder dan nodig, maar ook voor de huidige generatie leerlingen onaantrekkelijk.

  • Managers die de juiste maatregelen willen nemen, worden met schier onmogelijke randvoorwaarden geconfronteerd. Uiteindelijk is het onderwijs hiervan het slachtoffer en dat zal in komende jaren alleen maar tot verdere problemen gaan leiden. De praktijk van ons onderwijsbestuur zit gevangen in een 20e eeuws korset. De kabinets(in)formateurs zouden de omvorming daarvan als kernonderwerp in hun programma moeten opnemen. Een essentiële moderniseringslag in de besturing van ons onderwijs!

 


Raymond van Kerkvoorden (Senior consultant bij CBE group)



  • Onderwijsinnovatie is het meest gebaat bij radicale verandering. De ervaring heeft geleerd dat gedeeltelijke invoering van vernieuwingen zelden tot succes leidt. De route hoeft daarbij vooraf niet volledig te zijn doordacht. Innoveren is als een zoektocht, een expeditie. De kenmerken van een expeditie zijn nu juist dat het einddoel en de weg ernaartoe ongewis en spannend zijn.

 


Marlou van Beek (Senior consultant bij CBE group waar ze programmaleider is van het High Performance Schools-programma)


[High Performance Schools]




  • High Performance Schools zien excellente beheersing van kennis als basisvaardigheid en zijn daarnaast gericht op het ontwikkelen van metacognitie en life-time skills. Leerlingen leren eigenaar te worden van hun eigen leerproces, zij presenteren hun ontwikkeling aan de hand van een portfolio en ontwikkelassessment en stellen in overleg met de begeleidende docenten leerdoelen voor zichzelf. Ouders en leerlingen zijn actieve partners in het leerproces. Een High Performance School reikt echter verder, het biedt onderwijs aan afgestemd op persoonlijke leerbehoeften van leerlingen.



  • High Performance Schools vragen om krachtig en breed gedragen leiderschap. Vanuit de theorie van distributive leadership  neemt collectieve capaciteit de plaats in ten opzichte van individuele en solitaire sturingskracht.



  • High Performance Schools werken vanuit een maatschappelijke waardencreatie op langere termijn, waarin de verbinding gemaakt wordt tussen een breed en steeds vernieuwend mondiaal perspectief en een smaller, veilig en beschermend lokaal perspectief. De high performance school geeft uiting aan het motto ‘Think global, act local’ en slaat voor haar leerlingen een brug tussen heden en toekomst. De High Performance School heeft contact met de omgeving en de toekomst hoog in het vaandel staan en betrekt stakeholders bij haar beleidsbepaling. De High Performance School verbindt haar maatschappelijke opdracht met de eigen ambitie, kernwaarden en kernkwaliteiten.



  • Het streven naar High Performance Schools vraagt om een brede aanpak. De interventies en activiteiten die ingezet worden, zijn gebaseerd op drie met elkaar verbonden pijlers learning, research en empowerment die alleen in gezamenlijkheid kunnen zorgen voor het bereiken van een duurzame performanceontwikkeling. Niet de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers is het startpunt, maar de ontwikkeling van de gehele schoolorganisatie. Een expeditie met onzekerheden, twijfel, angst voor het onbekende, en ‘uitproberen wat werkt’. Maar zeker ook met moed, daadkracht, reflectie en indrukwekkende stappen vooruit.


————————————————————————————————————-


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S:  HERA, MASTERS IN LEREN LEREN


HERA verzorgt de workshop ‘Master Leren Leren Coach’  (Kosten € 2 275,–). Lees hieronder het succesverhaal van Mirjam.


HERA is uitgever van het LQ (Learn and Leadership Quality) Magazine, een blad met veel recent wetenschapplijk nieuws. We lezen er o.a.:



  1. 30 seconden met je ogen van links naar rechts bewegen activeert de beide hersenhelften. Daarna bleken mensen gemiddeld creatiever, nog tot 8 minuten later. Dat is wetenschappelijk aangetoond.

  2. Door je voor te stellen dat er op de muur tegenover je een enorme X geschilderd staat, werken de hersenhelften beter samen en vermindert de spanning.

  3. Volgens onderzoek van het Mind Research Network leidt het spelen van Tetris tot een dikkere hersenschors en meer grijze massa.

  4. Van jongleren is nu aangetoond dat het de hoeveelheid witte stof tussen de zenuwcellen vergroot. Witte stof is nodig voor een goede overdracht van signalen.

 


Bert van der Neut, Yvonne Kleefkens (Adviesbureau HERA, Masters in Leren Leren)



  • De leerpotentie en het talent van mensen wordt nu slechts voor 50-60% benut. Misschien is dat zelfs een optimistische inschatting. We moeten naar een hoger niveau. Om dat te bereiken gaan we ICT & Multimedia gebruiken om het leerproces nu eindelijk rondom ‘de lerende’ te organiseren. LeerKr@cht omvat straks, naast de verplichte leerlijnen, ook ‘leren te leren’, ‘leren te denken’ en andere zaken die het leren verdiepen. Uitdaging zal worden hoe we docenten kunnen helpen om de omslag te maken.

  • Ontwikkel jezelf. Neem afscheid van mensen die jou niets te bieden hebben. Soms blijven we relaties meezeulen in onze kringen, die ons geen inspiratie geven en juist op die van ons teren.

