3 Reacties

  1. De mythe van de rijke leeromgeving

    Goed ook dat hier nog maar een keertje de mythe van de rijke leeromgeving onderuit wordt gehaald. In het basisonderwijs is heeft die rijke leeromgeving meer kapot gemaakt dan je lief is. Ik denk dat het wellicht de grootste oorzaak is van de onderwijsramp die zich daar de afgelopen jaren heeft voltrokken. Kinderen die zelfontdekend leren in een rijke leeromgeving in plaats van gestructureerd en gedoseerd onderwijs aangeboden krijgen. Het lijkt wel een hang naar de prehistore, toen alles nog zuiver was, het pure kind dat zonder de smet van volwassen invloeden zichzelf ontwikkelt. Maar omdat dat organisatorisch in de moerne tijd niet meer mogelijk is hebben slimme jongens bedacht dat er digitale varianten van die rijke leeromgevingen moeten komen en die vinden dan ook gretig aftrek. Veertig jaar geleden al door Seymour Papert en zijn Logo programmeertaal en nu nog steeds bij allerlei aanbieders van geemz.

    Nu wil ik Papert weinig kwalijk nemen, hij was een van de eersten en Logo had tenminste nog het voordeel dat het aanzette tot correct formuleren omdat het tenslotte een programmeertaal betreft. Maar dat Logo is ook nooit wat geworden, voornamelijk ook omdat het te moeilijk was voor de leraren: recusrief programmeren is niet iedere basischoolleerkracht gegeven. Latere ideeën van rijke leeromgevingen zijn veel minder exact en zijn het niveau van fröbelen nooit echt ontstegen.

  2. Hangt af van de leeftijd

    Voor peuters en kleuters is het heel goed om een rijke leeromgeving aan te bieden en hen te stimuleren daarin te grasduinen en te experimenteren. Volgens mij hoort dat bij goed kleuteronderwijs, dat is gericht op stimuleren en ontplooien en de leerkracht observeert hoe een kind zich ontwikkelt en waar eventueel de zwakke plekken zitten (concentratie, basiskennis, taalgebruik, sociale ontwikkeling enz.).

    Vanaf 6 jaar wordt het onderwijs doelgericht. Te behalen beheersing over vaardigheden en te reproduceren kennis wordt benoemd en het onderwijs wordt hierop ingericht. Dat kan ook niet anders, want een spontane ontwikkeling levert gewoon niet altijd het noodzakelijke resultaat op. Ook de samenleving en de prikkels die elke Nederlander (dus ook een kind) krijgt, zijn minder dan vroeger gericht op leren, weten, kunnen. Daarbij kun je wel aantekenen dat kinderen uit gezinnen met hoog opgeleide ouders (bijna) altijd méér gericht zullen zijn op ontwikkeling, gretiger zullen zijn om iets te weten of te kunnen dan anderen.

    Als je het onderwijs laat afhangen van de spontane wens om jezelf te ontwikkelen, dan zijn de kinderen uit minder intellectuele milieus in het algemeen slechter af en wordt de kloof tussen hen en de anderen onnodig groter. 

    • Is dat werkelijk zo?

      Ik heb het ook lang gedacht, een rijke leeromgeving staat voor informeel leren en dat past goed bij peuters en kleuters.Toch denk ik dat er op zn minst een flinke nuance moet worden aangebracht. Een rijke leeromgeving kan vast gemakkelijk te rijk zijn. Is een doos met 10 blokken niet veel beter dan een veelheid aan duplo? Wellicht nog belangrijker is een volwassene die, al dan niet in die rijke omgeving, doelbewust aandacht besteed aan het leren van het kind. Worden ze vanzelf zindelijk als je de attributen verstrekt? Gaan ze vanzelf spreken of helpt ook hier gerichte aandacht, compleet met voordoen/zeggen: oma, mama…goedzo … dat is blauw… dat is een hondje … Telrijmpjes … allemaal voorbeelden van in mijn ogen gestructureerd onderwijs. Inderdaad: spelenderwijs. Nadoen van ouders is ook spelen. Misschien is in die zin het nadoen van hoe je breukensommen maakt, goed voorgedaan door de leraar, ook spelend leren.

       

      Kortom, die rijke leeromgeving waar het kind vanzelf onderzoekend leert….. ik geloof er eigenlijk ook niet in voor peuters en kleuters.Ze zullen ongetwijfeld dingen leren, geheel vanzelf, maar een goede kleuterjuf of een geinteresseerde ouder maakt een wereld van verschil

Reacties zijn gesloten.