De geboortemaand bepaalt het talent

Ieder die zichzelf talentvol vindt, zou eens even moeten kijken in welke maand hij geboren is. De geboortedatum lijkt voor de KNVB voldoende om te zien of iemand talent heeft.
Inspanningsfysioloog Raymond Verheijen heeft bijna 10.000 spelers uit de jeugdopleidingen van profsclubs zes jaar lang gevolgd. Eerder dit jaar is zijn onderzoek door de KNVB gepubliceerd.
Wat blijkt daaruit?
Iedere maand worden even veel jongens geboren, maar niet elke maand levert even veel talentvolle voetballers op. Grofweg is de verdeling in de jeugdelftallen van de profsclubs over vier kwartalen simpel te verdelen: 40-30-20-10 procent. Er zijn meer dan vier maal zoveel spelers uit de maanden januari, februari en maart als uit de laatste drie maanden van het jaar.
Er volgde nog een tweede conclusie.
Hoe later in het jaar een jeugdspeler geboren wordt, hoe meer kans hij maakt op groeistoornissen en blessures. Hij blijft kleiner door hard te trainen, soms wel zes centimeter, en hij raakt vaker geblesseerd dan zijn iets jongere leeftijdsgenoten.
Het geboortemaandeffect heeft volgens Verheijen een duidelijke oorzaak en dat is de prestatiedruk.
In de puberteit maakt enkele maanden verschil veel uit. Door de prestatiedruk bij jeugdelftallen zijn jongens die vroeg in het jaar geboren zijn duidelijk in het voordeel.
Uit de onderzoekgegevens blijkt dat bij kinderen die bovenmatig moeten presteren dit ten koste gaat van de groei.
Interessant is te weten of dat ook zou gelden op andere terreinen.

Cijfers van talentvolle spelers in procenten over de vier kwartalen verdeeld:

13 jaar: 51-24-15-10
14 jaar: 48-26-16-10
15 jaar: 47-28-17-8
16 jaar: 47-30-13-10
17 jaar: 50-24-18-8
18 jaar: 46-30-15-9

31 Reacties

  1. Losse flodder
    De kinderen uit het eerste kwartaal zijn bedacht in het voorjaar, gedragen in de zomer, volgroeid in de herfst, gebaard in de winter… synchroon met het jaarritme.

    • Nog eentje
      Beste Hals, zoek je ook even uit hoe deze cijfers liggen in landen onder de evenaar?

      Willem Smit

      • Een paar cijfers jeugd WK….
        Australië: 11-4-5-1
        Argentinië: 10-6-4-1
        Brazilië: 6-9-5-1
        Egypte: 8-8-3-3

        December blijft de slechtste maand.

    • Inderdaad, schuld van opa winter…
      Slecht voedsel, koude en andere tekorten….
      Toch is het interessant om onderzoek te doen naar de kwalijke rol van de winter op intelligentie en andere hersenactiviteiten.
      Ik zal mijn leerlingen er eens op testen, om een kleine impressie te krijgen.

    • Behalve de koekoek en de spriet misschien
      Hendrikush schreef: “… gebaard in de winter … synchroon met het jaarritme”.

      Weet ik niet hoor. De pasgeboren lammetjes komen toch ook pas medio maart/april in de wei? En pas in mei leggen vogeltjes hun ei. Wie hecht aan een dracht ‘synchroon met het jaarritme’ kan bezwaarlijk pleiten voor baring in november.

  2. Toelichting
    Citaat van deze inspanningsfysioloog die voor Chelsea werkt: “De peildatum voor de samenstelling van de elftallen is 1 januari. Jongens die in het eerste kwartaal geboren zijn, zijn dus gemiddeld ouder en sterker dan hun jongere leeftijdsgenoten. Daardoor scoren ze meer, zijn ze sterker aan de bal en kunnen ze meer arbeid aan.”

    Het heeft dus niet met de geboortemaand te maken maar met de selectieprocedure.