  • Een hoogopgeleide docent met een pedagogische aantekening vormt geen enkele garantie voor succes. In dit tijd gewricht gaat het steeds minder om kennisoverdracht, maar om het vrij maken van de intrinsieke leer-kracht in mensen: nieuwsgierigheid, leren om zelf te denken, leren te leren, ondernemerschap e.a.

  • Er zijn duizenden leerkrachten op het VO die disfunctioneren. Mensen die vasthouden aan wat zij denken dat hun vak is. In een beetje bedrijf waren deze mensen allang geconfronteerd met de veranderingen in de wereld. Zij zijn in principe nog erger voor het onderwijs dan welk model, of welke manager ook. Zij staan in direct contact met de leerlingen en zijn doorgaans niet echt gemotiveerd. Ze houden zich vast aan oude paradigma’s, oude werkvormen en oude gedragspatronen.

 


Mirjam (Cursist ‘Master Leren Leren Coach’ , aangeboden door HERA)


[Geslaagd als Master Leren LerenCoach]



  • Een leerling uit 2-Havo met onvoldoendes ging in de zaakvakken goed vooruit door technieken als van te voren verkennen van hoofdstukken, vragen klaarzetten, mindmaps maken per paragraaf, de ‘salami’-techniek bij het leren etc. Al doende ontdekte deze leerling ook dat zijn auditieve geheugen en ‘snapvermogen’ minder goed werkte dan zijn visuele geheugen.

  • Ik ben ook anders naar leermaterialen gaan kijken. Zo werd de methode ‘Taal in Kleur’ voor mij herontdekt. Daarin wordt spelling aangeleerd door koppeling van klanken aan kleuren, en door het handelend bezig zijn met gekleurde blokjes.

  • Zelf heb ik ook diverse leerspellen ontwikkeld vanuit de gedachte dat zoveel mogelijk leeringangen gebruikt moeten worden bij het leren.

  • Ook ben ik met de lerenlerenprincipes in mijn achterhoofd op zoek gegaan naar educatieve spellen op internet die daarbij aansloten.

  • Pas geleden kreeg ik een nieuwe leerling die een uitgesproken beelddenker bleek te zijn.

  • Ik heb meer oog voor de leervoorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat een kind überhaupt tot leren komt.

 


————————————————————————————————————————


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S:  ADVIESBUREAU NATUURLIJK LEREN B.V.


Hun website: *Natuurlijk Leren, training & ontwikkeling*


“De Algemene Vereniging Schoolleiders heeft het afgelopen jaar een samenwerking opgebouwd met Natuurlijk Leren BV. Dit heeft er toe geleid dat de AVS en Natuurlijk Leren voor het komend schooljaar geheel nieuwe trainingen aanbieden.”  Algemene Vereniging Schoolleiders


 


Jan Jutten, Jan Bisschops (Adviesbureau Natuurlijk Leren BV.)


Jutten is schrijver van een aantal boeken waaronder ‘Ont-moeten. Boeiend onderwijs in een lerende school’ met vele mindmaps en met een voorwoord van Luc Stevens.


[Hoe levende systemen veranderen]



  • Bij goed onderwijs gaat het om passie in plaats van regels. We moeten een einde maken aan het ‘moetisme’. In plaats daarvan ‘ont-moeten’.

  • Een van onze pijlers is het maken van de omslag van ‘machinedenken’ naar ‘de school als een levend systeem’. Wij gaan uit van passie in plaats van regels, en van duurzaam leren voor het leven.

  • Duurzame veranderingen zijn alleen mogelijk als we het systeem als geheel veranderen en niet slechts onderdelen ervan.

  • Theorie U in de school: samen leren van de toekomst. De centrale vraag in het U-proces is: welk leiderschap is nodig om een gewenste toekomst te creëren? In zijn U-theorie laat Scharmer ons kennismaken met een nieuw concept van veranderingsmanagement dat gebaseerd is op wat hij noemt “presencing”, een samenvoeging van “presence” en “sensing”. De “inner place’’ van de leider speelt een zeer belangrijke rol. In de meeste organisaties leren mensen van het verleden. Maar in een tijd waarin gisteren geen leidraad meer is voor morgen is deze vorm van leren onvoldoende. Zoals Einstein reeds zei: “De problemen die we veroorzaakt hebben kunnen niet opgelost worden op het niveau van denken dat ze geschapen heeft.”

  • Men gaat er in de huidige wetenschap inmiddels van uit dat de bouwstenen van het leven niet dingen zijn, maar relaties. Opvallend is verder dat de nieuwe wetenschap ontdekkingen doet die nauw aansluiten bij de kenmerken van levende systemen. De opbrengsten uit de nieuwe natuurkunde zijn eveneens van toepassing op alle organisaties. Ook daar geldt het belang van het geheel, de gezamenlijke missie en visie als drijvende kracht, het belang van autonomie en interne motivatie, de behoefte aan relaties, goede communicatie en het besef van onderlinge afhankelijkheid.

