Succesfactor: frontale klassikale instructie

In het rapport Taal en rekenen aan het einde van de basisschool beschrijft de Onderwijsinspectie op blz. 16 vier scholen met meer dan 25% gewichtenleerlingen. Ondanks dat hun leerlingen aan het onderwijs beginnen met een achterstand, laten deze scholen hen ver boven het landelijk gemiddelde presteren. Deze scholen laten leerlingen schitteren en geven hun gelijke kansen. Ongeacht hun afkomst kunnen achterstandsleerlingen op deze school vooraan eindigen.

Vorige week verscheen een publicatie waarin deze vier scholen hun geheim delen: Schoolportretten taal en rekenen. Opvallend is dat op alle scholen instructie centraal staat. Het succes van de Ds Harm Doornveldschool wordt als volgt omschreven:
Wat betreft didactiek geven leerkrachten effectieve directe instructie, waarbij zij stapsgewijs uitleg geven en waar nodig herhalen. Op de Doornveldschool geven leerkrachten voornamelijk frontale en klassikale instructie volgens het model Expliciete Directe Instructie (EDI), onder andere omdat de school ‘automatiseren van de basis’ belangrijk vindt. Een andere reden voor het klassikale onderwijs is de gedachte dat op deze manier de inbreng van vaardigere leerlingen benut wordt om minder vaardige leerlingen op te trekken. Eventueel wordt verlengde instructie gegeven aan leerlingen die dat nodig hebben.

Succesfactor: frontale klassikale instructie met veel oefening en feedback.