    Inderdaad is het een interessante vraag ofdat dit ook voor het onderwijs geldt waarbij er immers een variatie van 365 dagen (schrikkeljaar) mogelijk is wanneer dit volgens de regels gebeurt en waarbij er nog vele tientallen dagen bij kunnen komen in geval van kinderen die ‘net’ buiten de grens vallen.
    Vanaf welke maand kunnen ze beter nog een jaar wachten (gemiddeld gezien!) en vanaf welke maand is er geen verschil in prestaties?

    Bij gebrek aan statistieken maar alvast een praktijkvoorbeeldje.
    Mijn zus was eind november geboren maar mocht na lang aandringen nog mee met het vorige jaar. Ze stroomde in in een havo/vwo-brugklas en het zag er tot in het 3de jaar naar uit dat ze uiteindelijk (eerst) de havo zou gaan doen. In het derde jaar ging ze ineens net voldoende presteren om over te mogen naar het 4de jaar en vanaf het 4de jaar stegen haar cijfers zodanig dat ze gemiddeld cum laude stond.
    Nu kan het mede met de vakken te maken hebben (ze kon de exacte vakken laten vallen) maar ik denk dat het in haar geval zeker ook wat te maken zal hebben met de maturatie.
    Mijn broer daarentegen was in juli geboren en hij presteerde van het begin af aan zeer goed op het vwo. Then again, hij kon al erg jong lezen (vanaf het moment dat hij ‘normaal’ sprak), nog voordat iemand het hem had geleerd (meelezen en sesamstraat) dus hij zal wellicht ook enigzins hoogbegaafd zijn.

  3. Jongens van jeugd-WK vaak jarig in januari…
    Bij acht landen van het jeugd-WK, waaronder Nederland, is het geboortemaandeffect groot. Van hun teams zijn 66 spelers jarig in het eerste kwartaal en 17 in het laatste kwartaal, berekenden sportpsychologen van de Universiteit van Amsterdam.

  4. Een willekeurige lijst beroemdheden…
    …en hun geboortemaand…

    Mozart: 1
    Newton: 1
    Galileï: 2
    Darwin: 2
    Einstein: 3
    Bach: 3
    Michelangelo: 3
    Christiaan Huygens: 4
    Leonardo da Vinci: 4
    Hitler: 4
    Leonhard Euler: 4
    Rubens: 6
    Rembrandt: 7
    Caesar: 7
    Napoleon: 8
    Beethoven: 12

    • Beethoven…
      …was natuurlijk een muzikaal genie, maar een lichamelijk misbaksel.

      De stelling ‘De geboortemaand bepaalt het talent…’ begint me steeds nieuwsgieriger te maken, vooral n.a.v. de lijst met hoogbegaafde beroemdheden.
      Een onderzoek zou niet verkeerd zijn. Ik ga er in ieder geval op letten.

      • Peildatum
        Bart heeft gelijk. Het heeft niet zozeer te maken met de geboortedatum als wel met de peildatum. Het bericht was ook niet echt nieuw: Zie hier.
        Alle al dan niet serieuze zweefteverige speculaties kunnen de prullenmand in.

        • Voor de K.N.V.B. is dat
          Voor de K.N.V.B. is dat fantastisch nieuws.
          Waar de kinderen vroeger nog buiten de steden zo’n beetje overal op straat konden spelen moeten ze nu in veel plaatsen volledig door de voetbalclub worden geschoold.
          Dit is vooral jammer omdat je op een harde ondergrond (in feite zaalvoetbal, maar dan buiten) op een andere manier voetbalt, je leert er bijvoorbeeld beter op te dribbelen.
          Nu blijkt dat de K.N.V.B. veel talent laat liggen blijkt er tevens een grote onaangesproken reserve te zijn die in de toekomst mogelijkerwijze wel benut kan worden door hierop in te spelen.

          Nu lijkt het mij dat voor het onderwijs het verschil veel minder spectaculair gaat zijn (spieren vs. hersenen) maar desalniettemin zou het mij niet verbazen wanneer er wel geringe verschillen zijn waar te nemen aangezien we ook in het onderwijs met een peildatum werken, weliswaar een wat flexibele peildatum. Het is interessant genoeg om er eens een statistiek voor te maken al is het natuurlijk een bijzaak zolang er nauwelijks een v.w.o. te vinden is die op een hoog niveau voortgezet onderwijs aanbiedt.