  • Newton ging ervan uit dat ruimte leeg was. In de kwantumfysica is de ruimte gevuld met velden. We kunnen deze velden niet zien. De bioloog Sheldrake gaat ervan uit dat er velden bestaan die het gedrag van (dier)soorten beheersen. De velden oefenen in het vormgeven van gedrag een geometrische invloed uit. Dit beeld van velden is zeer uitdagend als we het toepassen op organisaties en haar deelnemers. In de kwantumbenadering is de visie een veld, een kracht. We kunnen veldontmoetingen laten plaats vinden, waarin de energie van de mensen samen kan gaan met de eigenschap van het veld om een gedrag te genereren conform de doelen van de organisatie. Zonder een samenhangend en alom aanwezig veld kunnen we niet verwachten dat gedragingen van mensen samenhangend zijn.

  • Volgens de quantumfysica gaat de materie een relatie aan met de waarnemer en past zich zelfs aan zijn verwachtingen aan. Daardoor verdwijnt het ideaal van de wetenschappelijke objectiviteit. Als we onze werkelijkheid zelf creëren, welke werkelijkheid is dat dan? Hier komen we bij de fundamentele vraag in alle organisaties: identiteit, missie en visie. Het maakt tevens duidelijk dat een andere benadering nodig is, minder gericht op taakomschrijvingen en controle en veel meer gericht op het faciliteren van processen.

  • Voor teamleren is van belang dat we de organisatie zien als een systeem, dat we werken vanuit relationeel holisme. Deze term uit de kwantumfysica duidt het proces aan waarbij onderdelen voor altijd veranderen en tot elkaar aan getrokken blijven door een proces van interne verbondenheid.

  • Zo gedragen elektronen die geobserveerd worden zich anders dan niet geobserveerde. Dit alles leert ons dat er geen objectieve werkelijkheid is, er is geen wereld buiten ons! De wereld is slechts potentieel.

  • Hersenen werken het beste in samenspel met andere hersenen. Dat betekent dat we leerlingen niet ‘láten’ samenwerken, maar hen dat léren. Onderzoek toont tevens aan dat we het meeste leren van dingen die we áán anderen leren.

  • Onze hersenen vernieuwen elk jaar de inhoud van de koolstof, stikstof en zuurstof.

  • Vergroten van leeropbrengsten gebeurt door onderwijs gebaseerd op recente inzichten, niet door méér van hetzelfde!

  • Constructivisme is een theorie die een einde maakt aan het leren en onthouden van losse, aangeboden feiten.

 


Truus Römgens (Römgens is werkzaam bij Adviesbureau Natuurlijk Leren BV. Ze studeerde onderwijskunde)


Truus geeft trainingen rondom Hersenen & Leren en verzorgt coachingstrajecten voor scholen. Ze tekent mindmaps, exclusief te bestellen bij *NatuurlijkLeren.org* voor € 12,50 per stuk. Ze is schrijfster van het boek ‘Vuurwerk. Beter onderwijs door breinkennis’. Met haar boek wil ze bewustwording omtrent breinkennis op gang brengen en een brug slaan tussen wetenschap en praktijk.



  • Een veelbelovend inzicht is de ontdekking dat intelligentie op verschillende plekken in de hersenen zit. Hoe meer verbindingen tussen die verschillende plekken hoe beter je leert. Met meervoudige intelligentie is dus veel winst te behalen.

  • Uit hersenonderzoek blijkt dat leren niet alleen gaat via taal maar ook via non-verbale wegen als beweging en muziek.

  • Uit hersenonderzoek blijkt dat het brein actiever is als het samenwerkt met een ander brein. We weten dus dat je met het inzetten van coöperatief leren de hersenen van leerlingen actiever maakt.

  • We weten inmiddels dat emoties en relaties de basis vormen om leren mogelijk te maken.

  • We weten ook dat hersenen niet werken in waslijsten, maar in spinnen. Daarom werkt systeemdenken zo goed bij het vergroten van de opbrengsten bij begrijpend lezen.

 


——————–


DE ONDERWIJSADVIESBUREAU’S: OMTREND ADVIES


 


Dr. Arja Veerman (Onderwijskundig adviseur. Directrice van ‘Omtrend Advies’. Zij is werkzaam voor ‘Unic’, een HAVO/VWO-school in Utrecht waar een extreme vorm van ‘Nieuwe Leren’ wordt toegepast)


[Omtrend advies]  [Samenwerkend leren door kennisobjecten]


Onderzoek naar trialogisch leren en verdere ontwikkeling van de theorie wordt gefinancierd door de Europese Commissie en vindt plaats binnen het KP-Lab project (Knowlegde Practices Laboratory).  In Nederland wordt trialogisch leren op een PABO ingevoerd. Ook onderwijskundigen van de Universiteit Utrecht doen onderzoek naar trialogisch leren.



  • Naast monologisch leren kennen we dialogisch leren: door deel te nemen aan sociale activiteiten leert een mens ook. De trialogische benadering tot leren gaat er van uit dat ‘leren bovenal gedeelde transformatie van ideeën en sociale samenwerking behelst’. Anders gezegd, leerlingen ontwikkelen zélf nieuwe kennis en vaardigheden die voortborduren op reeds aanwezige kennis en vaardigheden. Steeds een stapje verder, multimediaal met behulp van de computer. Van groot belang is dat een groep leerlingen een opdrachtgever heeft die een ‘object’ benoemt waar de leerlingen aan of mee aan de slag kunnen. Uiteindelijk ontstaat er een proces van leren dat kenniscreatie oplevert. De leerling is geplaatst in een leerrijke context die hem zal motiveren en uitdagen het resultaat van zijn leerproces ‘op te leveren’ aan zijn opdrachtgever.

