Wat baten kaars en bril…III (Balletje balletje)

 

Balletje balletje

Het creatief boekhouden door bestuurders, mogelijk gemaakt door de lumpsum, lijkt nog het meest op het populaire oplichterspelletje ‘balletje balletje’. Op het moment dat je denkt dat de belastingcentjes in de ene ‘envelop’ zitten blijkt het geld toch in een andere ‘envelop’ te zijn ondergebracht en als je even niet oplet is het zomaar ineens verdwenen.

Een praktijkvoorbeeld. Een directeur van een school binnen een fusie stelde zich kandidaat voor de provinciale verkiezing en wordt in de provinciale staten gekozen. Hij verruilt zijn lucratieve directeurspostje voor het nog lucratievere baantje van gedeputeerde. Op dat moment blijft het arbeidscontract met de school intact voor het geval het bestaan van gedeputeerde toch niet je dat is en het lijdend voorwerp graag wil terugkeren moet dat mogelijk zijn. Alles volgens de regels tot nu toe. De voorzitter van de raad van bestuur ziet een mogelijkheid om het spaarpotje ‘nieuw gebouw’, zelfbedacht onderdeel van de envelop ‘onderhoud gebouwen’,  op een creatieve manier aan te vullen. Op de begroting wordt 250.000 gulden ‘gereserveerd’ voor het geval de gedeputeerde zijn baantje als directeur weer zou opeisen. Niets abnormaal immers de directeur is vervangen door een ander, weliswaar met een jaarcontract, maar als de gedeputeerde terugkomt moet hij betaald worden als vanouds ook al staat er het eerste jaar geen noemenswaardige prestatie tegenover maar daar moet dan tijdelijk maar niet over gezeurd worden. Dan komt het voor de voorzitter er aan op vingervlugheid te tonen tijdens de bespreking van de begroting met de medezeggenschapsraad.

Een normaal mens zou denken dat die 250.000 euro éénmalig in de reserve moet worden opgenomen, immers als meneer deputé in het ene jaar niet terugkomt blijft de som in reserve staan voor het volgende jaar. Dit is echter buiten de waard van de kronkeling van het creatieve boekhoudbrein gerekend. Elk jaar opnieuw wordt er 250.000 euro in de reserve gezet voor het geval dat. Uiteindelijk is de directeur 8 jaar gedeputeerde geweest en dan met pensioen gegaan. De voorzitter van de raad van bestuur heeft 8 keer 250.000 euro in de ‘reserve’ opgenomen en daarmee 2 miljoen toegevoegd aan het potje reserve. Kassa!!

Waar bestuurders bijzonder goed in zijn is het gebruik maken van ‘douceurtjes’ buiten de lumpsum die met enige regelmaat door de overheid worden verstrekt. Is het niet voor aanschaf van ICT dan is het wel voor het behoud van docenten of voor het creëren van nieuwe werkplekken. Aangezien de controle op deze budgetten zo goed als niet bestaande is worden deze budgetten vooral gebruikt voor andere doeleinde dan waarvoor ze in het leven zijn geroepen.

Rond 1998 wou de overheid een inhaalslag ICT en voorzag het voortgezet onderwijs van miljoenen guldens voor de aanschaf van hardware en software. De school waar ik toen werkzaam was kreeg een budget van anderhalf miljoen. Daarvan werd een half miljoen gebruikt voor de aanschaf van hardware en software, verdeelsleutel 1 pc per 20 leerlingen bovenbouw, 1 pc per 40 leerlingen onderbouw en gefaseerde invoering over alle locaties gespreid over een termijn van 2 jaar. U vraagt zich natuurlijk af wat er met dat overgebleven miljoen is gebeurd. Heel simpel, de voorzitter van de raad van bestuur vertelde ons dat het miljoen nodig zou zijn voor de aanpassing van de gebouwen per slot moest een lokaal worden uitgebouwd als ‘mediacenter’ of ‘electronische leeromgeving’ dus kabels trekken, muurtjes plaatsen, aanschaffen van tafeltjes en stoelen die ergonomisch verantwoord waren kwestie van de RSI armpjes te voorkomen, likje verf, beetje lak hier en daar enzomeer en zoverder. Een tamelijk geloofwaardig verhaal en wij wisten ook wel hoeveel een vakman tegenwoordig kostte. Pas jaren later werd duidelijk dat de envelop ‘onderhoud gebouwen’ en de envelop ‘leermiddelen’ zo goed als leeg was omdat al die bijkomende ICT aanpassingen daaruit waren betaald, het miljoen was in de ‘reserve’ gestopt voor ‘slechtere tijden’. Gevolg hiervan was dat er danig bezuinigd moest worden op de budgetten van de opleidingen. Techniek kreeg een korting van 50% aan zijn broek en moest voor de aanschaf van elke spijker, stukje hout, electriciteitskabeltje en meer van dat soort dingetjes die je nou eenmaal nodig hebt bij een vakopleiding in vijfvoud aanvragen. De bakkersopleiding idem dito en de aanscherping van de HCCP normen betekende dan ook de doodsteek voor de koksopleiding wegens ‘geen geld genoeg voor een nieuwe keuken’. De schoonmaak van het gebouw werd teruggeschroefd van 1 maal per week naar 1 maal per twee weken en de glazenwasser werd helemaal geschrapt alhoewel dat niet zo veel meer uitmaakte omdat die toch maar twee keer per jaar kwam.

Dus anders dan we soms in de pers kunnen lezen  ‘weer miljoenen verdampt in het onderwijs’ zijn de centen niet verdampt of verdwenen ze zitten gewoon in een andere ‘envelop’ die we jammer genoeg niet kunnen ontdekken omdat het onderwijs bestaat uit een hele hoop stichtingen die zich graag houden aan de wettelijke regel dat de boeken niet openbaar hoeven te worden gelegd.

 

Jesse Jeronimoon