    • En ik ga eerst de gymnasia maar eens na…
      …daar moeten volgens mij alleen maar leerlingen zitten die in het eerste kwartaal van het jaar geboren zijn.

        • Geboortemaand nieuw selectiecriterium…
          Laten we in het vervolg de geboortemaand maar je lot laten bepalen.
          Eerste kwartaal gymnasium, tweede kwartaal vwo, derde kwartaal havo en vierde kwartaal mavo en beroepsonderwijs.
          Het wordt er allemaal een stuk gemakkelijker door.
          Wil je er als ouder onderuit, dan moet je aan kunnen tonen dat je kind te vroeg geboren is of doe je een IQ-test.

  5. 1944
    Laten we het liever, net als bij wijn, hebben over topjaren. 1944 bijv., een echt superjaar met grootheden als: Freek de Jonge, Maarten ’t Hart, Willem van Hanegem, Gerrit Komrij, Jules Deelder, Boudewijn de Groot en dan zal ik er vast nog wel een paar vergeten. Toevallig is dat ook mijn geboortejaar. Ach, ja.

    • doordenken
      Het is wel interessant om door te denken wat moeilijker omstandigheden met het kweken van talent te maken hebben. Dat zegt ook iets over hoe ons onderwijs eruit zou moeten zien………
      Doorzetten is m.i. niet iets kwalijks voor het kweken van talent.

      • Doorzetten….
        ..is zelfs cruciaal voor het ontwikkelen van talent.
        Iedere horde die genomen wordt, opent nieuwe perpectieven.

  6. Geboortemaand en schoolsucces
    Een beroemd proefschrift:
    K. Doornbos (1971). Geboortemaand en schoolsucces. Wolters-Noordhoff.

    Martin McPhillips & Julie-Anne Jordan-Black (2009). The effect of month of birth on the attainments of primary and secondary school pupils. British Journal of Educational Psychology, 79, 419-438. Voor het abstract:
    www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/19026113

    Op de Cito Eindtoets Basisonderwijs maakt geboortemaand bij de onvertraagde weinig verschil, behalve in de uitersten. Duidelijke grafieken zijn te vinden in het verslag van de Eindtoets 2009
    www.cito.nl/po/lovs/eb/bestanden/Cito_EB09_Terugblik.pdf
    [NB: Dat de Eindtoets vrijwel geen verschillen laat zien, sluit niet uit dat ze eerder in het basisonderwijs wel degelijk rol kunnen spelen.]

    Psychologische tests voor jongeren zijn genormeerd op leeftijd. Ik dacht niet dat de Cito Eindtoets op leeftijd is genormeerd, maar het is denkbaar dat te doen. Of zoiets zinvol is of kan, daar is een paar jaar geleden een publicatie over verschenen, ik meen in De Psycholoog, die ik nu niet makkelijk terug kan vinden, die beargumenteert dat het niet zinvol is.

    Astrologen zijn natuurlijk ook gek op geboortemaanden. Daar is dan ook weer serieus onderzoek tegenaan gezet, waaruit inderdaad geboortemaandverschillen blijken, zie

    Eysenck, Hans J., and D. K. B. Nias (1982). Astrology: science or superstition? London: Maurice Temple Smith.

      • Die verschillen zijn …. (2)
        Jammer is dat Eysenck hier geen poging doet om te verklaren waarom er wel een effect voor eminentie is, en niet voor ‘gewone’ hoge intelligentie. Omdat eminent talent in de uitersten van de verdeling zit (nou ja, de gegevens voor krankzinnigheid zijn niet overtuigend, maar gewone krankzinnigheid is mogelijk ook niet extreem genoeg) kan een miniem seizoenseffect hier zichtbaar worden als en statistisch significant en belangrijk fenomeen.
        Dat zou dan hetzelfde zijn wat bij extreme selectie van mannen en vrouwen wel eens blijkt: een klein verschil in gemiddelde tussen beide groepen kan, bij gelijke variatie, leiden een meervoudige overrepresentatie van de leden van de groep met het iets hogere gemiddelde. In de selectie voor de functie van directeur Primair Onderwijs, bijvoorbeeld, kan een heel kleine scheefheid in de oordelen van de sollcitatiecommissieleden leiden tot sterke ondervertegenwoordiging van vrouwen onder de benoemde kandidaten. Dat kan in de profsporten dus ook makkelijk gbeuren, zoals daar ook seizoenseffecten zijn:

        Ad Dudink (1994). Birth date and sporting success. Nature, 368, 592. [niet in mijn bezit, maar Google vindt dan wel:]
        Takuya Kura & Yoshimasa Matsuzawa (2006). Birth date and sporting success in Japan. Mem. Fac. Sci. Kyoto Univ. (Ser. Biol.), 18: 83-85.
        kuroneko.blogdns.net/kura1/gyo%5Csports&bm.pdf

        Ik heb mijn best nu wel gedaan. Dat Japanse artikel is heel informatief, lees het.

        Mogelijk ongelijke behandeling van vrouwelijke kandidaten voor directie Primair Onderwijs:
        SCO-Kohnstamm Instituut. rapport 359. Hoofdstuk 5 Seksepartijdigheid en rendement. [De methodologie laat zien hoe in de extremen belangrijke effecten kunnen optreden]
        www.benwilbrink.nl/publicaties/94SeksepartijdigheidSVO.htm

        Leuk onderwerp, Hals!

          • Het gaat verder.
            Ik noemde in bovenstaand lijstje Ad Dudink al. Hij publiceert vandaag een artikel Geboortemaand telt in De Psycholoog, 45, 40-45. Heftig. Ik zal hierover binnenkort een blog schrijven. Ad Dudink geeft meer, en recenter, literatuur, eigen onderzoekgegevens, en adviezen.

            Advies aan leerkrachten: stel de cijferlijsten niet alfabetisch op, maar op geboortedatum. Dat maakt het mogelijk om sneller te signaleren dat cijfers hoger kunnen zijn naarmate de leerling relatief ouder is.
            Dit is geen geintje, het gaat om relatief grote effecten. Ik geef vast een voorbeeld voor zittenblijven resp. klas overslaan, tabel 1 in Dudink, uit de resultaten van de Eindtoets 2009:

            Er zijn 2541 jongens die in september zijn geboren, en 1 jaar vertraagd zijn. Er zijn er 363 die in oktober zijn geboren, en 1 jaar zijn vertraagd. Voor meisjes zijn de cijfers vergelijkbaar, maar zo’n 20% lager.
            Er zijn 1286 jongens die 1 jaar versneld zijn, en in oktobr zijn gebren, 518 in november geboren, 289 in december geboren, nul in andere maanden geboren. Meisjes zijn vergelijkbaar, maar bijna 50% talrijker dan de jongens.

            Voor eerste ministers sinds 1945 ligt het precies omgekeerd: de helft is geboren juli-sept. Hoe dat kan, probeert Ad Dudink ook uit te leggen, kwestie van bijzonder uitgedaagd zijn.

            Ben Wlbrink.

          • Verklaringen voor & implicaties van Dudinks effecten
            Ter verklaring van het gevonden effect moeten we in ogenschouw nemen dat beslissingen over de plaatsing van leerlingen, bevordering of doubleren niet onafhankelijk van de geboortemaand worden genomen.

            Een kind dat in maart vier jaar wordt, gaat naar school en begint na de zomervakantie vaak opnieuw in groep 1. Een klasgenoot die drie maanden eerder jarig was, wordt na de zomer vaak bevorderd tot groep 2, puur op basis van de leeftijd.

            Eind groep 2 is de vraag aan de orde of een kind na de zomer de kleutergroep mag verlaten en door mag naar de schoolsere groep 3 (met structureler reken- en taalonderwijs). Bij die keuze speelt volgens mij, naast de waargenomen cognitieve en sociale ontwikkeling, in de praktijk ook de leeftijd een rol. Een jong kind (eind groep 2 nog geen 6 geworden, want jarig in juli-sept) met een matige ontwikkeling wordt, vermoed ik, gemakkelijker nog een jaar in de kleuterklas gehouden dan een ouder kind (6 geworden in november-december) met krek hetzelfde ontwikkelingsniveau.