  • Een voorbeeld: Tom wil graag gitaar leren spelen en kiest dat onderwerp als object. Hij wil later in een band spelen en cd’s opnemen om zo bekend te worden. De docent bedenkt samen met hem een plan hoe hij dit leren trialogisch kan maken. Tom en de docent bedenken wat dan het object zou moeten zijn. Zo komen ze uit op het maken van een cd. Ook spreken Tom en de docent af dat Tom een band gaat vormen waarin hij de gitarist zal zijn. Door te oefenen voor de cd-opnames leert hij tegelijk gitaar spelen. Tenslotte moeten Tom en de band iemand zien te vinden die de cd wil produceren, een opdrachtgever. Tom en zijn docent vormen zo het oorspronkelijke onderwerp om (gitaar leren spelen) tot een concreet en specifiek object (een cd opnemen). Het geheel wordt authentiek door de opdrachtgever (de producer) en de vaardigheid (gitaar leren spelen) ingezet in dienst van het object.

 


Josien Veen (Ze volgde een masterstudie ‘Onderwijskundig Ontwerp & Advisering’ aan de Universiteit Utrecht)


In het kader van haar masterstudie  heeft Veen stage gelopen bij Omtrend Advies.Haar opdracht: het ontwerpen en uitvoeren van een workshop: ‘Samenwerkend leren met digitale kennisobjecten’. Hiervoor voerde ze gesprekken met mensen die betrokken waren bij het onderzoek naar trialogisch leren op Unic, een middelbare school in Utrecht.


[Samenwerkend leren met digitale kennisobjecten]



  • Leren studenten echt de dingen die zij later nodig zullen hebben? Heeft het vaak vluchtige leren wel zin? Moet onderwijs niet gericht zijn op een diepe leerervaring, iets dat studenten ook bij blijft?

  • Trialogisch leren sluit aan bij de vraag naar onderwijs dat diepgaand en authentiek leren bewerkstelligt.Deze theorie wordt volgens haar ontwerpers steeds belangrijker in het voldoen aan de door de kenniseconomie gestelde eisen. De theorie over trialogisch leren komt kort gezegd neer op samenwerken aan een object, een ding. Minimaal twee personen en één object maken een trio: trialogisch leren. Door samen te werken aan een object wordt kennis opgebouwd, er kan meer kennis ontstaan. Ook kan kennis worden getransformeerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een student twee theorieën met elkaar in verband brengt en zo de twee bestaande ideeën transformeert in een nieuw idee.

  • Leren moet gericht zijn op integratie van persoonlijke kennis met dat van anderen en met externe bronnen. De student staat hierbij centraal: een onafhankelijke denker die zijn eigen betekenisvolle weg kan vinden naar transformatie van kennis.

  • Kennis is weten hoe kennis kan worden verkregen. Deze trialogische benadering van leren kan onder het constructivisme worden geschaard omdat trialogisch leren de nadruk legt op de creatie van iets nieuws in een leerproces.


  • Trialogisch leren heeft ook als doel om studenten beter voor te bereiden op de huidige maatschappij waarin wordt verlangd dat mensen complexe problemen kunnen oplossen, samen kunnen werken met anderen en zichzelf een levenlang kunnen ontwikkelen. Kennis betreft hier niet de hoeveelheid feitenkennis, maar kennis van de manier waarop in verschillende situaties kan worden gehandeld.


  • Volgens Bereiter is kennis ‘een object van overweging en intentionele ontwikkeling’. 

  • Hakkarainen onderscheidt vijf soorten objecten:technische objecten (driedimensionale, concreet, fysiek), netwerkobjecten (stabiel, onveranderlijk, maar niet driedimensionaal), fluid objecten (transformeren van vorm, maar de functie blijft gelijk), fire objecten (complex en situatie-afhankelijk) en de epistemic objecten. Deze laatste soort representeren een hypothetische staat van de zaken die nog niet met zekerheid kunnen worden vastgesteld. Deze objecten zijn dynamisch en functioneren als innovatieve oplossingen en als generatoren van nieuwe concepten. Zij ontstaan vanuit een iteratief proces. Het concept trialogisch leren is een voorbeeld van een dergelijk object: het is iets, maar wat het precies is wijzigt steeds, het is niet tastbaar en zeer dynamisch.

  • Om diepgaand begrip te verkrijgen is het belangrijk dat de problemen die de groep gaat oplossen complex zijn. Binnen trialogisch leren gaat het niet om een ‘juist’ antwoord, maar om leren in een authentieke situatie. In het echte leven zijn er veelal diverse oplossingen mogelijk voor problemen. Middels discussie kan de groep verder komen, niet door er individueel over na te denken.

——————-


 


MARKETING


De Marketing-afdelingen van grote onderwijsinstellingen besteden inmiddels miljoenen euro’s aan het creëren van een sterk merk.


“Steeds meer VO-scholen laten zich inspireren door de idee van de school als ‘merk’. Zij maken dankbaar gebruik van bewezen inzichten uit de marketing. Om VO-scholen hierbij te ondersteunen heeft KPC Groep het product ‘Schoolbranding’ ontwikkeld. We ondersteunen acties, van herijking van het strategisch beleid tot bijstelling van de externe communicatie en PR.”  KPC Groep


Jeroen Boschma, Inez Groen (Werkzaam bij het in jongerencultuur gespecialiseerde reclamebureau Keesie. Bedenkers van de term ‘Generatie Einstein’. Schrijvers van het boek ‘Generatie Einstein’)


Boschma en Groen zijn de schrijvers van het onderzoeksrapport ‘De Balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO’, een verslag van een ‘onderzoek’ uitgevoerd in opdracht van ‘Herontwerp MBO’. Het wetenschappelijk gehalte ervan is zeer dubieus maar toch worden de conclusies uit dit rapport door de MBO-bestuurders en de politici als uitgangspunt genomen. Overigens komt Bureau Hiteq in hun onderzoeksrapport ‘Kenmerkend mbo’ tot volledig tegengestelde kenmerken van de z.g.n. ‘Einstein generatie’.


[De balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO]



  • De jongeren van nu zijn slimmer, sneller en socialer dan wij toen wij dezelfde leeftijd hadden. Ze zijn slimmer omdat zij op een ander manier omgaan met informatie. Zij doorzien reclame, zij weten hoe het nieuws wordt geschreven, zij weten hoe films worden gemaakt. Zij komen sneller to-the-point en kunnen makkelijker verbanden leggen die schijnbaar weinig met elkaar te maken hebben. Een generatie die samen met ons in deze wereld leeft, maar die hem beter door heeft. Die van de hoed en de rand snappen. Die niets meer klakkeloos aannemen. Wij raken verstijfd van de informatie-overload. Zij zijn als een vis in het water van 24/7 informatie en communicatie. Wij leren lineair volgens vaste patronen. Zij leren lateraal met behulp van associaties. Wij wachten tot iemand ons vertelt hoe het moet. Zij ontdekken en onderzoeken. Wij reduceren wetenschap tot kunstjes. Zij kunnen complexe materie aan. Wij accepteren dat de wereld niet eerlijk is. Zij zien eerlijkheid als het hoogste goed. Wij zijn stand-alone. Zij leven, leren en werken in netwerken. Wij accepteren bullshit. Zij niet. Wij raken verbijsterd van deze wereld. Zij weten beter hoe onze wereld in elkaar steekt dan wij.

 


Maarten Kleijne, Liliane van Lier (Beiden zijn werkzaam bij SARV International, een marketingbureau gespecialiseerd in jeugdcultuur)


[Competenties stromen in een bedding van kennis]


Kleijne en van Lier zijn de schrijvers van het rapport ‘Competenties stromen in een bedding van kennis’ geschreven in opdracht van de MBO-raad. Dit rapport is een vervolg op het rapport ‘De Balansschool: Generatie Einstein over Herontwerp MBO’ uit 2007. Uit dit rapport:



  • Jongeren van de nieuwe generatie zijn sneller, slimmer en socialer dan hun voorgangers. Die kenmerken zie je nu al terug bij kinderen van groep 7 en 8 van de basisschool.

  • Als het gaat om het ontdekken en bewust worden van de eigen kwaliteiten, komt het competentiegericht onderwijs voor deze jongeren als geroepen.

  • Als we kijken naar het gebruik van de zintuigen hebben dertigers en veertigers van nu doorgaans een audiovisueel bewustzijn. Wat je hoort en ziet is waar; de overige zintuigen worden vooral gebruikt om uit te maken wat je er vervolgens van vindt. Jongeren van de huidige generatie zetten alle zintuigen in om zich van hun omgeving bewust te worden, naast oog en oor ook neus, tong en tastzin. Het multimediale tijdperk, het 3D-gamen en de hoge communicatiedichtheid waarmee jongeren zijn opgegroeid, heeft hen al vroeg getraind om alle zintuigen non-stop op scherp te hebben. Hierdoor neemt deze generatie meer waar dan generaties die niet met deze mogelijkheden zijn opgegroeid. Iets is pas ‘waar’ als het in overeenstemming is met alle zintuiglijke waarnemingen.

  • Bij de leraar die slechts een standaardles afdraait, bestaat acuut deletegevaar. De leerling maakt dan een ongemotiveerde indruk, terwijl zijn hersenen in werkelijkheid onder hoogspanning werken om alles wat hij hoort weer snel te ‘deleten’.

  • Op school moet een leraar vanaf de eerste seconde volledig aanwezig én zichzelf zijn, zodat de leerling voelt dat het klopt.

  • Er bestaat een verband tussen roosterwijzigingen en een verstoord ontwikkelingsproces van jongeren.

 


Herman Kolthof, Fons Koopmans (Kolthof is medewerker onderwijsadviesbureau APS. Koopmans is eigenaar van bureau Marketing Matters)


In het aanbod ‘Professioneel Profileren’ werkt APS samen met Marketing Matters.



  • Besturen en directies ontdekken dat de aandacht gefocust is geweest op het leveren van kwaliteitsonderwijs. Gelukkig signaleren we een kentering in het denken over het belang en de rol van een krachtige profilering.

  • In het onderwijs gaan we er al snel van uit dat ‘goed onderwijs’ zichzelf bewijst. Maar het adagium ‘goede wijn behoeft geen krans’, dat ooit wellicht waar was, geldt nu niet meer. Het Californische wijnhuis Ernest & Julio Gallo Winery is een van de meest toonaangevende wijnmakers ter wereld geworden. Zonder de professionele marketingstrategie en -activiteiten was het succes er niet geweest. Er is zelfs ‘water bij de wijn’ gedaan om het succes te vergroten.