            Ook kan het zo zijn dat de waarneming van het ontwikkelingsniveau wordt beïnvloed door kennis van de leeftijd van de leerling.

            Een verklaringsmodel dat er eenvoudig van uitgaat dat in bepaalde jaargetijden ‘slimmere kinderen worden geboren’ gaat aan deze alternatieve verklaringen voorbij.

            Wat het ordenen op geboortedatum betreft: het is de vraag wat een leraar met de kennis van de geboortemaand moet aanvangen. Een score van 80% goed op een dictee kun je zien als een grotere prestatie voor een ‘jong’ kind dat in september jarig is dan voor een ‘oud’ kind dat al in november jarig was. Maar het lijkt me niet dat dit gevolgen moet hebben voor hun cijfers.

          • de geboortemaand bepaalt
            @couzijn

            Je bent nieuwsgierig naar wat er aan de hand is. Ad Dudink heeft er een boekje over opengedaan, Herfstkinderen, verschenen of nog te verschijnen bij Boom.

            Natuurlijk weet iedere leerkacht wie de heel jonge kinderen in de groep zijn. De cijfers op macro-niveau laten zien dat leerkrachten er gezamenlijk niet goed mee om weten te gaan. Dat is overigens, zoals je terecht opmerkt, als het om leerprestaties gaat nog niet evident een probleem, omdat je immers mag accepteren dat een jonge leerling in vergelijking met oudere, meer moeite met de stof zal hebben. Het vervelende is dat allerlei leerlingen met gedrags- en leerproblematiek hetzelfde patroon qua geboortedatum laten zien.

            De belangrijke structurele factor is hier natuurlijk de manier waarop we ons onderwijs zijn gaan organiseren (19e eeuw, in navolging van Comenius ook, die weer was geïnspireerd door Prins Maurits): homogeen naar jaargroepen. Dudink gaat daar uitvoerig op in. Want zo’n organisatie is mensenwerk, en kan dus ook door ons worden veranderd.

            Onderdeel van de achterliggende structuur is ook onze schadelijke gewoonte om cijfers te geven, in plaats van inhoudelijke informatie over leervorderingen. De schadelijke gewoonte gaat terug tot de middeleeuwen, het humanisme, dat lijfstraffen verving door prijzen voor de beste leerlingen; op zich natuurlijk een prima actie. Lach er maar om, maar zo is het gegaan. Ondanks het altijd aanwezige inzicht dat dit humanistische systeem om de besten te prijzen, diep onrecht doet aan de velen voor wie die prijzen geheid buiten bereik blijven. Lees er de discussie op dit forum in 2010 maar eens op na: ongeveer iedereen heeft de mond vol van selecteren van de besten, het niveau moet omhoog, leve het gymnasium, etcetera.

            De heer Wijntuin zal nog lang gelijk hebben: ouders-in-spe doen er verstandig aan te plannen op de geboortemaand van hun kinderen.

            Ben Wilbrink.

          • literatuur geboortemaand-effecten
            Ik wat literatuur bij elkaar gezet op mijn website, een deel daarvan is online beschikbaar. Zie HIER.

            Uitgeverij Boom had inderdaad het voornemen om Herfstkinderen uit te brengen, en veel online boekhandelaren bieden het aan, maar Ad Dudink heeft mij laten weten dat Boom bij nader inzien het boek niet in de eigen reeks vond passen. De uitgave is niet doorgegaan.

            Met toestemming van Ad Dudink is zijn 2009 artikel integraal beschikbaar op

            www.ben-wilbrink.nl/09dudink.doc

      • Die verschillen zijn …
        Eysenck en Nias (1982) bespreken seizoenseffecten in hun hfdst 6 Huntington (1938) Season of Birth: Its relation to human abilities zocht voor bekende Amerikanen genoemd in de 1930 editie van de Encyclopedia Britannica de geboortemaand op: die geboorten pieken in februari. Dat wil ik wel eens zien, dacht Kaulins, en hij herhaalde die oefening met de 1974 editie van de encyclopedie. He plotted the birth-dates of all the people listed since 1400 (totalling over 11.000) and found a striking seasonal trend, as the figure shows [niet hier afgebeeld, b.w.]. Eminent people show a strong tendency to be born in the months between the winter solstice and the spring equinox: at the peak, 36 eminent persons are born per day compared with 27 at the trough. (…)
        The figure also shows the average monthly temperatures in New York City over 107 years, which is seen as generally reflecting temperature patterns in the northern hemisphere at a latitude from which a large proportion of the eminent persons originated. The annual variation in temperature is remarkably similar to the annual variation in births of eminent persons, with most being born at the coldest time of the year at temperatures of around 32 degrees Fahrenheit.