  • Kwaliteit is in hoge mate een kwestie van perceptie. Het is een beeld of imago, dat leeft in de hoofden van de verschillende betrokken personen. Hoe ervaren ouders, leerlingen enzovoorts, de kwaliteit van een school? Letten ze daarbij op dezelfde zaken die u als directie belangrijk vindt? Of op de aspecten waarmee de onderwijsinspectie uw kwaliteit beoordeelt? De praktijk wijst uit van niet.

  • U heeft te maken met gepercipieerde kwaliteit. Of die perceptie nu wel of niet klopt met uw ‘waarheid’, maakt niet uit. Deze gepercipieerde kwaliteit is zo belangrijk, omdat het voor een heel belangrijk deel de positie van uw school in uw ‘markt’ bepaalt.

  • Een sterke profilering werkt als een soort verdediging tegen negatieve publiciteit in de media. Vooral traditionele vernieuwingsscholen staan regelmatig onder vuur. Zonder krachtige profilering heeft u op zo’n moment veel uit te leggen. Maar ouders die gepercipieerd tevreden zijn, passen hun associatieve netwerk niet zo snel aan. Het negatieve nieuws past niet goed bij hun positieve beeld en daardoor zijn ze geneigd het negatieve niet echt serieus te nemen.

  • Hoe is gepercipieerde kwaliteit te managen? Op dit gebied kunnen marketingkennis en marketingtechnieken u van dienst zijn. U kunt profiteren van een aantal technieken die gebruikt worden voor het maken van sterke merken. Dat hebben Gallo, Unilever, Douwe Egberts en Albert Heijn wel bewezen: de marketeers achter deze merken zijn zeer bewust bezig met het managen van de perceptie van hun merk bij hun doelgroepen. En dat zijn ervaringen die we in het onderwijs goed kunnen gebruiken.

 


Peter Langerak (Senior consultant bij de Hay group. De Hay group adviseert het ministerie van onderwijs en de raden over salarissen)


[Het onderwijs heeft meer managers nodig]



  • Dat leraren slecht betaald worden is een fabel. Om het onderwijsniveau in Nederland op te krikken, heeft de aanbeveling van de commissie Rinnooy Kan voor een algehele salarisverhoging dan ook geen zin.

  • Niet alleen geld, ook andere vormen van beloning, zoals een bos bloemen of complimenten, zijn belangrijk.

  • Managers moeten docenten juist niet met rust laten. Minder onderwijsmanagers gaat docenten niet helpen. Het onderwijs heeft juist meer managers nodig.

  • Nu loopt een docent die vindt dat zijn vak naar de knoppen gaat naar de krant. Ik heb liever dat hij dat tegen zijn leidinggevende zegt.

  • De Balkenende-norm is gebaseerd op emotie en zorgt voor een onwerkbare situatie. Het wordt nu nóg lastiger om goede mensen te werven.

 


——————-


GEBOUWEN


Vlak na de oplevering van de gebouwen enkele jaren geleden, moesten de gebouwen al weer voor veel geld verbouwd worden omdat het onderwijsprincipe van grote ruimten was achterhaald.”  Rtv Oost over ‘Scholingsboulevard Enschede’, fantastische ufo-gebouwen die voor miljoenentekorten gezorgd hebben en waar het onderwijs slecht is en de lesuitval hoog


In die tijd zetten steeds meer ouders de leerkrachten onder druk om een ‘fatsoenlijk advies’ aan hun kinderen te geven. Met andere woorden, liever havo dan vmbo-t op de vermaledijde Scholingsboulevard die na een belabberd begin – in het eerste jaar al verlieten 54 leerlingen de SBE – met een zeer negatieve beeldvorming kampte.”   Tubantia, de Twentsche courant


De gemeente Enschede moet vijf miljoen euro betalen om de Scholingsboulevard Enschede, een samenvoeging van drie middelbare scholen af te ronden. Zo niet, dan trekt een overkoepelende stichting de stekker eruit en gaat de scholengemeenschap failliet. De Scholingsboulevard werd in 2003 nog voorgesteld als de beste VMBO/MBO-school van Nederland met de mooiste schoolgebouwen. De gemeente heeft de gebouwen destijds gefaciliteerd voor meer dan 60 miljoen euro. Dat bleek 17 miljoen boven de norm voor dit soort gebouwen te zijn. In de Scholingsboulevard zou Het Nieuwe Leren worden geïmplementeerd. Een idee van de bestuurders. De docenten waren er toen al op tegen. Al twee maanden na de start in 2008 werd van het concept afgestapt. Voor het aanbrengen van wandjes om toch afgeschermde ruimtes te hebben, moesten miljoenen worden uitgegeven. Maar het ergste is nog dat docenten die destijds waarschuwden voor het concept toen werden weggezet als reactionair, later gelijk kregen en nu toch te boek staan als docent op een slechte school, want met het veranderen van het concept is de kwaliteit gedaald.”   Binnenlands Bestuur (12 september 2012)


 


Maarten Grasveld, Arie Aalbers, Erik Schotte (LIAG architecten en bouwadviseurs)


“LIAG heeft in de loop der jaren een groot aantal scholen gebouwd. Wij realiseren architectonisch interessante gebouwen met een sterke eigen identiteit, waarin gebruikers een bepaald geluksgevoel ervaren.”