        Kulins, A. (1979). Cycles in the birth of eminent humans. Cycles, 30, 9-15. [niet in mijn bezit, niet in het www]

        Eysenck en Nias gaan in op methodologische problemen bij dit type onderzoek. Zij wijzen o.a. op een foute conclusie in onderzoek van Heuts en Kop, 1974, Human aggression in relation to month of birth and partner choice in marriage. Criminelen in Amsterdam, volgens Eysenck en Nias is hier geen relatie tot geboortemaand. Dat is dan weer geruststellend.

        [teveel tekens, zie 2e reactie]

  7. a.s. ouders opgelet
    Ik pretendeer niet alles wat hier is geschreven te begrijpen. Altijd dacht ik dat astrologie onzin van de Libelle was, maar nu blijkt dat ik ernaast zit. De Leeuw, de Waterman en de Steenbok, ze bepalen wel degelijk ons lot.
    A.s. ouders moeten dus zorgdragen voor conceptie in een gunstige maand. Als ze tenminste om hun toekomstige kroost geven. Liggen hier nog overheidstaken?

    • Laat niet iedereen het advies opvolgen. Dan geldt het niet meer.
      Het effect (c.q. de correlatie) van de geboortemaand op de schoolloopbaan is wellicht een artefact (door mensen gecreëerd), maar daarmee is het nog geen illusie.

      Het kan best zo zijn dat kinderen die in de maanden A-B geboren worden een grotere kans maken op een gunstige schoolloopbaan dan kinderen die in de maanden C-D geboren worden. In de bestaande setting zou een ouderpaar er dan verstandig aan doen hun kind in de maanden A-B geboren te laten worden. Je geeft het dan een hogere kans op een gunstiger schoolloopbaan, en wie wil dat nu niet?

      Een probleem ontaat als vrijwel alle ouders dat advies opvolgen, en er en mega-instroom plaatsvindt in de maanden A-B en een zeer klein aantal aanmeldingen in de maanden C-D. Dat is immers het concrete gevolg van het opvolgen van het advies. De populatieverdichtingen en -verdunningen in de genoemde maanden zorgen dan voor een geheel nieuwe situatie, waarin de eerder gevonden effecten niet meer zullen optreden. Ook het advies is dan niet meer geldig.

      • Kudde effect
        In de beleggingswereld en de economie zie je eenzelfde effect. Als iedereen in aandelen gaat is het tijd om niet in aandelen te gaan. Dat heet contracyclisch reageren.

      • kleuteren
        @Couzijn

        Een iets ander advies is ‘laat uw kind nog maar een jaartje kleuteren,’ als de school meent dat het kind nog niet schoolrijp is. Dat zal ongetwijfeld vaak gaan om september- en oktoberkinderen. Het effect daarvan, als ouders dat advies vaak opvolgen, is dan dat leeftijdsverschillen in groep drie toenemen, en andere kinderen dan de relatief jongste in de groep worden. Het onderliggende probleem, een geboortemaand-effect, is dan blijven bestaan, en misschien wel iets sterker aangezet.

        Onderzoek in Zweden (Fredriksson & Ockert, 2005), waar school begint met het zevende jaar, laat zien dat de oudste leerlingen in deze jaargroep betere prestaties laten zien doorheen de schoolloopbaan, en ook langer onderwijs volgen dan de jongste leerlingen. Omdat de oudste leerlingen vanwege dat leeftijdsverschil (en langer onderwijs) later op de arbeidsmarkt komen, is het zo dat zij weliswaar meer verdienen omdat zij meer onderwijsprofijt hebben gehad, maar dat meerdere valt weg tegen de gederfde inkomsten van die een of twee extra jaren.

Reacties zijn gesloten.