[Naar school in 2040]



  • In de zomer van 2006 organiseerde LIAG een workshop. We bogen ons over de vraag hoe het onderwijs er over 40 jaar uit zou zien. Onder de deelnemers bevonden zich een demograaf, een onderwijskundige (Harry Gankema), een ICT-deskundige, een planoloog , een politicus en een aantal architecten.

  • Om innovatief te werken is het belangrijk dat we oplossingen niet te dicht bij huis zoeken. We kiezen voor een volstrekt fictieve toekomst.

  • De school wordt steeds minder een instituut voor kennisoverdracht en meer een plaats waar leerlingen de ruimte krijgen om te leren en zelf ervaring op te doen. De school moet aansluiten bij de belevingswereld van jongeren en staat midden in de samenleving.

  • Ateliers zijn kleine schoolgebouwen verspreid over de verschillende buurten. De ateliers richten zich op de ontwikkeling van creativiteit, samenwerken, nieuwsgierigheid, zoeken en interpreteren. De leerlingen hebben geen vast rooster. Het uitgangspunt van een atelier: “everybody is a star”. Hier leren leerlingen organiseren, structureren, probleemoplossend denken, netwerken, maar ook ontspannen en spelen. Ze zijn vrij in hun tijsbesteding.

  • Vroeger dachten we dat kennis alleen uit boeken te halen was. Nu  hechten we meer waarde aan eigen wijsheid, ervaring en intuïtie. Kennis is niet langer het doel. Het grote voordeel is dat kinderen niet langer achterhaalde of niet nuttige informatie uit boeken tot zich nemen. Het onderwijs richt zich met name op de ontwikkeling van individueel creatief denken op alle vakgebieden. Daarbij passen geen algemene eindtermen.

  • Azië is het wereldcentrum voor productie, Europa het wereldcentrum voor design-, content- en conceptontwikkeling.

 

8 Reacties

  1. Beste jl

    Beste jl

    Met alle waardering voor je rubriek adviseer ik je toch matiging in acht te nemen.

    Zo zijn de inkomsten van Pollen meen ik niet in zijn zakken beland maar in die van de groep die de adviezen verstrekte. Dit bovendien naar verluidt, harde bewijzen geef je niet. Houd je ver van geruchten, bijv. dat hij Bruins Slot aan een lijntje had. Kan best waar zijn, maar blijft in de roddelsfeer hangen en dat is niet jouw niveau..

  2. Beste JL,

    Beste JL,

     

    Ik lees je compilaties zelden, omdat de zinledigheid van al deze uitspraken mij deprimeert, en het nog veel neerdrukkender is om te zien hoe belangrijke instituties de laatste decennia kennelijk met behulp van mega-subsidies opgeheven zijn tot de hemelse status van luchtkastelen. 

    Deze blog heb ik toch maar eens diagonaal doorgenomen.  Ik denk dan wel eens: zou ik als advocaat van de duivel in de publieke uitspraken van deze stoeterij van adviseurs ook nog zaken kunnen vinden die getuigen van enige professionaliteit?   JL, ik ben bang dat jouw antwoord zal zijn : ‘ga gerust je gang, zoek naar hartelust, maar mijn voorspelling is dat je weinig tot niets zult vinden.’  

    Dan de casus Pim Pollen.  Je citeert kennelijk blogs die ondertussen van de site van CBE zijn verwijderd.  In één van die aanstootgevende blogs staat een opmerkelijke verschrijving: NDSAP, in plaats van NSDAP. De verschrijving is van Pim Pollen, althans hij is de verantwoordelijke voor deze tekst. Wat Pim Pollen in deze blogs schrijft over BON is smaad, zoals dat iedereen duidelijk is die het leest.  Zijn pijlen zijn in het bijzonder gericht op het forum van BON, en zeker ook degenen die op zich op dat forum hebben uitgesproken over zaken het onderwijs in Nederland aangaand.  Pim Pollen heeft mij daar dus ‘bruinhemd’ genoemd. Ik heb van hem geen verontschuldigingen ontvangen.  Op de website van het CBE is een nieuwe blog van Pim Pollen geplaatst, waarin hij in algemene bewoordingen zijn verontschuldigingen aanbiedt, en ondertussen de smaad in het kwadraat herhaalt, door als vette kop boven deze blog de beschuldiging te herhalen.  Ook de URL van de pagina bevat deze smaad: nl.cbe-group.com/geen-bruinhemden-bij-bon-2/ (check: 9 augustus 0:55 uur; anders in het cache-geheugen van Google nog wel terug te vinden, als ook deze blog volkomen terecht en veel te laat door CBE zou zijn teruggetrokken). Pim Pollen, gij zijt in mijn ogen geen klootzak.  Is dat een beleding, of is dat een belediging? Ik weet formeel niet of Pim Pollen bijvoorbeeld Ad Verbrugge persoonlijk zijn verontschuldigingen heeft aangeboden. Vraag aan het bestuur van BON: hoe is de relatie met Pim Pollen nu?

    JL, mijn suggestie is om bij de geciteerde blogteksten van Pim Pollen te vermelden dat deze door de CBE-groep van de website zijn verwijderd. Nee, niet de teksten zelf verwijderen: dat deze geplaatst zijn geweest op de site van CBE is een belangrijk feit. Een geuzenfeit voor BON, zeg maar. 

     

    • De ‘excuus’blog van de heer

      De 'excuus'blog van de heer Pollen ('geen bruinhemden bij BON', zulke excuses zijn vooral bedoeld om neerbuigend te doen over de kritiek) is een merkwaardige hutspot.

      Het begint ermee dat Nederland concurrerender moet worden en dat de economie moet vernieuwen. Dat zijn twee buitengewoon nietszeggende verlangens. Wat is 'concurrerender' en wat is in zulk verband 'nieuwe economie'. Klaarblijkelijk vervult het Nederlandse onderwijs dan een rol bij zulke verlangens, en dan kennelijk uitsluitend een vernieuwd soort onderwijs. Maar het blijft volstrekt onduidelijk welk verband er bestaat tussen vernieuwd onderwijs een een concurrerender nieuwe economie.

      Aan het eind van het 'excuus'blog komen we plotseling tegen dat heel Europa aan dat vernieuwde onderwijs zal moeten. Toe maar, en nog steeds is het volstrekt onduidelijk waarom.

      Dat BON-forum-deelnemers alleen maar vielen over het woord 'bruinhemden', maar dat zij zich op de inhoud zouden moeten concentreren, is een gotspe van de eerste orde. Ten eerste viel er verder in dat artikel (net als in het 'excuus'verhaal) weinig inhoud te bespeuren, maar ten tweede gaat het op het BON-forum bijna voortdurend over de inhoud van allerlei onderwijskwesties.

       

       

  3. Een waslijst van

    Een waslijst van algemeenheden. Vrijblijvende Algemene uitspraken die op praktisch niveau geen werkelijkheid meer hebben.

    Neem de uitspraak van Alex van Emst, dat bij het traditionele onderwijs de leerlingen vooral kennis consumeren. De term 'consumeren' suggereert leerlingen die wezenloos op kennis sabbelen zoals zij aan een ijsje likken. Zo'n term wordt eerder gebruikt om een gewenst effect te sorteren dan om een werkelijkheid te presenteren. Want het leren op de traditionele school vergde veel inzet en ijver van de leerling. Die leerling zat niet maar wat wezenloos te consumeren.

    Dus als Van Emst het in de volgende regel heeft over een 'verkeerde' bril waardoor mensen 'verkeerd' gaan kijken, is die opmerking ten eerste helemaal bestemd voor zijn eigen opmerking over dat 'consumeren' van kennis in het traditionele onderwijs.

    Ik maak graag de vergelijking met de muziekstudent die eindeloos moet oefenen: zo'n student doet zeker NIET aan het slap 'consumeren van kennis'.

    Dit is dan nog maar de kritiek op 1 uitspraak.

    Andere vrijblijvende uitspraken van vernieuwers (zoals hierboven uitgelicht) kunnen eveneens gemakkelijk worden bekritiseerd als we vragen naar concrete invullingen. Men krijgt echt de indruk dat vernieuwerers doen aan kretologie.

     

      • Een mooie vergelijking (hoe

        Een mooie vergelijking (hoe kan men iemand complimenteren zonder de indruk te wekken paternalistisch te doen? Ik heb dus bewondering voor de schets).

        Een voorbeeld van spraakverwaaring is ook de rol van de leerkracht geworden. BON wil meer zeggenschap voor de leerkracht en een grotere rol in het onderwijs voor die leerkracht.

        Maar vernieuwers (?) als de heren Pollen benadrukken nu ook al de grote rol van de leerkracht, kennelijk n.a.v. onderzoeken die hebben ontdekt hoe groot het belang deze personen is voor goed onderwijs.

        Het zal duidelijk zijn dat BON en vernieuwers (?) als Pollen iets anders bedoelen wanneer zij wijzen op de grote rol van de leerkracht.

        BON wil nadruk op leerkrachten die in de eerste plaats zelf beschikken over een gedegen kennis van en over de vakgebieden die zij onderwijzen. Leerkrachten in bezit van degelijke vakkennis zijn vervolgens in staat zelf een didactiek te bepalen, een didactiek in dienst van de vakkennis (zo begrijp ik het althans).

        Vernieuwers willen vooral leerkreachten die helemaal 'in de vernieuwing' zijn: zij willen dus leerkrachten die helemaal gaan voor iets als 'het nieuwe leren b.v.

        Zo kan er dus iets heel verschillends bedoeld worden als men het heeft over een centrale rol van de leerkracht.

        Voor ouders kan het vernieuwingsjargon alsdus erg misleidend zijn natuurlijk.

  4. vervelend

    Mij treft ook in de sheets van CBE dat ze stellen dat lln zich zo vervelen in het huidige onderwijs en daaraan de conclusie verbinden dat er maar CGO moet worden uit gerold. Dat vervelen kan best kloppen al krijgen we de data niet onder ogen maar ik ben meer geneigd tot de hypothese dat dat bestreden moet worden door docenten voor de klas te zetten die meer te melden hebben en lln meer uit te dagen met een kennisaanbod van een hoger niveau. Het onderzoeken waard. Hoe meet je trouwens vervelen! Tsjonge, ben ik weer een vervelend wijsneus.

Reacties zijn gesloten.